Vanuit de jongste generatie is hier de stamboom in de tak Broodbakker opgebouwd. Editha Eva Maria Groen-Kreijtz 's moedersnaam was Broodbakker. De Broodbakkers zijn te traceren tot ongeveer 1700 en komen oorspronkelijk van de noordpunt, Emmeloord, van het voormalige eiland Schokland in de Zuiderzee, het tegenwoordige IJsselmeer. Door armoede gedreven is het gezin van Klaas Willems Broodbakker (1802-1881) begin februari 1842 van Schokland vertrokken om te gaan wonen en werken in de veenkolonie Veenhuizen in Drenthe, zij woonden toen in het Eerste Gesticht te Veenhuizen. In 1861 is dit gezin naar Nieuwendam verhuisd, hun zoon Jan, opa van Edith’s moeder, is in Veenhuizen in 1851 geboren, dus er zit een druppel Drentse geschiedenis in Edith's voorgeslacht. Dankzij de vereniging Schokker Erf, de Maatschappij van Weldadigheid en familie is de stamboom vrij compleet geworden.
We beginnen met Claes Albertsen, geboren op Sckoland in 1698. Claes is gehuwd op Schokland op 25-7-1727 met Maria Jansen, geboren in 1702 op Schokland. Hun zes kinderen zijn Anna Albertsen (30-12-1727), Jannes Albertsen (10-01-1729), Maria Albertsen (14-12-1734), Albert Claesen (tak met achternaam Broodbakker) ( 13-4-1735/ 3-12-1814, Willem Albertsen (24-03-1738), Albert Claesen (Klasen) (tak met achternaam Karel) (4-9-1747 / 05-08 1788).
De volgende generatie loopt via Albert Claessen (ged. 13-4-1735/ 3-12-1814 (Emmeloord/Schokland)), visser en omroeper op Schokland en twee keer gehuwd geweest. Zijn eerste huwelijk op 24-4-1768 op Schokland is met Maria Gerrits (1737-1767?). Na haar dood hertrouwde hij op 24-04-1768 in de RK-kerk op Emmeloord met Greta/Margrita (Dircks/Theodorus) Been, ged. 20-11-1738/ verdronken 19-9-1772 (Emmeloord/Schokland). Uit dit huwelijk wordt Anna Alberts Broodbakker geboren (28-6-1772/ 13-12-1825). De nakomelingen van Albert Claessen werden Broodbakker genoemd naar zijn beroep naast visserman, na 1811 werd dat de officiële familienaam. De nakomelingen van zijn jongste broer, ook een Albert, kregen later de familienaam Karel. De tak Broodbakker, zeven kinderen van Albert Claessenen Greta Been, zijn Anna Alberts Broodbakker (28-04-1759), Maria Alberts Broodbakker (26-11-1760), Johanna Alberts Broodbakker (19-09-1762), Anna Alberts Broodbakker (03-12-1764/13-12-1825), Willem Alberts Claesen Broodbakker (28-10-1768, Schokland), Willem Alberts Broodbakker (ged. 27-11-1770/ 7-9-1846 (Emmeloord /Schokland)) (onze volgende generatie) en Janna Broodbakker (28-06-1772).
Willem Alberts Broodbakker (gedoopt op 27-11-1770) en overleden op 7-9-1846 (Emmeloord/Schokland), was visser en broodbakker voor de kost. Hij trouwde op 4-3-1792 op Schokland met Catharina (Trijntien) Albertsen Konter (gedoopt 17-11-1771, overleden op 19-12-1849 (Emmeloord/Schokland). In 1832 was Willem Alberts Broodbakker (1770-1846) eigenaar van de huizen Emmeloord nr. 11 en nr. 12 volgens het kadastrale plan. Willem en Trijtien krijgen tien kinderen, allen geboren op Schokland: Albert Willem Broodbakker (1793), Albert Willem Broodbakker (8-3-1795/ 20-11-1864), Jan Willems Broodbakker (5-12-1797/ 30-01-1886), Bruin Willems Broodbakker (17-11-1799), Claes Willems Broodbakker (22-1-1802/ 24-1-1881), Albert Willems Jacobus Broodbakker ( 01-03-1805), Grietje Broodbakker (03-03-1807), Bruin Willems Broodbakker (31-12-1808/10-04-1879), Joanna (Janna) Willems Broodbakker (17-7-1811/ 19-7-1857) en tot slot Jacob Willems Broodbakker (14-04-1814).
