PARENTEEL KLEIJN III.a
Hendrina M.A. Kleijn

Hendrina Maria Anna Kleijn,


ouders: Herman Kleijn en Elisabeth Anna van der Lith


geboren: Wageningen 5-11-1830

gedoopt:

overleden: Utrecht 22-9-1920

begraven: Wageningen (tot 1852), Utrecht (1852), Beusichem (Beneden Molenweg)


beroep:

woonplaats / adres:


relatie: trouwt Utrecht 22-04-1852


Wouter François Kuijk


ouders: Willem Kuijk en Neeltje Buitendijk


geboren: Werkendam 17-2-1824

gedoopt:

overleden: Beusichem 27-11-1874

begraven: Beneden Molenweg te Beusichem


beroep: burgemeester van Hoevelaken (1852) en Beusichem.

woonplaats / adres: Hoevelaken


Kinderen:

    1. Elisabeth Neeltje Kuijk, 1853-1925, X Huibert Gerrit van Everdingen, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.a

    2. Maria Anna Kuijk, geboren Amersfoort 5-8-1854, gedoopt:
      overleden als Anna Maria Kuijk Utrecht 15-12-1928, begraven:
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt Beusichem 19-8-1876
      Thomas Broes van Dort, geboren: Goes 23-10-1848 (of 23-10-1847)
      overleden: Rotterdam 31-7-1902
      beroep: arts[1],
      woonplaats / adres:
      ouders: Karel Broes van Dort en Elsje Persant Snoep.
      Kinderloos.

    3. Wilhelmina Agatha Kuijk, 1855-1881, X 1880 Tobias Johannes Willem van Everdingen, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.b

    4. Herman Kuijk, ca 1858-1937, X 1888 Sophia Martina Gerarda Murman, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.c

    5. Willem Christiaan Kuijk, 1859-1944, X 1888 Geertruida D.J. Kerkhof, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.d

    6. Johanna Theodora Kuijk, * 1861, X 1882 Tobias J.W. van Everdingen, VOLGT PARENTEEL KLEIJN IV.e

biografische aantekeningen


Hendrina Maria Anna Kleijn heeft haar moeder nooit gekend. Ze woonde samen met haar vader in de Hoogstraat in Wageningen. Haar vader overleed op een reis in Wiesbaden, toen Hendrina Maria Anna nog geen 21 jaar was. Een jaar later trouwde ze in Utrecht met Wouter François Kuijk.


bronnen


kind 2

Ned. Tijdschr. voor Geneekunde 1904:

Dr. Thomas Broes van Dort overleed den 31sten Juli 1902. Den 23sten October 1847 te Goes geboren, werd hij in 64 student te Leiden waar hij den 15en december 1870 bevorderd werd tot doctor in de geneeskunde op een proefschrift ‘Over verlammingen in het algemeen’ (cum laude). Den 19en Juni 1871 te Rotterdam tot arts bevorderd, oefende hij achtereenvolgens te Veenendaal, Beusichem en Culemborg de praktijk uit, tot hij zich in 1890 te Rotterdam als specialist voor dermatologie vestigde. Na dien tijd verschenen van zijn hand verschillende wetenschappelijke artikelen, zoowel in het Nederlands Tijdschrift v Geneeskunde als in verschillende Duitsche en Fransche dermatologische tijdschriften. Zijn ‘historische studie over Lepra’ (uitg W.J. van Hengel, 1898) was het resultaat van nauwgezette nasporingen en ernstige onderzoekingen. Een werkzaam, bekwaam en humaan medicus, een algemeen bemind collega, een achtenswaardig mensch wordt in hem verlooren.

Biografie in de Dutch Medical Biography (1975). Bestuursvoorzitter van het Badhuis Culemborg.


Openstaande vragen / discussie