Tip: Als je een koppeling in een nieuw tabblad wil openen, klik dan op het MUISWIEL i.p.v. de linkermuisknop.
Alle oefeningen, opdrachten en andere evaluatiedocumenten en/of -bestanden die in het kader van deze studiewijzer geproduceerd en ingediend worden, moeten in overeenstemming zijn met
de principes en technieken voor effectieve en efficiënte tekstverwerking (zie studiewijzer 1 Tekstverwerking);
de huisstijl voor Andere documenten die binnen onze opleiding wordt gehanteerd.
Om je werkstukken te controleren, kan je eventueel gebruik maken van Controlelijst toetselementen die je bij Tekstverwerking - Toelichting bij het examen vindt.
Tijdsgebruik: afhankelijk van je voorkennis en ervaring, 1 tot 4 uur
Deze leereenheid maakt je vertrouwd met het concept van een besturingssysteem en het efficiënt gebruiken ervan. Na het bestuderen van deze leereenheid moet je alle courante taken van het besturingssysteem kunnen uitvoeren.
Een besturingssysteem - of in het Engels operating system (OS) - is een programma dat er voor zorgt dat de basisfunctionaliteit aanwezig is voor bestandsbeheer en voor het uitvoeren van andere programma's. Het besturingssysteem wordt tegenwoordig bijna altijd om de harde schijf van de pc gezet.
De voornaamste taken van het besturingssysteem zijn de volgende:
tijdens het opstarten van de computer alle bestanden inladen die nodig zijn voor de normale werking van de computer;
het regelen van de toegang tot de zogenaamde systeembronnen (werkgeheugen, opslaggeheugen, randapparatuur, enz.);
een gebruikersinterface leveren voor actieve programma's (verkenner, bureaublad, etc.);
het uitvoeren van programma's;
het beheer van bestanden faciliteren, met inbegrip van
bestanden openen en eventueel bewerken
nieuwe bestanden aanmaken;
bestanden opslaan
bestanden opslaan onder een andere naam
mappen en bestanden aanmaken, verplaatsen en verwijderen
…
communicatie met randapparatuur (printer, scanner, toetsenbord, muis, enz.).
Binnen de hogeschoolopleidingen wordt helaas vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van het besturingssyteem Windows van Microsoft. Er zijn echter evenwaardige alternatieven die ook op ethisch vlak een beter keuze zijn.
Voor het verkennen van de functies en de werking van het besturingssysteem gebruik je deze koppeling. Je moet zeer vlot met de basisfunctionaliteit van het besturingssysteem leren omgaan.
Maak zoveel mogelijk gebruik van het toetsenbord; elke muisklik is er één te veel.
Tijdsgebruik: deze vaardigheid vergt doorlopende oefening. Integreer de technieken in jouw dagelijkse computergebruik.
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
efficiënt gebruik maken van invoerapparaten (toetsenbord, muis, etc.);
zeer goed met het toetsenbord overweg, sneltoetsen gebruiken en zo het gebruik van de computermuis uitschakelen.
Efficiënt gebruik van invoerapparaten (toetsenbord, muis, etc.)
Om vlot met de computer om te gaan, zorg je voor een evenwichtig gebruik van de muis en het toetsenbord. Als je de mogelijkheden van beide invoerapparaten beheerst en optimaal gebruikt, word je vanzelf veel sneller en efficiënter met de pc.
De meeste pc-gebruikers maken te veelvuldig gebruik van de muis, en kennen de mogelijkheden van het toetsenbord onvoldoende. Bij 2 op 3 gebruikers treden er na enkele jaren intensief computerwerk klachten op (zogenaamde RSI*-klachten) die te maken hebben met het verkeerd gebruik van invoerapparaten.
* RSI (Repetitive Strain Injury) is de aanduiding voor een verzameling van klachten die te maken hebben met het herhaaldelijke uitvoeren van dezelfde beweging gedurende een lange tijd.Vermijd het gebruik van de muis.
Voor vrijwel alle handelingen zijn er zogenaamde sneltoetsen beschikbaar. In een volgend onderdeel krijg je een overzicht.
Je kan ook overwegen om een betere muis (ergonomisch) of een alternatief voor de muis te gebruiken.
Dactylografie
Zowel voor de cursus als in de beroepspraktijk is het van belang dat je vlot met een toetsenbord overweg kunt. Als jouw typesnelheid onvoldoende is, zal je die in de loop van deze cursus moeten bijschaven.Een goede oefenmethode vind je op deze webpagina:
TypelesOnline.nl
Start met het lezen van de instructies.
Aan het einde van de cursus moet je een minimum van
350 toetsaanslagen per minuut;
met een foutmarge van maximaal 1 % halen.
Sneltoetsen gebruiken
Voor vrijwel alle handelingen op de pc is er een sneltoets beschikbaar. Oefen de sneltoetsen door de computermuis buiten bereik te houden, of beter nog, door ze los te koppelen van de pc. In alle programma's binnen het MS Office-systeem kan je via de ALT-toets naar het menu navigeren. Dan krijg je cijfers en letters te zien waarmee je functies kan activeren.
Tussen de ALT-GR-toets en de rechter CTRL-toets vind je de toets die het snelmenu te voorschijn haalt (=equivalent van de rechtermuisknop). In dat snelmenu krijg je toegang tot de meest gebruikte functies van het programma.
Daarnaast zijn er voor heel wat courante handelingen sneltoetsen beschikbaar.
Hier vind je een overzicht.
