Kritische stemmen
Kritische stemmen
Onder de titel "DS ONDERZOEKT: Hoe futureproof is ons Nederlands?'" onderzoekt De Standaard of je zonder het Engels nog maatschappelijk succesvol kunt zijn en wat de toekomst is van het Nederlands.
Naast de column van Karel Verhoeven publiceerde de DS van 24 oktober twee rapporten van Klaas Maenhout over de staat van het Nederlands in de academische wereld:
Een Nederlands doctoraat is een zeldzaamheid geworden aan de Vlaamse universiteiten: 97 procent wordt in het Engels geschreven. Op veel universiteiten is het ook de nieuwe voertaal. “Wie in het Nederlands publiceert, kan geen carrière maken.”
Het Engels is oppermachtig aan de universiteit. Dat biedt kansen, maar het knelt en wringt ook. “Zelfs op een congres over Franse vertaalwetenschap is de voertaal Engels.”
Enkele markante passages:
De Vlaamse universiteiten zien in de regelgeving vooral een ideologisch gekleurde rem. “Vandaag worden we, zeker in niche-opleidingen, beperkt”, zegt Van Ginneken. “De realiteit is dat je bepaalde expertise maar kunt opbouwen in een internationale context.” Al pleit niemand die De Standaard sprak voor een verregaande verengelsing. Het spookbeeld dat terugkeert, is Nederland. Daar is de slinger doorgeslagen: aan bepaalde universiteiten wordt bijna uitsluitend in het Engels lesgegeven.
Cijfers van de vijf Vlaamse universiteiten bevestigen de hyperdominantie van het Engels als wetenschapstaal. Van alle doctoraten in Vlaanderen wordt nog slechts 3 procent in het Nederlands geschreven. Papers, zowel academische als niet-academische, zijn in meer dan 90 procent van de gevallen Engelstalig. En ook masterscripties zijn vaker dan tien jaar geleden in het Engels geschreven.
Met de dominantie van het Engels raakt ook de Angelsaksische cultuur steeds verder verspreid. We lezen meer Angelsaksische bronnen en nemen zo hun metaforen, hun bronnen en hun waardepatroon over. Er treedt een culturele assimilatie van binnenuit op. Een leefwereld, met een zweem van superioriteit, wordt ons indirect opgedrongen. Niet alleen de verschraling van het Nederlands dreigt, ook het Frans en het Duits zitten in het verdomhoekje.
De vraag is of het oprukken van het Engels tot een nieuwe taalstrijd zal leiden. Waarom niet inzetten op Nederlands én Engels? “Niemand is hier vragende partij voor een Nederlands scenario waarin we de sluizen openzetten en de verengelsing laten doorslaan”, zegt Wim Vandenbussche, hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de VUB. “Elke universiteit wil voor het onderwijs vasthouden aan Nederlands en investeert ook fors in taalbeheersing en ondersteuning.”
Ben je geabonneerd op De Standaard? Dan heb je vast en zeker de artikelreeks opgemerkt over de staat van het Nederlands. Dan wel niet een weergave van het verslag van de Taalunie, maar het resultaat van onderzoek van de redactie van de De Standaard.
Niet alleen in de academische wereld en de boardrooms regeert het Engels, ook in tienerkamers of op de pleintjes waar bro’s en baddy’s elkaar vinden. In de reeks ‘Hoe futureproof is ons Nederlands?’ onderzoekt De Standaard of je zonder het Engels nog maatschappelijk succesvol kunt zijn en wat de toekomst is van het Nederlands.https://www.standaard.be/tag/hoe-futureproof-is-ons-nederlands/
Klik hier door naar de artikelen, de meeste (= 'Premium') achter de betaalmuur.
Premium Helft twintigers schakelt over op Engels om zich haarfijn uit te drukken
Premium Vlaamse proffen in het Engels? Dat zijn babbelende powerpoints
Premium Hoe ‘verengelst’ is jongerentaal? “Ik wist zelfs niet wat ‘random’ in het Nederlands was”
Onze universiteiten verengelsen, maar hoe zat het met de strijd voor het Nederlands?
