XII-43 Wagelaer, Johan

Johan Wagelaer

alternatieve spelling: Johann; to, tenn; Wageler, Waegeler


ouders:


geboren: ca 1573

gedoopt:

overleden: november 1638 (tussen 23-10 en 28-11-1638)

begraven:


beroep: bierbrouwer (1603), <schoenmaker>, burgemeester (1629)

woonplaats / adres:


relatie: trouwt voor 1606


Harbert de Laer


ouders: Albert de Laer en Fenne


geboren:

gedoopt:

overleden: tussen juni 1647 en april 1649

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

    1. Ludovicus (Lodewijk) Wagelaer

    2. Fenneke te Wageler

    3. Judith Wagelaer, ?-1658, X voor 1637 Jurrien Stroink, VOLGT XI-22

    4. Trijntje Wagelaer, geboren:
      overleden: voor november 1641
      relatie: trouwt voor 1642
      Geert Becker/Backer, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres: Enschede
      ouders:
      hieruit kinderen (o.a. de al voor jan. 1633 getrouwde volwassen Wendele Becker X Johannes van Alstede; NB dit is niet zeker: in 1643 is er een akte over Johan van Alstede als vader en erfgenaam van wijlen Joost van Alstede, getrouwd aan Wendele, de weduwe Beckers)

    5. kind

    6. kind

    7. kind

    8. kind

biografische aantekeningen


Johan te Wageler was bierbrouwer, net als zijn schoonvader Albert de Laer.

Johan te Wagelers zuster overlijdt voor juli 1605, met nalating van weeskinderen.

Harbert ten Wagelaer is in 1638 de zus van Bernard de Laer; in 1637 treden Bernard de Laer, Johan Wagelaer en Jurrien Helmichs namens zijn vrouw Wijnken op in een verkoopakte uit naam van hun nichtje (de dochter van hun broer en zwager) Anneke de Laer.


bronnen


* 1598, 24-10: ORA Enschede LG.001.151: Johan ten Waegeler spreckt an Dietmer Hoetinck voer schult ad computum, contumax.

* 1599, 10-7: ORA Enschede LG.001.208: Johan ten Wageler spreckt an Tonis Gerliges, dorch besate alhier te rechte getaegen, voer drie daeler tot goede reckeninghe.

* 1599, 11-12: ORA Enschede LG.001.291: Johan ten Waegeler spreckt an Hindrick ten Weege voer schult tot reckeninghe, 14 daege.

* 1600, 5-2: ORA Enschede LG.001.310: Johan ten Waegeler doet sijn verwin op Smalenbroeck.

* 1600, 6-10: ORA Enschede SG.018A.418: Johann ten Wageler spreckt an Hindrich toe Witbroecke voir elven daler ad comput: 14 dage

* 1600, 10-11: ORA Enschede SG.018A.430: "Desgelicken bedaget unnd vlitich geexaminiert Johan to Wageler, tuget unnd secht dat hie umbtrent 27 Jaeren alt seij." Op de zesde vraag antwoordt Johan to Wageler dat Johan Brouwer hem gevraagd heeft of Albertus thuis was, maar hem ware niet thuis, ware wat te kort geschien wist hij niets van, en Albertus zou daar mogelijk ook niet van weten, en zegt dat Johan Brouwer gezegd heeft om Albertus te zeggen dat hij, als hij thuis kwam, naar solde moest gaan om het zand te zien.

* 1600, 24-11: ORA Enschede SG.018A.443: Johan te Wageler heeft zijn verklaring van 10 november met de eed bevestigd.

* 1600, 16-12: ORA Enschede LG.001.395: Johan ten Waegeler spreckt an Hindrick ten Morssche ad computum, contumax.

* 1601, 10-2: ORA Enschede SG.018A.0452: ....en zo nu genoemde Egbert [Kremer] en zijn voorgenoemde huisvrouw [Fenna] guldens nodig had en hem zonderlings voorgevallen was, hebben zij verzocht en angelanget Albertus de Laer om hen ettelijke penningen te verstrekken. Zo heeft Albertus hun verstrekt en benomen bij Johann tenn Wageler de som van zeven en twintig daler en tien stuivers. Daartoe heeft genoemde Albertus aan genoemde Egbert contant 16 daler betaald, en de overige 7 1/2 dalen en vijf stuivers zal hij hem nog geven. Albertus zal het geld terugkrijgen van de erfgenamen van Dirk ten Sidhaven en zijn voorgenoemde huisvrouw [Jenneken].

* 1601, 8-9: ORA Enschede LG.001.429: Johan Brouwer spreckt aen Johan thoe Waegeler, wonnende thoe Rutbecke, voor 9 schepel boeckweite ad cumputum, contumax.

* 1601, 27-10: ORA Enschede LG.001.453: Johan thoe Waegeler spreckt aen Geerdt ther Haelte voor schult, als Johan met hem berekent hefft 8 daege tijdt.

* 1601, 3-11: ORA Enschede LG.001.456: Johan thoe Waegeler doet sijn verwin up Geerdt thoe Haelte, vermoge der aensprake, contumax.

* 1601, 16-11: ORA Enschede SG.018A.0539: Johann tenn Wageler spreckt ann Hindrich tenn Witbroucke vor elf daler vermogens een hebbende obligatie, welke penningen hij hun op Jacobi laatstleden beloofd had te betalen, contumax

* 1601, 1-12: ORA Enschede LG.001.467: Johan the Waegeler doet upbiedinge an Geert ther Haelte sijnne pande, vermoge der ansprake.

