XI-23 Lasonder, Laurens

Laurens Lasonder


ouders: Leffert Lasonder en Grietje Cost


geboren: Enschede ts 1612 en 1618

gedoopt:

overleden: tussen okt. 1680 en 6-3-1682

begraven:


beroep: burgemeester (1663-1680)

woonplaats / adres: Enschede


relatie: trouwt voor dec 1649


Geertgen Menckmaeth


ouders: Herman Menkmaat en Aalke te Verwoolde


geboren: ca 1621

gedoopt:

overleden: na aug. 1680, voor 22-1-1683

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

  1. Gerrit Lasonder, geboren: ca 1644
    overleden: tussen 1716 en 1723
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede
    relatie (1): trouwt ca 1670
    Margaretha ten Tije, geboren: Enschede tussen 1643 en 1647
    overleden: tussen 1682 en 1702
    ouders: Engelbert ten Thije en Gesina Lambertinck
    relatie (2): trouwt Enschede 6-3-1702
    Elsje Fransen [van den Borge?], geboren: Embden tussen 1631 en 1633
    overleden: Enschede kort voor 23-6-1710
    ouders: Frans van den Borge en NN
    weduwe van Jan van Lochem (XI-9) en van Alexander Wing

  2. Pelgrom Lasonder, geboren: tussen 1635 en 1658
    overleden: tussen 1718 en 1725
    beroep: burgemeester (1687)
    woonplaats / adres: Enschede
    relatie: trouwt Enschede 4-5-1679
    Elsken Hilderink (Hinderich), geboren: Goor tussen 1650 en 1661
    overleden: Enschede tussen jan 1703 en sept 1715
    ouders: Jan Hildering/Hinderich en NN

  3. Hendrik Lasonder, geboren: tussen 1635 en 1658
    overleden: tussen 1718 en 1723
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede
    relatie: trouwt
    Aal Cost, geboren: Enschede tussen 1640 en 1660
    overleden: Enschede na 1717
    ouders: Jan Cost minor en Fenne Dolleboter

  4. Berend Lasonder, geboren: tussen 1635 en 1658
    overleden: voor aug. 1680

  5. Aalken Lasonder, geboren tussen 1635 en 1658
    overleden: na jan 1683
    relatie (1): trouwt Oldenzaal Stad 11-11-1677
    Pieter Andries Rintrup, geboren: Osnabrück tussen 1610 en 1650
    overleden: voor 1683
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    relatie (2): trouwt Oldenzaal Stad 31-1-1683
    Jacob Tinnegieter, geboren: Schüttorff tussen 1630 en 1663
    overleden:
    ouders:

  6. Herman Lasonder, geboren: tussen 1650 en 1656 (nee: na 1658)
    overleden: na 1688
    beroep:
    relatie:
    > hieruit minstens drie kinderen

  7. Fenneken Lasonder, geboren: na 1658
    overleden: na aug. 1702
    relatie: trouwt voor aug 1702
    Gerhard Bekker, geboren: tussen 1650 en 1680
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

  8. Catharina Lasonder, ca 1660-na 1727, X 1685 Herman Stroink, VOLGT X-12

biografische aantekeningen


Laurens Lasonder verkoopt in de jaren '40 aan diverse mensen partijen rogge. In de jaren vijftig komen daar ook partijen haver en boekweit bij. In 1651 is zelfs sprake van 'geborgd maegenaes' - oftewel een op krediet verstrekte maaltijd

Ik kom Laurens in de gerechtsaktes van Enschede tegen als burgemeester tussen 1663 en 1680


bronnen


lit: Zorn Twentebestand: http://www.twentebestand.nl/gezinsblad.php?NR=538

* 1641, 18-5: ORA Enschede LG.036.216: Laurens Lasunder volgens geschiene aenpendinge doet opbadinge ende aeneigenonge op die panden van Egbert ten Lutticken Morsch voor fl 23,- geleend geld.

* 1643, 4-7: ORA Enschede LG.037.126v: Laevrens te Laesunder doet na geschiene aenpendinge opbaedinge ende aeneijcheninge aan Gerrit Nijhoff sijn panden voor d'somma van ongeveer 14 gld uijt sake van verkoft rogge.

* 1643, 18-9: ORA Enschede SG.023.166: Laurens Lasunder spreckt Henrich Besselinck voor schuld tot rekening. Verzocht 14 dagen. (2-10: verzocht verwin)

* 1643, 21-11: ORA Enschede LG.037.199v: Lauwerens Lasunder versoeckt opbaedinge en aeneichenonge op de panden van Jan Geerdinck

* 1644, 9-1: ORA Enschede LG.037.219v: Laevrens toe Laesunder die nae geschiene aenpendinge opbaedinge ende aeneijcheninge aan Luijcken Schulten sijn panden voor vijff schepel rogge

* 1644, 3-9: ORA Enschede LG.037.303: Laevrens toe Laesunder die nae geschiene aenpendinge opbaedinge ende aeneijcheninge aan Egbert ten Masch sijn panden voor de somme van 14 daler heerkommende van verkochte rogge

* 1644, 23-9: ORA Enschede SG.023.242: Laurens Lasunder spreckt aen praevia citatione Geert Robers voor vierdehalve gulden hercomende van gekofte rogge (7-10: opbadinge; 14-11: aneichonge; 2-12: buitet op een houten teller)

* 1644, 9-10: ORA Enschede LG.037.315: Laevrens te Laesunder versocht na geschiene pandinge opbaedinge ende aeneijgeninge aen Jan Geerdinck sijn pande voor 5 schepel rogge.

* 1644, 14-10: ORA Enschede SG.023.249: Erschenen Laurens Lasunder en spreckt aen Henrich Beselinck voor sesz scheppel rogge - 14 daege

* 1644, 10-12: ORA Enschede LG.037.335: Lauwrens te Laesunder spreeckt aen praevia citatione Jan Lansinck voor d'somme van fl 10:10:- van geborgde rogge. (17-12: verwin)

* 1646, 2-11: ORA Enschede SG.024.089: Lauwrens Laesunder bespreekt Hermen ten Orthuijs voor fl 4,- wegens geborgde rogge.

* 1646, 23-11: ORA Enschede SG.024.098: Jan Pijlas zegt, hoewel niemand gehouden is om een jaar huur vooruit te betalen, in dit geval bij de aanvang is bedongen dat steeds een jaar vooruit betaald wordt, zoals hij (Berend Robers) ook al twee keer, en zijn mede-huurder Laurens Lasonder al drie keer heeft gedaan, volgens een akkoord dat Lasonder heeft overgelegd. Het betreft huur van landerijen.

* 1647, 18-1: ORA Enschede SG.024.108: Lauwrens Laersunder bespreekt Hendr: Helminck en Mr. Gerrit Bussemaecker voor schuld ad computum.

* 1647, 25-1: ORA Enschede SG.024.111: Lauwrens Laersunder bespreckt Arent Stroijnck voor schuld tot rekening. 14 dagen. Contumax.

* 1647, 1-3: ORA Enschede SG.024.124: Lauwrens Laersonder doet opbading aan de panden van Hendr: Helminck alias Usseler Cremer, luidt voorgaande procedure

* 1648, 17-1: ORA Enschede SG.024.204: Lauwrens Laersonder bespreekt Hermen ten Oorthuijs voor betaling van een schepel rogge. (24-1: het verwin)

* 1648, 7-2: ORA Enschede SG.024.207: Jan ten Schilt-kamp per filium bespreekt Lauwrens Laersunder van Weerselo voor schuld ad salvum computum

* 1648, 5-9: ORA Enschede LG.038.072: Lauwrens Laersonder doet opbading aan Hendr: Geerdinck sijn panden voor fl 6:16:- wegens geborgde rogge.

* 1648, 27-9: ORA Enschede LG.038.086: Lauwrens Laersonder doet opbadingen aneich aan Henr ten Hoope zijn panden voor 13 daler min vijf stuivers met beklaagde en desselfs huisvrouw berekend, voor geborgde rogge, intrest en kosten.

* 1648, 23-10: ORA Enschede SG.024.287: Lauwrens Laersonder bespreekt Luijckas ten Hondtvelt voor 48 stuivers geborgde rogge.

* 1648, 27-11: ORA Enschede LG.038.118: Lauwrens Laersonder doet opbaeding en aeneigonge aan Wolterinck toe Drijne voor 22 daler wegens geborgde rogge.

* 1648, 14-11: ORA Enschede SG.024.302: Lauwrens Laersonder bespreekt Geert Roberts voor fl 8:11:- geborgde rogge. 14 dagen.

* 1648, 20-11: ORA Enschede SG.024.304: Lauwrens Laersonder bespreekt Hendr Becker voor fl 8:2:- voor geborgde rogge die Becker aangenomen heeft te betalen voor Jan Lansinck. 14 dagen respijt

* 1648, 27-11: ORA Enschede SG.024.308: Lauwrens Laersonder doet het verwin op Geert Robers zijn panden (8-1-1649: opbading aan Geert Robers panden). Idem bespreeckt Arent Stroijnck voor schuld tot rekening.