Premium Verengelsing van het hoger onderwijs? In het lab is het een ratatouille van talen
Premium Engels in het hoger onderwijs is vooral goed voor de elite
Premium We beleven een taalswitch met enorme gevolgen
Premium “We hebben zo hard gestreden voor het Nederlands, maar van de verengelsing ligt niemand wakker”
Premium Nederlands verdwijnt als wetenschapstaal: 97 procent van de doctoraten verschijnt in het Engels
Als Amsterdammer moet je er maar aan wennen om je koffie in het Engels te bestellen, want in steeds meer horecazaken en winkels in de binnenstad spreekt het personeel geen Nederlands. Wat doet dat met onze taal? AT5 maakte een achtergrondreportage en sprak met betrokkenen over dit fenomeen
De Nederlandse taal is springlevend en wordt nog steeds veel gesproken en geschreven in Nederland, België, Suriname en de Antillen. De taal is ook belangrijk voor de cultuur en identiteit van deze regio's. Hoewel het Nederlands soms als een moeilijke taal wordt ervaren, zeker door buitenlanders, zijn er veel mensen die Nederlands leren en beheersen, ook in andere landen dan de Lage Landen.
Dat zijn dus heel veel positieve elementen die we moeten koesteren en bewaren. Want zonder een levende Nederlandse taal
ben ik uitgesloten van sociale contacten
vind ik geen werk
verlies ik mijn culturele identiteit en eigenheid.
Toch zijn er ook uitdagingen om de toekomst van het Nederlands te waarborgen.
Er is een groeiende tendens tot internationalisering en het gebruik van Engels, vooral in het hoger onderwijs, de wetenschap en de zakenwereld. Het risico bestaat dat deze tendens zich voortzet in het onderwijs.
Meertaligheid typeert de diversiteit van Europa. Nochtans is er een verschuiving van de meertaligheid ten koste van Europese talen (Frans, Duits, Spaans) en ten voordele van Engels. Ook zijn er steeds meer inwoners van de Lage Landen van wie Nederlands niet hun thuistaal is.
Naast het Standaardnederlands zijn er ook dialecten en tussentalen in gebruik, wat de diversiteit van de taal laat zien. Maar dat blijft uitdagingen met zich meebrengen, bv. wanneer mensen het afwijkend taalgebruik van populaire figuren uit de media of de politiek gaan kopiëren.
De positie van het Nederlands in de digitale wereld is een aandachtspunt, maar er wordt hard aan gewerkt om onze taal ook daar een sterke positie te geven.
In de groentewinkel van Rosa van Liere komen de klanten niet voor de Nederlandse taal. Toch kreeg ze juist daarvoor woensdag een prijs. Rosa gebruikt voor haar teksten op de etalage en reclameborden consequent het Nederlands en geen Engels, zoals de meeste winkeliers in de binnenstad. Voor de PvdA in Tilburg was dat reden om haar uit te roepen als winnaar van een ludieke prijs waarmee de partij iets wil doen tegen de 'verengelsing' in de winkelstraat.
In de zakenwereld wordt tegenwoordig vaak Engels gesproken. De spreektaal is doorspekt van Engelse woorden. Overdreven ? Misschien wel, maar het blijkt toch een trend om woorden uit het Engels te gebruiken in de zakenwereld.
Cor van der Laak signaleert verkeerd gespelde opschriften op straat.
Drs. E.I. Kipping legt Koot & Bie uit over het verschil tussen van 'wat' en 'dat'.
https://www.knack.be/nieuws/er-wordt-slordig-omgesprongen-met-taal-en-we-malen-er-niet-meer-om/
Gegevens voor 2024-2025, bron Universiteiten van Nederland: https://www.universiteitenvannederland.nl/onderwerpen/onderwijs/instructietaal-opleidingen-per-sector-en-universiteit )
De tabellen hieronder spreken voor zich. 71% van de masteropleidingen aan de 14 Nederlandse universiteiten worden gegeven in het Engels. Voor de positieve wetenschappen en handelswetenschappen gaat dit tot bijna 100%. Voor bachelor bedraagt dit 33% van de opleidingen.