* 1601, 7-12: ORA Enschede SG.018A.0539: Johann tenn Wageler doet aneicheninge ann Hindrich tou Witbrouches panden

* 1601, 15-12: ORA Enschede LG.001.470: Johan thoe Waegeler spreckt an Egbert thoe Marsche voor ettelicke boeckweite, so kleger secht beklaegede hem schuldich thoe sijn ad cumputum, contumax.

* 1602, 22-4: ORA Enschede LG.001.509: Johan then Waegeler spreckt aen Houw Harmen voor een stucke doekes van derdehalff pont, dat hun kleger voor lange betaelt hefft, unde sol vergangen Lichtmisse gebuert hebben, unde voordts ad cumputum 8 daege tijdt.

* 1602, 27-4: ORA Enschede LG.001.509: Johan the Waegeler doet sijn verwin up Houharmen, vermoge der aenspraeke, contumax.

* 1602, 11-5: ORA Enschede LG.001.515: Johan thoe Waegeler spreckt aen Johan then Berenbroeck voor ettelich gelt, hercommede van borchtocht 8 daege tijdt.

* 1602, 28-9: ORA Enschede LG.001.549: Erschijnt Johan thoe Waegeler und spreckt aen Geerdt ther Haelte voor twe mudde roggen, vijr mudde boeckweiten goet koopmans goedt, unde drie mudde gersten, waer van die vijffte koorne sal wesen haever, unde voorts ad computum, contumax. Ordelwijser Johan Brouwer.

* 1602, 5-10: ORA Enschede LG.001.550: Johan the Waegeler spreckt aen Berent then Vergert voor schult thot rekenninge 8 daege tijdt. Noch doet Johan voorss. upbiedinge an Geert ther Haelte sijnne pande, vermoge der aensprake.

* 1602, 27-10: ORA Enschede LG.001.557: Johan thoe Waegeler spreckt aen den Vergert thoe Lonnicker voor schult, luit geholdenne rekenninge, contumax. Ordelwijser Henderick thoe Widtbroecke.

* 1602, 3-11: ORA Enschede LG.001.559: Johan thoe Waegeler doet upbiedinge an Verger thoe Lonnickers pande. (...) Johan the Waegeler doet aeneicheninge an Geerdt ther Haeltes pande.

* 1602, 10-11: ORA Enschede LG.001.561: Johan thoe Waegeler doet aneichenunge an Vergert thoe Lonnicker sijnne pande. Johan Roetterink doet sijn verwin wegen die Gemeenne Bueren, luidt der ansprake, up Alijdt then Pirick, contumax. Ordelwijser Johan the Waegeler.

* 1603, 18-1: ORA Enschede LG.001.578: Johan the Waegeler spreckt aen Luicken Ernstink voor schult thot rekenninge 8 daege tijdt.

* 1603, 25-1: ORA Enschede LG.001.580: Johan the Waegeler doet sijn verwin up Luicken Ernstink, vermoge der aensprake, contumax. Ordelwijser Johan Brouwer.

* 1603, 7-2: ORA Enschede SG.018A.0671: Johann tenn Wageler spreckt ann Egbert Kremer voor schult ad computum. 14 dage.

* 1603, 14-3: ORA Enschede SG.018A.0679: Johann tenn Wageler doet sin verwin up Egbert Kremers panden, luidt der Anspraecke. contumax.

* 1603, 28-3: ORA Enschede SG.018A.0684: Johann to Wageler verkoft Egbert Kremer sin pande luit den verwin.

* 1603, 11-4: ORA Enschede SG.018A.0701: Johann tenn Wageler doet aneichninge an Egbert Kremers panden

* 1603, 30-5: ORA Enschede SG.018A.0720: Ter instantie van Hinderich Roters, Jan tenn Wageler unde Berent ten We-have <?> hefft Gert Stenfoers sine gedanne depositie mit Eede bevestiget.

* 1603, 11-7: ORA Enschede SG.018A.0739: Johann tenn Wageler spreekt ann Wilm Wolterinckhoff voor schult ad computum und noch vor drie vane biers die hie bestelde toe drincken als die Stadt Grave in gra..nnen was. Contumax.

* 1603, 26-7: ORA Enschede SG.018A.0743: "Erschenen in sittenden gerichte Frederick Dullebotter, Albert van Laer, Johan Tichels, Lucas Becker und Johan to Wageler, als Brouwers und in nhamen und van wegen den samenden Brouweren binnen Enschede, und seggen" dat ze de afgelopen winter, en ten dele nog steeds, van de heren gedeputeerden tot hun gezamenlijke behoef de generale middelen van de bieren gepacht hebben conform het door de Burgemeesters bijgehouden register. Ze hebben die pacht ook op de laatste dag van maart betaald aan de ontvanger en aan Lubbert van Renssen, op fl 5:10:- na, omdat medebrouwer Joest van Nottroij die schuldig bleef; de ontvanger heeft daarom gisteren een week geleden een aantal soldaten uit Oldenzaal laten komen om het geld van Joest van Nottroij te incasseren, maar die is stillekens, zonder de andere brouwers te verwittigen, met zijn vrouw en kinderen vertrokken. Daarop hebben de Brouwers niet alleen die vijf-en-een-halve gulden, maar ook de onkosten van de soldaten vergoed. Ze willen dat verhalen op de opbrengst van Joest van Nottroijs rogge die nog geoogst moet worden. Maar nu blijkt dat Adriaen van Boickolt al grote vordering heeft op Nottroij, en beslag heeft gelegd op al diens goederen. De brouwers claimen dat zij voorrang hebben, en vragen bij Van Boickolt hun geld terug