* 1648, 4-12: ORA Enschede SG.024.309: Lauwrens Laersonder doet het verwin op Arent Stroijnck zijn panden, doet mede het verwin op Hendr Becker zijn panden. (11-12: opbading aan Hendr Beckers panden)

* 1648, 13-12: ORA Enschede SG.001.173: Hendrick Derckinck en zijn vrouw Greetken leent een bedrag van 150 daler van de E. Leffert Laersonder en zijn vrouw Griete Cost tegen een jaar-pensioen van 8,5 daler, die op kerstmis of midwinter vervalt. Onderpand: hun huis, gelegen tussen de huizen van Hendrick Reecker en Hendrick Beckers Weggebacker. (in de marge: 5-10-1674: erschenen Lauwrens Laersunder de rato caverende voor de mede-erfgenamen, verklaart deze 150 daler teruggekregen te hebben, zodat de hypotheek en de aanspraak op het pand komt te vervallen)

* 1649, 5-3: ORA Enschede LG.038.193: Lauwrens Laersonder doet opbading en aaneignonge aan de panden van 't Joosinck voor 38 daler geleend geld, met rente en kosten.

* 1649, 3-6: ORA Enschede SG.024.360: Lauwrens Laersonder bespreekt Jan Wolterinck voor betaling van 1 mud rogge.

* 1649, 4-9: ORA Enschede LG.038.267: Jan Wolterinck bespreekt Cuijper Jan voor betaling van een mud rogge, voor Wolterinck aan Lauwrens Laersonder afgesproken, plus 9 stuivers. Contumax.

* 1649, 18-9: ORA Enschede LG.038.282: Luijcken ter Brugge per Lauwrens Laersonder bespreekt Geeert Egbertinck voor 21 daler per reste van meerder, uit zake van een verkocht paard. Lauwrens Laersonder doet opbading aan de panden van Herman Wolterinckhoff voor fl 6:8:- geborgde rogge.

* 1649, 25-9: ORA Enschede LG.038.291: Lauwrens Laersonder doet opbading en aaneichonge aan de panden van Arent Steinfurt voor fl 58,-, procederende van geborgde rogge.

* 1649, 3-10: ORA Enschede LG.038.303: Lauwrens Laersonder doet opbading aan de panden van Faenicker voor fl 23,- geborgde rogge.

* 1649, 9-10: ORA Enschede LG.038.307: Lauwrens Laersonder doet opbading aan de panden vanHendrick ten Wittbreuckt voor vijf schepel roggen. Iden wordt geëigend aan Jan Fanickers panden, luidt voorgaande procedure. Idem doet opbading aan de panden van Hendrick 't Joostinck voor 5 schepel rogge; doet gelijckfals opbading aan de panden van Lambert Govertinck voor zes schepel rogge. (16-10: geëigend aan de panden van 't Joostinck en van Lambert Govertinck; idem wordt uit naam van Luckas ten Verwoolde geëigend aan de panden van Winckel)

* 1649, 19-11: ORA Enschede SG.024.421: Luijckas Verwoolt per Lauwrens Laersonder wordt geëigend aan de panden van Joost Costers. Lauwrens Laersonder bespreekt Mechtelt Budde weduwe Laer voor fl 10,- geborgde rogge. Luijcas Verwoold per Lauwrens Laersonder verkocht een holten tellen afgepand van Herman ten Oosthuijs, ingezet op 4 penningen. blijft koper. losse.

* 1649, 26-11: ORA Enschede SG.024.427: Luijckas Verwoolt nomine Lauwrens Laersonder doet opbading aan de panden van Mechteld Budde, weduwe Laer.

* 1649, 27-11: ORA Enschede LG.038.362: Lauwes Laersonder doet opbading aan de panden van Berent Wissinck voor 23 1/2 gulden geborgde rogge. (4-12: geëigend)

* 1649, 11-12: ORA Enschede LG.009.336: In eodem Judicio erschenen Arent Steinfurts, de rato caverende voor Aele sijn echte huijsvrouw; ende bekende wel ende deuchdelick schuldich te weesen, den E. Lauwrens Laersonder, Geertken eheluijden, d’ summe van een en dertich daler, 3 stuijvers, procederende van geborgde rogge, weite ende garste bereeckende schult; hoedaene summe met eenen R.dlr. interesse comparant onfeilbaer belooft te betalen op aenstaende Meij, bij ontstentenisse van dien sullen gem. crediteuren het teegenwoordige roggen gewas, staende op sijn comparants stucke bouwlandts, soo gelegen tusschen ……….landt; in minderonge der voorss. summe voor tweelff gelijcke slechte daeler aentasten, meijen ende genieten: holdende voor d'meerder rest metten R.dlr. interesse tot eindtlijcke voldoeninge der voorss. meerderest in d’ bouwinge, gebruijck ende geniet het voorseide stucke landts: onder wijder verbant naer rechte.

<van de aktes tussen 1650 en 1660 heb ik slechts die overgenomen, waarin gegevens staan die mij voor de genealogie of voor de biografie belangrijk lijken>

* 1650, 13-5: ORA Enschede LG.009.357: Erschenen Arent Steinfurts, met Aele sijn echte huijsvrouw praesent, ende bekanden eendrachtelijck gefinieert, opgenoomen ende wel ontfangen te hebben den den eersaemen Lauwrens Laersonder, Geertken, eheluijden, d’ summe van eenhondert daeler ad dertich stuijvers t’ stuck, die sij eheluijden jaerlijcks op Meij belooven te verrenten ende wel te betaelen teegens ses gelijcke daeler ten hondert, d’ eerste pensioen verscheenen op Meij 1651. Stellende voor d’ gem. capitael summe met daerop te verloopen interesse ten onderpande haerer rentgeveren huijs, uijtdrift, voorts alle haere hooge ende leege landerijen nichts uijtgesondert, ende generalijcken alle haere bestial (in de marge 24-5-1656: Compareerde Lauwrens Laersonder, de rato caverende voor sijnl. huijsvrouwe, ende bekanden teegenstaende capitael, met daerop verloopenen interessen, ten geneugen voldaen te sijn ende ontfangen te hebben. Weshalven hij comparant het onderpant in deesen quiteerde ende leedich sprack.

* 1650, 5-11: ORA Enschede LG.038.592: Gerrit Nijhoff leent 30 daler van Gerrit Cost en Lauwrens Laersonder, waarvan zij 20 daler hebben verschoten aan de kapitein-luitenant in mindering van zijn pacht bij zijn goedheer, de rest, 10 daler, berekende schuld. Nijhoff belooft de 30 daler met pinksteren terug te betalen, zo niet, dan mogen Cost en Lasonder drie stukken rogge-geseij oogsten (saijen, mooijen en genieten).

* 1650, 5-11: ORA Enschede LG.009.375: Eigenaer persoonen erscheenen Egbert Smitt met Aele, sijn echte huijsvrouwe, ende bekanden gefinieert, opgenoomen ende wel ontfangen te hebben van d' E. Lauwrens Laersonder, Geertken, eheluijden, d’ summe van eenhondert vijffentwintich dlr. ad dertich stuijvers t’ stuck, daervoor sij comparanten bij deesen ten onderpande stelleden haer eijgendoemlijcke stucke bouwlandts, alhier gelegen op d’ Hoorne in d’ Eschmarcke, tusschen Colthoffs ende Luijcas ten Hondtvelts landt, welck stucke landt jaerlijcks ende totten tijdt der affloose pandtholderen voor den jaerlijckse interesse sullen bouwen, saijen ende genieten; verlaetende t’ selve in roggenstoppelen bij ontfanck der pandtpenningen, daerin hij hetselve bereits heeft aengetastet, voorts alle haere andere goederen, roerende ende onroerende, geene uijtgesondert. (Folio 376 in de marge: Anno 1658, den 14en Decembris. Jan Helminck, Jan ten Vaerde: assessoren. Compareerde d’ pandtholder, Lauwrens Laersonder, caverende voor sijn huijsvrouwe Geertken, ende bekande het capitael, hier tegenover genpt., ad 125 dlr., ten vollen ende goeden geneugen wedderomme ontfangen te hebben uijt handen van Garrit Becker; het voorn. onderpant daeromme verlaetende alsoo dat hij nu, noch t’ eenigen tijden, daerop eenige pretensie dienaengaende sal hebben ofte moogen maecken.)

* 1651, 17-6: ORA Enschede LG.009.409: In eodem Judicio erscheenen Albert Tegederinck, de rato caverende voor sijn huijsvrouwe ..., ende Garrit Tegederinck, gebroederen, ende bekanden eendrachtelijck tot betaelinge van haer comparanten aengekofte goedt genmpt. Stinfurt, gefinieert, opgenoomen ende wel ontvangen te hebben van den E. Lauwrens Laersonder, Geertken Menckmaeth, eheluijden, d’ summe van drijehondert ses en vijftich dlr. ende twintich stuijvers, ijder dlr. ad 30 stuiver t’ stuck, hoedane summe sij comparanten jaerlijcks op 20 Meij belooven te verrenten ende wel te betaelen teegens vijff ten hondert, het jaer pensioen verscheenen op Meij 22 1652: Stellende daervoor ten waeren hijpothecq haer rentgeveren evengen. aengekofte goedt Steinfurt, gelijck hetselve met allen sijnen annexen in d’ Eschmarcke ende deesen Gerichte is geleegen, om in cas van misbetaelinge wegen capitael ende interesse sich daeraen schaedeloos te bewaeren, voorts generalijcken aller haerer rentgeveren vordere goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, egeene uijgesondert. (in de marge Anno 1656, den 24en Junij. Herman van Hoevel Junior: Judex, Jan Helminck, Jan ten Vaerde: assessoren. Eigenaer persoon Lauwrens Laersonder, de rato caverende voor Geertken sijn echte huijsvrouwe, ende bekande teegenstaende capitael summe ad 356 dlr. met allen verloopenen interessenten vollen ende goeden geneugen wedderom ontfangen te hebben deswegen hij comparant het onderpant vrij, leedich ende los sprack, sonder dat hij nu meer eenige vorderinge behielt.)

