XI-21 Stroink, Jurrien

Jurijan Stroijnck

alternatieve spelling: Jorrien, Joerien, Jorrjen, Jurrien, Stroynck, Stroinck, Stroeijnck, Stroink


ouders: Rutger Stroink en Jenneken Helmichs


geboren: Delden tussen 1611 en 1621

gedoopt:

overleden: Enschede 20-8-1684 (tijdens de Kermis)

begraven:


beroep: graankoper (1649, 1650, 1659), herbergier, brouwer en burgemeester (1651..1672), lid van het schuttersgilde (1646)

woonplaats / adres: Delden, Enschede (1642-1684)


relatie (1): trouwt (Enschede voor 1637 - een zoon is in 1659 volwassen)


Jutken Wagelaer (XI-22)

alternatieve spelling: Jetken, Jutte, Judith (?)


ouders: Johan Wagelaer en Harbert de Laer


geboren: Enschede tussen 1605-1626, (1617?)

gedoopt:

overleden: Enschede kort voor 31-1-1659

begraven:


relatie (2) trouwt Enschede(?) 6-4-1676


Margaretha Meermans

alternatieve spelling: te Meerman


ouders: Hendrik te Meerman en NN


geboren: Goor 1620-1635,

gedoopt:

overleden: Enschede na juli 1685,
woonplaats / adres:

weduwe van Henrich ten Spraeckel, klokkenmaker uit Goor, en hertrouwt voor juli 1685 Hendrik van Coesvelt,


kinderen:

  1. Hermannus Stroink, ca 1645-1721, X voor nov. 1685 Catharina Lasonder, VOLGT X-11

  2. Jan Stroink, geboren: Enschede ca 1646,
    overleden: na aug 1721, voor 1725
    beroep: burgemeester van Enschede
    woonplaats / adres: Enschede
    relatie: trouwt
    Assele Becker, geboren:
    overleden: na aug 1721, voor 1725
    ouders: Joan Becker en Hermken Jorissen
    > Hieruit 4 kinderen.

  3. Egbert Stroink, geboren:
    overleden: na 8-5-1702
    relatie: trouwt
    Woltera Becker, geboren:
    overleden: na 8-5-1702
    ouders: Joan Becker en Hermken Jorissen

  4. Harbert Stroink, geboren: Enschede tussen 1640 en 1655,
    overleden: Enschede 19-8-1694,
    relatie: trouwt Enschede voor 3-10-1670
    Jan Leurink, geboren: Enschede tussen 1635 en 1650,
    overleden: Enschede 21-12-1694
    beroep: Burgemeester van Enschede,
    woonplaats / adres:
    ouders: Engelbert Leurink en Geese Voss.
    > Hieruit tenminste 5 kinderen (4 dochters en een zoon Georgius). Dochter Aleida Leurink (1683-1754) hield een dagboek bij dat bewaard is gebleven.

Handtekening Jurijan Stroijnck onder een akte dd 9-10-1671 SG.026.007

biografische aantekeningen


Jurriën Stroink komt zeer veelvuldig voor in de gerechtsregisters van Stad- en Landgericht Enschede. Uit al die stukken blijkt hij vooral agrarisch actief te zijn - er komt boekweit, rogge en uitgeleend vee in de boeken voor - en daarnaast leent hij geld uit, en zijn mensen hem rente of pacht schuldig.

De eerste vermelding is in januari 1642, wanneer Jurrien Stroijnck en zijn vrouw Jutken een huis kopen aan de Marktstraat. Waarschijnlijk woonden ze toen al enige tijd in Enschede, want in 1642 zijn er ook al aanmaningen voor uitgeleend geld in de registers geboekstaafd, en daar moet natuurlijk een termijn aan vooraf gegaan zijn en pogingen om het geld minnelijk terug te krijgen.

Veel bijzonders is er over Stroinck in al deze gerechtsaantekeningen niet terug te vinden, behalve dan de opmerkelijke burenruzie met zijn zwager Ludovicus Wagelaer. In 1658 treffen zij elkaar voor het gerecht omdat Wagelaar volgens Stroijnk een uitbouw van zijn huis zou hebben gerealiseerd boven en op de grond van zijn buurman, waarop de buurman nagenoeg tegen Wagelaars huis een brouwhuis bouwde, waar bier gebrouwen werd voor de herberg die Stroink er op nahield. Dat brouwhuis ontnam Wagelaer daglicht, en bovendien was de afwatering zodanig, dat het op de muur doorsloeg en de bedstee erachter onbruikbaar vochtig maakte. Volgens Wagelaer was dat alleen gedaan om hem te pesten (uith luitter frivolen picanticheijt). De uitspraak van de rechtbank luidde dat Stroink een afstand van tenminste drie vingers breedte moest aanhouden. Stroinck en Wagelaar hadden tien jaar eerder, in 1650, ook al ruzie gehad ovder de erfenis van hun (schoon-)ouders.

Stroink is ondertekenaar van het Usseler Markeboek, neemt tijdens de verkiezing van een nieuw stadsbestuur op 22/23-2-1660 te Enschede deel aan rellen en vechtpartijen, die het gevolg zijn van een uit de hand gelopen avondmaaltijd in het stadhuis.

In 1667 spreekt burgemeester Jorrien Stroynck van Enschede de wed. Tusschede aan voor de in 1661 gekochte ouderlijke huisstede in Delden.

Geertruid Elferink was in Jurrien Stroinks sterfjaar het dienstmeisje van het echtpaar en hun kinderen.

Jutken of Judith Wagelaer is de zus van Fenneke te Wageler (de vrouw van Hendrik ten Dam) en van procureur/herbergier Ludovicus Wagelaer: in totaal waren er acht (nagelaten) kinderen Wagelaer. Mogelijk is een andere zus, Trijntje, getrouwd met Geert Becker (zie akte 28-11-'42 en 14-9-'46)

Aangezien Jurrian Stroink burgemeester was, en Lucovicus Wagelaer procureur, is het onwaarschijnlijk dat dit echtpaar (zoals wel de meeste andere Twentse en Achterhoekse families in deze kwartierstaat) doopsgezind waren: doopsgezinden namen over het algemeen geen deel aan stadsbestuur, militaire zaken en justitiële zaken. Ze waren doorgaans handelaar, ondernemer (fabrikeur), grondbezitter en rentenier of (land)arbeider.


kind 2: Jan Stroink

Jan Stroink is in 1677 pachter en meijer van het Erve Stroink, dat dan in het bezit is van de gemeente Enschede, en waarvan de burgemeesters de (tijdelijke) landheren zijn.


bronnen


Lit: genealogie Koek en enkele aanverwante families, https://www.genealogieonline.nl/genealogie-koek/I4082.php

genealogie Stroink: nakomelingen van Arndt Strodinck

J.J. van Deinse: Uit het Land van Katoen en Heide (1922): Iets over het begraven in en om de Hervormde Kerk te Enschede, p. 269. Bevat een lijst van de grafzerken in de Hervormde kerk, die in 1768 zijn genummerd en beschreven. Nummer 74: Een steen van Burgemr: Jurrian Stroink Rutgerszoon

* 1642, 17-1: ORA Enschede SG.023.019: Erschenen Henrich Vieger, caverende de rato voor Grete, zijn echte huisvrouw, en bekende verkocht te hebben in een vaste, onlosbare erfkoop, aan Jorrijen Stroinck en Judtken zijn echte huisvrouwe en hun erfgenamen, hun eigen toebehorende huis en hof, aan de ene zijde grenzend aan zalige Sander Wermertincks huis en hof, de andere zijde aan Berendt Robers huis en hof en zalige Jan tho Wagelers kamer , met het ene eind aan Johan tho Wagelers hof en brouwhuis, met het andere einde aan de stads straat...

* 1642, 26-4: ORA Enschede LG.036.317v: Jorrien Stroijnck spreeckt aen Gerrit Nijhoff voor schult tot reeckeninge. 8 daege.

* 1642, 3-5: ORA Enschede LG.036.325: Jorrien Stroijnck doet sijn verwin aen Gerrit Nijhoff tho Usselo nae luijt die aenspraecke (28-6: opbaedinge en aeneijchonge)

* 1642, 28-11: ORA Enschede SG.023.095: Harbert wedewe Wageler spreeckt aen Jan Backer die Olde en Jurrijen Stroijnck als mombaren van za: Geert Beckers onmondige kinderen voor 111 daler berekende schuld en voort voor schuld ad computum. Contumaces.

* 1643, 27-11: ORA Enschede SG.023.184: Jorrien Stroijnck spreekt aan Jan Stenvers voor schuld tot rekening. Non comparuit ergo contumax

* 1644, 22-1: ORA Enschede SG.023.194: Henrick Besseler spreeckt aan Jorrien Stroijnck voor schult tot rekening. (doet zijn verwin op 5-2; doet opbading op 12-20)

* 1644, 2-12: ORA Enschede SG.023.270: iemand koopt een gaarden, die met de ene kant grenst aan de gaarden van Jorrien Stroijnck.

* 1645, 20-1: ORA Enschede SG.023.284: er wordt een huis verkocht dat met de ene zijde grenst aan Jorrien Stroincks huis

* 1645, 6-4: ORA Enschede LG.037.379: Jorrijen Stroijnck spreekt aen Reecker Egbert voor 1 Rijcksdaler geleend geld en voor misleverantie van 3e schepel boekweijt en voorts voor verteerde kosten ad computum ende anders actie van verhuijren van zijn dochter hem competerende. Reecker Egbert bekent niet meer schuldig dan de genoemde R.dlr en drie schepel boeckweijten en 't gene deugdelijk zal bevonden worden verteerd te zijn. Heeft de klager meerder actie van verhuren, dan moet hij behoorlijk intenteren.

* 1645, 3-11: ORA Enschede SG.023.384: Hendr: Becker spreekt aan Jorrijen Stroijnck voor 7,5 daler weijdegelt

* 1646, 14-9: ORA Enschede SG.024.062: Hendr: Reecker spreekt na voorgaande bedaging de oude Jan Becker en Jorijen Stroijnck als mombaren van zalige Geert Beckers kinderen voor 100 daler, hem volgens contract beloofd, en hoewel het laatste jaar ad 25 daler nog niet ten volle is verschenen, meent de klager dat hem die volle som toch betaald moet worden overmits hij die drie jaren ad 75 daler lange tijd zonder profijt heeft moeten missen; item voor de somme van fl 41:11:- met beklaagden berekend en voorts voor wijder schuld ad computum. Jan Becker per Jorrijen Stroijnck, qualitate qua, bekent d'schult en belooft te betalen.

* 1646, 14-9: ORA Enschede SG.024.063: Erschenen Jan Becker sr. en Jorrijen Stroijnckals mombers van de onmondige kinderen van zalige Geert Beckers en Trijne ehelieden, en Luijckas Beckers, hun oudste zoon, hebben na voorgaande bedagingen de volgenden aangesproken: zeven personen met naam en toenaam genoemd, waaronder Mechtelt de Laer

* 1647, 25-1: ORA Enschede SG.024.111: Henr: Reeckers doet na gedane aanpanding, opbading en aaneigne aan Jan Becker en Jorrijen Stroijnck haar panden, als mombaren van wijlen Geert Beckers kinderen, luidt voorgaande procedure.

* 1648, 25-9: ORA Enschede SG.024.272: Hendr: Reecker repeteert zijn aanspraak van 14-9-1646 op Jan Becker senior en Jorrijen Stroijnck als mombaren van wijlen Geert Beckers kinderen die hij de novo tegen heden heeft doen citeren, verzocht en concludeert als daarbij. Luijckas Becker verzocht 14 dage

* 1648, 16-10: ORA Enschede SG.024.283: Hendr: Reecker doet het verwin op Jan Becker senior en Jorrijen Stroijnck haar pande, luid de aansprake

* 1648, 31-10: ORA Enschede LG.038.113: Jorrijen Stroijnck bespreekt Jan Amelinck voor ongeveer fl 60;- voor gehaalde waren en geleend geld. (7-11: verwin; 21-11: opbadinge; 28-11: geëigend)

* 1648, 7-11: ORA Enschede LG.038.117: Jorrijen Stroijnck bespreekt Jan Lansinck voor restitutie van vijf schepel rogge en en 3,5 schepel seijel garst die beklaagde ongeveer twee jaar geleden heeft geleend.

* 1649, 9-4: ORA Enschede SG.024.345: Jorrijen Stroijnck bespreekt Jorrijen Helmich en Jochijm van Loggem als mombaren van salg: Jutte Michori..s onmondige erfgenamen voor een somme van fl 6:16:- uit zake van geborgd grove bier, voorts voor alle interest en kosten gedaan. (23-4: opbading)

* 1649, 29-5: ORA Enschede LG.038.228: Jurrien Stroijnck bespreekt Jan te Lutke Wagelaer voor 10 daler berekend schuld (5-6: verwin; 12-6: opbading en aeneichonge)

* 1649, 12-6: ORA Enschede LG.038.235: Jurrien Stroijnck verkocht twee stukken roggen-gewas liggen op de binnen-es, rechtmatig afgepand van Jan Amelinck, ingezet op fl 25,-. Blijft koper. Losse.

* 1649, 11-9: ORA Enschede LG.038.274: Jorrien Stroijnck doet opbading aan Cuijper Jan zijn panden, voor de somme van vijftig, wordt aansprake gemeend.

* 1649, 17-9: ORA Enschede SG.024.382: Jorrien Stroijnck per ancillam doet opbading aan Egbert Lucassen zijn panden voor verschenen interesse ad computum. (385) Jorrijen Stroijnck per uxorem doet opbading aan de panden van Egbert Luijckessen, voor verschenen intrest ad computum. Idem bespreekt Berent Roobers voor schuld tot rekening

* 1649, 18-9: ORA Enschede LG.038.282: Jorrijen Stroijnck doet het verwin op Cuijper Hendr: ende Jan haer panden, luidt de aanspraak

* 1649, 25-9: ORA Enschede LG.038.293: Jorijen Stroijnck doet opbading aan Cuijper Jan zijn panden luidt voorgaande procedure (9-10: geëigend)

* 1649, 5-11: ORA Enschede SG.024.414: Jorrijen Stroijnck wordt op sijn verzoek geëigend aan Egbert Luijckas' panden. (26-11: verkocht een holten lepel voor 2 doijten)

* 1649, 6-11: ORA Enschede LG.038.342: Jorijen Stroijnck bespreekt Berent Wissinck voor 9 daler en Hendr: Meijer voor 19 daler uit zake van geborgde waren.