* 1603, 26-9: ORA Enschede SG.018A.0755: Johan tenn Wageler verkofft Egbert Kremers panden luidt den Anspracke kop VI supra

* 1603, 7-12: ORA Enschede SG.018A.0788: Johann tenn Wageler spreckt ann Werner Duerkamp van schult so hie mit haer bereckendt heeft unde widers oock bereckenen sall wesende voor teender Costenn, Contumax.

* 1603, 12-12: ORA Enschede SG.018A.0792: Johann tenn Wageler doet aneicheninge ann Wilm ten Wolterinckhaves panden

* 1604, 8-10: ORA Enschede SG.018A.0903: Johann ten Wageler spreeckt ann Gerdtt Becker vor verteerde costenn ad computum, contumax.

* 1605, 29-5: ORA Enschede SG.019.009: Johann tenn Wageler spreckt ann Johann Muller Stoeldraijer vorn schult ad computum. 14 dage

* 1605, 10-6: ORA Enschede SG.019.012: Jona to Wageler ...

* 1605, 1-7: ORA Enschede SG.019.022: Johann ten Wageler doet sin verwin up Johann Stoeldraijer luit der ansprake Contumax

* 1605, 1-7: ORA Enschede SG.019.023: In sittenden gerichte is erchenen Hindrich Roters voor sich und Johann ten Wageler als mombaer sinen unde siner za: sustren kinderen und becanden aldaer voir uns voer hun unde oerenn Erffg: unde wegens de gemelte kinderenn unde becandenn aldaer vor uns gerichtlichen voe dat sie hadden vercofft und vercoffte jegenwoirdlichen in eenen stendigen vast unlosbaren Erffcoep erfflich unde <...> Johann ten Glaenn, Rijckers sin echte huijsfr unde oeren erffgenoere vrije eijgene toebehorige huis unde hoff, soe dat selvige mit sinnen alingen olden unde nije toebehoren unde gerechtigheijt binnen Enschede, mitten eene einde an Otto van Vredens huis mit die halve steenen Putte mit den andre einde an der Gotte mit die eene siet bi langes den strate unde mit die andre siet an den Stadt graven gelegen is.

* 1605, 26-9: ORA Enschede SG.019.025: Johann ten Wageler vercoffte Johan Gerrise Muller sien pande, luidt den Anspraecke

* 1605, 31-10: ORA Enschede SG.019.027: Albertus de Laer Unnde Johann tenn Wagelar sprecken ann Hinderich vann Lochum unde Evert vann Werselo voir 16 1/2 daler unnde voir dreeledige Bier tonnen ad computum 8 dage.

* 1605, 28-11: ORA Enschede SG.019.028: Johann tenn Wageler unnd Albert vann Laer doenn oer verwinn up Henrick vann Lochum unde Evert van Werselo luidt den Anspraecken, Contumaces.

* 1606, 30-1: ORA Enschede SG.019.033: Erschenen Johann Paeschenn mit Ale sin echte huisvfrouwe unde becande alsdan voor uns, voer hem vorder voer oere erffg: woe dat sie hadden verdoffte unnd vercofften jegenwoerdichlichen in eenen stedenn vasten unlostibaren Erffcoop aan Johann ten Wagelar, Harbert sie echte huisfrouwe unde oeren erffge: hun vrije, eigen toebehorende huisstede, naast de Jonstens doorgang en naast de grond die al eigendom van de koper is, met aan het ene eind Driess Mullers hof en aan het andere eind de straat

* 1606, 17-4: ORA Enschede SG.019.035: Johan to Wagelar vercofft Evert van Wersell sie panden.

* 1606, 12-6: ORA Enschede SG.019.051: Johan to Wageler sprick aen Herman toe Varnick voor schuld ad computum, contumax. Noch sprickt hie an Johan van Alstede voer soecken schepel gersten und wort ad computum 8 dage tiedt; Noch doet hie aneichoninge an Evert van Wersall sin pande

* 1606, 2-10: ORA Enschede SG.019.054: Johan to Wageler doet sin verwin up Johan van Alstede luit sin gedaene Anspraecke. Contumax

* 1606, 23-10: ORA Enschede SG.019.056: Erschenen Frederick Dullebotter, Hinderick Engerkinck, Johan to Wageler unde Johan Gerritzen gesworen Gemeinte der stadt Enschedeende hebben geexhibeert zeekere schriftlicke interrogatoria darup sie versuecken die getuigen darin genominert Judicialiter und wol vlitich up een Jeder articull geexaminiert und verhort worden. Verhoord worden: Engelbert ter Welle (ca 70 jaar, gedurende ca 40 jaar stadstimmerman), die onder andere spreekt over de 'holtrichter' Bert Schulten, die mag bepalen welke bomen gekapt mogen worden - dat geschiedde op verzoek van de burgemeesters, zowel in de Lonniker Marke als in andere marken, naar believen; Wilhelm ten Bouhuis (ca 45 jaar), zegt dat Winolt Koster stadsdienaar is, en daarvoor was Gert Wissinck stadsdienaar; Gert ter Welle (ca 50 jaar); Winolt Coster (ca 80 jaar, gedurende ca 30 jaar stadsdienaar), zegt datr hij het brand van het hout (de afgesneden twijgen als brandhout?) verkocht heeft aan Egbert Jorissen voor twee schepel rogge.