* 1651, 1-12: ORA Enschede LG.009.428: Eigenaer persoon erscheenen Hendr. Vervelt, met Fenneken sijn echte huijsvrouwe praesent, ende bekanden gefinieert, opgenoomen ende wel ontfangen te hebben van den E. Lauwrens Laersonder, Geertken, eheluijden, d’ summe van eenhondert dlr., ad dertich stuijvers t’ stuck, die sij comparanten jaerlijcks op Martini belooven te verrenten teegens ses ten hondert, het eerste jaer pensioen verscheenen op Martini in anno 1652. Stellende voor capitael ende te verschijnen interesse ten onderpande haer eijgen toebehoorige huijs, daerinne sij teegenwoordich woonachtich, met daerbij liggende hoij ende weidegront, omme in cas van misbetaelinge sich daeraen schaedeloos te bewaeren. bij mij verschooten 18 stuijvers.

* 1652, 26-1: ORA Enschede SG.001.232: Erschenen Herman van Nijckercken met Hermken Steinfurts: zij lenen van het echtpaar Lauwrens Laersonden en Geertken Menckmaeth veertig daler als hypotheek op hun gaerden, geleden in Wolters gaaerdens, tussen de tuinen van Berent Rabbe en Engelbert ten Thije. in de marge: 3-10-1676 Laurens Laersonder verklaart dat de lening is afgelost

* 1653, 25-4: ORA Enschede SG.001.248: Christina Budde (met als mombaren de burgemeesters Joan Cost en Henr: Derckinck) en haar schoonzoon Hans Jacobsen en diens vrouw Mechtelt hebben voor haar onderhoud en om haar zoon Laurens Brouwer af te lossen fl 300,- geleend van Lauwrens Laersonder en Gertken, zijn vrouw, met als rente het gebruik van de gehele Botthaeves kamp, gelegen langs de Botthaeves steeg (nadat de roggensluijs die er nu op staat er door de eigenaar afgehaald is), onder hypotheek van deze Botthaeves kamp en al haar verdere goederen. in de marge: 4-12-1654 verklaart Lauwrens Laersunder dat deze 300,- is afgelost, plus fl 23:12 aan rente omdat hij het recht op maaien (mesrecht) niet heeft uitgeoefend.

* 1653, 26-4: ORA Enschede LG.009.481: Erscheenen in sittenden Gerichte die E. Christina Budde, geassisteert met haere in deesen gekoorne mombaeren, d’ E. Joan Cost ende Hendr. Derckinck, borgermrn., neffen haeren schoonsoone Hans Jacobssen, Mechtelt, eheluijden, ende bekanden aldaer voor ons openbaerlijck hoe dat sij, tot haerer onderholdinge ende nootdruft, hadden gefinieert ende in eener summe (482) opgenoomen van d’ E. Lauwrens Laersonder, Geertken eheluijden, d’ summe van drijehondert car. gld., vooral den welcken jaerlijcks daervan verschijnenden interesse d’ gem. wed., in qualite als booven cum suis, den renthefferen deeden in d’ gebruijck ende geeft 2 stuckskes bouwlandt liggen volgent malckanderen op haere rentgeveren Botthaeves = doogehaald den gehelen Botthaves kamp. Stellende daerbij den pandtholder voor d’ selve penn. ten waeren onderpande in specie haeren voorss. geheelen Botthaves kamp voor soo woole denselven in deesen Gerichte is gelegen. Voorts generalijcken alle haere vordere goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, verkreegen ende te verkrijgen, daeraen sich d’ gem. pandtholder t’ allen tijden sal kost endeschaedeloos bewaeren. Semper in forma meliori. Folio 481 in de marge Anno 1654, den 28en Februarij. Herman van Hovell: Judex, Jan Helminck, Jan ten Vaerde: assessoren. Compareerde Lauwrens Laersonder ende bekande deese teegen genoemde drijehondert gld. capitael, met noch .. gld.ter saecke van mesrecht ende interesse, overmits hem sijn pandtjaeren niet ijtgeholden, ten vollen betaelt te weesen doer handen van Berent Paeschen; het gem. onderpandt mitsdeesen quitende ende losspreeckende, sonder d'minste reserve.

* 1653, 7-6: ORA Enschede LG.009.487: Henr: Kleine Vervelt en Fenneken zijn vrouw, lenen van den E. Lauwrens Laersonder, Geertken Menckmaeth, eheluijde, de summe van tweehondert dlr., tot dertich stuijvers t’ stuck. Hoedaene summe comparanten jaerlijcks op Martini belooven te verrenten ende onfeilbaer te betaelen met twelff gelijcke dlr. vrijgelt. Daervan het eerste jaer pensioen sal weesen verscheenen op Martini eerst koomende. Stellende voor capitael ende te verschijnenen interesse ten waeren onderpande haerer rentgeveren eigendoemlijcke wooninge, bestaende in een huijs ende uijtdrift, met alle sijn hooge ende leege landerijen, geene van allen uijtbescheiden. Voorts generalijcken alle hare vordere goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, praesent ende toekoomende, omme in cas van onverhoopelijcke misbetaelinge d’ pandtholderen haer daeraen schaedeloos te bewaeren, breederen inholts des verseegelden brieves.

* 1658, 23-11: ORA Enschede SG.001.305: De welgeleerde Reinier Meijer van Espelo, de rechten doktor, mede uit naam van zijn zusters en broeders, heeft zijn huis en hof in Enschede verkocht aan Lauwrens Laersonder en Geertken Menckmaeth, zijn vrouw. Er is een jaarlijkse pacht van een mud rogge aan de kerk verplicht en de stadsarmen krijgen een uitkering van 70 daler plus twee jaar rente; het huis ligt tussen de huizen van wijlen Lucas ten Berenbroeck en David Schouwinck.

* 1663, 23-11: ORA Enschede SG.001.363: Lucas ten Hondtvelt en Metta Geerliches, zijn vrouw, hebben fl 286:8,- geleend van Lauwrens Laersonder en Geertken Menckmaet om daarmee hun criditeuren te betalen, waaronder de erfgenamen van wijlen Jan Evertsen tot Haerlem. Over fl 86:8,- zullen ze jaarlijks op St Jacob 5% rente betalen, over de andere fl 200,- bestaat de rente uit het vrij gebruik van hun grond op de Heurne, tussen het land van Egbert Smitt en Barthold ten Dam, waar haven en rogge stoppelen staan, maar 'roedt saet' gezaaid is, en de schuldeisers vanaf nu tot de afbetaling toe het mesrechte gebruiken mogen, onder hypotheek van het genoemde stuk land en hun overige goederen.

* 1660, 19-6: ORA Enschede LG.009.708: Erscheenen Geese Sweerinck, wed. wijln. Berent Swerinck, geassisteert met Barthold ten Dam, haeren hier toe versochten ende geadmitteerden mombaer. Ende bekande ten overstaen van haeren oldsten soone Hendr., gefinieert ende in goeden ganckbaerem gelde ontfangen te hebben van den eersaemen Lauwrens Laersonder, Geertken Menckmaeth, eheluijden, een summa van tweehondert dlr. ad dartich stuijvers t’ stuck, so sij tot voldoeninge van haeren crediteur, d’ Heere Richter tot Oldensael, Adolph van Rensen, wel wedderomme hadde angelecht. Hoedaene summa comparant mitsdeesen beloovet te verrenten ende wel te betaelen met elff gelijcke dlr. vrijgelt op Lechtmisse. Daervan op Lechtmisse eerstkoomende het eerste jaer pensien sal koomen te vervallen. Voor welck capitael ende te verschijnene pensiones rentgeversche, geassisteert ende ten overstaen als booven, mitsdeesen realiseert ende veronderpandet haere eigendoemlijcke vrije braecke, gelijck dieselve met alle haer olde ende nieuwe toebehoor, recht ende gerechticheit in Usseler marcke ende deesen Gerichte is gelegen, rontomme in het velt, ongeveer 3 mudde roggen gesei groot, d’ Sweerinck veltbraecke genpt. Voorts generalick alle haere vordere goederen, roerende ende onroerende, actien ende crediten, verkreegen ende te verkrijgen. Semper in forma meliori. (in de marge: 2-2-1676 Compareerde d’ E. Lauwrens Laersonder ende bekande d'tegenstaende tweehondert daelder ten goeder geneugen wel wederom ontfangen te hebben. Doende deswegen voor goede betaelinge bedanckende ende t’ onderpant verlaetende.)

* 1669, 6-9: ORA Enschede SG.027.385: Burgemeester Lauwrens Laersonder bespreekt Derck van Coesvelt voor 5 daler, zijnde twee jaren rente, door diens moeder aan hem geassigneerd.

* 1671, 13-2: ORA Enschede SG.027.521: Burgemeester Lauwrens Laersonder wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van Joan Rudolph Matthaei en Lucas ten Houdtveldt, luid voorgaande procedure.

* 1678, 7-1: ORA Enschede SG.028.362: Burgemeester Laersonder buitet op een klein pand, een doijt, afgepand van Willem Reeckers, volgens voorgaande procedure. Wordt op gelijke waarde ingezet.