* 1649, 16-11: ORA Enschede LG.038.351: Jan Amelinck en Geese zijn huisvrouw bekend, nadien hij metr voorgaand recht was uitgesleten, verkocht te hebben (352) aan Jorrijen Stroijnck en Jutte, zijn vrouw, hun stuk rogge-gewas waar nu fluijs op staat, genoemd Kruis-bree, gelegen voor de hof, met een jaar naar kopers believen na te seijen, doende vrsz koper als dan het seijel-zaaden verkoper al het plooien, zaaien, bouwen, gelijk tot zijn andere landerijen, alles tiend-vrij, zonder schattingen, heren-lasten en anders, maar als dat tiend-vrij niet lukt, dan mag de koper van andere gronden van de verkoper die tienden af nemen, te beoordelen door twee goede mannen, dit alles voor de som van fl 40,- dat op de verkopers schuld in mindering wordt gebracht.

* 1649, 26-11: ORA Enschede SG.024.428: Hans Jacobszn uit naam van zijn schoonmoeder bespreekt Jurrijen Stroijnck voor 65 daler met daarop verlopen intrest, kosten en schaden, salvo kortinge wat daarop betaald. Lud:s Wagelaer nomine Stroijnck kent Hans Jacobsz noch d'sijne van de geëiste niet eenen doijt schuldig, uitgenomen 15 stvrs d'welcke, indien cleger begeert, sal hem datelick hier tellen en het getelde ontvangen. verzocht cessie van de verkochte gaarden, protesteert deswegen van kosten hem deswegen aangedaan van welke voorsz tot verificatie sal d'rekenschap van dooder hand aangekomen des noot sijnde hier in sittenden Gerichte vertoonen. (429) Hans Jacobsz qualitate qua supra zegt nog als voren vredig te zijn zich te willen korten laten 't geen betwijflick betaald daar van hij bij sittende gerichte als gepresenteerd bewijs verwachtet, nopende de rest daarover verzocht comparant verwin, zulks stellende tot decisie der heren Burgemeesteren met overmalinge eis van kosten.

* 1649, 27-11: ORA Enschede LG.038.363: Jorrijen Stroijnck verkocht een spinde, twee kisten, een schreen, een tafel, een ketelken en een pot, voorts alle innige des huizes, rechtmatig van Cuijper Jan afgepand, die te samen door hem ingezet worden op fl 20,-. Blijft koper, losse. En omdat de verkoper daarmee niet ten volle kan worden betaald, doet hij na atmaals recht aanpandinge op het huis van deze Cuijper Jan, met verzoek dat hem de denuntiatie mag worden gedaan onder protest van kosten.

* 1649, 4-12: ORA Enschede LG.038.371: Jurrijen Stroijnck verkocht een zwart blest paard, rechtmatig Lutke Wagelaer afgepand, die door hem wordt ingezet op 8 daler. Blijft koper, losse.

* 1650, 15-1: ORA Enschede LG.038.389: Jorrijen Stroijnck doet opbading aan de panden van Winckel, voor verschenen rente ad computum. Idem doet opbading en aaneigening aan de panden van Roelvinck te Lonniker voor 9 daler en ettelijke stuivers verschenen rente. Roelvinck zegt de gehele rente betaald te hebben aan Ludov: Wagelaer, en het voorgaande jaar ook, die hem ten volle heeft gequiteerd. Hij gaat ervan uit met één betaling te kunnen volstaan en eist dan ook vergoeding van zijn kosten. Jorrijen Stroijnck vraagt acht dagen respijt om zich te beraden.

* 1650, 22-1: ORA Enschede LG.038.396: Jorrijen Stroijnck zegt in termino tegen Roelvinck dat deze wel wist dat hij na het overlijden van Harbert de Laer, weduwe Wagelaer, niet alleen aan één van de erfgenamen maar aan iedere erfgenaam rente naar hun erfdeel had behoren te betalen, en dat is niet geschied. Daarom heeft hij een goede opbading en aaneising gedaan door 3/8 deel in rekening te brengen: 2/8 heeft hij namelijk naderhand nog aangekocht, blijkens overgelegde aktes. Stroijnck heeft Roelvinck persoonlijk en door de zoon van de gerechtsdienaar aangezegd die 3/8 rente alleen aan hem en aan niemand anders uit te betalen. Roelvinck vraagt drie weken respijt om zich te voorzien van een advocaat, en zegt bij voorbaat al dat hij niet de dupe kan zijn van een meningsverschil tussen de erfgenamen.

* 1650, 29-1: ORA Enschede LG.038.400: Jorrijen Stroijnck zegt hoe dat hij ongeveer twee jaar geleden deugdelijk van Jan ten Lutke Welle een stuk rogge-gewas heeft gekocht, met een jaar na te zaaien ('seijen'), en wel tiend-vrij zonder enige last, doende alleen daarbij het seijel-zaad (uitgebreider te lezen in het koopcedul - waarvan verzocht wordt dat de verkoper erkent wat daarin staat). Nu heeft de koper, net als vorig jaar, zijn gewas "ingebeurt" en over zulks door de ambtman Pott de gemelde tienden van Welle in grote excessieve kosten en breuken geraden, daarom heeft de koper de verkoper hiervan zo snel mogelijk doen adverteren, om hem als koper schadeloos te houden. Als dat niet vrijwillig gebeurt, dan hoopt de koper dat het Gerecht de verkoper daartoe zal veroordelen. En verder bespreekt Stroijnck hem ca fl 5,- verteerde kosten. Ook bespreekt Stroijnck Berent ter Welle voor 1 R.daler verteerde kosten. Jan ter Lutke Welle is niet komen opdagen en de zaak wordt daarom gecontumacieerd.

* 1650, 12-2: ORA Enschede LG.038.413: Jorrijen Stroijnck, per Lud: Wagelaer, wacht en waert op de handeling van Jan ter Lutke Welle, die geciteerd is en bij gebrek aan purge, verzocht verstek van alle declinatoire en dilatoire uitzonderingen. Het verzoek wordt naar Landrecht geaccordeerd.

* 1650, 19-3: ORA Enschede LG.038.434: Jorrijen Stroijnck vraagt alsnog om handeling van Jan te Lutke Welle. Hij legt, om zijn gelijk te bewijzen, alvast de koopcedul over die met de hand en het merk van Lutke Welle is ondertekend, met het verzoek om recht te doen. Het gerecht tot de eerste rechtsdag na de paasvakantie om uitspraak te doen.

* 1650, 1-4: ORA Enschede SG.024.464: Jurrien Stroijnck bespreekt Lud: Wagelaer voor fl 8:11:- berekende schuld, idem 9 daler die de beklaagde heeft aangenomen, fl 10,- als restant van een nieuwe schap, nog vanwege een paar fluwelen mouwen en zilveren kleerhaken die Stroink uit de gemene boedel moet worden vergoed, en ook nog ongeveer fl 19,- uit de gemene boedel. Ex adverso zegt Wagelaer die 9 daler en fl 10,- van het schap en de fl 8:11:- te reserveren, nogthans als tegenrekening tegenover die fl 8:11:- de klager schuldig te zijn en hem daarom fl 10,- thuis te hebben gestuurd maar die wilde het niet ontvangen. Van de rest zegt Wagelaar Stroink niets schuldig te zijn, tenzij de klager dan eerst de 'ontwendeden' (ontvreemde?) kleerhaken etrug bezorgt. Stroijnck vraagt om kopie en 14 dagen tijd.

* 1650, 23-4: ORA Enschede LG.038.447: Omdat Jurrijen Stroijnck de twee van Amelinck gekochte stukken roggen-gewas niet geleverd kan krijgen, is hij genoodzaakt om rechtmatig de nagenoemde twee stukken roggengewas af te panden, namelijk de ene in het Sijtland, naast de gaarden van Brandenbusch, de andere tussen Winckel en Wechmans land, die samen worden ingezet op 30 daler. Blijft koper. losse naer landrecht.

* 1650, 29-4: ORA Enschede SG.024.466: Lauwrens Laersonder bespreekt Jorrijen Stroijnck voor fl 3:6:- borchtal. Contumax s.p.

* 1650, 6-5: ORA Enschede SG.024.469: Jorrijen Stroijnck bespreekt Jan Muller voor fl 3:5:- berekende schuld. Naderhand 14 dagen verzocht.

* 1650, 21-5: ORA Enschede LG.038.472: Jorrijen Stroijnck, geassisteerd met Lud: Wagelaer, zegt dat hij gisteren in het openbaar in het veld in het bijzijn van verscheidene eerlijke lieden, grof geinjurieerd is door de huisvrouw van Hendr: te Goolkatte, zodat Stroink genoodzaakt is met twee vreedzame mannen te beseinden, maar de vrouw heeft haar woorden ingetrokken, wat volgens Stroink niet schadeloos kan gebeuren, zodat hij het gerecht verzoekt de schade op een vaene bier te stellen en de vrouw daartoe te veroordelen. Zij is niet voor het gerecht verschenen, ergo contumax.

* 1650, 18-6: ORA Enschede LG.038.490: Jorrien Stroijnck per Jan ten Vaerde doet opbading aan de panden van Spolminck, luidt voorgaande procedure voor 10 daler geleend geld.

* 1650, 25-6: ORA Enschede LG.038.493: Jorrijen Stroijnck doet opbading aan de panden van Flocke Garbert voor fl 10,- geleend geld. (2-7: geëigend)

* 1650, 9-7: ORA Enschede LG.038.512: Jorrijen Stroijnck doet opbading en aaneigening aan de panden van Jan ter Lutke Welle voor gemodereerde kosten en voorts luid voorgaande procedure (in margine: deze opb: en ane: alhier te vroeg gedaan, moet geholden worden op den 17 sept. gepasseerd te zijnals wanneer hij ook is vernie...)

* 1650, 3-9: ORA Enschede LG.038.536: Jorrijen Stroijnck, geassist met Lud: Wagelaer, verkocht gerichtelijk al het boekweit en haver gewas dat op de landerijen van de jonge Welleman staat , wat te samen ingezet wordt op fl 40,-. Blijft koper. losse.

* 1650, 9-9: ORA Enschede SG.024.492: Jorrijen Stroijnck per Ancillam [door een meid], bespreekt Egbert Lucasz voor schuld tot rekening.

* 1650, 17-9: ORA Enschede LG.038.547: De opbading en aaneigening den eersten juli van Stroijnck op Welleman gedaan moet hier volgen, omdat de aanpanding opnieuw is geinsinueerd.

* 1650, 22-10: ORA Enschede LG.038.576: Jorrijen Stroijnck bespreekt olde Wolterinck voor schuld ad salvum computum

* 1650, 28-10: ORA Enschede SG.024.509: Jorrijen Stroijnck per uxorem bespreekt Ludm: Wagelaer voor fl 46:7:- berekende schuld. (510) Lud: Wagelaer presenteert het geëiste tot goede rekening al wanneer klager Stroijnck de koopcedul van comparanten eigendommelijke huis als mede verkoper en de gehouden maagscheiding tussen partijen en hun mede erfgenamen behoorlijk van klager neffens anderen is getekend en voor goede voldoening bedankt, met eis van kosten. Leffert Laersonder bespreekt Jurrijen Stroijnck voor ongeveer 10 gld 6,5 stvr berekende schuld, met eis van kosten. (511) Jorrijen Stroijnck zegt, replicando, dat beklaagde Wagelaer de geëiste fl 46:7:- waar hij niets tegenin kan brengen, ten eerste gehouden is te voldoen, en zo hij iets van de ondertekening van koopcedul of maagscheiding heeft te zeggen, dan moet hij dat bij een andere instantie voorleggen, waarop Stroink dan wel zal reageren. Dit alles stellende tot decisie van de burgemeesters. (512) Ex adverso zegt dat de genoemde zaken, liquide an anders, merendeels samenhangen met de erfenis en dus op grond van een goede rekening en compensatie afgedaan moeten worden. Wat Stroijnck verder uit een verkocht schap en verder meent te moeten hebben, wil hij graag betalen, op grond van een uitspraak daarover. Het gerecht neemt acht dagen de tijd om hierover te beslissen.

* 1650, 28-10: ORA Enschede SG.024.512: Jorrijen Stroijnck bespreekt Aele Becker voor fl 2:14 voor geborgd hooi.

* 1650, 29-10: ORA Enschede LG.038.581: Jorrijen Stroijnck bespreekt Geert Drijnerhorst voor schuld tot rekening. (583) Jorrijen Stroijnck bespreekt Jacob Fijckerinck voor schuld tot rekening.

* 1650, 12-11: ORA Enschede SG.024.517: Jorrijen Stroijnck doet het verwin op Lud: Wagelaer luid de aanspraak (17-11: opbading)

* 1650, 12-11: ORA Enschede LG.038.596: Jorrijen Stroijnck doet het verweer op Geert Drijnerhorst, luid de aanspraak, als ook Egbert Amelinck.

* 1650, 19-11: ORA Enschede LG.038.607: Jorrijen Stroijnck doet opbading aan Olde Wolterinck en Egbert Amelinck, luid voorgaande procedure

* 1650, 19-11: ORA Enschede LG.038.609: Jorrijen Stroijnck bespreekt Lambert Losijnck voor betaling van 50 mud boekweit, 32 en een kwart stuiver 't schepel, waarbij nog een schepel boven het getal wordt toegegeven, welke boekweit door gearresteerde Losinck al 14 dagen geleden zou worden afgehaald, waardoor hij ook door het krimpen der weite schade heeft geleden, met eis van kosten. De gearresteerde Losinck zegt dat hij de 50 mud 1 schepel boekweit wil afnemen, mits de arrestant Stroijnck de weit laat schoonmaken, zoals ze bij de verkoop zijn overeen gekomen en in de handel gebruikelijk is. De betaling volgt wanneer de boekweit ter markte is gebracht. De arrestant Stroijnck zegt dat hij contant geld heeft bedongen (dat wil hij best onder ede herhalen) en dat hij de weit al zelf heeft schoongemaakt. Het gerecht heeft deze handelingen gepondereerd (overwogen) en zegt dat de kwestieuze weit door twee onpartijdige, kundige mannen in ogenschijn zal worden genomen en naar billijkheid zal taxeren, waarna de gearresteerde de boekweit moet ontvangen en meteen betalen, tenminste als Stroijnck inderdaad onder ede een verklaring aflegt. De goede mannen, Hans Jacobsen en Hendr: Grevinck, verklaren dat de boekweit goed koopmansgoed is, waarna de gearresteerde veroordeeld wordt in de kosten.