De vijfde zoon, Claes (Klaas) Willems Broodbakker (ged. 2-2-1802 (Emmeloord)/ 24-1-1881 (Nieuwendam) is de vader van onze Jan, die in Veenhuizen geboren is en de opa was van Edith’s moeder. Klaas Willems Broodbakker is van beroep visser, arbeider, visventer,gehuwd 23-12-1826 op Schokland met Agatha Gerrits Botter (6-7-1807 (Emmeloord)/ 4-6-1886 (Nieuwendam)) Agatjha was dochter van Gerrit Klasen Botter en Maria Cornelissen Baentjes. Hun kinderen: Albert Klasen Broodbakker (7-9-1830), Gerrit Klasen Broodbakker (21-3-1833), Maria Klasen Broodbakker (23-9-1835), Jannetje Klasen Broodbakker (28-3-1838), Jacob Klasen Broodbakker (7-3-1841), Willem Klaassen Broodbakker (6-8-1844 (Norg), Anthonie Klaas Willem Broodbakker (14-8-1847 (Norg)) en Jan Klaaszen Broodbakker (25-2-1851 (Veenhuizen), overleden op 14-7-1926 (Amsterdam)).
De laatste drie kinderen, waaronder voorvader Jan, zijn geboren in de kolonie Veenhuizen onder de Maatschappij van Weldadigheid. Het gezin van Claes (Klaas) en Agatha verhuisd als behoeftig gezin in 1841 van Schokland naar Veenhuizen, krijgen daar dus nog drie kinderen erbij en verhuizen twintig jaar later naar Nieuwendam. Nieuwendam is geheel ingesloten door de bebouwing van de stad Amsterdam. Het was vroeger een zelfstandig dorp dat aan de Nieuwendammerdijk ligt. De Nieuwendammerdijk heette van 1860 tot 1924 de Noorder IJ- en Zeedijk en daarvoor de Waterlandse Zeedijk.
Op 16‑6‑1861 vestigde Klaas Willems Broodbakker zich met vrouw en hun kinderen Maria (1835), Johanna (1838), Willem (1844), Antonie (1847) en Jan (1851) vanuit Norg op de Zeedijk in Nieuwendam. In het begin van de jaren 1860 woonde het gezin daar aan het westeinde van de Zeedijk, vlakbij Hendrik Botter, de broer van Aagje. Uit een brief van 23‑2‑1866 blijkt dat Klaas, samen met zijn vrouw en een van hun zoons de kost verdienden door het uitventen van vis. Op 18‑1‑1864 werd steun gevraagd aan het Algemeen Armbestuur in verband met medische kosten voor de zonen Willem Klazen en Antoon. In de toelichting is vermeld dat een zoon ziek was, dat het gezin talrijk en zeer behoeftig was, en dat de kerkelijke armenzorg niets gaf. Omdat het gezin uit Schokland kwam betaalde het Rijk de kosten terug aan de gemeente Nieuwendam.