* 1607, 18-6: ORA Enschede SG.019.086: De eerbare Berte Gerlichs, nagelaten weduwe van wijlen Tonnis Gerlichs, bijgestaan door Jaspar Gerlichs, verkoopt een gaarden gelegen voor de Velpoorte aan Johan te Wageler en Harbert, zijn huisvrouw.

* 1607, 10-12: ORA Enschede SG.019.098: Albert van Laer en Johan to Wageler verklaren dat ze van de heren Staaten Gedeputeerden gepacht hebben het gemaal en de accijnsen van de wijnen en bieren in het stedeken Enschede voor een aanzienlijk bedrag ('mercklicke penningen') dat blijkt uit het register van burgemeester Adolph Donckell. Zij hebben Donkell de pachtpenningen ten genoegen betaald, met grote schade na fl 60,- na weiniger een braspenning welke reste schuldig zij de huisvrouw van Lambert Brouwer, Enneke van Reess, nu onlangs in de Heren verstorven - ondanks herhaalde aanmaningen is dat niet betaald. Vandaar dat zij in hun nood de drost Ernst van Ittersum, als het hoofd der Justitie, bij request onderdanig hebben verzocht om hun manutenentie en handholdunge te verlenen. De drost verleent, als ik het goed begrijp, uitstel van betaling, en daarom vragen de supplianten Albert de Laer en Johan to Wageler bij request en apostil aan de burgemeesters om beslag te leggen op de erfgoederen van Lambert Brouwer en zijn overleden huisvrouw; burgemeesters laten via de stadsdienaar Johan Swerink weten dat zij van Lamber Brouwer en wijlen zijn huisvrouw panden te halen van de goederen die hij bezit. Maar zijn dienaar weigert panden van Lambert Brouwer af te geven. Lambert is zelf naar het stadshuis gekomen en verzocht kopie van de tenlastenlegging, waarop Van Laer en To Wageler antwoorden dat dat ze hem dan in dit gerecht willen ontmoeten omdat deze zaak geen uitstel meer duldt, en ook burgemeester Donckel heeft gisterenavond drie soldaten 'geschikt' om betaling te eisen, waarop Lambert weggelopen is en niets heeft betaald. Het is wel waar dat De Laer en to Wageler bij zijn vrouw in twee verscheidene huiseren ogenschijnlijk bevonden hebben met ingang van hun pachting dertien tonnen bier, d.w.z. fl 13,- en twee aem Rinsche wijn à zes goudgulden per aem en nog meer alcoholische dranken, deels rechtstreeks door Johan to Wageler geleverd aan Lamberts vrouw, alles te samen zestig gulden weniger een braspenning. De verzoekers bidden daarom de Drost dat aan hen de provisie op Lambert en zijn overleden huisvrouwe gecedeerd mag worden, opdat zij de ontvanger de betaling kunnen doen en hun boeken kunnen afsluiten.

* 1609, 28-9: ORA Enschede SG.019.172: Johan ten Wageler spreckt ann Wilm Wolterinckhoff unde Herman ten Waninkvoor schult ad computum. 14 dagen

* 1609, 19-10: ORA Enschede SG.019.176: Johan ten Wageler doet sin verwin up Hermann tenn Varvick vund Willem Wolminckhoff luidt der Anspracken contumaces.

* 1609, 26-10: ORA Enschede SG.019.181: Johan ten Wageler vercofft Hermann tenn Varvicks vund Willem Wolterinck heure panden luidt der Anspracken koper ut supra.

* 1609, 9-11: ORA Enschede SG.019.183: Johan ten Wageler doet aneic heninge an Hermann tenn Varvicks vund Wilm Wolterinckhaves panden

* 1610, 8-2: ORA Enschede SG.019.210: In denzelfden gerichte sinnen erschenen Johanten Wageler met Harbert sin echte huisfrouwe, Berent tenn Wemhave, Jennicken sin echte huisfrouwen unde Hinderich Roters voir sich unnde mede van wegen sines soenns Derck, mede caverende samptlichen voir oeren suster Gretken die in diosant tot giennen Redenn verstaen kann, unde becanden alldann vonn uns, voer hung: unde oerenn erffgen: woe dat sie haddenn vercofft unnd vercoffte Jegenwoerdichlichen in enen steden vasten unlosbaren erffcoop erfflick unde immermeer Christoffer Baroen, Loike, sie echte huisfrouwe unnd oeren erffgen: oeren eigenen toebehoerige huis un de hoffe, soe datselve mit sinnen olden und nijen toebehoeren mit eenen sidt an Lucas Beckers hoff mit die andere sidt an Alberti de Laer sin hoff, mitten eene einde aan die stads graven, mit den anderenm einde an den Straeten gelegen is .. als vrij goed, de stads- en heerlijke rechten voorbehouden, en de verkopers verklaren dat de koopsom is voldaan.

