Intervisie is het in groepsverband professioneel en methodisch bekijken van een specifieke vraag of situatie die bij iemand leeft. Vaak kan de inbrenger van de vraag of de situatie de vinger niet op de zere plek, ofwel het onderliggende probleem, leggen. Daardoor is het moeilijk om het eigen aandeel in het probleem te zien.

In een intervisiebijeenkomst verwoordt de inbrenger zijn of haar probleemstelling en stellen de andere deelnemers vragen ter verheldering. Het is dus belangrijk om allereerst de situatie of vraag te verhelderen, pas daarna komen mogelijke oplossingen. Vaak levert zo'n verheldering dusdanige inzichten op, dat de inbrenger zelf oplossingen ziet. Daarbij reflecteert de inbrenger op zijn of haar eigen gedrag en op de interactie met de leerlingen.

Onderling vertrouwen en veiligheid zijn voorwaarden voor intervisie. Deelnemers maken hierover afspraken met elkaar. Dat wat besproken wordt tijdens de intervisie wordt niet met derden gedeeld. Er wordt uitgegaan van respect voor ieders inbreng, inclusief bijkomende vragen, twijfels en emoties.

Leraren werken met mensen. Er is veel interactie met leerlingen, met hun ouders en met collega's. Daarbij zet de leraar altijd zichzelf in: zijn persoonlijkheid en vaardigheden. Daarom is het nodig dat je als leraar regelmatig je eigen gedrag in interacties bekijkt; dat houdt je scherp en waar nodig kun je aanpassingen maken. Reflectie is een krachtige manier om jezelf onder de loep te nemen. Daarom staat reflectie centraal bij intervisie: wat zie je jezelf doen in deze situatie en wat is het effect van jouw gedrag?

• Je leert breder en dieper kijken naar de lessituatie.

• Je vergroot je zelfkennis en krijgt meer zicht op je eigen aandeel in de interactie met leerlingen.

• Je krijgt nieuwe inzichten en wordt je bewust van mogelijke oplossingen.

• Je raakt meer betrokken bij elkaar en elkaars situaties, wat teamverbindend werkt. Dit vergroot onderling vertrouwen en veiligheid; een goede basis voor een professionele schoolcultuur.

Duur: +/- 60 min

FASE 1: OPSTART, ORIËNTERING (23 min)

1. Alle deelnemers vertellen in één zin de kern van hun casus (10 min).

2. Er wordt door de groep één casus uitgekozen (5 min).

3. De inbrenger licht de casus in maximaal 3 minuten toe. Hij/zij heeft ook mee welke inspanningen er al zijn geleverd (3 minuten).

4. Met behulp van de vragen wordt de situatie geanalyseerd. De collega's kunnen verhelderende vragen stellen (geen suggestieve) (5 minuten).

FASE 2: APPRECIEER (10 min)

In deze fase luistert de persoon die de vraag aanbrengt. De collega's in de cirkel benoemen alles wat hen in positieve zin is opgevallen, zetten de kwaliteiten in de kijker.

FASE 3: SUGGEREER (10 tot 15 min)

In deze fase volgt een brainstorm waarbij elke collega suggesties mag doen. Er wordt niet geoordeeld over de inbreng. Elke suggestie wordt als waardevol beschouwd. De collega die de case aanbracht, luistert en noteert alle mogelijke alternatieven/oplossingen.

FASE 4: EVALUEER (10 min)

De inbrenger reageert op de adviezen door terug te geven wat hij/zij meeneemt uit deze oplossingsronde. Vervolgens kan ook aandacht gegeven worden aan wat de overige deelnemers meenemen naar hun eigen lessen. 

Hospiteren is het bijwonen van een les of meerdere lessen van een collega. 

Hospiteren is bedoeld om je professionele vaardigheden aan te scherpen. Je treedt als het ware uit het isolement van je klaslokaal om te leren van een medeprofessional. Je doet frisse ideeën op die een positief effect hebben op jouw zelfvertrouwen, gedrag en vaardigheden als leraar.

• Leren van collega's en uitwisselen van best practices.

• Verbeteren van eigen lesgeven door nieuwe inzichten op te doen.

Onderstaande hospiteerfiche is een hulpmiddel dat wordt gebruikt bij het observeren van een les die door een collega wordt gegeven. Het doel van de hospiteerfiche is om de observatie gestructureerd te maken zodat er een constructief gesprek kan volgen die gericht is op professionele groei en verbetering van de lespraktijk.

Voorbereiding: Zorg dat de observator en de geobserveerde vooraf duidelijkheid hebben over wat het doel van de observatie is.

Tijdens de observatie: Gebruik de fiche om de observatie te structureren. 

Na de observatie: Doe een nabespreking, geef daarin terug wat jij meeneemt voor jezelf, geef een compliment en deel een mogelijke kans op een constructieve manier.