* 1650, 26-11: ORA Enschede LG.038.620: Jorrijen Stroijnck wordt geëigend aan de panden van Olde Wolterinck en Egbert Amelinck

* 1650, 9-12: ORA Enschede SG.024.531: Jorrijen Stroijnck bespreekt Hendr: Berentsen voor 6 1/2 gld ter zake van verkochte weite, die beklaagdes huisvrouw Stroijnck heeft toegezegd als haar eigen schuld. Beklaagde vraagt 14 dagen respijt.

* 1651, 7-1: ORA Enschede LG.038.652: Decretum in de zaak tussen Jurrien Stroijnck en Jan ter Lutke Welle. Het Gerecht van Endscheide, na ingewonnen advies van een rechtegeleerde over de zaak tussen Jurrien Stroijnck en Jan ter Lutke Welle te Lonniker, veroordeelt de beklaagde om de eis van 29 januari jongstleden in te willigen - onder voorbehoud van de onschuld van de beklaagde.

* 1651, 13-1: ORA Enschede SG.024.535: Jurrien Stroijnck doet verwin op Hendr: Berentsen, luid de aanspraak

* 1651, 18-2: ORA Enschede LG.039.030: Jurrien Stroijnck doet opbade aan de panden van Winkelsche voor verschenen interesse ad computum

* 1651, 3-3: ORA Enschede SG.024.560: Burgemeester Stroijnck doet opbade aan de panden van Hend: Berentsen. (7-4: geëigend)

* 1651, 15-4: ORA Enschede LG.009.395: In eodem Judicio erscheenen Henr. ten Spraeckel de rato caverende voor Jenneken, sijn echte huijsvrouwe, ende bekanden gefinieert, opgenoomen ende wel ontfangen te hebben van den E. borgermr. Jorrien Stroijnck, Jutken, eheluijden, d’ summe van eenhondert dlr. ad dertich stuijver

(in margine: Deese eenhondert dlr. wort alhier geroijeert doordien deselve is begreepen ind' tweehondert dlr., den 13en Jan. 1652 dessen volgende geprotocolleert) (396) stuck. Daervan hij comparant jaerlijcks op Martij belooft ter pensioen te geven ses gelijcke dlr., het eerste jaer verscheenen op martini eerstkoomende. Stellende daervoor mitsdeesen ten onderpande alle sijns comparants goederen, roerende ende onroerende, praesent ende toekoomend, egeene van allen uijtgesondert. Ende heeft d’ rentheffer soowel als de rentgever voorbeholden d’ inlosse te moogen doen naer dat d’ denuntiatie een jaer te bevooren sal weesen geschiet; Semper in forma meliori.

* 1651, 15-4: ORA Enschede LG.039.061: Jorrijen Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van de weduwe Winckels (062:) Herman Koijtinck per H. Becker bespreekt Jorrijen Stroijnck als borg voor de gearresteerde Jan Vrijlinck voor de som van 6 R.dlr. met daarop verlopen interesse ad computum,of restitutie van zeker gekocht paard, waarop de arrestant de geëiste zes R.daler heeft uitgelegd, zonder dat hem het paard ooit debet is geleverd. Beklaagde wil kopie en tijd van een maand. Al hetgeen uit deze eis kan worden gewonnen heeft arrestant geassigneert aan zijn crediteur Hendr: Becker, die hem deze penningen al voor lang in reekening heeft gevalideerd.

* 1651, 21-4: ORA Enschede SG.024.572: Burgemeester Stroijnck doet opbading aan de panden van Jan Wolterinck

* 1651, 3-6: ORA Enschede LG.039.102: Jorrien Stroijnck, borge:, doet na atmaals recht aanpanding aan Cuijper Jans huis, waarin hij tegenwoordig woonachtig, voor de somma van fl 40,- ad computum, die de aanlegger aan zijn meubelen niet kon verhalen, met verzoek dat de bezitter daarvan naar landrecht mag worden geintimeerd etc

* 1651, 10-6: ORA Enschede LG.039.107: Burgemeester Stroijnck verkocht al het weitengewas van jonge Welleman, met rechtmatig afgepand, voor fl 30,-, blijft koper. Losse.

* 1651, 8-7: ORA Enschede LG.039.133: Burgemeester Stroijnck doet opbadinge na atmaels recht aan het huis van Jan Cuijpers te Drijne luidt huiden zes weken gedane aanpanding, met verzoek dat diens huisvrouw daarvan volgens Landsrecht wijders moge worden geïntimeerd.

* 1651, 2-9: ORA Enschede LG.039.143: Jorrijen Stroijnck, borg: wordt op zijn verzoek geëigend aan het huis van Jan Cuijpers te Drijneluidt voorgaande procedure, verzoekende wijders als bij Landrechtwordt vereist, onder protest van kosten. Idem doet opbading aan Geert Drijnerhorst, luidt voorgaande procedure.

* 1651, 9-9: ORA Enschede LG.039.149: Burgemeester Jorrijen Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan de panden van Geert Drijnerhorst, luidt voorgaande procedure; Idem bespreekt Gerrit Wissinck voor 20 daler, vanwege geborgde beesten.

* 1651, 16-9: ORA Enschede LG.039.152: Burgemeester Jorrijen Stroijnck, voorbijgaande aan de nulle protestatie, gedaan door Hendr: Becker, verkocht een zwart bleerde koe, rechtmatig afgepand van Geert Drijnerhorst, ingezet op 7 daler. Idem doet het verwin op Gerrit Wissincks panden, luidt voorgaande aanspraak. Idem verkocht een bleste ruine en rode sterke, rechtmatig afgepand van de Olde Wolterinck, ingezet op 25 daler. Blijft koper. Losse.

* 1651, 1-10: ORA Enschede SG.024.639: Burgemeester Stroijnck doet opbading aan Albert Stroijncks panden, voor elf gulden verschenen pensioen. Idem verkocht een holten lepel, rechtmatig van Hans Jacobsen afgepandet, voor 4 penningen. Blijft koper. Losse.

* 1651, 27-10: ORA Enschede SG.024.626: Jorrijen Stroijnck bespreekt Hans Jacobsen voor leverantie van 6 schepel garsten. Contumax s.p.

* 1651, 3-11: ORA Enschede SG.024.628: Jorrijen Stroijnck doet opbading aan de panden van Hans Jacobsen (10-11: Stroijnck wordt geëigend aan deze panden). Hendrik ten Dam bespreekt zijn zwager Jorrijen Stroijnck om met de comparant te treden in scheiding, loting en deling van zeker stuk land, genaamd de Mollenbree, die zijn vrouw geërfd heeft van haar overleden ouders, en bij weigering wordt de scheiding en deling verzocht ten overstaan van het Gerecht, de kosten voorbehouden. Beklaagde Stroijnck is vredig om met zijn zwager in deling en loting te treden ten overstaan van twee onpartijdige goede mannen.

* 1651, 4-11: ORA Enschede LG.039.202: Jorrijen Stroijnck doet opbading aan Lutke Wagelaers panden voor fl 11,- verlopen rente. (op 18-11 geëigend)

* 1651, 8-12: ORA Enschede SG.024.643: Burgemeester Jurrijen Stroijnck bespreekt Herman Bansen voor schuld tot rekening

* 1652, 6-1: ORA Enschede LG.039.243: Burgemeester Jurrien Stroijnck doet aaneisching aan Beernincks panden, luid voorgaande procedure

* 1652, 12-1: ORA Enschede SG.024.650: Burgemeester Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van Albert Stroijnck. Idem doet opbading aan Herman Bansen; idem verkocht rechtmatig alle meubelen en innige des huizes van Hans Jacobsen, door de comparant op 5 daler ingezet, blijft koper, losse.

* 1652, 13-1: ORA Enschede LG.009.437: In eodem Judicio erscheenen Henr. ten Spraeckel met Jenneken, sijn echte huisvrouwe praesent, ende bekanden gefinieert, opgenoomen ende wel ontfangen te hebben van den E. borgermr. Jorrijen Stroijnck, Jutken, eheluijden, d’ summe van tweehondert dlr.ad dertich stuijvers t’ stuck, waerin begreepen die hondert dlr., den 15en Aprilis jongstleeden bereits verschreven diewelcke tweehondert dlr. comparanten jaerlijcks op Martini belooven ten verrenten ende wel te betaelen teegens ses ten hondert vrijgelt, het eerste jaer (438) pensioen verscheenen op Martini 1652. Stellende daervoor ten waeren onderpande het vooren gelimiteerde stucke bouwlandts met daertoe gehoorenden twee streppels. Voorts generalijcken alle haere vordere goederen, roerende ende onroerende, verkreegen ende te verkrijgen, geene uijtgesondert, omme in cas van misbetaelinge sich daeraen schaedeloos te bewaeren; D’ renthefferen hebben d’ rentgeveren toegestaen d’ aflosse te moogen doen met hondert dlr. naerdat d’ opsaege ende jaer bevooren sal weesen geschiet. (In de marge): noch een stucke, genpt. het Lange stucke, van Jan ten Wittbreuckt aengekoft, gelegen tusschen Hoffman ende Spraeckels landt.

* 1652, 19-1: ORA Enschede SG.024.659: Burgemeester Jurrien Stroijnck doet aneigening aan de panden van Herman Bansen, luid voorgaande procedure

* 1652, 26-1: ORA Enschede SG.025.001: Burgemeester Jorrijen Stroijnck verkocht een Stvr: in plaats van een klein pand, van Albert Stroijnck afgepand, en door hem op gelijke waarde ingezet. Blijft koper, losse.

* 1652, 2-2: ORA Enschede SG.025.007: Burgemeester Jurrijen Stroijnck verkoopt een rode koe, van Albert Stroijnck rechtmatig afgepand, ingezet op 9 daler, blijft koper. Losse.

* 1652, 15-3: ORA Enschede SG.025.020: burgemeester Jorrijen Stroijnck bespreekt Jan ten Vaerde voor levenrantie van 15 schepel boekweit en voor fl 8:11:0, 300 voedtlatten en twee spaeren, die de beklaagde beloofd heeft uit naam van Mentsen Jan en voor Jacob Fijckerinck als zijn eigen schuld te betalen. De beklaagde vraagt 14 dagen respijt.

* 1653, 5-4: ORA Enschede SG.025.029: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Albert Stroijnck voor schuld tot rekening.

* 1652, 11-5: ORA Enschede LG.039.309: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet opbading aan Geert Wolterincks panden voor de som van 30 daler, die de beklaagde als zijn eigen schuld heeft overgenomen, waarvoor zijn vader al was "uijtgerechtet"

* 1652, 17-5: ORA Enschede SG.025.036: burgemeester Jurrien Stroijnck doet het verwin op Jan ten Vaerde, luid voorgaande procedure

* 1652, 21-6: ORA Enschede SG.025.042: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet opbading aan de panden van Jan ten Vaerde. luid voorgaande procedure (aaneisching op 28-6;

* 1652, 29-6: ORA Enschede LG.039.335: Jorrijen Stroijnck per Garrit Cost doet opbad en aaneisch: aan de panden van Henr: ten Spraeckel voor fl 10,- ter zake van geborgde back-steene, die aanlegger als brog aan Jan Schouwinck heeft aangenomen om te betalen.

* 1652, 6-7: ORA Enschede LG.039.340: (in de index staat Jorrien Stroijnck, in de akte zelf Burgemeester Stroijnck). Burgemeester Stroijnck verkoopt het roggen-gewas, genaamd het halve Leijde-stuk, voort het weijten gewas op een stuck, schietende met het ene eind aan Klaaskatten Geer en met het andere aan de Boekholt, rechtmatig afgepand van Egbert Amelinck, ingezet op 21 glds, blijft koper. Losse.

* 1652, 7-9: ORA Enschede LG.039.350: Burgemeester Jorrien Stroinck bespreekt Lutke Wagelaer, na voorgaande wettelijke loskundinge, zijn panden voor een somme van fl 100,- neffens verlopen interest, ad computum de expensis etc. (14-9: doet het verwin; 21-9: opbade; 28-9: op verzoek geëigend; 12-10: verkoopt een bruin holt moer paard voor 6 daler); Idem bespreekt Hind: Konninck twee scheppel <stil> weits ad fl 4,-; Idem verkocht twee ossens, eenen rood en d'anderen swart bunt, Gerrit Wissinck rechtmatig afgepand, ingezet op 30 daler.

* 1652, 4-12: ORA Enschede LG.039.423: Burgemeester Stroijnck doet opbade aan Henr: Spraekels panden voor verschenen rente te goeder rekening (14-12: wordt geëigent); idem spreekt aan de Olde Spolminck voor schuld tot rekening (verwin op 14-12).

* 1653, 18-1: ORA Enschede LG.039.444: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet het verwin op de panden van Hendr: Wolbertinck, luid de aanspraak, idem bespreekt Nijhuijs te Tweckel voor fl 7,5 gulden, Walhoff voor schuld tot rekening, en Gerlich Spolminck voor 41 gulden berekende schuld.

* 1653, 24-1: ORA Enschede SG.025.116: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Lucas Verwoolde voor 15 en een kwart schepel boekweitdie beklaagde voor Jan ten Vaerde aangenomen heeft te voldoen, met protest van kosten, schade en interest. 14 dagen.