* 1610, 11-6: ORA Enschede SG.019.236: Johan ten Wageler spreckt ann Hans Westenborch, Philips vann Wiesell ende Herman Schouwink vor derde halven tonne biers ad computum 8 dage.

* 1610, 2-7: ORA Enschede SG.019.237: Johan ten Wagelar doet sin verwin up Hans Westerborch, Philips van Coesfeldt unnd Herman Schouwienk luidt der Anspraekenn, contumaces.

* 1611, 27-5: ORA Enschede SG.019.284: Johan ten Wageler spreckt an Gert Schoemaecker voer schult ad computum die hie hem wegen den andere Schoemaeckers toe gesacht hefft. Poert Gertt vor schult ad computum unde Hermann Helminck ad computum. 14 dage.

* 1611, 8-6: ORA Enschede SG.019.288: Johan ten Wageler doet sin verwin up Gert Halmink (i.m.: Herman Helminck unde Poert Gerdt) luidt den Anspraecke, contumaces.

* 1611, 16-9: ORA Enschede SG.019.299: Gerrit Albers spreckt an Willem ten Welle und Hanniball voer entleddinge van borchtall die hie voer sie ann Jann tenn Wageler gedaann hefft und von alinc interesse ad computum 14 dage

* 1611, 14-11: ORA Enschede SG.019.446: ...naest Johan ten Wagelers hoff ...

* 1612, 6-3: ORA Enschede LG.002.017: Johan te Waegelar spreeckt aen Smalenbroeck voor schult, so Clager met hem beclaegte gerekent ende hem noch weinich berekennen kan <??>, 8 dagen tijdt

* 1612, 17-3: ORA Enschede LG.002.021: Johan te Waegelar doet sijn verwin op Smaelenbroeck, na luidt sijne gedaenne aensprake

* 1612, 28-4: ORA Enschede LG.002.040: Johan ten Waegelar spreeckt aen Geert Aemelinck voor schult als Clager met hem berekent hefft ende we... berekennen kan, acht dagen tijdt.

* 1612, 5-5: ORA Enschede LG.002.048: Johan ten Waegelar versocht sijn verwin op Geert Aemelinck nae luidt sijnen gedaene anspraecke hem bij den gerichte vergunt

* 1612, 18-9: ORA Enschede SG.019.358: Johan Nije Meijer namens zijn vrouw Elsse, Jacob Michiels X Grietke en Dries Denckes X Janneken, de gezamenlijke erfgenamen van Griete ten Claeskate verkopen een alle goederen en bezittingen, niets uitgezonderd, die zij georven hebben van wijlen hun moeije Grietken ten Claeszcate aan Geert Lambers X Barentken, aan Jann ten Wageler X Harbart en aan Jan van Alstede X Fenne.

* 1612, 18-9: ORA Enschede LG.002.109: dezelfde akte als op dezelfde dag voor het stadsgericht is gesloten: de erfgenamen van hun moeije Grietken ten Claeszcate verkopen de gehele erfenis (huis, hof, land, zand, renten, tienden en inboedel, gereedschap, gewas...) aan Geert Lambers X Barentken, Johan ten Waegen X Harbert en Johan van Alstede X Fenne

* 1612, 19-9: ORA Enschede LG.002.110-113: De gezamenlijke erfgenamen van Geert ten Klaeskatte X Griette Asselinck komen bijeen in het huis van Johan ten Waegelar om in een openbare veilig vijf percelen landerijen te verkopen. Het vijfde perceel wordt gekocht door Geert Lamberts, waarbij Johan ten Waegelar optreedt als borg.

* 1612, 20-10: ORA Enschede LG.002.129: Johan toe Waegeler spreckt aen Horst Albert voor schult tot rekeninge acht dage tijdt

* 1612, 27-10: ORA Enschede LG.002.132: Johan te Waegelerspreckt aen Geert ter Haelte voor schuldt tot rekeninge ende voort voor etlich geleent geldt.

* 1612, 3-11: ORA Enschede LG.002.141: Johan te Waegeler doet sijn verwin op Geertt ter Haelte

* 1612, 17-11: ORA Enschede LG.002.148: In loco Frerick ten Tusschede, Johan te Waegeler Cornott.

* 1612, 24-11: ORA Enschede LG.002.151: Johan te Waegeler spreckt aen Lambert Schurink voor etlich geleent gelt en de tegenwaarde van twee schepel boekweit voorts ad computum acht dagen tijdt.

* 1613, 19-4: ORA Enschede SG.019.389: Jann tenn Wageler spreeckt ann Jann van Alstede voor geleent gelt, unde voort ad computum 8 dage.

* 1613, 20-4: ORA Enschede LG.002.221: Joan ten Waegelar verkofft ten pale eenen Waegen affgependet sonst albrot unde dat vermoge sijn doegaen recht sattet derselver in op seven daeller mitz den die den verhoget sal koper bliven; beholtelichen nochtans die lose nae landtrechte Harmen ten Varwick gehoget met 1 daeller, verkoper gehoget met een oort Harmen Ten Varwick noch een oert daer veur blivet koper voor acht daellers.

* 1613, 26-4: ORA Enschede SG.019.393: Johann tenn Wageler doet sijn verwin op Johann van Alstede luidt den anspraeke contumax.

