Dans was ondanks de kerkelijke afwijzing een zeer populair tijdverdrijf in de middeleeuwen, zowel bij de gewone bevolking als bij de adel. Dansen en feesten dienden om de angst voor de vele oorlogen, hongersnoden en ziektes te vergeten. Bij de adel was dit niet anders. Tussen de 12de en 14de eeuw was vooral de estampie populair onder de Franse en Italiaanse edelen. De paren schreden met voorwaartse en achterwaartse passen door de zaal. Bekende estampiedansen zijn de Kalenda Maya en de Estampie Royal. Vanaf de 14de eeuw werd de estampie steeds vaker vervangen door de basse dance. Men schreed nog altijd ritmisch door een zaal, maar hierbij bewoog men traag omhoog en omlaag. De verticaliteit van de gotiek is hierin terug te vinden. De basse dance werd vooral populair aan het Bourgondische en het Italiaanse hof. Voorbeelden hiervan waren de danse de clèves en de ravenstein. Op zowel de estampie als de basse dance volgde meestal een levendige saltarellodans, zoals de petits riens, bestaande uit een soort huppelbeweging afgewisseld met andere dansfiguren.