* 1653, 25-1: ORA Enschede LG.039.448: Burgemeester Stroijnck doet het verwin op de panden van Walhoff en Nijhuijs te Tweckel, luidt aanspraak. Idem doet opbade aan Hendr: Wolbertincks panden. luid de voorgaande procedure

* 1653, 1-2: ORA Enschede LG.039.452: Burgemeester Jorrijen Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan de panden van Hendr: Wolbertinck

* 1653, 7-2: ORA Enschede SG.025.123: Burgemeester Jurrien Stroijnck doet het verwin op de panden van Lucas Verwoolde, luid de aanspraak (opbading 14-2). / Volgens relatie van de Ed. Herman Menckmaeth en Jorrien Stroijnck is in juli lestleden, toen zijn burgemeesters waren, gecompareerd Willem Clomp, burger en biersteker van Deventer, die Lud:s Wagelaer machtigde om in rechte namens hem op te treden, speciaal tegen Hendr: Becker, om datgene te vorderen dat Becker volgens zijn eigen handtekening schuldig is

* 1653, 28-2: ORA Enschede SG.025.129: Jan Geerliges van den Braem per Lud: Wagelaer verkocht rechtmatig de melioratie van alle beweeglijke panden en het innige des huizes afgepand van Hans Jacobsen, boven het recht Jurrien Stroijnck daaraan verkregen, wordt ingezet op 15 daler, blijft koper losse.

* 1653, 8-3: ORA Enschede LG.039.467: Burgemeester Jorrien Stroijnck verkocht een wevers touw met zijn toebehoor en de trille, afgepand van Hendr: Wolbertinck, ingezet op fl 33:-, blijft koper losse.

* 1653, 14-3: ORA Enschede SG.025.134: Burgemeester Jorrien Stroinck wordt op verzoek geëigend aan de panden van Lucas Verwolde, luid voorgaande procedure

* 1653, 9-5: ORA Enschede SG.025.146: Jorrien Stroijnck bespreekt Lucas Verwoolt om reden van pandweeringe, hoewel de panden volgens doorgaand recht zijn uitgesleten, en verzocht, bij gebrek aan bestendige reden, pandkering.

* 1653, 10-5: ORA Enschede LG.039.492: Burgemeester Jorrien Stroijnck renoveert zijn recht tegen Geert Wolterinck.

* 1653, 12-6: ORA Enschede SG.025.152: Jorrien Stroijnck staat heden in termino wachtet en waeret op de handeling van Lucas Verwoolde, bij gebrek daarvan verzocht contumaciam volgens Stadsrecht, en dat met de pandhaling doorgegaan mag worden. Omdat niemand gecompareerd is, hoewel ingeëist, wordt het verzoek volgens Stadsrecht gehonoreerd.

* 1653, 27-6: ORA Enschede SG.025.159: Jorrien Stroijnck verkocht een rood blest peerd, van Lucas Verwoold afgepand, wordt door hem ingezet op fl 24,-, blijft koper losse. / Compareert Lucas Verwoolt en deponeert alhier in de Schependoem 4 ducatons en 3 R.dlr met verzoek dat het verkochte paard mag worden vervolgd en aanlegger Stroijnck geinjureerd worden met Comparant ten presentie van de Magistraat, te treden in liquidatie, en 't geen door de schependom geoordeeld zal worden dat hem toekomt kan van de gedeponeerde penningen afgetrokken worden, sustinerende dat de Aanlegger volgens de hand van Jan ten Vaerde als originele borg, niet meer dan 16 gld zal competeren. Protesteert over verdere kosten, schade en interesse

* 1653, 4-7: ORA Enschede SG.025.161: Jan ten Doodkatte vertelt dat Jurrien Stroijnck in de recente Pinksterweek hier op het stadhuis, ter tijd als de schutterij teerde, vrijwillig heeft versproken van een comparante te willen laten volgen alsulcken stuk bouwlands als de gemelde Stroijnck van Comparant quasi in pandschap had ontvangen mits dat hem de daarop voorgeschoten penningen drie weken voor Jacobi zouden worden gerestitueerd, zoals hij ook heeft gedaan, maar omdat hij dat geld heeft geweigerd in ontvangst te nemen, deponeert Doodkatte het geld hier in de schependom, met verzoek dat Stroijnck, die heden voor het gerecht geroepen is, mag worden ingeëist om zich heer, na rade, tegen te verweren. Doodkatte biedt aan te beschuldiging onder ede te herhalen, onder protest van kosten, schade en interest. [Uit een latere zaak blijkt dat Doodkatte 'olderman' van het kleermakersgilde is]

* 1653, 20-7: ORA Enschede LG.039.525: Jurrien Stroijnck doet opbading aan de panden van Hendr: Roode Vervelt, luid voorgaande procedure

* 1653, 5-9: ORA Enschede LG.039.520: Burgemeester Jorrien Stroijnck zegt dat hij ongeveer een half jaar geleden een stuk roggenfloes gekocht heeft van hans Jacobsen, blijkens de koopcedul. Naderhand blijkt dat Hendrik Vervelt hetzelfde roggenfloes van Hans Jacobsz heeft gekocht, hoewel de comparant Vervelt daarvoor heeft gewaarschuwd en hij beslist kennis had van de eerste verkoop. Dat moet dus te kwader trouw zijn geschied, en terwijl de Comparant o.g.v. Landrecht tit. 8 parg. 10 was geprefereerd en de gedaagde heeft verboden het genoemde floes te te ontvooren, waardoor de klager het zijne via facti heimelijk ontbeert, concludeert dus dat de beklaagde te kwader trouw handelde, hem per judices decretum te veroordelen hem die ontvoorde floes met kosten en schaden terug te geven - een eventueel hoger beroep voorbehouden.

* 1653, 19-9: ORA Enschede SG.025.173: Jorrien Stroijnck bespreekt de weduwe van Jan ten Weemhoff voor fl 64:12 met verlopen en nog te verlopen rente.

* 1653, 27-9: ORA Enschede LG.039.528: Burgemeester Jurrien Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van Hind: Roode Vervelt, luidt voorgaande procedure

* 1654, 9-1: ORA Enschede SG.025.199: Jorrien Stroijnck bespreekt per Garrit Cost mr. Berent Deumers voor fl 50,- kapitaal, idem Hendr: te Wagelaer voor 50 daler, idem Lucas Becker sr. voor 25 daler kapitaal. Beklaagde Deumers erkent de schuld en beloofd die op de verschijndag van de rente te voldoen en protesteert daarom tegen de kosten, en verzoekt schadeloos gesteld te worden en absolutie.

* 1654, 27-2: ORA Enschede SG.025.220: Berent Paeschen bespreekt Jorrien Stroijnck voor fl 1080,- ad computum, per reste van meerder, procederende van twee verkochte 'thiendens', onder protest van schade en kosten, geleden en nog te lijden. Beklaagde vraagt 14 dagen respijt.

* 1654, 13-3: ORA Enschede SG.025.226: Berent Paeschen doet het verwin op de panden van Jorrien Stroijnck, luidt de aanspraak.

* 1654, 9-10: ORA Enschede SG.025.264: Jorrijen Stroijnck exhibeert aanspraak op Hendr: Besselinck, concludeert en eist als daarbij. Besselinck vraagt kopie en zes weken respijt.

* 1654, 20-11: ORA Enschede SG.025.28: Hindrick Besselinck exhibeert in termino sine exceptie op en tegens Jorris/Jorrien Stroinck, concluderende en verzoekt als daar bij, met eis van kosten. Jorrijen Stroijnckt verzoekt kopie en tijd van 4 weken.

* 1654, 11-12: ORA Enschede SG.025.289: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Berent Roters voor 18 daler min 10 stuivers kapitaal, volgens de beklaagde volgens annotatie in zijn zaliger vaders boek ervindlijk plus een jaar verlopen interest.

* 1654, 12-12: ORA Enschede LG.040.008: Burg: Jorrien Stroijnck bespreekt Egbert Anninck voor 20 daler, die deze voor Gerrit Wissinck heeft aangenomen te betalen, onder protest van kosten.

* 1655, 8-1: ORA Enschede SG.025.291: Jurrien Stroijnck verzocht tegen Hedr: Besselinck vier weken extra respijt aut interim. (292) Idem Stroijnck doet het verwin op Berent Rooters panden. luijt anspraecke (15-1: opbading)

* 1655, 9-1: ORA Enschede LG.040.008v: Burgemeester Jurrien Stroijnck doet het verwin op Egbert Anninck, luid aanspraak.

* 1655, 13-2: ORA Enschede LG.040.018v: Burgemeester Jorrien Sproijnck bespreekt Cuijper Jan voor schuld ad salvum computum

* 1655, 3-4: ORA Enschede LG.040.027: Gerrit Cost, uit naam van Jurrien Stroijnck, bespreekt Lutke Wagelaer voor fl 45,- op grond van een vertoonde obligatie, onder protest van kosten en interest; idem doet opbading aan Geert Ooldericks panden, luijt voorgaande procedure.

* 1655, 24-4: ORA Enschede LG.040.027v: Geert jonge Wolterinck, geassist met Ludov: Wagelaer, bespreekt d'olde Wolterincksche voor redemptie van alzodanige aangenomen borchtael als comparant voor de beklaagde ter goeder rekening bij Jorrien Stroijnck als anders, aangenomen heeft , verzocht daarover ineischinge et si non compareat, contumaciam. (028) Jorrijen Stroijnck bespreekt Hendr: Lubberts voor schuld ter goeder rekening; idem doet het verwin op de panden van Cuijper Jan te Drijne, luid de aanspraak.

* 1655, 1-5: ORA Enschede LG.040.028v: Jorrijen Stroijnck doet na de aanpanding nu opbading en wordt op verzoek geëigend aan Cuijper Jans panden, luid voorgaande procedure.

* 1655, 11-9: ORA Enschede LG.040.041v: Jorrijen Stroijnck bespreekt de navolgende voor schuld tot rekening: Hendr: Konninck, Hendr: Meijer, Jonge Bouwmr: te Drijne ende Jan ter Morsch

* 1655, 18-9: ORA Enschede LG.040.043: Garrit Cost nomine Jorrien Stroijnck doet het verwin op jonge Wolterinck, luid aanspraak, als ook Hendr: Konninck.

* 1656, 14-1: ORA Enschede SG.025.359: Gerrit Cost bespreekt Jorrien Stroinck voor fl 40,- hem volgens ...handt voor Laurense van Weersel beloofd, alles met eis van kosten en interest. Beklaagde verzocht 14 dagen respijt. (28-1-1656: Cost doet het verwin op Jorrien Stroijnck) Idem bespreeckt Wilmken Stroinck voor fl 54,-.

* 1656, 25-2: ORA Enschede SG.025.373: Namen der zes burgemeesteren, zo op Petri onlangs geleden zijn geëlegeert: Joan Cost, Herman Menckmaeth, Joan Becker, Eberw: Palthe, Jorrien Stroijnck, Berent Thijesinck.

* 1656, 17-3: ORA Enschede SG.025.379: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet opbading aan de panden van Hendr: te Wagelaer voor verschenen interesse ad computum , onder protest van kosten

* 1656, 21-4: ORA Enschede SG.025.384: Martijn Rutbeecke bespreekt Burgemeester Jorrien Stroijnck voor fl 55,- kapitaal en verlopen interest. Contumax.

* 1656, 28-4: ORA Enschede SG.025.385: Martijn Rutbeecke doet opbading aan Burgemeester Jorrien Stroijncks panden, conform voorgaande procedure. Beklaagde Stroijnck, purgerende zijn contumacie, zegt dat hij Rutbeecke pas op Michaëli aanstaande de rente schuldig te zijn, en vraagt daarom vergoeding van zijn kosten en vrijspraak (absolutie) van de eis.

* 1656, 29-4: ORA Enschede LG.040.085v: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet opbade aan de panden van Hendr: Lubberts, luijt voorgaande procedure. Idem renoveert zijn recht tegen Cuijper Jan

* 1656, 5-5: ORA Enschede SG.025.389: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Albert Stroijnck voor fl 100,- kapitaal, die de beklaagde op mei vrijwillig heeft beloofd te betalen , onder protest van interesse en kosten. Beklaagde vraagt 14 dagen respijt. (390) Burgemeester Jorrien Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan Jan te Wagelaers panden, luijt etc; Idem bespreekt Hendr: Besselinck voor fl 14:17:0 , die de beklaagde volgens akkoord aannam te betalen

* 1656, 12-5: ORA Enschede SG.025.391: Stroijnck doet opbading aan Besselincks panden 9-6: Stroijnck verkoopt een Holten Tellior afgepandet Henr: Besselinck, voor 4 penningen). Lauwrens Laersonder bespreekt Jorrien Stroijnck voor 4,5 schepel rogge, die de beklaagde voor zijn eigen schuld voor Egb: Luijckassen heeft aangenomen te betalen. Beklaagde verzocht 14 dagen. (13-5: d'upganck (Laurens Laersonder) doet het verwin op Stroijncks panden; 2-6: Laersonder doet het verwin op Stroijnck)

* 1656, 23-6: ORA Enschede SG.025.397: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet het verwin op Albert Stroijncks panden, luijt voorgaande aanspraak. (30-6: Opbade; 8-9: aaneisch:; 25-11: burgemeester verkoopt een houten lepen van Alb Stroijnck voor 2 penningen; 1-12: burgemeester Jorrien Stroijnck verkocht alle innige des huizes item bestialen als anders, Albert Stroijnck rechtmatig afgepanded, ingezet op fl 60,-, blijft koper losse)

* 1656, 24-6: ORA Enschede LG.040.095v: Burgemeester Jorrien Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan Hendr: Lubberts panden, luid voorgaande procedure; Idem Stroijnck bespreekt Geert Wolterinck voor fl 55,- ende 3. voor reisen, waarvoor beklaagde zich als borg en principaal schuldenaar heeft ingelaten, blijkens een vertoonde obligatie, idem voor ongeveer fl 18,- beklaagde zelf concernerende, alles onder protest van kosten en interest.

* 1656, 1-7: ORA Enschede LG.040.097: Jorrien Stroijnck doet het verwin op de panden van Jonge Wolterinck, luid de aanspraak.

* 1656, 8-9: ORA Enschede SG.025.398c: Burgemeester Stroijnck bespreekt Jenneke ten Weemhoff voor schuld ad salvum computum

* 1656, 15-9: ORA Enschede SG.025.400: Jaspar Besselinck bespreeckt Jorrien Stroijnck voor fl 7,- arbeidsloon.

* 1656, 4-11: ORA Enschede LG.040.110v: Burgemeester Jorrien Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan de panden van Geert Wolterinck, luid voorgaande procedure

* 1656, 11-11: ORA Enschede LG.040.111: Burge,meester Jorrien Stroijnck bespreekt de jonge Bouwm.. voor 15 daler berekende schuld; idem, doet opbade aan de panden van Hendr: Konninck voor fl 7,- wegens geborgd weit

* 1656, 19-11: ORA Enschede LG.040.112v: Burgemeester Stroijnck doet verwin op de Bouwmeisters panden, luid voorgaande aanspraak.