Op de UvA verschijnen steeds meer Engelstalige studies. We vroegen studenten op straat wat zij van de verengelsing op de universiteit vinden. ‘Vrienden gingen soms überhaupt niet meer naar colleges, omdat de docent gewoon zo slecht Engels sprak.’
Nieuwsbericht van DUB, de onafhankelijke nieuws- en opiniesite de Universiteit Utrecht.
30.06.2025 door HOP
Interview met René Gabriëls naar aanleiding van een internationaal symposium aan de Universiteit Maastricht waar hij een van de organisatoren is.
"De Nederlandse taal beschermen is iets anders dan je achter de dijken te verschuilen."
....
"Ik ben niet tegen verengelsing, maar tegen een doorgeschoten verengelsing."
Ongeveer 25 miljoen mensen spreken Nederlands als moedertaal. Je vindt ze niet alleen in Nederland en Vlaanderen, maar ook ver buiten Europa. De bekende taalkundige, auteur en theatermaker Wim Daniëls brengt in Spraakmakend Nederlands de intrigerende geschiedenis van het Nederlands tot leven, van ‘Hebban olla vogala” tot artificiële intelligentie. Op een toegankelijke en levendige manier vertelt hij hoe de taal zich ontwikkelde onder invloed van maatschappelijke, politieke en culturele veranderingen. Want een taal staat nooit stil, ze krijgt prikkels, grote en kleine, van overal en continu. Een taal leeft, een taal beweegt.
Maar hoe ziet de toekomst van het Nederlands eruit? Zal de taal blijven bestaan? De auteur waagt zich aan een voorspelling.
Hoe zal het Nederlands er over twintig jaar uitzien?
Daniëls: “Twintig jaar is natuurlijk een heel korte periode. Ik ben benieuwd hoe het er over vijftig jaar zal uitzien. Het dialect zal het niet redden en de invloed van het Engels zal nog zijn toegenomen. Een aantal regels zal zijn versoepeld, zoals het verschil tussen ‘groter als’ en ‘groter dan’. Maar ik vraag me vooral af of we binnen vijftig jaar met het Algemeen Nederlands niet voor dezelfde vraag zullen staan als met het dialect nu: zal het Nederlands het redden of wordt het een heel marginale taal die er op het wereldtoneel niet meer toe doet, en die je misschien alleen nog af en toe voor de grap spreekt? Ik ben bang dat dat zo is.”
Lees hieronder het volledige interview van Ann De Craemer met Wim Daniëls, verschenen in de Lage Landen in juni 2025. Daaronder het debat in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement dat gevoerd werd naar aanleiding van het verschijnen van het boek.
Vraagsteller: Griet Vanryckegem
Ondervraagde minister: Caroline Gennez
Externe sprekers: Gilles Bultinck, Filip Brusselmans
Nummer609 (2024-2025)
Mevrouw Vanryckegem heeft het woord.
Minister, ‘Spraakmakend Nederlands’ is de recentste editie van de Nederlandse linguïst en expert Wim Daniëls, waarin hij de geschiedenis en de toekomst van onze taal beschrijft in al zijn variëteiten. Daarin luidt hij de alarmbel over het Nederlands. Hij stelt vast dat de dialecten – en dat weten we eigenlijk al – door de toenemende mobiliteit tussen dorpen, steden en regio’s aan het verdwijnen zijn. Meer nog, hij zegt zelf dat onze dialecten over vijftig jaar verleden tijd zullen zijn.
Hij ziet ook de verengelsing in onze taal en durft de voorspelling te doen dat onze taal, het Nederlands, binnen vijftig jaar in dezelfde positie zal zijn als het dialect nu, ten opzichte van tussentaal en regiolecten. Het is erg om dat nu al te horen.
Minister, u bent krachtens de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen mee bevoegd voor de bescherming en de luister van de taal. Vandaar stel ik u graag de volgende vraag: hoe zult u ervoor zorgen dat het Nederlands in vijftig jaar geen dode taal wordt? (Applaus bij de N-VA)
Minister Gennez heeft het woord.
