Tijdens mijn werkzaamheden laat ik me vaak verbazen over ‘onze samenleving’. Nu deel ik graag mijn verbazing over de emailadressen van ‘toekomstige’ studenten en de handleiding.

Jawel, de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar 2023/2024 zijn in volle gang. Voor een aantal opleidingen is de aanmelddatum verstreken, en de deadlines voor een aantal stageplekken zijn verlopen. Ook dit jaar mag ik weer enkele mensen met ervaring begeleiden naar ‘een goede start’ van hun opleiding. Een goede start in de zin van: een stageplek, financiering van de opleiding en geld om het eerste jaar van te kunnen leven. Wellicht ten overvloede, deze mensen die gaan studeren hebben meestal geen recht op studiefinanciering.

Mijn taak is na te gaan of de geïnteresseerde mensen in voldoende mate zijn ‘hersteld’ van hun ‘ontwrichtende ervaring’ om aan een MBO-opleiding tot ervaringsdeskundige te kunnen starten. Ik ontvang van hen een CV en motivatiebrief. Die ontvang ik vanuit de meest uiteenlopende emailadressen. En daar zou ik even bij stil willen staan.

Een groot aantal heeft een vrij neutraal emailadres wat bestaat uit voorletter/voornaam gevolgd door hun achternaam al dan niet een cijfer @ gmail, hotmail, live of iets dergelijks. Hiermee maken ze op mij een vrij neutrale eerste indruk. En waarschijnlijk ook bij hun toekomstige stageplek, op uitkerende instanties en fondsen voor individuele noden.

Belangrijk lijkt om nog te vermelden dat mijn benadering is dat zij zelf zoveel mogelijk organiseren om de opleiding te kunnen gaan beginnen. Zo ook het regelen van de financiering. Ik denk graag met ze mee, ben sparringpartner, maar het getuigt van ‘herstel’ en van enige werknemersvaardigheden dat ze dit zelf ondernemen.

Een aantal studenten in spe heeft echt wel andersoortige emailadressen, waarmee ze bij mij voor hun introductie wel wat oproepen. Zoals ‘voornaam’werkt@, ‘voornaam’iserklaarmee@, kroeg’naam’woonplaats@, of poesje19…@.

Tja, die met poesje klink als iets onschuldigs, kinderlijks en schattigs. Hoewel ik al snel ga denken dat dit wellicht te maken heeft met een vroegere werkpraktijk. Zo’n emailadres met een kroegnaam refereert bij mij ook vrij snel aan een vroegere werkplek en eventuele bij behorende ‘ervaring’. Als je een kroeg runt en je wilt je belangstelling kenbaar maken voor een stage in bijvoorbeeld de verslavingszorg, vraag ik me af of dat in je voordeel spreekt.

‘Voornaam’werkt@ is ook zo’n adres waarvan ik mij afvraag of het de kansen op een stageplek vergroot. Als iemand al aan het werk is, wat moet die dan met een stage of opleiding? Of is die vooral nog aan zichzelf aan het werken? Het lijdt bij mij in ieder geval tot de nodige verwarring. Zo ook een emailadres van iemand die voordat de opleiding start al laat weten dat ie er ‘klaar mee is’. Nou, zoek het dan lekker zelf uit!

Toen moest ik denken aan een ‘handleiding’, die ik begin dit jaar zag langskwam in een nieuwsbrief. De ‘handreiking-briefadressen-en-het-voorkomen-van-dakloosheid’. Deze handreiking is gemaakt door Divosa.

Wat is het geval? Per 1 januari 2022 is de Wet basisregistratie personen gewijzigd. De wijziging is erop gericht dat het ‘een expliciete wettelijke verplichting’ is om van inwoners een briefadres op te nemen in de basisadministratie. (Voorheen was dit een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om dit in bepaalde gevallen ambtshalve te doen). De gedachte van deze wetswijziging is dat door geen dak te hebben, maar wel een inschrijving in de BRP en een adres, verdere escalatie van persoonlijke problematiek kan worden voorkomen. Maar dit vergt samenwerking tussen verschillende gemeentelijke afdelingen en maatschappelijke partners. En daarover gaat die handleiding.

Zou Divosa ervoor in zijn om een ‘handleiding-emailadressen-voor-opleiding-en-werk’ op te stellen? Ik denk dat veel van de klanten van de organisaties die zich verenigd hebben hiermee een beetje geholpen zijn. In de zin dat de klanten zich bewuster zijn van wat het door hun gekozen emailadres oproept in hun proces naar opleiding en werk.

Niki Schipper