* 1656, 1-12: ORA Enschede SG.025.421: Burgemeester Stroijnck bespreekt Albert Stroinck voor een somma van fl 100,- met interesse ad computum.

* 1657, 28-4: ORA Enschede LG.040.146: Burgemeester Stroijnck renoveert zijn recht tegen Cuijper Jan te Drijne.

* 1657, 7-12: ORA Enschede SG.025.499: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet opbading aan de panden van Albert Stroijnck voor 10 daler verlopen interest

* 1658, 10-1: ORA Enschede SG.025.501: Burgemeester Jorrien Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan de panden van Alb: Stroijnck, luid voorgaande procedure

* 1658, 1-2: ORA Enschede SG.025.509: Klaes Linthuijs bespreekt burgemeester Jorrien Stroijnck voor fl 6,5 rijksdaler en 6 glt: vanwege een verkocht varken. Beklaagde vraagt 14 dagen respijt.

* 1658, 22-6: ORA Enschede LG.040.224: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Jan Amelinck voor fl 35:6:- berekende schuld onder protest van kosten.

* 1658, 28-6: ORA Enschede SG.025.537: Jorrien Stroijnck bespreekt Berent Paschen voor fl 3,- ter goeder reckening. Beklaagde vraagt 14 dagen respijt

* 1658, 6-7: ORA Enschede LG.040.228: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet aanpanding aan de panden van Amelinck, luid voorgaande procedure. (12-10-58: Stroink doet op baden)

* 1658, 18-10: ORA Enschede LG.040.247v: Burgemeester Jorrien Stroijnck bespreekt Geerlich Spolminck voor fl 29 verlopen interesse en voor restitutie van de 50e penningen en voor 13 schepel tient-weit onder protest van kosten

* 1658, 1-11: ORA Enschede SG.025.556: Jorrien Stroijnck exhibeert bericht, dat hij ook al op vrijdag 20 okt heeft willen afgeven bij burgemeester Jan Cost, maar omdat er vorige week geen rechtsdag is geweest, kon hij niet eerder dan vandaag de zaak voor-brengen op en tegen Ludov: Wagelaer, maar concludeert als bij de beschuldiging.

* 1658, 1-11: Stadsarchief Enschede ORA Enschede processtukken Stad 73-65: zeer lijvig dossier (geheel als pdf te downloaden van de website van het stadsarchief). Het start met het bericht dat Jorrien Stroijnck ten huize van burgemeester Joan Cost, zijn antwoord heeft gegeven op de eis van zijn zwager Ludovicus Wagelaer. Dat betreft een geschil tussen de twee buren over een brouwhuis dat Stroink gebouwd heeft ("uith luitter frivolen picanticheijt") en waar Wagelaer wegens waterafvoer lekkage en veel last van heeft. Stroink zegt dat Wagelaer wel een halve voet over de erfgrens op zijn erf een kamer heeft gebouwd, waardoor gevel, windveren en afwatering op Stroinks grond valt. Het staat iedereen vrij om op zijn grond te bouwen, ook als daarmee wat licht wordt weggenomen bij de buren en Stroink heeft niet uit "pijcquantigheijt" gebouwd, maar omdat hij het nodig had. Op 31 januari 1659 eist Ludovicus Wagelaer, als mombaer van de voorkinderen van Jurrien Stroijnck inzage in de staat en inventaris van de erfenis van de overleden moeder van zijn pupillen. Stroink vraagt per filiam dus via zijn zoon 14 dagen respijt (dat betekent dat zijn zoon al volwassen is). De verweerder (Stroink dus) noemt zich ergens in de stukken 'een brouwer en herbergier', zodat hij het brouwhuis in zijn tuin echt nodig heeft.

* 1658, 2-11: ORA Enschede LG.040.252: Burgemeester Stroijnck doet het verwin op de panden van Spoominck, volgens de aanspraak. (op 16-11: aanpanding op de panden van Gerlich Spolminck)

* 1658, 29-11: ORA Enschede SG.025.572: Jorrien Stroijnck bespreekt Hendr: te Wagelaer voor schuld et salvum computum

* 1659, 10-1: ORA Enschede SG.025.577: Jorrien Stroijnck doet opbading aan de panden van Henr: te Wageler; idem doet opbading aan de panden van Alb[ert] Stroijnck voor verlopen rente ad computum

* 1659, 17-1: ORA Enschede SG.025.580: Ludov: Wagelaer nomine proprio exhibeert repliek op en tegen Jurrien Stroijnck , concludeert en verzocht als daar bij, met verzoek van ineischinge en si non comparuit, contumaciam.

* 1659, 31-1: ORA Enschede SG.025.589: Ludov: Wagelaer eens nomino proprio bespreekt Jorrien Stroijnck voor schult ad salvum computum cum interesse, anders als mombaer over desselffs voorkinderen omme aan hem te leveren eene beëdeden staet ende inventaris van alle derselver pupillen sal:s moeders naergelaetene erffenisse gelijck dieselve op den sterffdach bevonden ende consequentel: daer over tot prestatie van behoorlijcke scheijdinge ende deilinge, repeterende voorts de exhibitie van alsulcken ge.. bericht als dieselve binnen termijns voor deesen teegens hem ingedient, versocht onder protest van interesse ende kosten ineischonge et si non compareat contumaciam. Verw: versocht per filiam 14 dagen tijdt.

* 1659, 14-2: ORA Enschede SG.025.596: Jorrien Stroijnck exhibeert in termino tegen Lud: Wagelaer dupliek, concludeert en verzoekts als daarbij. (...) Lud:s Wagelaer vorzocht van Stroinks dupliek een kopie en tijd van vier weken, en over de rest van de aanklacht van 14 dagen geleden wil hij een uitspraak aangezien Stroink daarop niet heeft gereageerd. Decreet: omdat Stroijnck, hoewel aanwezig, op die beschuldigingen niet heeft willen tekenen of handelen wordt het verzoek, conform Stadsrecht, gehonoreerd.

* 1659, 21-2: ORA Enschede SG.025.598: Den eersten Martijn tot burgemeester verkozen: Joan Cost senior, Everw: Palthe, Jorrien Stroijnck, Berent Thijesinck, Henr: Derckinck, Engelbert ten Thije.

* 1659, 14-3: ORA Enschede SG.025.602: Ludo:s Wagelaer exhibeert tripliek tegen burgemeester Jurrian Stroijnck en concludeert als daar bij. Burgemeester Jurrian Stroijnck verzocht kopie en respijt tot de eerste rechtsdag na de paasvakantie. (ferias Paschatis) (603) Burgemeester Jurrian Stroijnck bespreekt Jan Steinfurts voor een R.daler geleend geld , wordt opbade gemeend.

* 1659, 18-4: ORA Enschede SG.025.605: Burgemeester Stroijnck vraagt tegen Lud: Wagelaer 14 dagen extra tijd.

* 1659, 25-4: ORA Enschede SG.025.608: Burgemeester Jorrien Stroijnck wordt op verzoek geëigend aan Albert Stroijnck en Jan Steinfurts, luid voorgaande procedure

* 1659, 2-5: ORA Enschede SG.025.609: Burgemeester Jorrien Stroijnck exhibeert quadrupliek op en tegen Ludovicus Wagelaer, concludeert en verzocht als daar bij.

* 1659, 10-5: ORA Enschede LG.040.289v: Burgemeester Jorrien Stroijnck doet het verwin op Henr: Spraekel, luidt etc. (aanpanding op 31 mei)

* 1659, 4-7: ORA Enschede SG.025.620: burgemeester Jurrian Stroijnck verkocht een houten lepel, van Albert Stroijnck afgepand, ingezet op twee penningen. Blijft koper losse.

* 1659, 6-9: ORA Enschede LG.040.304v: Burgemeester Jurrian Stroijnck bespreekt Jacob Fijckerinck voor 300 voedten latten <?> en twee spaergen <?>, voorts voor schuld ad computum, protesterende voor kosten en interecht. (verwin op Fijckerinck op 13-9, aanpanding 20-9) Idem doet opbading aan Geerlich Spolminck, luidt voorgaande procedure

* 1659, 17-10: ORA EnschedeLG.040.316b: (op scan 316v): Burgemeester Jurrian Stroijnck verkocht tweederde van het gewas van de Raben-bree, afgepand van zijn huur-man Henr: Spraekel, ingezet op 9 Car. glds. Blijft koper losse.

* 1659, 1-11: ORA Enschede LG.040.318v: Burgemeester Jurrian Stroijnck bespreekt Olde Amelinck voor schuld tot rekening

* 1659, 7-11: ORA Enschede SG.025.647: Luds: Wagelaer zegt niet te bevinden dat Jorrien Stroijnck noch in termina purga aut interim noch daarna, tot nogtoe, zich van zijn jungst begangene contumacie gerichtelijk nog debite heeft gepurgeerd. Deshalven comparant verzoekt dat de gecontumacieerde volgens landsrecht (part 1ma art 12 ende 2 do, van zijn hebbende declinatoire en dilatroire exceptien versteecken zijnde, alsnog op dato dezes tegen de vier weekse dag mogen worden geciteerd om de onlangs door de comparant ten protocolle uitgebrachte eis en aanspraak aan te horen, met eis van kosten.

* 1659, 10-11: ORA Enschede SG.001.312: Tenor Contractus in zaken Lud: Wagelaer eens, en burgemeester Jurriaen Stroijncks anderdeels. De kwestie van deze twee partijen, nopende de timmeragie van hunne kaemers en brouwhuijs 't eindens hare huizen, is door tussnkomst van de heer Lect: Hulst, het navolgende overeengekomen: (1) dat Stroijnck zal gedogen dat Wagelaer, bij tijden van reparatie, Stroinks kamer, grond of dak mogen gebruiken, mits dat Wagelaer alle eventuele schade vergoedt of herstelt. (2) Dat Stroijnck ervoor zorgt dat de muur van Wagelaer, naast diens bedstee, door watergieting en regen onbeschadigd blijft door het met een wand, muur of plankl af te scheiden, terwij tussen de beide huizen een ruimte blijft van tenminste drie vingers breed. (3) Stroijnck moet zijn dakpannen zo ver terugtrekken, dat de druk ervan niet meer de windveren van Wagelaer kan beschadigen (4) tenslotte is bepaald dat Stroink geen dakgoot mag leggen onder zijn pannen naast het eind van Wagelaers kamers. Deze afspraak is indertekend, in verschillende hand, door Wagelaer, Stroijnck en alle andere burgemeesters.

* 1659, 22-11: ORA Enschede LG.040.324v: Jan Amelink, optredend voor Geesje, zijn vrouw, is burgemeester Jurrian Stroijnck fl 32:11:- schuldig, dat hij belooft terug te betalen voor het maaien van de rogge in de zomer, met als onderpand de rogge die staat op het andere stuk in de binnen esch naast Bouwhuijslant, die Stroijnck zal mogen afmaaien indien de betaling achterwege blijft.

* 1660, 10-1: ORA Enschede LG.040.332vo: Burgemeester Henrick Leusinck heeft verzocht dat de procedure die burgemeester Jurrian Stroijnck voor indemniteit van zijn borchtal voert ter vermijding van kosten en ongelegenheid, nu in surceance en in statu zal blijven, en daarbij belooft hij dat hij Stroink en zijn borg voor 2 April kost- en schadeloos zal maken, zowel van de rente op de penningen die nu op het stadhuis vruchteloos berusten als van de schade en kosten die de borg (te goeder trouw handelende op onmiddellijk antwoord op Leusinks verzoek) eventueel nog zal komen te lijden, met als onderpand alle telhoopen (?) en het beuken- en eikenhout dat op 2 april gehouwen en ongehouwen op zijn grond staat. (akte 331B:) Post dato is burgemeester Leusinck gecompareert en verklaard dat bij onverhopelijke niet-betalinge de gemelde Stroink de onroerende goederen absoluut mag verkopen, zonder dat Leusink een beroep kan doen op zijn Landrecht een 2-jarige losse te hebben, en hij belooft dat deze realisatie en inwilliging door zijn huisvrouw voor de Magistraat van Delden zal worden geratificeerd.

* 1660, 27-2: ORA Enschede SG.026.024: Namen der 6 geëlegeerde burgemeesters, op Petri beslooten: Joan Cost senior, Everw: Palthe, Jurrian Stroijnck, Berent Thijesinck, Hendr: Derckinck, Engelbert ten Thije.

* 1660, 12-3: ORA Enschede SG.026.028: Burgemeester Jurrian Stroijnck doet opbading aan de panden van Jan ter Poll voor verschenen rente ad computum (opbading 12 maart)

* 1660, 2-4: ORA Enschede SG.026.031: Burgemeester Jurrian Stroijnck bespreekt Lud: Wagelaer voor restitutie van een onderslaegs post, tien dakschoten, enige vierdel-vaten en halve tonnen waarvan het aantal door Wagelaers vroegere maagd Aele kan worden onthuld, onder protest van kosten. Ex adverso zegt Wagelaer dat hij Stroijnck vandaag het eerst voor het gerecht heeft gedaagd, en het rechtboek zegt dat dan de tegenpartij niet op dezelfde dag óók een rechtszaak gtegen de uitdager mag voeren. Stroijnck zegt: dan kom ik toch over een week terug?

* 1661, 25-2: ORA Enschede SG.026.099: Namen der 6 burgemeesters, door de heer Lantdrost Raesfelt op Petri lestleden gekozen: Joan Cost senior, Everw: Palthe, Jurrian Stroijnck, Berent Thijesinck, Hendr: Derckinck, Engelbert ten Thije.

