XI-46 Wessels, Stijntje

biografische aantekeningen

Abraham Walijen is kort voor 17-2-1690 overleden: zie daarvoor de akte bij zijn vader; zijn weduwe broer, zussen neven en nichten kopen dan enige landgoederen en gronden van hun Amsterdamse neefjes en nichtjes.

kind 5: Jan Walijen

Jan Walijen en Susanna Welsingh bezitten een kapitaal huis in de Warmoestraat, waarvan Susanna in haar testament bepaalt dat zoon Abraham het eerste recht van koop heeft tegen een waarde van fl 30.000:-:-; Ze kochten bovendien in april 1730 een buitenplaats aan de Amstel, "De Morgenstond" met beelden, tuinsieraden en landerijen, dat voor fl 20.000 naar zoon Jan kan gaan. En tenslotte ook nog een huis in de Leidestraat ter waarde van fl 12.000. En verder een graf in de Nieuwe Kerk, gemerkt F 38.

bronnen

zie voor hem en zijn voorouders de website Achterhoek Ancestors

Zie P. Beets: Stam-boek der Willingen (1767)

* 1661, 15-10: ORA Bredevoort [1661, fol. 38]: Erschenen Henderick Craenen die bekande voor sich ende sijnen erven deughdelicker ende oprechter schuldt schuldigh te zijn aen die Wedwe zal. Henderick Wahliens ende haeren Erven die summa van hondert ende vijff ende negentich Dllr. Hollandischer valuatie t’stuck as 30 str. gelaevende dieselve Jairlix ende alle Jahr op Maij te verpensionieren ad 4 dergelijcken dllr. Warvan het eerste Jahr verschienen sall op aenstaenden Maij 1662 ende deeses Fol. 38 v – tott der affloese toe, diewelcke eenen Ieden een vierdendeel Jahrs te vooren (vrij) staen sall te vercundigen, Stellende Comparant Henrick Craenen tott mee(rdere) assecuratie ende verseeckeronge der W(edwe) creditricen off haere Erven ten spec(ialen) onderpande den hem Comparant toegehor(ige) gere(chte) vierde part ende aendeel van den Hercka(mp) in den Kerspel Wenterswick voor het darp achter op den Schulten Ess in sijn verner bepalongh gelegen, om in cas van misbetaelinghe soo van Capitael als Jairlixen Interesse sampt costen ende schaeden sich daran te verhaelen, alles nae Landtrechte, Sonder argelist. In de marge : Aº 1664 den 25. Maij Erschenen Abraham Walien ende bekande naemens sijn Moeder Geertjen Strobant Weduwe Walien uijt oock haer gemelte weduwe geexhibeerden handt van dese summa ende capitael te dancke voldaen t’sijn Ergo Vacat Quod Testor T. Bronckhorst Landtschrijver

* 1663, 6-3: ORA Bredevoort [1663, fol. 12]: Erschenen Geert Rensinck Wilhelm ende Jan Hijnck als samptlijcke Broederen van Henrick Wochtman, alsmede desselven erven Wilhelm ende Abraham Waelien, oock gebroederen als mede Hendersken Beerninck suster van zal. Geesken huisvrou van gemelte zal. Henrick Wochtman als mede Jan Cocks Oom van zal. gemelte Geesken in qualiteit alle bloetmombaeren ende naeste vrienden der vier onmundigen kinderen Geert, Elsken, Trijntien ende Jan Wochtman bij zal. Hendrick Wochtman ende desselven gewesene huisvrou geprocreert, die gaven sampt ende sonders desen E. Gerichte ’t erkennen, wat gestalt, na rechten ende Landtrechten geene onmundigen ende pupillen indefensi ende onbeschermt te blijven ende dat die momberschap door veele (Fol. 12v) niet rech(t)lijck kan geadministreert worden so versochten sij dat den E. Gerichte believen moge eener der gemelten vrienden met namen Abraham Walien præ ceteris(?) et Lubbert Schoemaecker tot der gemelte vier kinderen momberschap na Landtrechte ’t admitteren - ende door mildtrichterlijck Ampt - daer toe sampt ende tot confectie van inventaris ende ingevolge van dien anweerdinge van administratie, prac.ijs solemnitus bij decreet daer toe te constringeren als sulckx na rechte ende Landtrechten is behoorende. Decretum E. Gerichte accordeert het versoeck van bovengemelte persoonen als vrienden van zal. Henrick Wochtman ende ordonneert dienthalven Lubbert Schoemaecker ende Abraham Walien die versochte momberschap an te nemen ende an vaerden, mits dat denselven behoorlijcks inventaris sal ende moet overgelevert worden. Hier op erschenen die gestelde ende versochte mombaren der onmundigen ende pupillen van zal. Wochtman ende hebben die selvige momberschap stipulato onder verbant haerer goederen angenoomen.