Minister Caroline Gennez
Collega Vanryckegem, een minister die bevoegd is voor de bescherming en de luister van onze taal: ik zou het niet mooier kunnen samenvatten, want inderdaad, Nederlands is onze taal en vormt ook de basis van onze gedeelde identiteit. U hebt in mij dus een partner om op te komen voor de bescherming en de versterking van het Nederlands.
Ikzelf ben de Limburgse dochter van een Truiense Franssprekende opa die in Mechelen woonde. Alle laagjes van mijn identiteit zijn me even dierbaar, maar het Nederlands is zo belangrijk als leertaal, als leeftaal, als werktaal. Ik ben dan ook heel blij dat deze Vlaamse Regering, zoals u het vraagt, echte verantwoordelijkheid neemt om keihard in te zetten op de versterking van het Nederlands.
We zetten al vanaf de kinderopvang in op taalrijke opvang. In de brede school gaan we investeren om spelenderwijs Nederlands te leren. We gaan het Leesoffensief opnieuw versterken. En uiteraard gaan we, samen met de minister van Onderwijs – want ook daar wordt de taal versterkt –, inzetten op een kennisrijk curriculum met een sterk taalonderwijs, waarin het Nederlands centraal staat.
De eerste tientallen miljoenen euro zullen binnenkort geïnvesteerd worden, niet alleen in ons onderwijs, maar ook in onze culturele instellingen, in onze kinderopvang en in onze brede scholen. Taalunie, waar u ook lid van bent, voert, samen met de Nederlandse collega’s, de strijd tegen de verengelsing, ook in ons hoger onderwijs, om het Nederlands te versterken op alle niveaus, op alle domeinen die belangrijk zijn in het leven van mensen: werken, naar school gaan en de vrije tijd. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Vanryckegem heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Inderdaad: in Rotterdam konden we recent, samen met de leden van de Taalunie, horen dat Marten van der Meulen, de expert die advies geeft aan de Taalunie, al een glimp gaf van de resultaten en de data over 'De Staat van het Nederlands'. Die worden tegen het einde van het jaar volledig gepubliceerd. Maar daarin zag je al een duik in de cijfers van de waardering voor en de status van onze taal bij de jeugd. Dat is onheilspellend.
Dankzij de taalstrijd die we met de Vlamingen gevoerd hebben, hebben we eigenlijk krachtige taalwetten in Vlaanderen. We hebben ook al heel wat sterke taalpartners die ons in woord en daad helpen om onze taal te versterken en te ondersteunen. Ik denk bijvoorbeeld aan het Leesoffensief, Literatuur Vlaanderen, de Taalunie, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren, de Lage Landen et cetera. Maar we hebben ook de visienota’s, de verschillende cultuurdecreten. En recent nog hebt u inderdaad het meerjarenplan bekrachtigd, samen met de Nederlandse partners, om hierin belangrijke doelstellingen vast te leggen.
Vandaar mijn bijkomende vraag: wat zult u uit het meerjarenplan van de Taalunie in uw beleid integreren? En zullen we dat ook concreet terugzien in visienota’s, beleids- en begrotingstoelichtingen om dit effectief aan te pakken?
De heer Bultinck heeft het woord.
Collega Vanryckegem, bedankt om nogmaals het belang van de Nederlandse taal naar voren te brengen. Maar minister, het is u toch ook niet ontgaan dat we recent, bij de lancering van het meerjarenbeleidsplan van de Nederlandse Taalunie, waarop wij vanuit de parlementaire commissie ook maar al te graag aanwezig zijn geweest … Het is een gedeelde bezorgdheid, het voortbestaan van onze Nederlandse taal, in eerste instantie uiteraard in ons eigen land maar ook ver daarbuiten. Het Nederlands wordt gesproken in meerdere landen, door 25 miljoen mensen. Het leeft in veertig landen, maar we zien onder andere in Frankrijk dat de leerstoel Nederlands in Parijs moeilijk ingevuld geraakt. Er zijn zo nog tal van problemen.