* 1662, 13-1: ORA Enschede SG.026.157: Burgemeester Jurrian Stroijnck bespreekt Jan te Wagelaer voor ongeveer fl 83,50 ter goeder rekening onder protest van kosten

* 1662, 27-1: ORA Enschede SG.026.163: Burgemeester Jurrian Stroijnck doet het verwin op de panden van Hendr: en Jan ten Waegeler

* 1662, 3-2: ORA Enschede SG.026.164: Burgemeester Jurrian Stroijnck doet opbading aan de panden van Jan te Wageler, luid voorgaande procedure. (op 24-2 verkoopt hij een houten lepel van Jan te Wagelaer voor 2 penningen; op 3 maart verkoopt Stroijnck de melioratie van een stuk land op de Hoorne rechtmatig van Jan te Wagelaer afgepand, voor fl 85:-)

* 1662, 13-8: ORA Enschede LG.040.335A: Burgemeester, Schepenen en Raed van Delden certificeren dat voor ons gecompareerd is Henr: Loesinck, old burgemeester alhier met zijn huisvrouw, die verklaart dat burgemeester Jorien Stroinck wegens borgtocht, ter garantie geprocedeert wegens zekere hout-koop op een harer erven in 't gericht Enschede gelegen, machtigt de Advocaat Casper Heisen om de genoemde Stroinck in zodanig postuur van proces te stellen als hij als vervolg op het arrest eindelijk had kunnen verkrijgen, terwijlo hij deze schuld zowel in als buiten rechte altijd heeft erkend. Getekend en gezegld door de magistraat van Delden.

* 1663, 12-1: ORA Enschede SG.026.244: Ludo:s Wagelaer doet opbading op de panden van burgemeester Jorrian Stroijnck voor fl 23:12:- neffens hetgeen wijders bij moderatie voor de heer Landdrost dd 17-12-1662 is uitgesproken en hier in origineel vertoond, met nog fl 2:- daarnaast voor de uitspraak, onder protest van kosten.

* 1664, 16-5: ORA Enschede SG.026.415: Burgemeester Stroijnck bespreekt Hendr: Breuckinck voor schuld tot rekening. (opbading 13 juni; geëigend 27-6; op 11 juli verkoopt hij een houten telloir van Breuckinck; op 12 september verkoopt Stroink een koperen pot, een aker en 7 tinnen schotelen te samen voor 7 gulden, Hendr: Beruckinck afgepand)

* 1664, 7-11: ORA Enschede SG.057.076: Burgemeester Stroijnck doet opbading aan de panden van Lucas Geertsz Becker voor verschenen rente. (geëigend op 14 nov

* 1665, 23-1: ORA Enschede SG.027.008: Burgemeester Stroijnck verkoopt een duit in plaats van een klein pand, van Lucas Geertsen Becker afgepand, volgens verworven recht. Wordt op gelijke waarde ingezet, blijft koper losse.

* 1665, 21-2: ORA Enschede LG.041.007: Burgemeester Stroijnck doet aanpanding aan de panden van Olde Spolminck, luid voorgaande procedure

* 1665, 13-6: ORA Enschede LG.041.064: Burgemeester Stroijnck verkoop al het aanwezige winter en zomer koren gewas , vlas, beesten en meubilia , conform verworven recht, van Olde Spolminck afgepand, te samen ingezet op fl 50:-, blijft koper losse.

* 1665, 16-10: ORA Enschede SG.027.109: Jorrien Stroinck doet opbading op de panden van Lucas Gerritsen Becker voor verlopen renten van 5 daler vesrchenen op Martini 1664, nog 5 daler verschenen op Vastelafent 1665 en nog 1 daler pensioen verschenen op Jacobi 1665, onder protest van kosten en intrest.

* 1665, 30-10: ORA Enschede SG.027.113: Burgemeester Jorrien Stroinck wordt op zijn verzoek en ingevolge voorgaande procedure geëigend aan de panden van Lucasz Beckers

* 1666, 11-2: ORA Enschede SG.027.118: Berent Roters, mede uit naam van zijn onmondige kinderen waarvoor ook Tonnisz Copenegbers als momber optreedt, verkoopt aan de edele en eerzame burgemeester Jorrien Stroinck, zijn huisvrouw en efrfgenamen zijn vrij eigendommelijke Brinck-gaerden, gelegen tussen Berent Paschens gaarden en de Mollensteeg, terzijde van Jorrien Helmichs en Laurense Janssens gaarden

* 1666, 18-6: ORA Enschede SG.027.121: Burgemeester Stroijnck verkocht een houten lepel, rechtmatig afgepand van Lucas Geertsz Becker, wordt ingezet op twee penningen, blijft koper losse.

* 1666, 3-7: ORA Enschede LG.041.117: Burgemeester Stroijnck renoveert zijn recht tegen Olde Spolminck en Joan Bellers

* 1667, 10-6: ORA Enschede SG.027.204: Burgemeester Stroijnck doet opbadinge aan de panden van Lucas Geertsz Becker vanwege 7 dalaer verlopen rente, met beding van kosten en rente.

* 1667, 19-11: ORA Enschede LG.041.307: Burgemeester Jurrien Stroijnck bespreekt Geerlich Spolminck voor 500 daler kapitaal en ook voor ongeveer 500 daler boekschuld ad computum alles onder protest van kosten en rente.

* 1667, 3-12: ORA Enschede LG.041.319: Jurrian Stroijnck doet het verwin op de panden van Geerlich Spelminck, conform vorige procedure.

* 1668, 9-7: ORA Enschede LG.060,129: Jur: Stroink doet op grond van de pandinge van 14 dagen geleden opbading aan alle meubile goederen van de weduwe van Barent Tiggelaar, met het verzoek om dit binnen 14 dagen met geld of recht af te handelen.

* 1669, 13(?)-9: ORA Enschede SG.027.387 (= pag. 389): Burgemeester Stroijnck bespreekt Engbert Geertsz ter Welle voor schuld ad salvum computum

* 1669, 3-10: ORA Enschede SG.027.394: Burgemeester Stroijnck verkocht een houten lepel, rechtmatig afgepand van Lucas Geertsz Becker, wordt ingezet op twee penningen, blijft koper losse.

* 1670, 1-2: ORA Enschede LG.041.607 (= pag. 601): Burgemeester Stroijnck doet het verwin op Derck Rutbeeks panden

* 1670, 14-3: ORA Enschede SG.027.432: Burgemeester Stroijnck bespreekt Lucas Geertsz Becker voor 200 daler kapitaal en jaar interest, respectievelijk op Martini en Vastelavent verschreven geweest

* 1670, 21-3: ORA Enschede SG.027.435: Burgemeester Stroijnck doet opbading aan Lucas Geertsz Beckers panden, luid voorgaande procedure.

* 1670, 18-4: ORA Enschede SG.027.436: Burgemeester Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan Lucas Geertsz Beckers panden, luid voorgaande procedure.

* 1670, 25-4: ORA Enschede SG.027.442: Burgemeester Stroijnck verkocht een doijt in plaats van een klein pand, rechtmatig afgepand van Lucas Geertszen Becker, wordt op gelijke waarde ingezet, blijft koper losse.

* 1670, 2-5: ORA Enschede SG.027.444: Burgemeester Stroijnck verkoopt het huis waar zijn crediteur Lucas Geertsen Becker in woont plus al zijn binnen de Wigbolt gelegen gaarden, zijn beesten en meubelen, wordt te samen ingezet op 206 daler, blijft koper losse.

* 1670, 21-6: ORA Enschede LG.041.647 (= pag 641): Jurrijan Stroijnck bespreecket Geert Wolterinck voor 40 dlr: bereeckende ende noch te bereckene schult met protestatie van interesse en kosten.

* 1670, 12-9: ORA Enschede SG.027.467: Burgemeester Stroijnck bespreekt Berent Nijhuijs voor fl 8:13:- berekende schuld, onder protest van rente en kosten

* 1670, 19-9: ORA Enschede SG.027.471: Borgermr Jorrien Stroijnck doet opbaede aan Berent Nijhuijs pande, luit de aanspraak

* 1670, 5-12: ORA Enschede SG.027.492: Burgemeester Stroijnck bespreekt David Schouwinck voor schuld tot rekening onder protest van rente en kosten

* 1670, ORA Enschede LG.041.669 (= pag 663) NIET OP SCAN

* 1671, 6-3: ORA Enschede SG.001.405: Metken Odinck, weduwe van Berent Paeschen met Johannes Cost en Jan van Lochem als mombaren over de kinderen van wijlen Berent Paeschen, en Hendrick Paeschen voor zichzelf en namens zijn absente zwagers, verkoopt een gaerden aan den edelen Borgermr. Jurrien Stroink en zijnen erffgenaemen

* 1671, 9-10: ORA Enschede SG.026.006: betreft de ingewikkelde verdeling van een erfenis en obligatie tussen Gerrit en Jan Bouwhuijs, waar de magistraat aan te pas moest komen. Mede ondertekend door Jurijan Stroijnck.

* 1671, 13-11: ORA Enschede SG.027.572: Burgemeester Stroijnck bespreekt Herman Lefferinck, Herman Pott en Hendr: Muller voor 105 daler, uit kracht van obligatie dd 18-7-1671 onder protest van kosten etc. Naderhand 14 dagen verzocht. (27-11 het verwin, 4 december opbadinge, 8 januari '72 geëigend, 15 januari 3 doijten verkocht)

* 1672, 19-2: ORA Enschede SG.027.591: Burgemeester Stroijnck verkocht alle meubile en immeubile panden rechtmatig afgepandet van Hendr: Muller, Herman Leferinck en Herman Pott

* 1672, 29-4: ORA Enschede SG.027.608: Burgemeester Stroinck doet opbading aan Lucas Gerritsz Becker vanwege een rente van 5 daler, verlopen op fastleavent, met rente en kosten.

* 1674, 5-10: ORA Enschede SG.028.001: Jorrien Stroijnck doet na gedane wete opbadinge aan Lucas Gerritsen Beckers pande om betaling te hebben van drie jaar interesse van 't jaar 1672, 73 en 74 op vastelavond verleden verschenen, jaarlijks ad 5 daler, met protestatie van kosten en interesse

* 1674, 19-10: ORA Enschede SG.028.010: Borgemr: Jorrien Stroijnck wort na gedaene opbadinge op zijn verzoek geëigend aan Lucas Gertsen Beckers panden, luit voorgaande procedure.

* 1674, 26-10: ORA Enschede SG.028.014: Jan ten Gorthuijs per Hendrick Becker bespreekt Jurrian Stroijnck voor fl 500,- met verlopen rente op grond van een obligatie waarvan een kopie is vertoond. De gedaagde verzocht 14 dagen respijt. Jurrien Stroijnck verkocht in plaats van een klein pand een duit (doijt), rechtmatig van Lucas Geertsen Becker afgepand, wordt op gelijke waarde ingezet.

* 1674, 2-11: ORA Enschede SG.028.015: Jurrian Stroijnck verkocht twee koenen en een (016) sterckjen, rechtmatig Lucas Geertsen Becker afgepand, wordt ingezet op 18 daler, blijft koper losse.

* 1674, 9-11: ORA Enschede SG.028.024: Jan ten Oorthuis per Hendrick Becker doet het verwin op Jorrien Stroijncks panden. luid anspraak

* 1675, 3-5: ORA Enschede SG.028.072: Burgemeester Jorjen Stroijnck bespreekt jonkheer Loen om betaling te hebben van de penningen die hij aan de provisoren voor hem heeft voorgeschoten voor zijn crediteur Jan Waerninck en de rente van dien

* 1675, 21-6: ORA Enschede SG.028.089: Burgemeester Jorrjen Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan de panden van Jonker Loon zijn panden, luit voorgaande procedure.

* 1675, 8-11: ORA Enschede SG.028.124: Burgemeester Stroijnck doet na gedane wete opbading aan Herman Segelinck wegens geleend geld en anders. (op 15-11: geëigend, )

* 1676, 31-1: ORA Enschede SG.001.430: Hendrick Becker, op 11-1-1675 gevolmachtigde van Hermken Lentferinck, destijds geassisteerd door haar zoon Gerrit Grevinck verkoopt aan Jorrien Stroijnck en zijn erfgenamen een gaerden, gelegen tussen de gaardens van Gerrit Nijhoff en de weduwe Leffert Laersonder, van de stadsstraat tot de stadshaag. [deze gaarden blijkt volgens akte van 26-2-1677 (SG.028.274 en 275) verkocht te zijn zonder de overige erfgenamen daarin te kennen, aldus Hendrik Boesewinckel]

* 1676, 25-2: ORA Enschede SG.028.378: Burgemeester Stroijnck bespreekt Lucas Gertsen Becker voor terugbetaling van 100 daler, blijkens een obligatie, en 26 daler interest die op vastelavond 1676 betaald had moeten zijn.

* 1676, 5-9: ORA Enschede LG.042.004: Burgemeester Stroijnck doet aanpanding aan Geert Wolterincks panden voor fl 40,- ad salvum computum

* 1676, 12-9: ORA Enschede LG.042.011: Burgemeester Stroijnck opbading aan Gert Wolterincks panden

* 1676, 7-11: ORA Enschede LG.042.048: Burgemeester Stroijnck buijtet op de inhoud van het huis en de bestialen van Gert Wolterinck , wordt ingezet op fl 100:-, blijft koper losse.

* 1677, 8-1: ORA Enschede SG.028.237: Burgemeester Stroijnck bespreekt Hendr: Breuckinck voor fl 4:4:- boekschuld

* 1677, 22-1: ORA Enschede SG.057.159: Jurijan Stroinck doet het verwin op Hinderick Broeckinck pande, luit voorgaande aanspraak

* 1677, 29-1: ORA Enschede SG.057.165: Jurijan Stroinck doet obbadinge op Hinderick Brinckinck pande, luit voergaande proceduire

* 1677, 12-2: ORA Enschede SG.028.260: Burgemeester Stroijnck wordt op zijn verzoek geëigend aan Hendr: Breuckincks panden

* 1677, 16-10: ORA Enschede LG.042.184: Burgemeester Jorrjen Stroijnck renoveert zijn verkregen recht jegens Wolterinck in Drijne.

* 1677, 29-10: ORA Enschede SG.028.347: Burgemeester Stroijnck doet aanpanding en opbading aan Poll Berent zijn panden voor een lening van fl 3:3:-.

* 1677, 5-11: ORA Enschede SG.028.352: Burgemeester Stroijnck bespreekt Gerrit Cost junior om vergoeding te hebben van schade, pijn en meesterloon ontstaan door het slaan met een schuppe op 16 februari van dit jaar bij het scheiden van Peter Grevinck en Mrh: Joost, 't welck hij onder ede niet zal durven ontkennen. Stroijnck zegt met een schadeloosstelling van fl 25,- tevreden te zijn. Gedaagde verzocht kopie en tijd van 6 weken.