Venster Uitvoeren gebruiken
De snelste manier om programma's of ander functies van het besturingssysteem op te starten, is gebruik te maken van het Uitvoeren-venster.
Met de sneltoets Windows+R start je het Uitvoeren-venster (van het Engelse Run):
Enkele courante opstartcommando's:
calc
chrome
control
excel
firefox
msaccess
mspaint
mspub
notepad
onenote
outlook
powerpnt
skype
winword
...
Je kan aan elk van de commando's ook eventueel parameters invoeren:
chrome www.deredactie.be opent de webbrowser Google Chrome op de website www.deredactie.be
winword /w opent de tekstverwerker in een leeg document
Uitgebreidere lijsten vind je hier:
Doorlopende oefening
Op deze webpagina vind je een vrij volledig overzicht van de voornaamste sneltoetsen. Via de navigatie rechtsboven kan je sneltoetsen voor een specifiek programma terug vinden.
Maak er een gewoonte van om je telkens je met de computer aan de slag gaat, voor elke actie eerst af te vragen of er een sneltoets is. In de beginfase is het aangewezen om de computermuis los te koppelen van je computer. En vooral, HOUD VOL!
Specifieke oefeningen
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
het bureaublad efficiënt inrichten;
vlot omgaan met de verkenner van je besturingssysteem;
op een consistente manier mappen en bestanden benoemen;
vlot toegang krijgen tot allerhande dialoogvenster en de nodige aanpassingen doen.
Een interface is in essentie een stukje software dat je in staat stelt om met de computer te communiceren en de gegevens op die computer te bewerken:
Het bureaublad (of Desktop),
het venster dat je te zien krijgt als je de verkenner opent,
en verder alle andere dialoogvensters die je gebruikt
om instellingen te wijzigen,
informatie in te voeren, aan te passen of te verwijderen,
vormen samen de interface van het systeem. Het inrichten van de interface kan op verschillende manieren maar een algemeen advies hier is om het zo eenvoudig mogelijk te houden:
Beperk het aantal koppelingen en documenten op het bureaublad tot die toepassingen die je het meest gebruikt.
Zorg voor een duidelijke mapstructuur en een consequente naamgeving voor je bestanden.
Vermijd het bijhouden van dubbele bestanden; als een bestand in twee mappen thuishoort, kan je het best in één map bewaren en in de andere map een snelkoppeling maken.
Werk in de verkenner altijd met het "Details" beeld; dan krijg je het beste overzicht op de inhoud van een map en zie je bovendien de belangrijkste eigenschappen van de bestanden (data, bestandsgrootte, bestandstype, enz.)
Zorg ervoor dat je de extensies van je bestanden kan zien.
Een bestandsextensieis het deel van de bestandsnaam dat na het "." komt (bijv.: pdf, jpeg, docx, xcf, xlsx, pptx, ...);
dat informatie verschaft over het type bestand en
dus ook over het programma waarmee het bestand kan geopend worden.
Om de bestandsextensies zichtbaar te maken, moet je via de Map- en zoekopties van de verkenner de optie Extensies voor bekende bestandstypen verbergen uitschakelen (zie afbeelding hierboven).
De bestandsextensie kan je ook gebruiken om standaardprogramma's toe te wijzen aan bepaalde bestandstypes.
Als je minder vertrouwd bent met het besturingssysteem van je computer kan je op het internet meer informatie en tips vinden:
De inhoud van deze leereenheid vind je hier.
Tijdsgebruik: deze vaardigheid vergt doorlopende oefening. Integreer de technieken in jouw dagelijkse computergebruik.
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
goede keuzes maken met betrekking tot de keuze van een internetbrowser;
de geselecteerde internetbrowser vlot hanteren;
accuraat zoektermen definiëren;
de juiste keuzes maken over veiligheidsaspecten bij het gebruik van netwerken.
De inhoud van deze leereenheid vind je op de pagina Efficiënt zoeken op het internet.
Meer tips vind je hier:
Zie Leereenheid 6.
Tijdsgebruik: deze vaardigheid vergt doorlopende oefening. Integreer de technieken in jouw dagelijkse computergebruik.
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
de kwaliteit en de betrouwbaarheid van websites en webpagina's inschatten;
de kwaliteit en de betrouwbaarheid van teksten inschatten;
relevante informatie verzamelen.
De inhoud van deze leereenheid vind je op de pagina Kwaliteit van digitale informatie.
Tijdsgebruik: deze vaardigheid vergt doorlopende oefening. Integreer de technieken in jouw dagelijkse computergebruik.
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
verwijzen naar bronnen volgens de APA-stijl (6th edition);
de tekstverwerker hiervoor efficiënt inzetten.
De inhoud van deze leereenheid vind je op de pagina Bronvermelding volgens de APA-norm.
Zie Leereenheid 6.
Tijdsgebruik: deze vaardigheid vergt doorlopende oefening. Integreer de technieken in jouw dagelijkse computergebruik.
Na het beëindigen van deze leereenheid, kan je
de basisregels voor correct en efficiënt omgaan met elektronische post hanteren;
binnen de school op een correcte manier berichten opstellen en beantwoorden.
Bestudeer de huisstijl met betrekking tot het versturen van elektronische post.
Als je niet vertrouwd bent met elektronische post, kunnen deze pagina's je op weg helpen:
Hoe ga je aan de slag met het Portable Document Format?
Op deze webpagina vind je informatie over werkwijzen en technieken.
De uitgeschreven opdracht vind je hier.