Basisvorming SC06 - 1e graad A/B stroom | wiskunde - natuurwetenschappen - techniek - geïntegreerde STEM
De leerlingen gebruiken gepaste grootheden en eenheden in een correcte weergave in wiskundige, wetenschappelijke en technologische contexten en geïntegreerde STEM.
Rekening houdend met concepten van de graad en de context waarin dit leerplandoel aan bod komt.
Basisvorming SC06 - 2e graad D/DA/A finaliteit | wiskunde - natuurwetenschappen - geïntegreerde STEM
De leerlingen gebruiken op een gepaste manier meetwaarden, grootheden en eenheden in wiskundige en wetenschappelijke contexten en geïntegreerde STEM.
Rekening houdend met concepten van de graad en de context waarin dit leerplandoel aan bod komt.
Concretisering
Leerlingen die over de graden heen op een gepaste manier meetwaarden, grootheden en eenheden gebruiken in wiskundige, wetenschappelijke en technologische contexten en geïntegreerde STEM ontwikkelen verschillende competenties.
Correcte toepassing
Leerlingen gebruiken passende eenheden of grootheden op basis van metingen, berekening en contexten in wiskundige, wetenschappelijke, technologische en STEM situaties.
Gebruik van relevante symbolen van grootheden en eenheden
Leerlingen zijn vertrouwd met de SI-grootheden (l voor lengte, m voor massa, t voor tijd, ...) en de corresponderende SI-eenheden (zoals meter (m), kilogram (kg), seconde (s)). Hoewel de voorkeur en focus ligt op SI-eenheden, wordt ook verwacht dat leerlingen een basiskennis hebben van relevante niet-SI-eenheden, die vaak worden gebruikt in specifieke vakgebieden (zoals minuten en uren voor tijd, of graden Celsius voor temperatuur) en hoe deze zich verhouden tot SI-eenheden.
Herleiden van courante eenheden
Leerlingen zetten in realistische contexten courante eenheden om zoals van meter naar kilometer, van ton naar kilogram, van liter naar kubieke decimeter, van uur naar seconde, van euro naar eurocent, ...
Schatten van grootheden
Leerlingen zijn in staat om grootheden zoals lengte, volume, en massa in te schatten door gebruik te maken van bekende referentiepunten, zoals de lengte van een voetbalveld, het volume van een frisdrankflesje, of het gewicht van een gemiddelde appel. Deze schattingsmethode stelt hen in staat om een dieper, intuïtief begrip van maten en afstanden op te bouwen is bijzonder waardevol in situaties waarin exacte metingen niet mogelijk of praktisch zijn.
Praktische toepassing
Leerlingen gebruiken meetwaarden, grootheden en eenheden in alledaagse situaties, wiskundige contexten, wetenschappelijke contexten, technologische contexten en geïntegreerde STEM rekening houdend met concepten van de graad en de context waarin dit leerplandoel aan bod komt.
Wenken
Het kan zinvol zijn om in de tweede graad stil te staan bij het onderscheid tussen scalaire grootheden (die door één enkele getalwaarde met een eenheid, samen de grootte, kunnen worden weergegeven) zoals temperatuur, afstand, lading, periode … en vectoriële grootheden die beschreven worden door een grootte, richting en zin zoals kracht, positie, verplaatsing ...