* 1678, 12-3: ORA Enschede LG.042.251: De erfgenamen van zaliger Leffert Laersonder per Wageler doet aanpanding aan de panden van Horst Albert voor fl 18:15:- verlopen interest op een kapitaal van fl 50,-. (2-5: opbading)

* 1678, 9-4: ORA Enschede LG.005.013: Anno 1620 den 27 septembris Gerhardt vann der Marck, Richter. Johann Wijnnoltz en Geerlich van Wullen, Cornoten. Geert opt Grote Waageler unde Geese sijnn huisfr. met hem als haren mann ende mombaar, kanden, voor haar, unnde haren erffgenhaemen pender oprecht schult schuldich toe sijnn, haren landtheren Johan Nijlandt, Willemken Haelweges sijn huisfrouwe, unde oren baijden erffgenhaemen die zomma van een hondert, unde negenenvertich daellers ad- 30 stufers het stucke, heerkommende per affrekeninge met den voorss. Nijlandt op huden dato geholden, welcke 149 daellers sij belooffden toe verrentten, den tijdt van twee jarenn, waarfan op St. Marten toekommenden jaars 1621 het ijrste jaar rentte sall verschijnnen, jaarlix unde alle jaar, met vijftue gelijcke daellers ten hondert gerekent, sonder enigerhannde kortinge, op den goltgulden offte anders, ende indien die hoofftzumma met wijchgerinck der voorss. twee jaerennn niett mochten affgelostet wordenn, hefft Geert ende voorss. huisfrouwe beloofft, die voorss. hoofftzumma jaerlix met ses daeller ten hondert toe verrentenn, ter tijdt unnde so lange sij die hoofft zumma met alle achterstadige rentten, sollen afgelosset ende voldaen hebben, mitz datt hun luden geconsentiert is, ten allen tijden tsij met hondert, offte vijfftich daellers t effens met de rentte van dien na advenant des tijdes die aflossinge t'doenne, voor betaelunge der hoofftzumm ende rentte vandienn, hefft die voorss. Geert unde sijnn huisfrouwe Geser, ten onderpande gerichtelichen gestelt, ende stellen ten onderpannde mitz desen, haar landt ende goett genoembt, den Achter waageler so alhijr in desen In de marge Ad. 1678 den 9. April Joan Cost, Richter. Hender. Becker en Alb. Wageler, Assessoren. In eigener persoon erscheen d'heere Dr. Eduard van Diemen, ende bekande so voor hem selffs, als mede voor sijn ed. swager d'heere Gijsbert op den Noort, borgem. tot Zutphen, har voor s.l. compt mits desen de rato caveert ende sich starck maecket, uyt handen van Herman Borgers, Herman Hoetinck, Menckmaethe, Jan v. Coesfelt, Berthold ten Dam, Heidenrich Gervordinck, Egbert Hoetinck, d'erffgenamen wijlen borg. [Leffert] Laersonder ende Berent Balhaer ontfangen te hebben het tegenstaande capitael, met allen verlopenen interesse, costen ende alles, weshalven d'h. compt. desen qqa. voor vollenkomen betaelinge doet bedanken, het booven gen: onderpandt verlaeten, ende sijne bij athmaels procedure verkregen recht aen de voorn. betaelers cederen ende sodaene cessie van sijn verkregen recht tegens allen ende eenen iegelijcken naer lantrechte te willen staen, wachten ende waeren, onder verbant naer rechte.

* 1678, 29-4: ORA Enschede SG.028.396: Burgemeester Laersonder bespreekt Lucas Gerritsen Becker voor fl 80,- per reste van een schuld van 120 daler neffens alle interest, en van een kapitaal van fl 100,- wegens "sijn olderen saliger", waarover tot den jare 1677 is betaald. (3-6: opbadinge; 17-6: geëigend; 9-9: verkocht een oortje, zijnde een klein pand)

* 1678, 25-6: ORA Enschede LG.042.268: Borgemeister Laurens Laersonder buitet rechtmatig al het zomer en winter Colengewas van Engbert Nijhuis. Het wordt ingezet op 20 daler, blijft cooper losse

* 1678, 9-7: ORA Enschede LG.042.298: Jan Menckmaeth, als conjuncte persona van zijn zus Geese Menckmaeth die creditrice is van haar moeder teste protocollo des stadsgerechts, ziet ongaarne dat het land van zijn vader zaliger, genaamd de Weemhoffs Camp, hem uit de hand zou worden gebracht. Dat land is op 28-11-1676 door burgemeester Laurens Laersonder voor 445 daler aangekocht. Menckmaeth, vermits sijn eijgen onvermogentheijt, verzoekt zich geen erfgenaam te verklaren, "dat gemelde borgemeister Laersonder moege werden geciteert sijn penningen en het gemelte Land bij verweijgeringe van goedwillige ontfangh als hier sich deponeeren aen Comparant wederom te laeten vaeren, reserverende die Comparant andre Creditoeren si qui fuit altoos tegen betaelinge van die uitgelegte penningen en haer eijgen pretenstiendie redemptie om die melioratie soo daer enige mogte sijn te mogen trecken.

* 1678, 15-10: ORA Enschede LG.042.330: De erfgenamen van wijlen Leffert Laersonder per Becker spreekt aan Derck in de Rutbecke om betalinge te ... (24-10: verwin)

* 1678, 16-12: ORA Enschede SG.028.462: Burgemeester Laersonder doet na aanpanding nu opbading aan de panden van Hendrik Rotgers voor fl 10:1:- voor verschenen intrest en arbeidsloon.

* 1679, 7-1: ORA Enschede LG.042.373: Borgemr: Laersonder doet na aanpanding nu opbading aan Nijhuis' weduwe thoe Usseloe.

* 1679, 8-1: ORA Enschede LG.042.385: Borgemeijster Laurens Laersonder wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van de weduwe van wijlen Albert Nijhuis, ingevolge verkregen recht

* 1679, 20-1: ORA Enschede SG.028.466: Borgemijster Laurens Laersonder wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van Hend: de Muller.

* 1679, 3-2: ORA Enschede SG.028.472: Borgemeijster Laurens Laersonder soo voor hem selffs als meede de erfgena: van zijn Olderen zaele: verkocht ende uittellt alhier gerichtelijck alle beweeglijcke panden van bestiaelen, linnen, wullen, raekte en innige des huijses als mede in specie den brouketel neffens andere broureetschapen dependentien van dien, niets int kleine of grote van 't voornoemde exempt, Lucas Geertsen Becker rechtmatig afgepand, wordt door de Comparant ingezet op fl 148,- expensis salvis, is coper verbleven losse.

* 1679, 3-3: ORA Enschede SG.028.483: Lauwrens Laersonder als momber van Aeltjen Besselinck per Becker verkocht alhier 't kleine pand, zijnde een doijt, rechtmatig afgepand van Derck Besselinck, wordt op gelijke waarde ingezet.

* 1679, 13-5: ORA Enschede LG.042.436: Gerritt Laersonder, Borgeme: Laurens sijn sone, bespreekt Wolter Nijhuis voor 10 daler met daarop verlopen rente ad fl 5:13:- en nog lopende, verzoekende ineising en protest van kosten. Contumax.

* 1679, 19-5: ORA Enschede SG.028.510: Brmr: Lauwrens Laersonder per Dr. Wagelaer zegt hoe dat hem zuiver competere een summa van 200 dlr van de zaliger Hendr: Reeckers, voor welk kapitaal en daarop verlopen interesse de zaliger man in zijn leven in specie heeft verbonden zijn eigendomlijke huis, alhier in de Stadsstraat staande. 't Is waar dat de erfgen: comparant Laersonder 't gezeide kapitaal hebben gerichtelijk gedenuncieerd om 't zelve laatstleden mei te zullen ontvangen, 't is mede waar dat diezelve niet alleenig op den termijn niet hebben betaald, maar ook het onderpand preteselijk verkocht aan enen Jan Ottenhoff die het nu bezit. Daarom doet Laersonder na Atmaals recht aanpanding om de gemelde betaling te mogen hebben aan het verhypotheceerde huis en de andere binnen dit Wigbolt gelegen goederen, met het verzoek om deze eis aan Willem Reeckers en andere erfgenamen bekend te maken.

* 1679, 20-5: ORA Enschede LG.042.439: Gerrit Laersonder doet het verwin op de panden van Wolter Nijhuis (9-9: opbading)

* 1679, 7-7: ORA Enschede SG.028.540: Gerrit van Dam bespreekt de weduwe van zaliger Jan Menckmaeth om betaling te hebben van 8 daler en interesse, zo Comparants vrouwe zaliger de gedaagder dochter haar geleend, en deselve van burgemeester Laurens Laersonder, waer bij sij doemaels voor maegt gewoond, van haer verdiende loon ontvangen ende tot betalinge van alles tot Steinfurt geimployeerd. <? onbegrijpelijke akte>

* 1679, 8-9: ORA Enschede SG.028.548: Burgemeester Laersonder owrt op zijn verzoek geëigend aan de panden van wijlen Hendr: Reeckers, luid voorgaande procedure

* 1679, 9-9: ORA Enschede LG.042.463: Laurens Laersonder doet aanpanding op Beerninck thoe Drijne om betaling van 12 daler 15 stuivers: drie jaar verlopen interesse op een kapitaal van 90 daler.