1663, 22-5: ORA Bredevoort [1663, fol. 21v] Erschenen die gerichtelijcke gestelde Mombaeren Lubbert Schoemaecker ende Abraham Waelien van wegens die onmundige ende naegelatene kinderen van zal. Henrick Woch(t)man, die bekanden in qualiteit als booven ende volgens koopbrief van den zal. verkooper Henrick Woch(t)man sijn vrou ende erven in eenen steden vasten ende onwederroeplijcken erfkoop, eeuwich ende erflijck geduirende, overgelaeten ende verkoft ’t hebben an Derck Schoemaecker Henrick Rump ende desselven respective huisvrouwen ende erven, voor een welbetaelde summa geldes een seecker stuck lants die Reest genoemt met d’eene sijde lanchs Hijnck landt, met d’ander an die wech nae Bredevoort schietende, met d’een einde an die witte stege, met de anderen an Bessinck lant gelegen, in aller gestalt ’t selve van Jr. Eerde an verkooperen is verkoft, voor vrij ende allodiael, oude ende nieuwe gerechticheit, nergens mede beswaert als gemene Heren ende lants lasten, deses in maeten voorschreven gecedeert ende uijtgegaen, daer op met hant ende monde vertegen, beloovende verkooperen den koop te sullen staen wachten ende waeren stellende Comparant in qualiteit als booven daer voor ten onderpande in cas van evictie als mede van tegenwoordigen prætensie die welcke sijn ofte ankoomen mochte der onmundige kinderen landt met alle haere gerede ende ongerede goederen, hebbende ende toekoomende, ende in specie die Reeckmans kamp soo van Sickinck is afgekoft worden, met noch een stuck lants in den Mister Esch omtrent een halff molder gesaei als mede een vierde part van die Wochter mathe soo van Jr. Eerde is afgekoft, om in val noots sich daer an kost ende schaedeloos te verhaelen, alles sonder bedroch ende argelist. In de marge : NB dese gestelde mombaeren sijn gerichtelijck ………… ende angenoomen den 6. Martij deses Jaers ende in desen protocolle ervindelijck.

* 1686, 7-1: ORA Bredevoort [795, 428-49v]: Jan Sijbinck en Jenneken Dulmers ehel., in Meddehoe woonachtig, bekenden krachtens gerechtelicke bekentenisse van 2-12-1681 aen Abraham Walien, Stijntien Wessels ehel., als cessionarien van seeckere obligatie, voor desen den 30-4-1675 aen capitain Evert Lodewick van Dunnewoldt bij comparanten gepochseert ende gegeven, mitsgaders van afgekofte en gereeckende waeren, te samen schuldich te wesen 50 rijxdall., belovende jaerlix te verpensioneeren tegens 6 per cent, onder verbandt als daerbij geëxpressiert, boven welcke summa sij comparanten bekennen alnoch van wegens verlopene interesse, verschootene penningen en geleverde waeren, aen Abraham Walien en huisvr. noch schuldig te zijn een summa van 30 rijxdlr., ende alsoo in 't geheel een summa van 200 caroli gl., belovende deselve jaerlix te verrenten met 6 ten hondert, stellende tot onderpand alle gereede en ongereede goederen, gesaeij ende mestrecht etc.etc.