Mijn vraag aan u, minister, is om hierbij ook uw collega-minister van Buitenlandse Zaken, de minister-president, maar ook de minister van Media te betrekken. We hebben er al voor gepleit in de onderhandelingen rond de beheersovereenkomst van VRT. Maak die taal weer van ons. Maak die taal weer sterk. En ga ermee aan de slag. (Applaus bij cd&v)
De heer Brusselmans heeft het woord.
Filip Brusselmans (Vlaams Belang)
Collega Vanryckegem, ik steun uiteraard uw pleidooi voor het Nederlands, zeker wat betreft jongeren, want ik zie diezelfde evolutie met lede ogen aan. Maar het is toch een beetje stuitend dat we daarover vorige week een debat hadden in de commissie Cultuur, met name over standaardtaal, over Nederlands bij jongeren op VRT. Ik had daar zelf een vraag om uitleg over ingediend, over het belang van het Nederlands en het gebruik daarvan door VRT, ook naar jongeren toe. Daar werd toen in de commissie wat lacherig over gedaan.
Het was uw minister die zei: “Je moet dat toch allemaal een beetje relativeren, taal leeft.” Collega Verduyckt ging zelfs nog verder. Voor hem was de verengelsing op VRT geen probleem. Hij noemde mij zelfs wereldvreemd omdat ik ervoor pleitte dat het Nederlands op VRT toch het standaardgegeven zou blijven, zeker naar jongeren toe.
Ik ben dus blij met uw pleidooi hier vandaag om een andere stem te horen dan vorige week. Gelieve toch ook uw collega’s in de meerderheid daarvan te overtuigen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Gennez heeft het woord.
Minister Caroline Gennez
Dank u wel, collega Brusselmans. Uw laatste statement over uzelf: ik zou het niet durven herhalen. Het is absoluut niet zo dat wie zijn eigen taal respecteert, wie daar fier op is, wie die wil versterken en beschermen, een afkeer moet hebben van andere talen. Onze rijke traditie in Vlaanderen, waar er gevochten is voor de staat en de kennis van het Nederlands, heeft er altijd toe geleid dat we ook meertalig waren. Het is een en-enverhaal.
Maar de vraag van collega Vanryckegem is superterecht. Deze Vlaamse Regering zet in op taalversterking. Want wie een ander niet verstaat, kan zich ook niet integreren, kan niet participeren, kan niet werken, kan niet leven, kan zich niet ontspannen. Het Nederlands zal centraal blijven staan, collega Vanryckegem, en we moeten niet blind zijn voor de impact. De impact van bijvoorbeeld sociale media op de taalontwikkeling van onze jongeren. Er wordt heel veel Engels rondgestrooid. Daarom is het belangrijk is dat we ook daar onze jongeren beschermen.
U hebt terecht gerefereerd aan het nieuwe meerjarenplan van de Taalunie. Tegen het einde van het jaar wordt ook het nieuwe rapport ‘Staat van het Nederlands’ opgeleverd. Het goede nieuws, collega’s, dat ik jullie alvast kan meegeven, is dat het Nederlands in Vlaanderen blijft. Het zal de dominante taal in wonen, werken en leven blijven. Dat is een goede zaak.
Wij onderscheiden ons daar, gelukkig, nog steeds van het Nederlands in Nederland, waar er nooit een taalstrijd geweest is, waar er nooit gevochten is voor die eigen taal en waar de verengelsing schrikbarend oprukt.
Maar in elk geval zullen we hier volle bak blijven inzetten op die kennis van het Nederlands – in Onderwijs, in Cultuur, in Welzijn. Want dat is onze taal, dat is onze identiteit en dat is onze sleutel tot participatie en succes in onze samenleving. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Vanryckegem heeft het woord.
We zijn het hier inderdaad over eens: Nederlands verbindt ons. We benoemen wat we delen, we benoemen ook wat ons verschilt. We weten ook dat de minister van Onderwijs met haar plan Nederlands en dat de minister van Media sterk werk maken van dat Nederlands. Maar ik nodig u, samen met de volledige Vlaamse Regering, uit om op alle manieren, op alle domeinen en in elke beslissing dat Nederlands mee te nemen als een knipperlicht. Want die data over de jeugd, dat is een kanarie in de koolmijn.