* 1677, 6-11: ORA Enschede LG.042.194: Burgemeester Stroijnck doet op grond van het op 6-11-1676 verworven verwin aanpanding aan de panden van Velt Hendrick. (op 20-11: opbading)

* 1678, 15-4: ORA Enschede SG.028-392: Jurijan Stroinck doet anegijnge op de panden van Luickes Gertsen Becker luit voergaende procedeur

* 1678, 22-4: ORA EnschedeSG.028.393: Jurijan Stroinck buitet op enen olden Isseren schuimer in plaets van an cleijn pandt van Luikes Gertsen Becker afgepandet wordt van Comparant ingesat op gelijcke werdije

* 1679, 26-5: ORA Enschede SG.028.513: Jorrjen Stroijnck zegt dat hij Gerrit Cost jr al op 5-11-1677 voor het gerecht om een schadevergoeding heeft gevraagd van fl 25,- vanwege het slaan met een 'schuppe', waarop de gedaagde 6 weken de tijd heeft genomen. Op 17 december 1677 heeft hij opnieuw zes weken de tijd genomen, die hem door Stroink is vergund omdat hij ervan uit ging dat Cost zich als mede burger zou gedragen. Maar omdat hij tot op heden in gebreke is gebleven moet Stroink wel rechtsmiddelen aanwenden. Daarom verklaart Stroink nu opnieuw dat Gerrit Cost jr. hem op 16 februari 1677 met een schuppe heeft geslagen en geladiert in het scheiden van Peter Grevinck en meister Joost - een daad die Cost onder ede niet zal durven ontkennen, en dat hij ter vergoeding van geleden schade en onkosten fl 25,- van hem eist. (515) Gedaagde Cost met zijn schoonvader Luds. Wagelaer als assistent vraagt om uitstel van zes weken in de heden tegen hem aangevoerde zaak door Brmr: Jorrjen Stroink

* 1679, 7-7: ORA Enschede SG.028.541: Gerrit Cost jr. vraagt uitstel van 6 weken tegen Jorrien Stroinck, waarvan de tegenpartij is gedenuntieerd en geconsenteerd

* 1679, 8-9: ORA Enschede SG.028.546: Gerrit Cost vraagt uitstel van 6 weken in de zaak tegen Jorrjen Stroijnck omdat hij over het vervolg van de procedure moet spreken met 'hooger overicheijt' en dat is nog niet gelukt. (550) Jorrjen Stroijnck maakt daar bezwaar tegen omdat Cost al geruime tijd heeft gehad, en omdat de eis lager is dan fl 25:-. Gerrit Cost junior zegt dat hem die tijd moet worden toegestaan omdat de Drost van Twenthe nu onpasselijk is en niemand bij hem op audientie kan komen. De rechtbank beslist dat Cost 14 dagen extra tijd krijgt.

* 1680, 12-10: ORA Enschede LG.042.588: Burgemeester Stroijnck doet na citatie aanspraak aan de panden van Rooloff Stroijnck voor fl 23:11:5 berekende schuld.

* 1681, 3-5: ORA Enschede LG.042.656: Burgemeester Stroijnck bespreekt de oude Lucas Beerninck voor fl 27:0:0, onder protest van koste (p. 666: 31-5 aanpanding)

* 1681, 31-5: ORA Enschede LG.042.002a: Burgemeester Jorrien Stroinck doet ingevolge gedane wete van aanpanding nu opbading aan Lucas Beerninck en wordt op zijn verzoek aan zijn panden geëigend, met verzoek van kosten.

* 1682, 5-7: ORA Enschede LG.043.025: Burgemeester Stroijnck bespreekt Goolkatte voor schuld tot rekening, Gert Bouwmeester voor fl 17:- geleverd bier en Albert ten Catte te Tweckelo voor schuld op rekening

* 1682, 17-10: ORA Enschede LG.043.046: Burgemeester Stroijnck doet aanspraak aan Witbreuckts panden voor schuld tot rekening

* 1682, 21-11: ORA Enschede LG.043.060: Jurrjen Stroijnck per filium bespreeckt Fenne ter Sprackel voor omtrent 70 gl heerkomende van graen ende verlopene interessen als anders ad computum versoeckende onder protest van kosten ineischinge et si non s. Contumax s.p. Idem renovert sijn recht op Gert Wolterinck sijn panden.

* 1683, 1-5: ORA Enschede LG.043.102d: Burgemeester Jorrien Stroinck doet, ingevolge voorgaande procedure, aanspraak aan Spraeckel tot Lonniker, Berent toe Witbroecke en Albert ten Cate als erfgenaam van zijn zalige vader

* 1683, 15-5: ORA Enschede LG.043.102b: Burgemeester Jorrien Stroeijnck buijtet op al het zomergewas en vluijs als haver ... (pagina)

* 1683, 12-6: ORA Enschede LG.043.106: Burgemeester Stroijnck wordt geëigend aan de panden van de Spraeckelsche in Lonnicker.

* 1683, 8-10: ORA Enschede SG.001.569: Testament van Jenne, zieke huisvrouw van wijlen Hendrick Helminck, in zijn leven stadsportier, geassisteerd met Jorrjen Stroijnck, haar mombaer in dezen. Zij benoemd haar nicht Effse Schuckinck, die bij haar woont, tot haar universele erfgename.

* 1683, 20-11: ORA Enschede LG.043.106o: burgemeester Stroijnck renoveert zijn verkregen recht op Gert Wolterinck.

* 1684, 27-10: ORA Enschede SG.057.211: Wij, burgemeesters, schepenen en raad neffens de gemeente en geëligeerde mannen, bekennen en belijden mits dezen, hoe dat wij tot profijt der stad gefinieerd hebben van de weduwe en erfgenamen van wijlen Burgemeester Stroijnck de somma van fl 173:10:5 tot betaling van zodanige executiegelden der soldaten, op 5 september door de heer Landdrost tot last der stad afgezonden, onder belofte die geleende som over vier weken terug te betalen met de beloofde rente. (w.g.: Everwin Palthe, Jan Keijlewers, Gerret Kist, Gerret Lasonder, Lucas Becker, Pellegrom Jorrijaen, Ludovicus Wagelaer, Jan van Lochem, Gerrit Becker, Gerrijt Nijhoff, Isack Paschen, Egbert Adams, Jan Loerinck, Wilhelm ten Hofstede, Pelgerum Laesunder, Henderck Teilers, Jan Steenbergh)

* 1685, 17-2: ORA Enschede LG.043.162: Egbert Stroijnck als erfgenaam van wijlen burgemeester Jr: Stroijnck, verzoekt vier weken extra tijd op en tegen Berend ten Broecke.

* 1685, 6-7: ORA Enschede SG.030.393: Gertuid Elferinck arrestante geassissteert met procurator Wagelaer exhibeert in termino als wanneer de gearresteerde wed. wijlen Borgmr: Jorrien Stroinck alhier voor deesen scheependoom geciteert justificathionem veresti cum documento sub A concludeert en versocht als daarbij etc. Compareert Egbert Stroinck qqa: met assisstentie van Albert Waagelaar intervenieerende voor derselver stieffmoder Margareta Mermans ende praesenteert an de onbesonnene Arrestante Gertruidt (394) Elferinck gelijck oock voormaals ende ten allen tijden gedaen te betaelen al haer achterstandige loon soo lange dieselve bij haer ende derselver steiffmooder gedient, neffens de kosten tot gerichtelijcke taxatsie ende moderatie bij de Arrestante nootwendich gedaen, protesteerdende wel expresselijck van gedaene en noch vorder te doene onnoodige kosten preasertim van deese huiden daage<rghe> vermits t selve genooghsaam voor des Arresstanten dictaet dit selve alsoo gepraesenteert bij onverhoopelijcke vordere opositie versocht comparant salvis copiam van 't geene huiden gedaen ende noch vorder mochte gedaen worden den tijdt van 14 dage. Ex adverso nemt pro juditciali confesso an dat de wed: gearressteerde ende gedaagede noch haere praetensie intervenienten teegens haeren ten libel genoomenen eis ende conclusie niets hebben weeten toespreeken dan alleene vrijwilligh gepraesenteert (395) 't geene de Arrestant bij de gedaagede heeft gedient, dat is immers niet anders te verstaen als sij den tijdt waer toe, te weten tot paesgen 1685, heeft was van de gadaagede gehuert heeft konnen ende willen dienen geconsidereert den boodel, door 't affsterven van gedaagedes eheman sal: borg:mr Jorrien Stroinck ende naemaels daer op gevolgede scheijdunge ende deijlunge tusghen de vrou gedaagede ende deese intervenienten is geworden vacante ende sij anleggersche haere bedienunge van Pasghen 1684 nijt alleene tot Martinij Enscheeder marckt weesende omtrent den 16en november eiurdem Anni bij de gedaagede ende der selver intervenienten als wanneer de vader omtrent den 20e Augusti presedentis op Enscheder kermisse inden Heere ontslaapen, maer oock tot den volgenden nijaers avont 1685 naert affscheit van de vrou gedaagede bij de Erfgenaamen in deselve bedenunge gecontinueert als wanneer dese intervenient Egbert met sijnen brooder Hermen Stroinck den boodel gelijckvals verlaatende ende de huishoudunge ten eenen mael was gedissipeert over sulcx tot voltooiunge van 't selve jaer niet als gehuert heefft vermocht te dienen doende almeede niet (396) contrari tot aftemminge van deese mootwilligh veroorsakede kosten dat de intervenienten gaan fanteren het ge-eischede loon ende kosten te hebben gepraesenteert quod negatur, offte nu nogh koomen te praesenteeren sonder dat meth eenige effectueele betaelunge comt verneemen sijn alleene nuda verba non ad implentcia Gackum sall noch kan worden verstaen als te weesen een voll jaer loon 't welcke soo wanneer bij de intervenienten nae voorgaende te doene Gerichtelijcke taxasie ende daer op te verwachtene moderatie men 't selve alsoo sall anneemen ende in cas van voordere opositie daer van de adjudicatie versoocken ende verwachtende idqe cum iterativa protestatione tam factis quam fiendis. / De Richter Cost als gestelde mombaer van sijn Gestr: de Heer Drost van 't Twenthe van Margareta Meermans, wed: wijlen Borg:mr Stroinck nu getrout an Hinderick van Coesfelt, v ersocht dat de Arrestante sall (397) hebben te verklaaren off sij met den intervenient qqa is te vreeden off niet, sin secus versocht copiam ende tijdt tot den eersten rechtdagh post verias mesium idqe salvis met eis van costen. / Egbert Stroinck in qualité als vooren inhereerende sijn voorige dictaet onder reiectie van alt geene dat ter contrarij onbwijselijck ende onnoodigh alhier magh weesen genarreert ende gedicteert ende staet alnoch in superfluum met oopene boorsen ende klinckende gelde 't geene gepraesenteert geerne ende gewillighlijck te willen voldoen de rest vermits sub judissilis est onnoodigh te ramborseren over sulxs onder protest van alle kosten soo huiden als anders onnoodigh gedaen alnoch versoght copiam ende tijdt als vooren gedaen consigneerende vermits parthie advers onwilligh t geene gepraesenteert te ontfanghen alhier bij provisie 7 Silveren ducatons. / d'Arrestante verneemende dat parthie advers met haere ongefondeerde dictaten reiectien ende nu ter later tijdt praetenselick geoffereerde 7 ducatons niet anders en socht als eene scheemele dienstmacht met veel voudiche processen ende kosten te fatigeeren ende te marteeren vermits soockende met haere (398) intervenientien onbesonnelijck ende wedder rechtens het laetste jaerloon als axtaxs niet ten vollen uitgedien gelijck sij niet vermocht om reeden als vooren te schande te maaken inhererende daeromme voor als noch haer eeisch ende conclusie als bij Ansprake geden versoockende dat ter wijle sij t haere hoochlijck van nooden om sich teegens den kouden winter te bekleden etc: dat bij U.Ed Achtbare off selves off met asumptie soo nodich met een onpartijdigh rechtsgeleerde in wijns handen ende macht sij 't selve doet begeven ten spoodigsten ante ferias mesium hier over recht moogen geadministreert werden ende dien volgende ex equolt bono excecutcie verhenget. / Decretum / Alsoo de saake is van geringen belangh ende die anleggersche niet is machtigh om teegens de intervenienten lange te protcedeeren soo neemet t Gerichte an met asumtsie van een onpartijdigh rechtsgeleerde soo haest doenlijck hier in te detcideeren de kosten van dit decreet blijft staen tot uidracht van saace

* 1685, 24-8: ORA Enschede LG.043.211: Gecompareert Sander Wenge, geassist met proc. Wagelaer, en bespreeckt de vrouw en weduwe van wijlen Borgemr: Jorrjen Stroijnck, nu tegenwoordich huijsfrouwe van Hendrick van Coesvelt via assesti alhier toe rechte getrocken tegens huiden geciteert om toe moogen hebben betaelinge van acht cargls 8 st procederende van ses elle swarte sarsij, de daeme de elle ad 28 st op den 18 aug:t 1684 van Comparant gekoft ende ontvangen met de belofte om binnen zes weken te betalen, en omdat het niet gebeurd is wordt de vrouw in arrest genomen met de vraag of ze vandaag de schuld wil erkennen of ontkennen. De gearresteerde vrouw zegt de zes ellen zwarte sersij vermaakt te hebben tot het rouwkleed van haar overleden man burgemeester Stroijnck, en volgens een akkoord met de erfgenamen moeten zij dat betalen. Daarom heeft zij zes weken de tijd nodig om dat voor elkaar te brengen.

* 1685, 30-11: ORA Enschede SG.30.437: Compareert Jan van Coesfelt in qualité mombaer over de pupillen van sijn salige huisfrouwen suster Judeken Laurens bij comparants swaager Hermen Pott geprocrieert ende naegelaaten klaagende te kennen gevende hoe dat voor deesen sijn mede legitieme mombaer ende swaager wijlen Borgemr Jorrien Stroinck nu onlanges verstorven sijnde hij comparant derselver pupillen gooderen administratie niet vermach alleene langer te bedienen, versoockende daerom dat bij d'magistraet hem ten dien eiende een ander blootsverwante mooge geadjungeert worden met intimatie van derselve voortaen daerinne te sullen ende mooten doen als comparant selves. Decretum. Egbert Stroinck wort doort Gerichte in plaets van sijn salige vader Jan van Coesfelt tot een adjunckt toegevoocht.