* 1686, 20-6: ORA Bredevoort [799, 148-279v]: Erschenen Hendrik ter Stegge uijt Meddehoe, de rato caveerende voor sijn huijsvrouwe, ende bekande oprechter ende deughdelijcker schult schuldigh te zijn aen Abraham Walien de somma van 25 gulden 11 stuivers van afgehaelde waeren, gelaevende comparant de selve tegens aenstaenden Martini te betaelen, onder verbandt van persoon ende goedereb, in specie een stucke landts onder Poelhuijs gelegen om sich in cas van misbetaling soo voor capitael als interesse cost ende schaedeloos te kunnen ende moogen verhaelen.

* 1687, 10-3: ORA Bredevoort [803, 149-30]: Erschenen Joan Stam als stadholder van de Borkuloesche leencamer, gevende te kennen hoe dat het erve ende goet Bruggink, gelegen in de buurschap Meddehoo, met allen sijnen toebehoor voir mehr als onverdenckelijke jaershonderten sij leenpligtig geweest aan den Huise Borculo, uijtwijsende de leenregisters in de archieven aldaer, waaruit blijkt dat de leenheer op saturdag post trinitat (=na pinksteren) met de eene halfscheit heeft beleent Goddefr. Crevelienck(?) ende met die andere halfscheit Henr.van Baer, ende op den 20-5-1636 met die voorschr. laeste halfscheit Henrick Walien, broeder ende erfgenaem van Henr.van Baer voorschr. Ende off nu well dit leengoedt naer leenrechte niet heeft moogen worden verdeilt buiten consent der leenheeren, soo is het selve echter niet alleen geschiet, maer die besitteren hebben het selve ook van naem verandert, ende geheeten Hijnck gelijck ter justificatie sall worden aengetoont. Omdat de tegenwoordige detenteur (=bewaarder van een zaak) tot minnelijke compositie (=schikking) niet bereid is, versoekt comparant inleidinge in het voorschr. halve goedt Brugginck, nu Hijnck genaemt, ende die weete (=kennisgeving) daarvan te doen aan Abraham ende Willem Walien, Jan Willink ende die erfgenamen van Jan Walien. Het gerichte accordeert de versochte weete van inleidinge.

[Kortom Hendrik Walien sr. is in 1636 beleend met de halfscheid van het goed Bruggink. Nu, in 1687 heet dat goed Hijnck, en verzoeken de rechthebbenden op de tienden van dit land registratie en kennisgeving van hun rechten aan de erfgenamen van Hendrik Walien, te weten: Abraham Walien, Willem Walien, Jan Willink en de nazaten van Jan Walien. In de volgende akte wordt dat ontkend]

* 1689, 7-3: ORA Bredevoort [invnr 430, fol. 7]: Erschenen Christina Wessels, weduwe van wijlen Tonnis Wolters g’assisteerd met Do. Weddinck als haren hijr toe ercooren en toegelaten Momboir, die bekande voor eenen welbetaelde en te dancken ontvangene somma geldes aen Abraham Waliens, desselfs huisvrou en erven gecedeert, transporteert en opgedragen te hebben, geliik Comparantinne doet craght deseshaar eigene toebehoorende stucken landes op den Oldenhuijs, tuschen den Kremers kamp en ’t lant soo Jan Gijsbers en Geert Ackermans toebehoort te weeten, de rechte halfscheit van ’t geheele stucke waervan Compt:ne de halfscheit een vierde part Jan Gijsbers en een vierde part Gerrit Ackermans is toebehoorende, met sijne (fol 7v) oude en niuwe en nieuwe Gerechtigheit, voor allodiaal commervrij, nergens mede beswaert als ordinairsse Heerenlasten, en heeft deesen dan alsoo gecedeert, transporteert en opgedragen, daerop met hant halm ende monde versteegen ’t selve te wachten en te waren onder verbant van persoon ende goederen, aanbelovende s.a.