Ik roep u, specifiek als minister van Cultuur, op om alle instrumenten die u hebt en al die partners die ik daarnet opsomde, mee te nemen, hen ten volle te waarderen en te gebruiken in die ondersteuning. De overheid moet immers het voortouw nemen. Van aan de keukentafel tot in de academische wereld roep ik ook iedereen op om dat Nederlands uit te dragen, onze cultuur en identiteit te beschermen.
Collega, ik betreur dat men wat lacherig deed in de commissie Cultuur over uw uitspraak. Maar misschien was het lacherig over de manier waarop u de taal hanteert en niet over de vraag. Ik kan dat niet beoordelen, maar eigenlijk moeten we erin slagen om die expert, Wim Daniëls, zijn ongelijk te bewijzen. Hij zal dat niet erg vinden, want enkel zo kunnen we deze taalstrijd 2.0 winnen: door samen het Nederlands te versterken. (Applaus bij de N-VA)
"maar eigenlijk moeten we erin slagen om die expert, Wim Daniëls, zijn ongelijk te bewijzen. Hij zal dat niet erg vinden, want enkel zo kunnen we deze taalstrijd 2.0 winnen: door samen het Nederlands te versterken."
Debat in de Tweede Kamer van 31-1-2023
Deze video is gemaakt door PolitiekTV
Passages uit zijn interventie:
... in welke taal wil je onderwijs geven? De wet is vrij duidelijk: het onderwijs wordt gegeven en examens worden afgenomen in het Nederlands met drie uitzonderingen, maar daar wordt niet op gehandhaafd omdat die uitzonderingen niet duidelijk zijn
... vooral de derde uitzondering is wat moeilijker: indien de specifieke aard, de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. Leg vast wat daarmee bedoeld wordt.
... we zien nu dat in faculteiten bestuurskunde alles in het Engels gegeven wordt aan jongeren die straks gewoon in de Nederlandse overheid aan het werk gaan ..
Als je het belangrijk vindt dat buitenlandse studenten hier komen voor de Nederlandse arbeidsmarkt, dan is het van belang dat je in het Nederlands onderwijst
... en wilt u ervoor zorgen dat erop gehandhaafd wordt tenminste in de bachelorfase.
14 jan 2025 - De Universiteit van Vlaanderen Podcast - Podcast van 30 min.
Wat voor iemand ben jij: iemand die om de 2 zinnen een Engels woord gebruikt of iemand die zich dood ergert aan al dat Engels en vreest dat de verengelsing het einde is van het Nederlands?
Of we hier over enkele jaren allemaal Engels spreken, dat weet prof. Eline Zenner, sociolinguïst aan de KU Leuven, ook niet - Eline is wetenschapper, geen helderziende. Maar of al dat Engels een probleem is, daarover heeft Eline véél interessants te vertellen in deze podcast.
Wie na de podcast nog méér wil weten, kan verder lezen in deze gratis online reeks van professor Zenner: https://neerlandistiek.nl/de-verengli....
Gastspreker: Eline Zenner
Presentatie: Koen Fillet
Redactie: Helene Vanlathem
Eindredactie: Katleen Bracke
Montage: Wederik De Backer
Deze podcast is mogelijk dankzij de medewerking van KU Leuven, Antwerpen, UGent, UHasselt, VUB en de Jonge Academie en komt tot stand met de steun van VRT en de Vlaamse overheid.
In deze reeks van vertellen onderzoeker Eline Zenner en taalliefhebber Jan Hautekiet het verhaal van de ‘verenglishing’ van het Nederlands in Vlaanderen.
Hoe verengelst is het Nederlands?
< 1% van de woorden die in het kinderprogramma Karrewiet of aan de tafels van gezinnen met kinderen gebruikt worden
> 80% van de namen van sportploegen.
In totaal waren er 35 afleveringen verspreid over 7 hoofdstukken, allen gepubliceerd op de website www.Neerlandistiek.nl en verspreid over 2024. Hier enkele citaten uit het slotwoord.
Met de studie wilden de auteurs beschrijven hoe breed de invloed van het Engels op het Nederlands is en vanuit hoeveel invalshoeken die invloed beschreven kan worden. Het was hun niet te doen om grote uitspraken of gewichtige conclusies. Eerder wilden ze tonen op welke manieren het Engels en het Nederlands samen interageren.