* 1679, 15-9: ORA Enschede SG.028.553: Jan Ottenhoff, wiens huisvrouw en kinderen thuis krank liggen, waardoor hij niet kan vaceren om de kooppenningen te verzamelen om te voldoen aan Laurens Laersonders eis tegen de erfgenamen van zaliger Hendr: Reeckers, verzoekt edicten naar Athmaels recht uitstel van betaling voor de tijd van zes weken.

* 1679, 20-10: ORA Enschede SG.028.578: Dit naevolgende is geschied en geprotocolleerd in perpetuam rei memoriam. Dat wij ondergeschreven erfgenamen van wijlen Leffert Laersonder en Greete Cost, gewesene eheluiden, ten vollen ende ons geneugen hebben ontvangen van de weduwe, mumbaren ende erfgenamen van wijlen Danlei Paeschen eene alzulke somma van 96 daler eens met nog een somma van 60 daler neffens alle interessen en gerichtskosten tot huiden gelopen, makende te samen fl 300:18,-, hebbende daarbij gerestitueerd de obligatie bij haar zaliger man geschreven, en daarmee zijn alle eisen gecasseerd en geannuleerd. Enschede 20-10-1679, was getekend Lauwrens Laersonder, Lod:w Wagelaer

* 1679, 10-11: ORA Enschede SG.028.588: De erfgenamen Hendr: Reeckers betalen Laurens Lasonder fl 109,- die zij zelf ontvingen van Jan Ottenhoff, in mindering van het Capitaal en interesse, bverzoekende dat Laersonder zijn recht op de rest met het Edict stil mag houden. In margine: NB: 1680 den 19 Jan., heeft Brmr Laersonder nog ontvangen als tegenover 56 gld.

* 1680, 5-7: ORA Enschede SG.028.631: Laurens Laersunder bespreekt de weduwe van Hend: Becker om betalinge te hebben van fl 14,- ingevolge afgegeven obligatie. 14 dagen verzocht.

* 1680, 30-8: ORA Enschede SG.001.500: (maandschepen Gerrit Laersonder en Jan Keilewer) in eigenaer persoon erschenen Lauwrens Laersonder, liggende kranck toe bedde edoch zijnes verstandes ende memorie geheel wel machtig, ende Gertken Menckmaeth, zijn echte huisvrouwe, zijnde kranck, maar haar verstand en memorie geheel wel hebbende. Zij zegt de momberschap van haar man op en benoemd tot haar momber, met goedkeuring van het Gericht pastor eerwaarde Gerhardus Stockmannus. Nadat zij hun ziel aan God hebben toevertrouwd en hun lichaam aan de aarde, bepalen zij als hun testament het volgende: ze willen dat na hun beider overlijden hun zoon Gerrit hun huis, achterhuis en hoff zal hebben voor een bedrag van 800 daler, met een uitgank of tijns van een mud rogge per jaar, onder voorwaarde dat zijn ongetrouwde broers en zusters bij hem in het huis mogen verblijven of een voor- of achterkamer tot hun verblijf nemen, waarvoor Gerrit van diegenen die bij hem verblijven 'haer anpart van d'kooppenningen des huises vrij salt beholden'. Indien Gerrit overlijdt voor zijn ouders, dan zal hun zoon Hendrik het huis op dezelfde voorwaarde mogen hebben en genieten, 'maer soo eene der testatoeren is overleden sall Gerrit off sijne kinderen 't selve beholden'. Zij geven en legateren aan hun dochters Trijntjen en Fenneken al het tegenwoordige kleine garen en witte linnen. Verder geven de testateurs elkaar over en weer het vruchtgebruik van de nalatenschap. En tenslotte stellen zij als hun universele erfgenamen hun kinderen, genaamd Gerrit, Pelgrom, Hendrik, Aelken, Herman, Fenneken en Trintjen. Aldus hun testament. [pastor Gerhardus Stockmannus is getrouwd met Anneken Steinfurt. De pastor overlijdt voor medio 1682, zijn vrouw korte tijd later]

* 1680, 11-10: ORA Enschede SG.028.641: Burgemeester Laersonder buit rechtmatig op een doit, zijnde een klein pand, afgepand van Peter Grevinck, wordt op gelijke waarde ingezet.

* 1680, 12-10: ORA Enschede LG.042.588: Burgemeester Lauwrens Laersonder per dr. Wagelaer doetna gedane aanpanding opbading aan Wolter Nijhuis zijn panden en wordt op zijn verzoek geëigend. Idem per eundem doet opbading aan Jan ter Brugge zijn panden en wordt geëigend.

* 1680, 19-10: ORA Enschede LG.042.593: Burgemeester Lauwrens Laersonder per dr. Wagelaer doet aanpanding aan Roloff Stroijnck om betalinge te mogen hebben van fl 17:- voor arbeidsloon en verschoten rogge.

* 1682, 6-3: ORA Enschede SG.030.020: Carel Talba, per Miskendael, getrouwt an Hendrick Breukicks zaliger dochter Trijna zegt tegen die vanterende erfgenamen van Laersonder tot waerschouwinge heden van comparant geciteert ter voorkominge van alle inconvenienten of pleitinge dat hij geensint is het landt genaamd het Hoogsevelt eerstkomstige Jacobi antoetasten met ploegh of anders ende daarmede te doen als zijn eigen. Deze gevolglijk als bij oppositie onvermoedlijk daarover salvis quibiscum als met eis van onrecht gebruik tot nu toe rechtens contenderende, daarover ineischinge verzoekende cum expensis. (021) Gerrit Laersonder geassisteert met zijn oom Lod: Wagelaer suo et suorum nomine, staet en afwachtet van enen Carel Talba geciteerd handelinge zo tot nog hem concernerende alhier niet vernomen, bij faulte contendeert tot kost en schadeloze absolutie. Citant 't vorige ingediende inhererende en de intentie van dien, zullende en willende zo dato en tijd voorgemeld, zijn recht wercklijck en effective toe werke stellen onder jurisdictie waar het goed gelegen is, dienende dit tot waarschouwinge gelijk als voren onder expres bedinck van onnodige oppositie.. Ex adverso inhererende verzocht onder overmalige protestatie van kosten dat op dezes daags handelinge vermits geringheid van zaken, van de Magistraat spoedige justitie mag worden geadministreerd. Hiervan sall over 14 dagen gedecreteerd worden. [dat het hier om wijlen Laurens Lasonder gaat, blijkt uit de akte van 22-1-1683]

* 1682, 19-9: ORA Enschede LG.043.031: Hend: Laersonder per Wageler bespreekt praevia citatione Jan Hemmer tot Drijne voor betaling van fl 9:6:- voor arbeidsloon van zijn zaliger vader, verzoekende ineisinge.

* 1683, 22-1: ORA Enschede SG.030.101: Erschenen Pelgrum Laersonder als soon ende Erffgen: van wijlen Borgemr Laurense Lasonder Gertken quondam eheluiden bemerckende dat onlangs alhier op den 14 novembris 1681 bij Gerichtel distractie sij verkoft ende bij Berent Speken an zich getrokken het land op het Hoogesgevelt met alle ab en dependentien recht en gerechtigheden bij Henderick Brockinck zaliger en zijn huisvrouw Henderickien nagelaten in manieren 't selve bij genoemde Brockinck voormaels van een Jan Toetelinck angekofft sijnde an Comparants ouderen voor deesen gerichtelijck voorschreven geweest staatdaeromme salva suo et suorum jure met oopenen boorse om tselve in conformité Landr: pat 1 tit 7 par 3 wederomme toe redimeren ende in te lossen gelijck hij hetselve dan in effectu doet mits desenvoor een alsulken somma als de voornoemde Berent Speken (dewelke hiervan genoegzaam genotificeerd ende daarinne gecosenteert) an sich gekoft relatio ad acta idque cum omni damno et interesse a die mora daarbij geleeden. Ende heeft zich den gehelen kooppenninck nevens de kosten ende onraad gemonteerd ter summa van driehonderd sevenendertig gulden eenen stuiver daar van bij gemlt: Berent Speken wegens zijn verschot ende kosten ingetrokken een honderd twee en sestig guldens een stuver ende die rest ad een hundert en vieff en soventigh in usum portius ius habentis gedeponeert of geconsigneet in dezen Ed. Gerichte

* 1684, 16-6: ORA Enschede SG.030.277: De erfgenamen van wijlen burgemeester Laurense Lasonder doen, na voorgaande gerichtelijke wete van aanpandinge, opbadinge op de persoon en de panden van de weduwe van wijlen Jannes Cost, bij levenstijd gewezen Richter alhier, om daarvan te mogen verhalen betalinge van fl 65:8:- slave calculo, haar Comparante ter zake van arbeidsloon, aangemaakt en geleverd ijzerwerk, zo aan behuizinge als anders nog deugdelijk toekomende, allen 't luidt schuldboek, register annotatie bij haer Luide ten tijde van leverantie daer van aangetekend dewelke zee, des noot zijnde, altoos presenteren met solemnelen eed te willen bevestigen, makende daarbij eis van kosten en rente. Secretaris Cost (...) zegt van geen aanpandinge te weten, niettemin compareert op de gedane wete of citatie en verzoekt kopie en tijd van zes weken om daar op en tegens te doen naar rade. Idqe salvis.

* 1685, 2-11: ORA Enschede SG.030.421: Burgemeester Laersonder (= Gerrit?) doet ingevolge huiden 14 dage gedane aanspraak het verwin op Hilleken ten Bouhuis en haar panden.