Erschenen Christina Wessels, weduwe van wijlen Tonnis Wolters g’assisteerd met Do. Weddinck als haren hijr toe gecooren en toegelaten Momboir, en bekande deughdeliick en wetteliick ontvangen en opgenomen te hebben van Abraham Walien de somma van hondert Car guld: gelavende deselve jaerlix teegens vijff ten hondert te verpensioneren, alles ten affloose toe soo den een de aenderen een vierdeel jaers te vercondigen wort voorbehouden, en sal t eerste jaer op de 8 maert 1690 verscheenen zijn, als wanneer Compitne: met onverdeelde saa: ’t capitael kan afleggen, verbindende voor Capitael als interest haer persoon en goederen in specie hare behuijsinge hijr in Wenterswijck notoirliick geleegen om sig in cas van misbetalinge met reële en parate executie cost en schadeloos daer an te verhalen. (in margine: Jovis den 24 October 1726 (…) erschenen Hendrik Waliën Abrahams en bekende van dese nevenstaende obligatie ad hondert Car Glds met den interesse van dien voldaen en betaelt te sijn, versoekende derhalven dat dese hier en op ’t register moge worden gerojeert en doorgeslagen)

* 1690, 8-7: ORA Bredevoort [volunt protoc 430, fol.116]: Gerrit Aretsen en Gijsbert Grevink, mombaren over de vijf nagelaten onmondige kinderen van wijlen Theodorus Schoenmaecker, verkopen de weidegrond de halve Annenmathe, bij het ziekenhuis van Winterswijk tussen de heidegronden van Weddinck en Laerbergh, aan Christina Wessels, weduwe van wijlen Abraham Walien en dessen erven.

* 1690, 24-9: ORA Bredevoort [volunt protoc 430, fol. 138]: Arnoldus Coenen en zijn huisvrouw Bitterken ten Boght zijn fl 134 gulden schuldig aan Stientien Wessels weduwe van Abraham Walien en dessen erven

* 1691, 22-5: ORA Bredevoort [volunt protoc 431, fol. 32]: Arnoldus Coenen en Bitterken ter Boght, echtelieden, hebben vijftig gulden geleend van " Stijntjen Wessels, wedwe van wijlen Abraham Walien", met als onderpand de helft van de Dobbencamp in Winterswijk, buurtschap Dorpbuur, tegen 6% rente. Er is ook al een lening van fl 134,- op 24-9-1690 bij de weduwe Walien afgesloten.

* 1692, 23-3: ORA Bredevoort [volunt protoc 431, fol. 70]: Erschenen Albert Grevinck, Mechtelt Crabbenborch, eheluijden: ze bekennen 100 daler schuldig te zijn aan "Stientjen Wessels ende derselver kinderen bij haeren zaligen man Abraham Walien ehelick geprocreërt" als restant van een obligatie van 500 gulden en gekochte winkelwaren, met als onderpand twee hoven binnen en buiten Bredevoort, plus de waardevermeerdering (melioratie) van hun goederen, waarvan de inventaris berust onder Abraham Haefkens en consorten.

* 1692, 9-4: ORA Bredevoort [volunt protoc 431, fol. 70v]: Jan Evers de oude, mede voor zijn vrouw optredend, verklaart van Stientjen Wessels, weduwe Abraham Walien honderd gulden te hebben geleend tegen vijf procent rente.

* 1695, 17-4: ORA Bredevoort [839, invnr 432, fol?]: Hendrik Walien Abrahams heeft tot paritie van 's Wel Edelen Hooves apundement van 16 deses loco gestelt sijn persoon en goederen en in specie soodaene goederen als op hem bij sijn vaederlicke versterf nae reghte gedevolgeert zijn, waaronder o.a. sijn aandeel aan 't Hoenesch en aan 't erve Hijinck. Voorts stelt Stientjen Wessels, weduwe van wijlen Abraham Wahlien, geassisteert met dr.Evers als haer erkorene momber, sig als borge voor haeren soon Hendrick Walien Abrahams onder verbant van haer persoon en goederen en in specie o.a. haer erve Hoenesch en haer aendeel ant Hijinck in Meddehoe.