* 1686, 2-1: ORA Enschede LG.043.270: Rötger Becker spreekt aan Bolhaers knecht Berent ende Rouckers sone Geerlich, voer 4 gld 10 st procedeerende van gelevert bijer van salg:r Borg:mr Joerien Stroinck, hem comparant bij deijlonge toe gevallen, met versoeck van ineijschonge et sikem p. ende eisch van kosten.

* 1686, 28-6: ORA Enschede SG.030.508: Herman Stroinck eist van Eefse Schuckink (een half jaar later blijkt zij getrouwd met Jan Willink) fl 14:13:- die zij aan zijn zal: vader schuldig was, blijkens het schuldboek, en die Herman bij scheiding en deling met de andere erfgenamen van zijn vaders erfenis is toegevallen.

* 1687, 5-9: ORA Enschede SG.031.120: Rotgert Beckers bespreeckt Jan Rump om betaelinge te mogen hebben 6 gld 18 st met de interesse van dien, sijnde bereeckende boockschult van sijn grootvader saliger Jorrien Stroinck hem sijnde ten deele gevallen, met eijsch van kosten. Jan Rump versocht 14 dage.

kind 2: Jan Stroink

filiatie niet bewezen

* 1672, 26-2: ORA Enschede SG.?.?: Jan Stroink heeft een vordering op Benjamin Glasemaecker

* 1677, 23-1: ORA Enschede LG.042.080: De burgemeesters van Enschede als eigenaren en tijdelijke (pro tempore) landheren van het erve Stroijnck doen aanpanding aan hun meijer Jan Stroijnck voor 90 daler, d.w.z. een jaar pacht die al op Martrini 1676 betaald had moeten zijn.

kind 4: Harbertjen Stroink

filiatie niet bewezen

* 1670, 3-10: ORA Enschede SG.001.400: Willem Fransen en Judeken Becker, zijn vrouw, verkopen aan het echtpaar Jan Leurinck en Harbertjen Stroijnck hun huis en hof, naast het huis van Jan Roberts en Hendrik Geertsen Becker en naast de hof van Herman Pott en van Claes van Steinfurt

* 1680, 8-12: ORA Enschede SG.001.512: Frans Aubel, Peter Grotenhuis en Herman Bloemen (erfgenamen van Anna Averbecke en Jan Franssen) verkopen aan Jan Leurinck en Harbert Stroijnck, echtgenoten, twee stukken bouwland, gelegen voor de Eschpoorte.

* 1681, 26-4: ORA Enschede SG.001.523: Willem Hendrick van Loen verkoopt twee gaarden aan Jan Loerinck en Harbert Stroijnck

* 1685, 2-6: ORA Enschede SG.001.595: Jan Schouwink en zijn zoon Gerrit Schouwinck, die optreedt namens zijn onvermogene moeder Anneken Hooffslach verkopen aan Jan Loerinck en Harbert Stroinck, echtgenoten, hun huis en hof tussen de huizen en hoven van Hinderick Lasonder en Wessel Hoedemaeker, met beide einden aan de stads straten.

* 1690, 12-9: ORA Enschede SG.001.665: Jan Laersonder en Anna ter Kuilen, echtgenoten, verkopen aan burgemeester Joannes Loerinck en Harbert Stroink, echtgenoten, een hypotheek op hun hun huis en hof. Marginale aantekening van 10-10-1693: burgemeester Jan Loerinck en zijn vrouw Harbert Loerinck verklaren dat de schuld voldaan is en geroyeerd kan worden.

* 1691, 12-5: ORA Enschede SG.001.689: Mr. Joost Miskedael en Geertken Cost lenen geld van Jan Loerinck en Harbert Stroink. Marginale aantekening van 4-5-1699: Hendrick Keller, pastor te Losser, verklaart dat hij uit de erfenis van zijn schoonvader Jan Loerinck deze schuldbekentenis heeft gekregen, en dat de schuld inmiddels is afgelost.

* 1692, 10-10: ORA Enschede SG. 001.709: Albert Heevinck en Jenneken Meckelhold lenen geld van jan Loerinck en Harbert Stroink


openstaande vragen / discussie


* 1649, 9-4: ORA Enschede SG.024.345: NN Reudinck bespreeckt Lud:s Wagelaer als oldste soon en erffgenaem van salg: Harbert toe Wagelaer omme restitutie van seecker obligatie van Anl:s saelg: Vaeder ter summe van vijftich daler die Cleger ten volle betaelt.

Uit: nakomelingen van Arndt Strodinck

J.J. van Deinse: Uit het Land van Katoen en Heide (1922): p. 297 ev

Als een staaltje van de zeden en gewoonten in vroegeren tijd geven we het volgende uittreksel uit een getuigenverhoor namens den Drost van Twente te Enschede gehouden als gevolg van een oproer, dat daar plaats greep tijdens de verkiezing van een nieuw stadsbestuur op 22/23-2-1660. Het is het eenige stuk, dat na den brand van 1862 uit het archief overbleef en luidt (i.e.) als volgt:

'Die Erntfeste Heinrich van Limborch, Richter tot Delden, wort van mij Ondergeschreven Verwalter Drost van Twenthe geordonneert en geauthoriseert om tot Endschede te neemen pertinente informatie van het exces aldaer gepleegt en voorgevallen op die keur letsleeden Petri den 22 en 23 deeser, en wat daervan dependeert.' Actum Oldermeule den 25 Febr. 1660. N. van Bevervoerde Az.

Uit die genomen informatie blijkt, dat het op 22 en 23 Februari nog al aardig toeging. Voor den richter van Delden Heinrich van Limborch verschenen de 6 borgermeisters, n.l. Joan Cost Senior, Everw. Palthe, Heinrich Derckink, Thijesinck, Thije en Jurrian Stroynck. Er blijkt verder "dat nae geholden Raedtkeur, nae older gewoonte die maeltijt is angegaen, sijnde d'keur gedaen door d'oldste soon van d'Heer Drost Bevervoerde in naeme sijnes vaeders des lasthebbende; sijnde, neffens hem onder andere ter maeltijdt d'Heere Richter van Endschede van Hoevel, die beyde Jonckers Loens, die predicant en Jan Becker olt Borgermeister en Melchior de Wrede, d'welcke leste, uyt last van d'Heere Verwalter Drost, hadde geweest over 't scheiden van de breucken. Voorts nae older gewoonte neffens de Borgermeisters diese Meensluyden Goesen ten Bouwhuys, Albert Stroynck, Lauwrens Craemer, Klaes ten Voogelsanck, Egbert Adams en Frerick Dollebotter.'

Jonker Loen heeft toen (waarschijnlijk om 't gezelschap te vermaken) op de stads tromme getrommet en toen daarop aanmerking gemaakt werd, was door de vergoelijkende partij aangevoerd, dat men die gasten niet 'moste voorschrijven op wat wijze sij wilden vroolijck sijn; Joncker van Loen presenteerde selfs die tromme te betaelen, als sij aan stucken warde geslaegen. Albert Stroynck komt binnen en segt, dat sij sich tierden als gecke, waerop Joncker van Bevervoerde en van Loen protesteerden en de Borgermeister J. Cost Sen. daertusschen spreeckende, dat sij d'gasten niet solden voorschrijven wat sij deeden, hoe die lustiger waren, hoe liever. Albert Stroynck heeft daarop die tange genomen en daermee Borgermeister Cost gedreigt, ja selfs op 't sitten gestott. Daer de meensluyden spraken over de reekeninghe', wie zal dat betalen, en 't eene woord het andere haalde en Alb. Stroynck den Joncker van Bevervoerde zelfs zou hebben gescholden; - toch werd alles nog gesust en bleef men dien dag 'lustig bij elkaêr'.

'Des anderen daegs hebben die borgerije haer bij verschei¬den rotten 't saemen vervoegt en sijn gekoomen Goesen ten Bouwhuys, Frerick Dollebotter, meensluyden, met Heinrich Becker en Lucas te Verwoolt, borgeren, bij d'Borgermeister op 't Raedthuys, seggende van d'gemeente en gantse borgerije gesonden te sijn, dat d'Borgermeister d'Dienaers ofte knechte solden van het Raedthuys schaffen, sij wolden het soypen van haer daer niet lijden, waerop de Borgermeister geandtwoordet daer Heeren ofte Jonckeren waeren, die dienaers hadden, konden sij niet beletten, dat die haer meisters quaemen oppassen'.

'Voorts d'keur gedaen sijnde van d'meensluyden, provisorie en diergelijcke, nae older gewoonte ofte jaerlix gebruyck, is het voorige geselschap vergaedert ter maeltijdt toe gaen en heeft de secretaris mentie gemaeckt van d'moyte des voorigen daegs met vermaening van daervan te abstineren en het geselschap haer daerop verpeent bij een rijcksdaler voor den Armen, die eerst wedder moyte maeckten ofte daervan verhaelden'. De wil was goed, de lui hadden dus wel begrepen, dat het op oud ijs licht vriest en niettegenstaande ze een rijksdaalder boete aan de armen beloofden, als ze ruzie maakten, - toch kwam de aanleiding er toe onverwacht. Joncker van Loen beging de onattentie om bij het uitbrengen van een toost (een drincken) den bijnaam. "Kuyfken" te gebruiken voor den waren naam Lauwrens Craemer en toen waren de poppen weer aan 't dansen.

Het blijkt verder uit het verhaal, dat 'de eene helft der borgerije was bij den Borgermeister Thyesinck en de andere helft bij Jurrian Stroynck' Toen is op 't gezegde dat Melchior d'Wrede zou gezegd hebben, dat de gemeente de Borgermeisters voor schelmen had gescholden, het volk 'onder het doen van scheuten naar 't Raedthuys getoogen, waerop Joncker van Loen en d'Wreede op het aankomen der borgers zijn achter van 't Raedthuys gegaen en haer verbergt in 't holthuys. Daerop is de bende affgetoogen nae 't huys van Lodewijck te Wageler'. Die Lod. te Wageler was 'Waert in de Swaene', denkelijk in de Walstraat aan den stadskant. 'Toen de Jonckers eerst van Loen en daerna d'Wrede daer aangekomen waren met blanke degens en slaande op de steenen was ook de borgerije present en moest men de kamerdeur toeholden, totdat van Loen was ontsnapt door een achterdeur nae zijn huys (Loonshof) en van daer met knecht en peerde buyten de stadt in Usselermarcke hebbende nog gesien dat Hoevel's knecht was daele geslaegen. Die stadts dienaer, Poort Garrit en sijn dochters soon, was d'sleutel van d' kelder affgeeist en Heinrich Becker had d'Jonge zelfs ge dreigt met d'greepe door den balch te stooten, soo hij d'kelder niet opmaeckte, waerop Garrit is gaen loopen en hebben sij d' wijn angetast, die op het raedthuys was.

Heinr. Becker was nog wel een van d'acht mans van d'Borgerije gekoosen neffens d' gemeente in voorvallende saecken. In het huis van Lod. te Wageler heeft Jonker d'Wrede Leonard van Oldensael met het rapier gesteecken in de borst tot op het bott en sijn de waert, zelfs de vrouwen de kinder voor de deure geloopen, roepende hulpe. De coster Godefridus Matthaei verklaert, dat den eersten avont die borgerije met vrouwsluyden voor sijn huys sijn gekoomen, willende d'kercke geopent hebben en d'klocke getrocken, wanneer hij hem heeft versteecken ofte sijnde absent, en sijn den tweeden avont wedder gekoomen, smijtende met steenen op sijn deur, terwijle hij hem antrock alsoo hij te bedde was, en voorkoomende is ter aerden geschooven, en willende gaen vraegen aan d'Borgermeisters op 't Raedthuys heeft d'borgerije geroepen, die waeren al voor den Duyvel en hem voorts gedwongen nae d'kercke en d'brandklocke te trecken, wanneer maeghden en ander volck hem het seel hebben uyt d'handt genoomen en d'klocke getrocken.

Heinrich Helmich d'waecker ofte Poortenaer aen d' Veltpoorte verklaert, dat d'borgerije den tweeden avont sijn gekoomen en d'sleutelen geeist, die sijn volck hem geweesen, en heeft Wessel Beckers zoon dieselve genoomen d'brugge opgetrocken, die poorte geslooten en d'sleutels meede genoomen gelijck hij van sijn volck gehoord hebbe'. Van d'huysluyden verneemt, dat d'huysluyden van Lonnicker en Eschmarcke op het luyden van d' klocke sijn in alarm gekoomen en nae d'stadt geloopen.' Heinrich van Limborch.

Bij dit getuigenverhoor hebben we slechts aan te teekenen dat op Sint Petrusdag in de meeste steden des lands de Regeering veranderd en aangevuld werd en dat bij die gelegenheid "daer gemeynlick een swaer dronck plech te vallen'. Misschien zijn er wel nieuwsgierigen om te weten wat er al zoo op tafel kwam en uit oude rekeningen kunnen we die nieuwsgierigheid bevredigen. In die rekeningen vinden we opgesomd:

'Ossenvleisch, lamsvleisch, westvalsche schincken, capuenen en hoenderen, arweten (erwten), vladen, olivijen , appelen van oranijen, herincx (haring), botter, visch, eetick, safferaen, suykers, musschaten bloemen, negelen, broot, bier, vremd bier', behalve de wijnen, die in 't groot werden opgedaan. Er is dus een zeer gegronde reden op te geven, waarom de portretten onzer voorvaderen zulke welgedane tronies te aanschouwen geven. Zij hielden van aanzitten en zich te goed doen. Op sommige plaatsen, o.a. in Deventer, kwamen dan ook stedelijke inkomsten voor, die hun ontstaan aan dergelijke festijnen te danken hadden; als daar zijn: vette ganzen, ponden peper, schinken, speenvarkentjes, enz. enz. De vroolijke burgers hadden die als uitgangen op hunne onroerende goederen, huizen of landerijen, vastgelegd om hunnen medeburgers ook na hun dood nog de genoegelijke feesten te kunnen doen vieren, waaraan zij zelven in hun tijd goed hadden meegedaan. Die jaarlijksche uitkeeringen zijn eerst in geldswaarde omgezet en later afgekocht.