* 1685, 16-11: ORA Enschede SG.030.426: Jan Laersonder als coniuncte persoon van sijn oom Laurens Laersonder bespreeckt praevia citatione geassist met Dr Wagelaer Jan Severijn omme betalinge te mogen hebben van fl 22:10:- protcedeerende van gaerdenhuer afkortende tgeene daerop bewijselijcke is betalt met versoock onder protest van costen ende interesse aneisghunge. Contumax.

* 1685, 16-11: ORA Enschede SG.030.427: Burgemeester Laersonder (= Gerrit?) doet na gedane wette van aanpandinge ingevolge zijn verkregen recht opbadunge an Hilleken ten Bouhuis panden met eis van costen.


kind 1: Gerrit Lasonder

* 1670, 12-9: ORA Enschede SG.027.462: Gerrit Laersonder man en monber van zijn huisvrouwe Griete ten Thije, nagelaten dochter van Engelbert ten Thije en Geesken Lambertinck. Engelbert is later getrouwd met Geesken ter Hoffsteede, maar heeft nooit erfuiting gedaan of de dochter haar moederlijk erfdeel bewezen. Laersonder eist nu een inventaris van de goederen en uitkering van het moederlijk en vaderlijk erfdeel.

* 1680, 22-3: ORA Enschede SG.001.480: Everwijn Palthen en Sandarina van Straelen, eheluiden, verkopen hun gaerden aan Gerrit Laersonder en Griete ten Thije, echteluiden

* 1681, 8-7: ORA Enschede SG.001.524: Berentken, weduwe van wijlen Sander ten Hundtvelt, verkoopt aan Gerrit Laersonder en Geesken zijn huisvrouw haar huis, gelegen tussen het huis van Hendrik Berentsen en de hof van Jonkheer Loon

* 1682, 29-5: ORA Enschede SG.001.548: Jacob Helminck verkoopt aan Gerrit Laersonder en Griete ten Thije, eheluiden, een jaarlijkse rente van 5 Rijksdalers, uit zijn halve huis en hof, gelegen tussen de huizen van wijlen Andries van Lochem en Jan Averbecke. Marginale aantekening: 23-10-1699 verklaart Gerrit Laurens Laarsonder dat Lucas Nieuwenhuijs de schuld heeft voldaan.

* 1685, 6-4: ORA Enschede SG.001.587: Jan Ottenhoff X Berentien verkopen iets aan burgemeester Gerrit Lasonder en zijn vrouw Geesken Peck.

* 1690, 13-10: ORA Enschede SG.031.531: Joan Laersonder zegt dat hij in november 1688 getrouwd is met zijn vrouw Anna ter Kuilen en dat zij om handelinge reden zijn verhuisd naar het Stift Munster, maar dat hij toen dringend geld nodig had en daarom zonder toestemming van zijn vrouw twee percelen hooi- of weide land gelegen in de Harstege of Westermaat voor een lage prijs (fl 200,-) verkocht heeft aan Gerrit Laurens Laersonder met een op april 1688 geantedateerde koopakte, met de bedoeling om alles desgewenst tegen dezelfde koopprijs terug te kunnen kopen, alleen staat dat niet in de akte. Gerrit Laersonder vraagt kopie en 4 weken.

* 1693, 3-7: ORA Enschede SG.032.284: Jan Laarsunder bespreekt zijn broer en zus Engelbert en Maria Laarsunder voor fl 81:16,- vanwege op 27 juni jl tren overstaan van hun mombers Gerhard en Gerhard Laurens Laersunder berekende schuld voor gehaalde waren en een nog ontbrekend stuk linnen, voorschot van heeren-middelen, huur, 50e penning en andere lasten, waarbij de comparant een groot belang heeft, omdat de kooppenningen van zijn verkochte huis door Herman ten Catte bis dato worden ingehouden, hij kan zijn crediteuren niet betalen en de rente op zijn leningen loopt dagelijks op.

* 1697, 21-6: ORA Enschede SG.032.0547: Jan Gerritsen Wessels spreekt de kinderen zelf en de mombaren aan over de kinderen van wijlen Lodewich Laarsunder namelijk Gerhard Laurens Laarsonder en Gerhard Jacobs Laarsonder voor ruim fl 43:3:- blijkens een rekening van 17-11-1687

* 1700, 3-9: ORA Enschede LG.045.081: Gerrit Lasunder en Gerrit Laurens Lasunder hebben in 1689 het momberschap over Greetjen Lasunder aanvaard. Haar broer Jan Laarsunder is bij maagscheiding schuldig gebleven aan zijn zus fl 112:8:- en voor een gekochte koe fl 12,- en voor inboedel fl 4:13. Op 5-9-1692 is met hem afgerekend, en toen is hij nog een bedragje van fl 6:15 schuldig gebleven. Jan Laarsonder en zijn vrouw hebben daarvoor op 2-10-1692 hypotheek gesteld.

* 1701, 21-1: ORA Enschede LG.010.459: In eijgenaer persoon eerschenen is Hermen Jansen wonende op het Elshoff met Elske Berents, van den Hulsiker Brink, sijn echte huisvrouwe idq tutore marito en deden ten erfflijken behove van Gerrit Laurens Laersonder onwederopelijke cessie en overdragt van haren eigendomelijken vrijen en allodialen gaerden, den Brinkgaerden geheten liggende met de ene sijde ter sijden copers met de andere sijde aan Segels plaggenvelt besijden Segels gaerden in de Eschmarke in desen gerichte ende sulx met all sijn tobehoir oude en nieuwe rechten en geregtigheden voor welken gaerden sij vercoperen den cooppenning tot den laetsten toe bekanden ontfangen te hebben, Deden daeromme van den voornoomden gaerden transport en vertigtenisse met hande en monde als recht was, haer en den harigen daer van mits desen ten enemael ontervende, den Aencoper en sijnen erven daer mede weder erfflijk beervende sonder dat sij transportanten het aldergeringste daer aen meerder behielden nog te verwagten hadden. Met belofte van desen erffcoop tegens allen ende enen ijederen alsoo te willen staen wagten en waren, onder verbant van hare personen en goderen en renuntiatje van d. exceptje van ongetelden gelden en van allen anderen desen enigsints ter contrarje. Breder bij den breeff. (in de marge Nootgr. Ao 1701 den 7. maert. judex Joan Cost. Assess. Jan Wicherink, Coort Reigers. Is persoonlijk eerschenen Gerrit Laurens Laersonder cedeerde en transporteerde desen gaerden aen Lucas Nijenhuis sonder ijeets daer aen te behouden verclarende deswegen ook ten vollen hem Nijenhuis voldaen en gecontenteert te sijn.)

* 1701, 31-1: ORA Enschede SG.033.254: Egbert Becker produceert eis en aanspraak tegen Burgemeester Gerhard Laarsonder en Gerhard Laurens Laarsonder.

* 1701, 2-5: ORA Enschede SG.033.287: Gerrit Laurens Laarsonder spreekt aan Lucas Nijhuijs voor fl 22:16 blijkens een schuldbekentenis van 7 maart jl. Lucas Nijhuijs is niet komen opdagen.

* 1701, 13-6: ORA Enschede SG.033.297: Gerhard Laurens Laarsonder heeft vertoond alle papieren wegens de mumbaarschap van Greetjen Laarsonder die bij hem berustten, en zijn door hem overhandigd aan procureur Geverdinck, te weten vijf geschriften, E incluis (d.w.z.: genummerd A t/m E), op welke papieren door de procureur in naam van Egbert Lucassen Becker nomine uxore over 14 dagen gereageerd zal worden

* 1701, 19-9: ORA Enschede SG.033.318: Burgemeester Gerhard Laarsunder en Gerhard Laurens Laarsunder vragen 14 dagen respijt tegen Egbert Lucassen Becker nomine uxoris

* 1701, 12-12: ORA Enschede SG.033.353: Jan Laarsonder heeft een claim van fl 30,- op wijlen Pelgrom Laarsonder (ook op 5-12 al aangepand) wegens winkelwaren en andere schuld. Omdat Gerhard Laurens Laarsonder en Johan: Wagelar als zoon van wijlen Albert Wageler door het gerecht tot momber zijn aangesteld van Pelgrom Laarsonder senior, die door de burgemeesters onmondig is verklaard, hun rekening hebben overgelegd en binnenkort het restant zullen overleggen, terwijl niemand zich als erfgenaam van Pelgrom heeft opgeworpen, zullen alle schuldenaren en creditoren bij kerckespraak bijeengeroepen worden en hun bewijs op tafel leggen, en dan zal besloten worden wat er moet gebeuren. De claim van Jan Laarsonder blijft zo lang onbehandeld.

* 1702, 27-3: ORA Enschede SG.033.377: de rekening van de gewezen mombaren van wijlen Pelgrum Laarsonder, te weten Gerhard Laurens Laarsonder en Jan Wagelar vanwege zijn vader Albert Wagelar sluit met een negatief saldo van fl 33:16:4. "Staat nog uijt als Gerh: Laarsonder en Jan Wagelar seggen gelijck sulx met Jan Jansen berekend onder Jan ten Velde wegens het huis fl 34, waarmede Gerhard Laarsonder en Wagelar als mombaren zich betaald kunnen maken en is alzo deze rekening gesloten.