* z.j. (tussen 1695 en 1705): Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers: archief 092 Collectie Vermeij te Winterswijk, invnr 10: Acte van verkoop door Johan Borchard van Coeverden tot Rhade & Rhaen en Judith Margaretha van Rhemen, echtelieden, aan Stijntje Wessels, wed. Abraham Walien, en aan Jan Eppenhof en erfgenamen, van het goed Harmelinck en de helft van het perceel de Ubbinckmate in de buurschap Miste, kerspel Winterswijk, onder nader vermelde voorwaarden; afschrift[?], z.j.. 1 stu. NB: Gemerkt C. Incompleet, het slot ontbreekt. De vermelde schuldeiser betreft Anthony Swaen, commandeur van Bredevoort. De verkopers bevrijdden het goed op 21 maart 1696 van de leenplicht, zoals bedongen in deze akte [akte niet ingezien]

kind 4: Maria Walijen

Zij heeft een testament, opgemaakt te Zwolle, dd 2-10-1698

kind 5: Jan Walijen

* 1711, 17-12: Stadsarchief Amsterdam DTB ondertrouw [708-200]: Jan Walijen van Wenterswijck, coopman, 37 Jare, in de Warmoestraat, ouders doot, geassist met Tobias van den Wijngaert, met Susanna Welsingh, van Am:, oud 25 Jaren, woont alsvoren, geassist met haar vader Jan Welsingh Isaacszoon.

* 1726, 5-1: Stadsarchief Amsterdam DTB begraven Nwe Kerk [1058-36]: graf F 83: begraven een kind van Jan Walijen in de Warmoestraat, fl 4:-:-

* 1737, 24-6: Stadsarchief Amsterdam, Weeskamer begraafboek Nieuwe Kerk: Jan Walijen, in de Warmoestraat, 24 dito, 2 <onmondige kinderen>. Den 6 december 1637 heeft Abraham Walijen Jansz in de naam van Susanna Welsingh vertoont t testament van den overledene benevens haar gepasseert voor de notaris Joannes Backer en getuigen op den 12 ocktober 1712 waarbij de weeskamer is gesecludeerd.

* 1748, 27-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Matthijs Maten de jonge akte 62091: testament van Susanna Welsingh, weduwe Jan Walijen, zwakkelijk van lichaam, wonende in de Warmoestraat.

* 1748, 15-10: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Nieuwe Kerk [1058-141v]: graf F 38, begraven Jan Walijen, fl 8:-:-; voor 't licht fl 2:10:-.

* 1748, 10-10: Stadsarchief Amsterdam, Collaterale successie [arch. 5046, invnr 29, fol. 828]: 20e penning. Nagelaten bij Jan Walijen, obiit 10 Octob 1748. 1. Actien in de bank van Engteland twv 15.631:14:-; 2. Annuiteiten t.w.v. fl 9969:18:-; 4000 pond ten laste van den Saxischen steun, dato Paasch-mis 1643 t.w.v. fl 6400:-:-; 10 obligatiën Den haag t.w.v. fl 10.000:-:-; 10 obligatien Amsterdam t.w.v. fl 10.000:-:-; 1 prijs obligatie t.w.v. 10.000:-:- - totaal fl 62.001:12:-. wordende geërfd ab intestato door des overledens moeder, broer en zuster. De aangifte is geschied door Abraham Walijen Jansz.

* 1762, 2-4: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Nieuwe Kerk [1059-32]: graf F 38, begraven Susanna Welsingh, wed: Jan Walijen, fl 8:-:-; voor 't licht fl 2:10:-.

openstaande vragen / discussie