De Oude Universiteiten
De Rijksuniversiteit in Groningen kent een uitermate lange historie. Groningen is na de Universiteit van Leiden (1575) en de Universiteit van Franeker (1584), de oudste universiteit van Nederland. De universiteit is gesticht op 23 augustus 1614 met vier faculteiten: a. godgeleerdheid, b. rechtsgeleerdheid, c. letteren & wijsbegeerte, en d. genees-, wis- & natuurkunde. Groningen was aanvankelijk vooral een universiteit voor Friesland, de Ommelanden en voor het Duitse Oost-Friesland. De eerste hoogleraar Ubbo Emmius en de eerste student Bernhardus Sutholt komen uit Oost-Friesland. De stadsregering participeerde vanaf het begin en leverde frequent een bestuurder aan de universiteit, meestal de burgemeester zelf, in de functie van curator. De samenwerking verliep desondanks moeizaam. In Franeker kende men deze stadsproblematiek niet.
Een optocht in de 17de eeuw voor het Academiegebouw
Tot het rampjaar 1672 gaat het de universiteit uitermate voor de wind met een instroom van ongeveer honderd studenten per jaar, nog altijd mede afkomstig uit het buitenland. Vooral de exacte landbouwwetenschap is de gangmaker. De Republiek verkeerde nog altijd in zwaar weer en na de belegering van Groningen door 'Bommen Berend' stagneerde de groei van studenten tot in de achttiende eeuw. In de 18de eeuw ontstond tot drie keer toe ziekte onder het vee. Hoogleraar Petrus Camper, verbonden aan de universiteit van Franeker, een veepest-bestrijder, patholoog-anatoom en de oprichter van de eerste chirurgische polikliniek, werd beroemd tot ver buiten de stadsgrenzen. De universiteit hechtte altijd aan een goede huisvesting. In het Eeuwig Edict verklaarden de Staten van Groningen en Ommelanden niet alleen dat de stad zo gunstig lag en zo gezond was, ook de academische gebouwen werden met nadruk aangeprezen als een voortreffelijke werkplaats voor de wetenschap en bovendien van al het lawaai, van mensen en hun bezigheden, gescheiden.
Als gevolg van de Franse inlijving werd de Groningse universiteit in 1812 onderdeel van de Keizerlijke Universiteit van Parijs. Daarmee kwam Groningen goed weg. Eigenlijk wilde het Franse bestuur, koning Lodewijk Napoleon Bonaparte en zijn belangrijkste adviseur Schimmelpenninck, maar één enkele universiteit in Nederland handhaven, en dat zou dan Leiden moeten worden. Een gevormde Franse inspectiecommissie bleek Godzijdank zeer gecharmeerd van de stad Groningen. Men concludeerde dat de reisafstand van Leiden naar het hoge noorden erg groot was. De universiteiten in Franeker, Utrecht en Harderwijk werden bij decreet opgeheven, maar Groningen niet. Nu de kogel door de kerk was, werd de Groningse academie onderdeel van de Keizerlijke Universiteit van Parijs, en in 1815, na totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden, een formele Rijkshogeschool. Na de sluiting van de universiteit van Franeker in 1811 trekt Groningen nog meer Friezen. In 1815 werd de eerste studentenvereniging Vindicat atque Polit opgericht door J. Baart de la Faille met J. Ruardi Tresling, een prominent corps met een roemruchte geschiedenis.
Natuurkundig onderzoek in het café
Een belangrijk moment in de emancipatie van de Nederlandse vrouw is het jaar 1871. In dat jaar verzoekt Aletta Jacobs, dochter van een huisarts uit Sappemeer, om als eerste vrouw toegelaten te worden tot de Rijksuniversiteit van Groningen. Jacobs heeft in 1870 haar examen leerling-apotheker gehaald en wenste medicijnen te studeren. De minister van Binnenlandse Zaken, dit was de liberale Johan Rudolf Thorbecke, geeft uiteindelijk op zijn sterfbed toestemming, waarmee de rector magnificus akkoord ging. De ratrace tussen de vrouwen speelt nu tussen Anna Maria van Schurman en Aletta Jacobs. Schurman wint die wedstrijd met grote voorsprong; zij studeerde bij Daniël Heinsius.
Het derde eeuwfeest 1914
De eerste decennia van de twintigste eeuw groeit het aantal faculteiten en opleidingen gestaag en het aantal studenten explosief. Bij het 300-jarig bestaan in 1914 staan zelfs 611 studenten ingeschreven. In 1906 brand het academiegebouw, tot groot verdriet van velen, tot op de grond toe af. Het huidig academiegebouw wordt opgebouwd en in de hal komt het grote glas-in-lood-raam waarop een vrouw Ubbo Emmius draagt. Er komen meer nieuwe gebouwen en in 1925 telt de universiteit voor het eerst meer dan 1.000 studenten. Voor de brand bedraagt het aantal echter minder dan 500 ingeschreven studenten. In 1953 komt de RUG internationaal in het nieuws doordat professor Frits Zernike de Nobelprijs voor de Natuurkunde wint voor zijn uitvinding van de fasecontrastmicroscoop. In de periode na de tweede wereldoorlog groeit het studentenaantal in hoog tempo tot boven de 20.000 in 1994. Tegenwoordig zijn er meer dan 30.000 studenten bij de RUG ingeschreven. Steeds meer studenten komen weer uit het buitenland. Vooral het aantal Europese studenten en onderzoekers groeit de laatste jaren weer sterk.
Jaaropening Prof. Kuipers
Het WSN-gebouw in Paddepoel
Enkele bekende studenten:
Aletta Jacobs
Wubbo Ockels
Wim Duisenberg
Enkele bekende hoogleraren:
Ubbo Emmius
Petrus Camper
Frits Zernike
Het vierde eeuwfeest 2014
Academiegebouw
In 2014 viert de oude academie haar 400-jarige bestaan. Gevolgd door de Nobelprijs voor de Scheikunde in 2016. Professor Ben Feringa won de Nobelprijs voor zijn werk aan moleculaire machines. Zijn ontdekking van de ‘moleculaire motor’ was baanbrekend en heeft toepassingen in onder andere de geneeskunde. De universiteit heeft bijgedragen aan belangrijke doorbraken in de medische technologie, zoals de ontwikkeling van nieuwe beeldvormingstechnieken en behandelingen voor ziekten. De RUG profileert zich vandaag de dag in onderzoek naar duurzame energie, waaronder zonne-energie en groene chemie. Dit onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën. De RUG heeft zo per saldo sterke banden opgebouwd met andere vooraanstaande universiteiten, doet gezamenlijke onderzoeksprojecten en heeft uitwisselingsprogramma’s.
© 2022 F.N.Heinsius. All rights reserved