Intussen redde het gezin het niet meer. In genoemde brief van 23‑1‑1866 is sprake van een voornemen om het gezin Broodbakker in de wintermaanden onderstand te verlenen. Door omstandigheden kregen ze echter voor onbepaalde tijd 1 gulden per week. Aagje was een ongeluk overkomen waardoor zij niet meer kon werken. Een van de zonen was inmiddels getrouwd en het huis uit, de andere twee, 18 en 21 jaar oud, verdienden zo weinig dat ze hun ouders niet konden onderhouden. Aanvankelijk kwam de toezegging tot ondersteuning niet, maar nadat Aagje zich op 7‑1‑1867 tot de Commissaris van de Koning te Haarlem wendde, kwam op 2‑6‑1867 het besluit tot ondersteuning: 1 gulden per week. Den Haag was echter niet vlot met terugbetalen. Op een nota van 11‑3‑1869 wordt vermeld f.52,00, zijnde de jaarlijkse bedeling, en f.58,90 aan geneeskundige hulp en medicijnen, tezamen f.110,70. De nota werd door het Rijk teruggezonden omdat bij de invulling "de voorschriften niet in acht genomen waren". De gemeente stuurde de nota naar de Commissaris van de Koning, waarna de zaak toch rond kwam. In 1874 ging de steun omhoog naar f.1,50 per week.
Een grote post bleef die van de doktershulp en de medicijnen. Volgens een brief van 21‑4‑1874 verkeerde Klaas in ziekelijke omstandigheden, en volgens een brief van 30‑11‑1874 is ook Aagje ziek. In 1876 gaf het Algemeen Armbestuur voor hen f.78,00 aan steun en f.39,80 aan medicijnen en doktershulp uit. In 1881 betaalde het Rijk de begrafenis van Klaas: f.30,‑‑. In dat jaar was er in total f.136,80 voor het oude paar uitgegeven. Aagje overleefde haar man vijf jaar, alhoewel steeds ziek en daardoor in hoge kosten.
De kosten liepen zo hoog op dat op 28‑5‑1886 besloten werd de steun op f.5,00 per week te stellen. De minister van Binnenlandse Zaken protesteerde tegen deze forse verhoging, omdat nergens anders een dergelijk bedrag als ondersteuning aan de voormalige Schokkers gegeven werd. Hij wenste de reden van dit besluit te horen. Op 10‑6‑1886 kreeg de minister de gewenste informatie, waarna hij berustte in de f.5,00 per week, met hoop dat de hoogte in 1887 opnieuw bekeken zou worden. Aagje heeft deze steun echter nooit gekregen, want een week eerder was ze gestorven. (Zie: D. Landsman, Schokland eens een eiland, blz. 44‑46)
Jan Klaaszen Broodbakker (25-2-1851 (Veenhuizen)/ 14-7-1926 (Amsterdam)), trouwde op 7 februari 1877 te Nieuweramstel met Anna Margaretha Catharina Eefslaa (9-12-1853 (Nieuweramstel)/ 19-9-1913 (Amsterdam)).
Hun zeven kinderen:
- Agatha (Aagt) Broodbakker (5-11-1877/ 12-9-1948), gehuwd 4-11-1913 met Jacobus Hendricus Goossens (1-8-1879/ 6-12-1964)
- Hendrika Maria (Riek) Broodbakker (2-5-1880/ 25-2-1957), gehuwd met Mattheus Johannes Bijlhouwer (18-8-1880/ 20-9-1963)
- Elisabeth Maria (Bet) Broodbakker (27-12-1885/ 27-6-1954), gehuwd met Jacobus Cornelis Koehorst (15-10-1885/ 9-3-1949)
- Klaas Willem (Klaas) Broodbakker (31-8-1888/ 9-8-1943), eerste huwelijk Elizabeth Clasiena Plaggenberg (22-10-1890/ 8-4-1933), tweede huwelijk Cornelia van Gasteren (25-7-1895/ 23-10-1964)
- Johannes Theodorus Wilhelmus (Jan) Broodbakker (15-5-1891/ 5-1-1980)
- Johanna Maria (Jans) Broodbakker (30-6-1894/ 26-3-1977)
- Johannes Theodorus (Jo) Broodbakker (30-6-1898/ 20-10-1956), gehuwd met Paulina Wilhelmina Rammers (29-11-1910/ 25-3-1999)
- Anna Elisabeth (Anne) Broodbakker (11-5-1899/ 28-4-1973)
De vijfde, Johannes Theodorus Wilhelmus (Jan) Broodbakker ((15-5-1891/ 5-1-1980)), was de opa van Edith. Hij trouwde in zijn eerste huwelijk op 27-8-1914 met Johanna Maria Lehman (9-6-1890/ 18-1-1948), hun knderen zijn:
1. Johannes Jozeph Fransiscis (Jozef) Broodbakker (5-9-1915 (Amsterdam)/1992), gehuwd met Adriana Maria (Sjaan) Karhof (1910 (Volendam)/1998)
2. Frederik Franciscus (Frans) Broodbakker (14-1-1917(Amsterdam)/ 11-3-2003 (Amsterdam)), eerste huwelijk met Maria (Rie) Verbaten (1920), tweede huwelijk met Elsje Brigitta Süverkropp.