Na een inleiding bespraken ze wat het Engels uitzonderlijk maakt (Deel 2). Deel 3 belichtte de Nederlandse taalgeschiedenis, vooral in Vlaanderen. Die geschiedenis hielp de verschillen begrijpen tussen Nederland en Vlaanderen, onder andere wat de positie van het Engels in het hoger onderwijs betreft (Deel 4). Deel 5 en Deel 6 keken vooral naar jonge taalgebruikers: over hun Engelse taalvaardigheid en de rol van het onderwijs daarin, nadien de positie van het Engels in hun Nederlands en dat van hun omgeving. Deel 7 ging na hoe (sterk) het Engels in het Nederlands verweven zit, of die vraag wel te beantwoorden valt en waarom taalgebruikers zoveel meer zijn dan kopieermachines.
Geen 'conclusies, maar misschien wel enkele opvallende patronen die de auteurs in hun slotwoord noteren:
Om synchrone taalvariatie te begrijpen is historische situering nodig (Deel 2, Deel 3).
De invloed van het Engels laat zich voelen op twee manieren, die met elkaar in verband staan, maar in onderzoek onderscheiden worden: het Engels is een lingua franca, en het Engels is een brontaal voor ontlening (Deel 2, Deel 3).
De argumenten van wie het Engels weg wil uit het hoger onderwijs, zijn vaak feitelijk dezelfde van wie ijvert voor meer Engels, zij het vanuit een andere invalshoek belicht (Deel 4).
Een cocktail van prestige, motivatie en blootstelling stimuleert de Engelse taalverwerving van jongeren en blijkt momenteel voor geen enkele andere taal even krachtig (Deel 5).
Engelse woorden en termen in het taalgebruik van jongeren vallen op voor hun omgeving, maar daarmee moeten we niet over het hoofd zien hoe het Nederlands als basis dient (Deel 6).
De meeste jongeren blijken al van kindsbeen af voldoende gevoel voor register te hebben om niet zomaar om het even wanneer tegen om het even wie om het even welk Engels woord te gebruiken: ze trekken heus niet allemaal (onbewust) in een joggingsbroek naar een staatsbanket (Deel 6).
Zelfs in landen waar de taal sterk genormeerd wordt, gaan marketeers op zoek naar achterpoorten om toch maar Engels in het Nederlands te duwen, maar meten hoe veel Engels dan precies in dat Nederlands opduikt, is geen rechtlijnige opdracht (Deel 7).
De taalgebruiker is geen kopieermachine: wat binnenkomt als vaste uitdrukking, wordt aangepast en bijgewerkt, opengetrokken en vermengd, in en met het Nederlands (Deel 7).
Een overzicht van de afleveringen in de reeks vind je hier of hieronder telkens met de link naar het artikel.