* 1613, 21-6: ORA Enschede SG.019.410: Gerrit Albers spreekt ann Herman ten Spoelberch voor ontladinge van zodanige borchte hie voor hem an Ja tenn Waegelergedaen heft etc.

* 1613, 20-7: ORA Enschede LG.002.269: Johan te Waegelerspreeckt ann Johan Wolterinckhoff voor schult ... (verbleekt); 3-8-1613 (fol. 277): Doet zijn verwin

* 1613, 23-8: ORA Enschede SG.019.421:Johan Brink met zijn vrouw Fenna, Derck Lambers mede namens zijn vrouw Ceenst <?>, Johan en Isaac ten Claescate, gebroeders, Geert Lambers en zijn vrouw Barent, caverende Johan en Gese ten Claescate - daar haar deze goederen mede van aankomen - Berent ten Lohuis en zijn vrouw Grete, Johan Welderink en zijn vrouw Fenne, de voornoemde Geert Lambers Johan ten Wageler en Johan van Alstede, met z'n drieën gevolmachtigden van Johan Neije Meijer, Jacob Michiels en zijn vrouw Griete, en Dries Dercksz, Aleken Gerbertinck en haar voogd Geert Albers en haar zoon Johan Gerbertinck, die allen op 18-9-1612 door burgemeesters zijn gevolmachtigd, gezamenlijke erfgenamen van Geerdt ten Claescaete en Griete zijn vrouw verkopen een tuin aan Berend Polinck en zijn vrouw Effse.

* 1613, 24-8: ORA Enschede LG.002.286: Johan te Waegeler doett upbiedinge up Johan ten Wolterinckhaves panden

* 1613, 27-9: ORA Enschede SG.019.427: Jan tenn Wagelar doet sie verwin up Johan van Alstede luit der Anspraecke. Contumax.

* 1618, 21-4: ORA Enschede LG.004.220: Johan toe Waageler spreckt an Avermaet toe Lonniker voer schult wes hie met hem berekent heeft ende noch meer omme bereken kann, echt daagen tijdt [NB: op dezelfde pagina een machtiging tbv Albertus de Laer]

* 1624, 19-1: ORA Enschede SG.020.067: Johan tho Wageler doet sijnn verwin op Johan vann Alstedes pande luidt der Anspraecke, contumax.

* 1624, 26-1: ORA Enschede SG.020.070: Johan tho Wageler vercofft Jan vann Alstedes pande luidt der Anspraecke

* 1624, 15-3: ORA Enschede SG.020.080: Johan tho Wageler vercofft Lubbert Robertsz en Egbert ten Voerdes pande luidt der Anspraecke

* 1624, 8-4: ORA Enschede SG.020.084: Johan tho Wageler spreckt ahn Anna Broeckinck voer schuldt ad computum. Contumax

* 1624, 7-6: ORA Enschede SG.020.097: Johan tho Wageler badet op ein onfijne tinnen schotell thobehoren Jan van Alstede Wordt van Cleger ingesat op 4 St en blijvet bij insate koper.

* 1624, 11-10: ORA Enschede SG.020.119: Johan tho Wageler spreckt ahn Sweder Kremer voer seeckere bereeckende schuldt - 14 daege (p. 120): Johan tho Wageler spreckt ahn Arent Heijminck voer schuldt ad computum, contumax

* 1624, 25-10: ORA Enschede SG.020.123: Johan tho Wageler doet sijn verwin op Sweeder Kremer luidt der Anspraecke. Contumax. (1624, 8-11, f. 125: verkofft Sweder Kremers pande)

* 1624, 14-11: ORA Enschede SG.020.126: Johan tho Wageler doet sijnn verwin op Derrick Gerliches ende Egbert vann Voerde luidt der Anspraecke. Contumaces.

* 1624, 22-11: ORA Enschede SG.020.129: Johan ten Waegeler doet opbiedinge op Derrick Geerliches ende Egbert ten Voerde haere pande

* 1624, 6-12: ORA Enschede SG.020.135: Johan ten Waegeler doet aneichninge ahn Derrick Gerliges pande luidt der Anspraecke.

* 1625, 17-1: ORA Enschede SG.020.147: Johan tho Wagelerdoet aneicheninge ahn Egbert tho Voerdes pande luidt der Anspraecke.

* 1635, 14-9: ORA Enschede SG.021.803: Johann ten Wageler spreckt ahn Engelbert Schulte ten Thije seggende woe dat dieselvige voer diesenn van hem comparant .....

* 1635, 5-10: ORA Enschede SG.021.811: Johann tho Wageler per uxorem spreckt ahn Egb ten Voerde voer Vijfftich dal:r Capitaell en voer verlopen pentzion ad Computum luidt daervan Berichtlicher persziender obligation 14 Dage.

* 1635, 7-10: ORA Enschede LG.007.486: Johan toe Waegeler spreckt aen Henderick Wenneckinck voor 36 daeller capitael, waerfoor zalige Geert Woestinck sich gerichtelichen als borge ingelatenn, met noch enige daerop verlopene pension; 8 daegen tijdt.

* 1635, 13-10: ORA Enschede LG.007.487: Johan toe Waegeler doett sijn verwin op denn Wennicker toe Ussele vermoge sijnne gedane aensprake.

* 1635, 19-10: ORA Enschede SG.021.818: Johann tho Wageler doet sijn verwin op Egbert ten Voerder luidt der Ansprake contumax.