3. Anna Margaretha Catharina (Annie) Broodbakker (27-1-1920 (Amsterdam)/ 23-9-2000 (Lelystad)), gehuwd met Johannes Gerardus ( Jan) Muus (1914-1998)
4. Catharina Margaretha (Tinie) Broodbakker (18-2-1922 (Amsterdam)/ 17-7-2001) (Omi Kreijtz), getrouwd met Alphonsus Johannes Gijsbertus Kreijtz (Opa Kreijtz)
5. Johannes Maria (Jan) Broodbakker (29-3-1924 (Amsterdam)/ 17-03-1999), gehuwd met Francina Hermanna (Francien) van der Heuvel (9-10-1924/ 13-4-2007)
6. Editha Eva Maria (Edith) Broodbakker (9-2-1926 (Amsterdam)/ 21-12-2012), gehuwd met Willem Karel Gerardus (Wim) van Roijen (9-7-1931/11-3-2011)
7. Jacobus Hendricus (Jaap) Broodbakker (11-12-1928 (Amsterdam)/ 30-6-2001 (Veghel)), gehuwd met Berta Maria theresia (Bep) van Roijen (1929)
8. Theodorus Johannes (Theo) Broodbakker (13-1-1931 (Amsterdam)/ ??), gehuwd met Christina Theresia Maria (Tinie) de Ruijter
En zo komen we steeds dichter bij het heden. Omi en opa: Catharina Margaretha (Tinie) Broodbakker (18-2-1922 (Amsterdam)/ 17-7-2001 (Amstelveen)), gehuwd op 3 juni 1948 met Alphonsus Johannes Gijsbertus (Fons) Kreijtz (31-12-1912 (Cuijk(N.B.)/ 2-4-2002 (Amstelveen)).
Hun vijf kinderen:
1. Johanna Maria (Ans) Kreijtz (5-5-1949 (Nieuwer Amstel))
2. Editha Eva Maria (Edith) (24-02-1952 (Nieuwer Amstel)), getrouwd met Geert Groen (12-08-1951 (Steenwijkerwold))
3. Alphonsus Johannes Gijsbertus (Alfons) Kreijtz (20-3-1953 (Nieuwer Amstel)), partner Berty Sieverding (23-11-1950)
4. Marie Jose Kreijtz (7-8-1954 (Nieuwer Amstel)/ 3-2-1989 (Zoetermeer)), gehuwd op 23-12-1975 te Amstelveen met Marius Parlevliet (18-9-1952), twee kinderen
5. Michael (Michel) Kreijtz (19-6-1957 (Nieuwer Amstel)), gehuwd met Trees Kampyon (10-12-1958), twee kinderen
Onze generatie tot slot: Editha Eva Maria Kreijtz (24-2-1952 (Nieuwer Amstel)), gehuwd op 31-8-1978 met Geert Groen (12-8-1951 (Steenwijkerwold).
Zie Stamboom Groen.