1. Inleiding
2. Waarom het Engels?
2.1. De boomer en de millennial
2.2. Unieker dan je denkt
2.3. Waar de zon niet ondergaat
2.4. The Fourth of July
2.5. McDonaldization
2.6. Drie concentrische cirkels
3. Waarom Vlaanderen?
3.2. Taalwet, taalstrijd, taalgrens
3.3. Een zondags pak
3.4. Een lingua franca in een eentalig Vlaanderen met meertalige Vlamingen
3.5. Een puristische olievlek?
4. Leuven Frans, Leuven Vlaams, Leuven Engels?
4.1. 1968
4.3. Een kaper op de kust
4.4. Bologna
4.5 De Leidse LUL en het Leuvense spook
4.7 ’t Is al moeilijk genoeg zo
4.8 Een vurig betoog
4.9 Een valkuil en een reddingsboei
5. I speak English very well, I learned it from a game
5.1 Evgueny
5.3 Binnen en buiten de schoolmuren
5.4. Prestige, motivatie, blootstelling
5.6 Lien en Karen
6. En ik had zoiets van: “Oh my God!”
6.2 Van geheimtaal tot branding
6.3 Jong geleerd?
6.4 Ons mama wint het van de bro’s
6.5 Gesandwicht
7. We zijn geen kopieermachine
7.1 Is meten wel weten?
7.2 Zeg niet accountmanager wel relatiebeheerder
Prof. Dr. Brigitte L.M. Bauer, OvdP-lid in de afdeling Nijmegen, is sinds 1999 als hoogleraar en Research Fellow verbonden aan The University of Texas at Austin en sinds 2016 als Guest Researcher aan het Max Planck Institute for Psycholinguistics, Nijmegen. Zij is taalkundige, gespecialiseerd in Historische Vergelijkende Taalwetenschap met expertise in taalverandering en taalevolutie.
Recent schreef ze een monografie die niet zonder controverse blijkt. Ze schetst een vrij negatief beeld over de toekomst van het Nederlands in Nederland en baseert zich op een teruggang die te zien is in verschillende gebruiksdomeinen. Ze sluit af met deze zinnen:
"Deze studie identificeert trends in gebruiksdomeinen, het onderwijs, kennis en taalhouding en tenslotte het Nederlands zelf [noot redactie: focus is Nederland] . Uit de taalkundige literatuur kennen we dergelijke verschijnselen en weten we wat die potentieel kunnen betekenen. Maar met name het samenvallen in de tijd, meer dan ieder verschijnsel afzonderlijk is zorgwekkend. In het totale beeld blijkt het onderwijs een beslissende factor. De gevolgen voor gebruiksdomeinen, kennis, taalhouding, en de taal kunnen vergaande maatschappelijke consequenties hebben, bijv. in termen van cohesie. De rol die een land toekent aan zijn officiële taal, is dan ook uiteindelijk een politieke keuze. Maar de taalkundige processen laten zich niet ontkennen."
De meeste taaldeskundigen zien het niet zo negatief. Onze Nederlandse taal is springlevend en, zelfs al treedt er variatie op vnl. vanuit het Engels en zijn bepaalde gebruiksdomeinen verengelst, toch blijft het Nederlands wetenschappelijk gezien een levende taal en zijn de invloeden vooralsnog beperkt. We zien ook vanuit de politiek corrigerende acties. Deze monografie moet dan eerder gelezen worden als een opiniestuk dat wil waarschuwen voor de nefaste gevolgen van een verder doorschietende verengelsing.
Hieronder vind je haar samenvatting van de monografie en Tabel 7.1 uit het laatste hoofdstuk met een pessimistische en drastische kijk op de toekomst wanneer de situatie onveranderd blijft en de opkomst van het Engels in het onderwijs ongewijzigd doorgaat.
© Bauer, Brigitte L.M. 2025. Het Nederlands in Nederland anno 2025. Een monografie. DOI: 10.5281/zenodo.15423877.
Samenvatting en tabel zijn met het akkoord van de auteur overgenomen, resp. Bauer 2025: p. 182-185 en Bauer 2025: hoofdstuk 7, p. 157.
Lotte Jensen, Niek Plans, Against English. Pleidooi voor het Nederlands, uitgeverij Wereldbibliotheek, 2019
Het Engels heeft het Nederlands al bijna verdrongen aan de universiteiten en neemt sluipenderwijs het middelbaar en lager onderwijs over. Meer dan zestig procent van wat er aan vertaalde romans in de boekhandel ligt, komt uit het Engels. Onze media? Helemaal gericht op Engelstalige voorbeelden, alsof er geen Italiaanse, Franse, Spaanse en Duitse nieuwsbronnen bestaan. Maar daar houdt het niet op.
Want met de dominantie van de taal komt ook de dominantie van het denken. Het Anglo-Amerikaanse wereldbeeld bepaalt de kijk op economie, politiek en overheid. Omdat de mens verantwoordelijk is voor zijn eigen geluk, dient de overheid zich terug te trekken en zo veel mogelijk over te laten aan het individu. En de samenleving? Die wordt onderworpen aan het principe van de markt. Alwaar men het liefst in Engels jargon spreekt.
Dit is een pamflet tegen de verengelsing van de wereld en een pleidooi voor diversiteit, te beginnen met het Nederlands