* 1702, 3-7: ORA Enschede SG.033.402: Hendrick Laarsonder, met assist van Dr Wagelar, bespreekt zijn broeder Gerhard Laarsonder voor betaling van (1) en som van fl 95,- die comparant tegen een rente van 4% op 4-12-168? heeft geleend (dat zal hij onder ede niet durven ontkennen), (2) fl 40,- zo hij den 12-4-1690 wegens verlopen interesse die hij op dat moment heeft vastgelegd om bovenop de genoemde fl 95,- te betalen, kan ook onder ede niet ontkend worden, (3) fl 165,- die hij op 27-11-1681 bewijselijk moest betalen. Procureur Gerverdinck wegens Gerhard Laurens Laarsonder verzocht zes weken respijt en kopie.

* 1703, 22-12: ORA Enschede LG.010.529: In eijgenaer personen eerschenen sijn Berent Bussier met Wendele Beckers sijn echte huisvrouwe idq tutore marito, en becanden van Elsje Fransen huisvrouwe van Gerrit Laurens Laersonder gefinieert opgenomen en in goden gangbaren gelde ontfangen te hebben vijff hondert Caroli guldens, die sij tot haren proufijte wel wederom hadden geemploijeert, beloofden daeromme die voorsn. vijff hondert gls. jaerlijx ende alle jaer te verrenten met vier guldens ijeder hondert en sal het eerste jaer comen te verschijnen op den 22 december 1704 ende sulx tot de afflosse toe die door den Rentgever nae dat haer een jaer voor den verschijndag het capitael sij opgesegt sal mogen geschieden, ende bij aldien sij Rentheffersche het capitael wederom begeert en will intrecken sal deselve geholden sijn haer Rentgeveren het selve drie jaren van t. voren op te seggen en daer van aen haer kennisse te geven. Voor welke capitael ende daerop te verlopene renten sij mits desen realiseren ende verbinden haer eijgendomelijke twe stukjes land op den Botterik in den Endscheider Esch tusschen Jan Jansens en Rentgevers land en met beide einden aen den weg en dan een stuk hoijland in d. Elsten sijdwaerds Jan Stroijnks en d. weduwe van Arend Mulders Elsten, teindens aen het Heetveld en Jan Jansens Elste in de Eschmarke en desen gerichte alsoe mede gelegen ten einde de Rentheffersche en haren erven in val van misbetalingen sig daer aen kost en schadeloos mogen verhalen: Alles onder renuntiatje van d. exceptje van ongetelden gelde en allen anderen desen ter contrarje, en belofte van soo nodig ten allen tijden betere vestenisse t. sullen doon in forma ampliori. Breder bij den brieff.

in de marge Nootgerigte Anno 1710 den 23 junij. Rigter Joan Cost. Ass. Albert ten Vaerde, Willem ten Huntvelt. In eijgenaer persoon eerschenen is Frans Jansen als erffgenaem van sijn wijlen moije Elsje Fransen en geeft over an d. erffgenamen van wijlen Sander Wing dese hier van gemaekte brieff van dit tegenstaende capitael, welk capitael sijn wijlen moije van Sander Wing in tugt heeft beseten en gebruikt is geweest, weshalven hij verclaert daer an geen het minste regt daeran t. hebben nog t. behouden maer dat hetselve ten vollen is en blijfft an de erffgenamen Wings voorssn.

Nootger. Anno 1710 den 14 Julius Richter Joan Cost. Ass. Willem ten Huntvelt, Jan ten Nuit. In eijgenaer persoon eerschenen is Hermen Leverink voor hem selfs en Hendrina Huiskes sijnde met hem Leverink als haeren momboir geadsisteert, sijnde d. eerste namens sijn vrou en de 2e namens haeren man erffgenamen van wijlen Sander Wing en becanden dat haer in voorssn. qualiteit als hulderen en eijgenaeren van desen brieff en die daer in gementioneerde penningen het voorn. capitael door de weduwe Bussier wederom waren voldaen en betaelt waerom sij van het onderpand desisteerden en haer weduwe Bussier bestermaten en ten vollen quiteerden.

* 1712, 12-9: ORA Enschede SG.058.235: Ondervraging van drie personen t.b.v. Egbert Clopper, te weten: Gerhard Matthee Custers, Herman ten Huntvelt, de huisvrouw van Cuiper Albert senior en Gerrit Laur: Lasonder. De linker helft is onleesbaar, maar er lijkt te staan dat getuige nr 4 zegt dat hij 68 jaar is en niet verwant aan Clopper. Gerrit zegt zijn hele leven in Enschede gewoond te hebben. Hij verklaart dat de grond achter het huis van Herman Leferinck tot aan het huis van Egbert Clopper geen openbare weg is, maar privé eigendom. Of de eigenaar dan naar zijn eigen believen een poort mag plaatsen en die mag sluiten om volk van zijn weere te weren, kan hij niet bevestigen.


kind 2: Pelgrum Lasonder

* 1690, 5-9: ORA Enschede LG.010.154: In eijgenaer personen eerschenen sijn Hendrick d. Mulder met Hadewich Schouwink sijn echte huisvrouwe idque tutore marito en becanden gefinieert en opgenomen t. hebben van die E: Br. Pelgrom Laersonder Elske Hilderinck Ehelijden een sa: van hondert en vijftig Carl: gld: dewelke Comparanten becanden in goeden ganckbaeren gelde ontfangen t. hebben beloofde daer omme die voors.ne somme jaerlijx t. verrenten op den 19: 7br: tegens vijff procento en sal het eerste jaer rente comen t. vervallen op den geseiden 19: 7br: 1691: Voor welke capitaele sa: met daer op t. verlopene rechten Comparanten als desen realiseren en veronderpanden haere eijgendomelijcke twee stuckjes lant. in de marge Nootger: Ao 1715 den 17: 7br. Richter Joan Cost, Gerrit Tienckes, Berent Witbreuk assess. In eijgenaer persoon erschenen Br. Pelgrom Laersonder wedunaere wijlen Elske Hilderink en becande dese penningen uit handen van Hendrik Mulder wederom met den interesse van dien ontfangen te hebben waarom hij het onderpand los liet en ten vollen quiteerde en voor gode betalinge bedankte

* 1703, 17-1: ORA Enschede SG.002.093: Aeltjen, Hendrick en Bertina Besselinck verkopen een stukje grond aan burgemeester Pelgrum Laarsonder en Elsken Hilderinck, zijn vrouw.


kind 4 Berend Lasonder

Dit kind komt uitsluitend voor in het testament van zijn grootouders Menckmaeth uit 1658.


kind 5: Aelken Lasonder

* 1683, 26-2: ORA Enschede SG.030.116: Comp. Lod: Wagelaer als conjuncta persona en oom van Aelken Laersonder, wed. van wijlen Peter Rentrup, tegenwoordich huijsfrauwe van Jacop Tinnegeter tot Oldensael en bespreekt de ged: Hendr: Tichels en sijn panden om daarvan toe mogen hebben betaelinge eens ter summa van fl 38:12:- procederende van berekende rente met nog zes Car.gld: van arbeitsloon gelijckfals met ged: op den 16 Martij 1681 geliquideert en berekent, versoeckende onder protest van kosten aneigenonge et si non. Ged: versocht 14 dage.


kind 7 Fenneken Lasonder

* 1695, 7-10: ORA Enschede SG.001.542: marginale aantekening: Hendrik Jansen Becker, nomine uxoris Fenneken Derckinck als enige erfgenaam van burgemeester Hendrik Derkinck bekent de hoofdsom van 100 daler (waarover de nevenstaande akte dd 25-1-1682 gaat) met de interesse van dien wederom door een obligatie soo sijn wijlen voornoemde schoonvader voormaals an wijlen Burgemeester Laersunder en desselfs dochter Fenneken Laersunder, Gerhard Becker eheluiden toebehorende voldaan, waardoor de akte geroyeerd kan worden.


openstaande vragen / discussie


De hieronder genoemde Laurens Lasonder, die nauw verwant is aan Dr. Wagelaer, woont te Amsterdam. Ik zie dat in Amsterdam in 1672 een Laurens Lasonder, smid, een huis koopt en in 1686 verkoopt. En in januari 1686 wordt in Amsterdam een Laurens Lasonder begraven. Het lijkt me dat dat een neef moet zijn van de hier genoemde.

* 1682, 18-9: ORA Enschede SG.030.059: Lauwrens Laersonder per Dr: Wagelaer als conjuncta persona bespreekt praevia citatione Jan Severin om toe mogen betalinge van fl 25,- salvo calculo procederende van gaerdenshuir met eisch van costen. Ged: versocht 14 daege

* 1682, 2-10: ORA Enschede SG.030.065: Lauwrens Laersonder per Doctorem Wagelaer doet ingevolg gedane aansprake ’t verwin an Jan Severin zijn panden met eis van kosten. (30-10: Dr Wageler als conjucte persoone van Laurense Lasonder tot Amsterdam doet opbadinge an Jan Severijns panden; 6-11: Laurense Lasonder door Dr Wageler wordt geëigend aan de panden van Jan Severin)


kind 1: Ik tref een akte uit 1681 waarin Gerrits vrouw Geeske wordt genoemd, terwijl hij een jaar eerder én een jaar later getrouwd blijkt te zijn met Griete ten Thije. Er moet wel een vergissing in de akte staan. Nee: er is sprake van twee verschillende Gerrit Lasonders:

* 1693, 9-10: ORA Enschede SG.001.725: gecomp. burgemeester Gerhard Laersunder en Gerhard Laurentsz Laersunder als mombaren van de nagelaten kinderen van wijlen Lodewich Laersunder en Fenne ten Thije, en bekenden nu gezien te hebben dat Jan Laersunder zodanige posten of schulden als hem bij het maaggescheit van 25-11-1687 van haar ouderlijke schulden uit haar huis en hoff (soo van d'voorgen: Jan Laersunder is aangenomen) te voldoen zijn aangewezen heeft betaald off gecontenteerd. Zo is 't dat zij mits dezen in die beste forma rechtens van dat voorschr. huis en hof (zo als het met zijn nieuwe en oude toebehoren, recht en gerechtigheid gelegen is, aan de ene zijde aan 't huis van Engelbert Laersonder en de hoven van Jan en Willem ter Welle, aan de andere zijde aan Roleff Schuirincks huis en hof) deden met hande en monde cessie, overdracht en vertignisse zonder dat zij, mombaren, of die voorgenoemde nagelaten kinderen van wijlen Lodewig Laersunder en Fenne ten Thije het allerminste recht meer daaraan behielden noch te verwachten hadden, renuncierende te dien fine alle exceptien in rechte die haar in dezen ter contrarie enigsins mochte komen te releveren, en beloven het voorschr. huis als een vrij en allodiaal goed te staan wchten en waren, onder verband na rechte.

voorouders:

(hij ovl na juli 1667, voor 3-2-1668; zij na 14-feb 76)

* 19-1-1657: ORA Enschede SG.001.288: Leffert Laersonder en Griete Cost lenen geld uit. In de marge: op 18-10-1697 compareert Jan Janssen, die nomine uxoris de halfscheit van deze lening heeft geërvet van wijlen Levert Laarsonder, heeft dat overgedaan aan pastor Strick; de andere halfscheit was door Pelgrum Laarsonder als mede erfgenaam al eerder overgeleverd aan Gerrit Nijhoff die het op zijn beurt over deed aan pastor Strick, die daarom nu de lening libereert uit handen van Hendrick Paschen.

* 1662, 27-3: ORA Enschede SG.001.341: testament van Leffert Laersonder (ziek) en Griete Cost: zij bepalen dat hun zoon, onze mede-raadsvrind Lauwrens Laersonder een legaat krijgt van 100 rijksdalers, het eigendom van hun hagengaarden (gelegen tussen die van Hendrick Becker en Hendrik Reecker) plus de smitse en het smids-gereedschap. Hun dochter Anna, huisvrouw van Lod: Wagelaer, krijgt ook 100 rijksdalers plus het stuk bouwland dat ze voor haar gekocht hebben van Egbert Smitt. Tenslotte bepalen ze dat hun erfenis wordt opgesplitst in drie gelijke delen: één voor hun zoon Lauwrens Laersonder, één voor hun dochter Anna Laersonder en één voor de kinderen van hun overleden zoon, met namen Pelgrum en Truijde Laersonder [volgens de website https://www.genealogieonline.nl/genealogie-familie-van-buren/I4533.php heet dit derde kind Jacob Lasonder] [al op 17-2-1652 is Lod Wagelaer getrouwd met Anna Lasonder]

* 1678, 11-3: ORA Enschede SG.028.384: Ludovicus Wagelaer, erfgenaam van wijlen Levert Lasonder en Margareta Cost, quondam eheluiden, vertoont een obligatie ter waarde van fl 495,- tegen een rente van 5%, het eerste jaar te verschijnen op Michaeli 1666, en nog een obligatie van fl 150,- ook met een aanvang in 1666, beide eigenhandig ondertekend door Joost Caspar van Loon. Geëist wordt erkenning van de handtekening, betaling van de rente en de hoofdsom of betalingsbewijzen van rente. (NB: Ludovicus Wagelaer is dus kennelijk getrouwd met een mevrouw Lasonder en zo de zwager van Laurens Lasonder. Hij is bovendien de broer van Jutken/Judith Wagelaer XI-22, de vrouw van burgemeester Jurijan Stroijnck, XI-21). Op 29-4 (SG.028.397) legt Wagelaer beslag op tal van bezittingen van Van Loon.

* 1678, 9-4: ORA Enschede LG.005.013: blijkens de hierboven getranscribeerde akte zijn de erfgenamen van Leffert Lasonder met een handvol anderen ook erfgenaam van Geert opt Grote Waegeler en zijn vrouw Gese, die in 1620 een lening afsloten.

* 1678, 23-4: ORA Enschede LG.042.262: Pelgrum Laersonder als erfgenaam van wijlen burgemeester Laersonder bespreekt de weduwe van wijlen Egbert Anninck voor fl 120,- plus een jaar interest omdat haar man zich als borg en principaal schuldenaar voor Jan Bellers heeft opgeworpen (hierover verder 25-6-1678, LG.042.287)

* 1679, 14-1: ORA Enschede LG.042.386: de erfgenamen van zaliger Leffert Laersonder per Hendrick Becker doet aanpandinge aan Derck thoe Rutbecke en zijn panden, luid de aanspraak.

Jacob Lasonder Leffertsz heeft dus twee kinderen: Pelgrom en Truide. Het is voor mij nog geen uitgemaakte zaak dat deze vader echt Jacob heet. De twijfel ontstaat door het verschijnen van een Gerrit Jacopsen Laersonder in het Stadsgericht op 22-4-1672 (SG.027.604), terwijl Truide en Pelgrom echt maar met z'n tweeën zijn en beslist geen broer Gerrit hebben.

Jan Janssen is de man van Truide Lasonder Jacobsdr. (akte 12-8-1676)

Pelgrom Laersonder senior (ongetrouwd en kinderloos) maakt in december 1679 zijn testament: zijn moeder Imme Brouwers (dat moet dus de vrouw zijn van wijlen Jacob Lasonder) erft het vruchtgebruik, en zijn neef Jan Stroinck krijgt fl 300,- (SG.001.477) (blijkens akte van 13-1-1668 - SG.027.270 is Albert Stroijnck de stiefvader van Pelgrum Lasonder; in akte 22-4-1667 heeft het echtpaar Albert Stroijnck X Janneken Brouwer ijzer geleend van de weduwe van Joan Brouwer te Deventer; op 2-7-1646, SG.024.041 is het echtpaar Albert Stroijnck X Immeken en het paar Egbert Lucas X Geeszken de erfgenamen van Lambert Brouwer; op 11-5-1682 maken Albert Stroijnck en Immeken Brouwer een testament - zoon Lambert erft huis en hof. Zij nomineert tot haar erfgenamen haar kinderen Pelgrom, Truide, Albert, Lambert en de zoon van wijlen Jan: de laatste drie uit haar tweede huwelijk; Blijkens een testament van 29-8-1645 SG.001.119 van Lambert Brouwer X Stijne Kost, heeft Lambert twee dochters: Geesken en Immeken Brouwer, terwijl Stijne Kost een zoon heeft, namelijk Jacob Laesonder - blijkens een website is Jacob de zoon van Stijne Cost X Laurens Gerritsz Lasonder; zij hertrouwt tussen 1626 en 1628 met Lambert Brouwer)

* 1676, 13-11: ORA Enschede SG.028.226: Compareert Jan Janssen neffens zijn zwager Pelgrom Laersonder, en heeft gemelde Jan Janssen verzocht, omde dat alhier presente Pelgrom voornoemd met een zware ziekte bevallen en beladen is, zoals de Magistraat bekend is, zodat hij zijn zaken niet naar behoren kan administreren, terwijl tegenwoordig de scheiding en deling der goederen, nagelaten van zijn zaliger bestevader en b:moeder, voorhanden is. Daarom vraagt hij dat de rechtbank hem een voorstander of curator toevoegt die zijn zaken kan waarnemen. Zo is bij de Magistraat onze mede raads-vriend en desselfs neef Henrick Cost tot gemachtigde benoemd, en door Pelgrom aanvaard, en Laersonder belooft te accepteren wat Cost namens hem verricht. [NB: dit gaat over Pelgrom Jacobsz Lasonder!]

* 1681, 29-11: ORA Enschede LG.042.744: Pelgrom Laersonder nomine sororis bespreekt Leffert ten Vergert voor fl 12:13:- arbeidsloon

* 1685, 23-11: ORA Enschede SG.030.429: Lod: Wagelaer bespreekt zijn neef Pelgrum Laersonder voor fl 39:14 boekschuld etc. Gedaagde verzoekt door zijn zwager Jan Jansen 14 dagen.

Pelgrum Laarsunder senior wordt aan het eind van zijn leven onder curatele gesteld - d.w.z. burgemeesters verklaren hem onmondig en stellen Gerhard Laurensz Lasonder en Albert Wageler aan als zijn mombers. Pelgrum overlijdt (kort) voor 5-12-1701

Herman Menkmaeth X Aelken ten Verwoolde

* 1658, 9-4: ORA Enschede SG.001.297: testament. Herman Menckmaeth, onze mede-schepen, kranck liggende, en Aelcken te Verwoolde, zijn echte huisvrouwe. Zij legateren aan:

Haere dochters dochterken Stijntken, zodra zij zal trouwen: een nieuwe kast en tafel

Haar dochter Geertkes zoon Garrit : de kist in de kocken; zijn broer Pelgrum het schap met het kannebrott; hun zuster Aelken het schap ofte kast in de kocken; haar broer Berent het anricht ofte kleine schap in de kamer

Noch hebben de testateurs gewild dat hun dochter Geertkes zoon Henrick Laersonder 100 daler erft plus een kastken staande bij de beddestede in de keuken.

In alle overige goederen zijn hun erfgenamen: hun dochter Geertken en de dochter van hun overleden dochter Aelcke, genaamd Stijntje (bovengenoemd).