* 1635, 20-10: ORA Enschede LG.007.489: Johan toe Waegeler doett opbiedunge op die wedewe vann zalige Geert Woostinck, wegen gerichteliche borchstellunge voor sijn broede den Wennicker, sijnde het capitael 30 daeller met daerop verlopene pension. Haeverkotte doett aeneichenunge op Bernardijn sijnne pande.

* 1636, 13-12: ORA Enschede LG.008.122: Johan toe Waegeler doett opbadunge in gefolch sijnnen voor huit dato ses weken geleden gedane anpendunge op die landerijen unde gaerden toebehorende Egbert ten Voorde. Johan toe Waegeler spreckt aen Johan Beckerinck voor berekende schult, voortz tot rekenunge; 14 daegen tijdt.

* 1637, 17-1: ORA Enschede LG.008.130: Johan toe Waegeler doet opbiedunge op Geert ter Grote Waegeler.

* 1637, 24-1: ORA Enschede LG.008.137: Johan toe Waegeler doet aeneichenunge op Egbert ten Voorde, vermoge sijn voorgaende anpandunge unde gedane opbadunge.

* 1637, 7-11: ORA Enschede SG.022.176: In sittenden gerichte erschenen Jorrijen Helmichs, hoffmeijer tho Espeloe, cavierende de rato voer Wijnken sijnn echte huisfrouwe, Bernardt de Laer en Johann tho Wageler, mombaeren van oer sa: respectieve broeders en zwagers nagelatenne dochterken Anneke genant, unde bekanden aldaer voer ons Gerichtlich voer oer ende oeren Erffge: woe dat sie voer diesen erfflich vercofft hadden Henrich Reerkens minorem Beesken sijn echte huisfrouwe oer schut kinders eigen thobehorigen huisz, hoff ende alingen wehe soe 't selvige mit sijn alinge olde ende nije thoebehore unde gerechticheijt mit die ene sijdt aen Egbert ten Vaerdes huis en hoff, mit die andere sijdt an Berent Paschens huis ende hoff, mit den enen ende oock ahn Berent Paschens hoff, Johan Pijlaszes hoff, mit der ander einde an der Stadtstraeten gelegen is. Dit allent voor een vrij onbekummert ...etc.

* 1638, 26-2: ORA Enschede SG.022.205: Johann tho Wageler per filium spreckt ahn Anna Brockinckvoer twee dal:r bereeckende schuldt - 14 dage.

* 1638, 12-3: ORA Enschede SG.022.208: Johan tho Wageler per filium Lodovicum spreckt ahn Philippum van Coesfeldt als mombaer van za: Berendt Weldinx kinder voer thin daler Capitael mitsgaders voer verlopen pentsion vann dien ad computum contumax.

* 1638, 23-10: ORA Enschede LG.036.034v: Jan ten Waegelaer doet opbaedinge op Gerrit Nijhoff.

* 1638, 20-11: ORA Enschede LG.036.043: Bernard de Laer nomine sua sorosis doet o Habert t... Wagelaer doet opbadinge an Gerrit Nijhoffs panden na luit der Anspraeke ende darop erholdene contum..

* 1639, 28-10: ORA Enschede SG.022.321: Harbert ten Wageler spreckt ahn Jehann Kopen Egbertsz en Jan Dullebotter voer betahlinge van ein halve tonne bier soe dieselvige op ten Irsten hijlick gedronckenn - 14 dage.

* 1640, 17-9: ORA Enschede SG.022.374: Harbert ten Wageler per filiam spreckt ahn Willem Wolterinckhof voor schuldt ad computum, contumax.

* 1641, 15-3: ORA Enschede SG.022.423: Harbert, weduwe van Jan tho Wageler spreckt ahn Alb: tho Rutbecke achthin Carlgld bereeckende schult. 8 dage

* 1641, 23-11: ORA Enschede LG.036.258: Harbert tho Wageler spreckt ahn Herman ten Winckel voor verlopen pacht ad computum 8 dage. Harbert tho Wageler spreckt ahn Willem Hegerinck voir vijffthien daler erschenne huir, soe oer za: dochter Trijne Backers kinder van hem competeren (...) Op anspracke van Harbert tho Wageler erschenen Truida die huijsvr van Willem Hegerinck en gift ten antwoordt dat sie den Clegeresse niet schuldigh kenne ten versoecke sie ahn Wendele Backer betaelt heft luidt quijtonge.

* 1642, 17-1: ORA Enschede SG.023.018: In een verkoopakte is sprake van een pand, gelegen naast o.m. "za: Johan tho Wagelars kamer en za: Johan tho Wagelars brouwhuis"

* 1642, 28-11: ORA Enschede SG.023.095: Harbert wedewe Wageler spreeckt aen Jan Backer die Olde en Jurrijen Stroijnck als mombaren van za: Geert Beckers onmondige kinderen voor 111 daler berekende schuld en voort voor schuld ad computum. Contumaces.

* 1648, 6-3: ORA Enschede SG.024.212: Erschenen Lod: Wagelaer als mede erfgenaam van zijn vader Johan toe Wagelaer en zegt dat hij van Geert Rooberts wordt gedaagd in een kwestie die Wagelaaer zowel privé als in zijn rol als mede-erfgenaam treft, en daarom wil hij dat Rooberts de juiste procedure volgt.

* 1649, 9-4: ORA Enschede SG.024.345: NN Reudinck bespreeckt Lud:s Wagelaer als oldste soon en erffgenaem van salg: Harbert toe Wagelaer omme restitutie van seecker obligatie van Anl:s saelg: Vaeder ter summe van vijftich daler die Cleger ten volle betaelt.

* 1650, 22-1: ORA Enschede LG.038.396: Jorrijen Stroijnck zegt in termino tegen Roelvinck dat deze wel wist dat hij na het overlijden van Harbert de Laer, weduwe Wagelaer, niet alleen aan één van de erfgenamen maar aan iedere erfgenaam rente naar hun erfdeel had behoren te betalen, en dat is niet geschied. Daarom heeft hij een goede opbading en aaneising gedaan door 3/8 deel in rekening te brengen: 2/8 heeft hij namelijk naderhand nog aangekocht, blijkens overgelegde aktes. Stroijnck heeft Roelvinck persoonlijk en door de zoon van de gerechtsdienaar aangezegd die 3/8 rente alleen aan hem en aan niemand anders uit te betalen. Roelvinck vraagt drie weken respijt om zich te voorzien van een advocaat, en zegt bij voorbaat al dat hij niet de dupe kan zijn van een meningsverschil tussen de erfgenamen.


openstaande vragen / discussie


In 1599 (akte LG.001.196 en volgende) wordt de 25-jarige Johan te Luttiken Wagelaer ondervraagd; verderop in het stuk wordt hij Johan te Wagelaer genoemd. Als Johan te Wageler identiek is met Johan te Luttike Wageler (en dus niet van het Groot Wagelaer afkomstig is), dan zijn er meer aktes te vinden.


Over Albert van Laer X Fenna:

* 1626, 12-5: ORA Enschede LG.06.024: In sittenden Gerichte erschennen Albert van Laer, mit Fenna, sijn echte huisfrouwe. Sechten unde bekanden aldaer, voor ons allen gerichtelichen, wie dat sie beijden hadden gepraemediteert unde overlacht, praemediteerden unde overlachten, die kortheit des menschen leventz, dat die mensche niett gewissers alss die doott unde niett ongewissers alss die stonde desselven hebbe toe verwachten. Wesshalven sie beijde eeluden bij forma van testamente hadden verordiniert unde een schrifftelich testament, anno 1626, den 12en Maij, hadden opgerichtet, in francijn geschreven unde bezegelt, voorbrachten unde vertoonden. Verclaerden woe dat sie beijde daerinne oren utersten wille unde meennunge verfadtet hadden. Tweten datt sie beijde eeluden malkanderen met die geringe armoett desselven goedes, so hem die Lieve Godt verleent, soo sie meer hadden, oor levent lanck betuchtiget hadden. Tso datt die lestlevende van hem baijden allent genne wess op den sterffdach des ijrsten van beijder nabliven wortt, datt sij landt, sandt, huis, hoff, veurten tenden, tilbaer unde andere geuderen, woe die eennen nhaemen hebben mogen, geenne int kleijnne offte grote daerfan uuthbescheijden, die lestlevende van hem beijden sall beholden, unde tot sijn alementatie unde genoogsaeme nootdrufft sijn leventlanck, sunder ennige bespirunge van oren kinderen, genietten unde gebruicken. Dan so die lestlevende sich anhe alle toeverzicht, na dode des eerst verstorvenen wedder veranderzaten worde, so sal dselve mit sijnnen kinderen des eerst verstorvenen nagelatene geuderen deelen unde dselve volgen laten. Dan na dode des lestlevenden salt geneso genoembte eeluden noch wes overich mochten nalaten ore kinderen offte kindeskinderen erven unde genietten. In solcker gestalte unde niett anders alss sie daerfan in gemelten testamente gedisponiert unde besloten hebben. Mitz betaelende daerfan sulche legaten alss gemelte testatoren gelegatiert hebben. Unde willen oick gemelte eeluden datt oor gemelte testament durch desen also in allen sijnnen poincten geratificiert unde geapprobiert sal bliven. Unde offte het zaecke were dat nha het affstervent des eersten van hem beijden testatoren eenne van van oren kinderen den lestlevenden copie van oor voorss. opgerichtede testament anhe alle toeverzicht affeischen solde willen, sal dselve niet geholden wesen iemant enige copiën daerfan volgen toe laten, angesien nijmmandt van oren kinderen daeranne gelegen sij, solange die leste van hem beijden livet unde levet. Unde es deden genoembte eeluden, die eenne den anderen, Fenna dorch horen in desen gekarenen unde gerichtelichen toegelaten mombaer, Frederich van Twickeloe, vant genne in den testamente alsso verfadtet is, opdracht unde vertichenisse met hande unde monde alss recht was, allent profite unde gebruick den lestlevende tot sijnnen levende toe.

* 1683, 12-6: ORA Enschede LG.043.106d, warin Luds Wagelaer als erfgenaam van Albertus van Laer en Fenna verwijs naar een akte uit 1624.

* 1637, 7-11: ORA Enschede SG.022.176: Harbert de Laer heeft een overleden broer die een dochter Anneken [de Laer] heeft nagelaten, een zus Wijnken de Laer X Jorrijn Helmichs (hoffmeijer in Espelo) en een broer Bernardt de Laer.