Het simultaan vergelijken van twee metingen over meerdere dagen heen, elimineert de propagatie verschillen die optreden tussen iedere meeting.
Vermits uit de ijking gebleken is dat ons toestel op 160m een verschil van 1.57db meet tussen beide RTL's, worden de waardes van RTL1 met 1.57db verhoogd.
Tevens worden enkel stations gebruikt waarbij er meer dan 10 metingen hebben plaatsgevonden die door beide ontvangers gezien zijn.
Deze statistische afvlakking moeten allerhande afwijkingen elimineren.
De gegevens worden gehaald van WSPRorg.net.
De stationsnamen zijn:
Station1: on4awm0 voor de RTL0, aangesloten op de ITA long wire
Station2: on4awm1 voor RTL1, aangesloten op de RST antenne op 15m hoogte.
Uit de ijking (meting 3) blijkt dat de waarde van RTL1, 1,57db zwakker is dan deze op RTL0.
Er wordt dus in de tabel Station 2 een correctie uitgevoerd op de waardes komende van WSPRORG,net.
Gebruik de WSPR Station Compare App om je metingen te vergelijken met Correction_Ant2 = -1.58.
Data enkel beschikbaar voor medewerkers.
Indien vereist, dien je toegang te vragen.
Uit de gegevens blijkt dat er over een periode van 7 dagen, 22 stations (zie Compare-all-unique-stat) meer dan 10 metingen hebben geproduceerd die door beide stations zijn gemeten.
Enkel deze metingen worden gebruikt in het bepalen van het stralingsdiagram. (AZ chart), waarin de waardes worden genormaliseerd tussen 0 en 1(0=zwakste en 1=sterkste signaal)
Het zwakste station was DC0DX wat op de RST antenne 7.69db zwakker was dan op de ITA (DC0DX JO31lk Dist:141 Az:61)
Het sterkste station was HB9HFR wat op de RST antenne 4.11db sterker was dan op de ITA(HB9HFR JN36ku Dist:457 Az:165)
Uit deze waardes en de grafiek zie je dat het zwakste en sterkste station ongeveer 90 graden uit elkaar liggen, wat zou kunnen wijzen op een dipool werking van de RST antenne, ondanks zijn kleine afmetingen.
Een volgende meting waarbij we de RST antenne 90 graden draaien moet hierin klaarheid brengen.
Dat de bovenzijde zwakke signalen geeft, heeft te maken met de ligging van mijn opstelling, deze zijde ligt volledig ingesloten tussen woningen.
Waar het logisch zou zijn dat de verschilwaarde voor één station, steeds dezelfde zou zijn, blijkt uit de volgende grafieken dat dit niet het geval is.
De rede van deze verschillen is waarschijnlijk te zoeken in het draaien van de polariteit tijdens de reflectie op de ionosfeer, waardoor één antenne soms beter dan de andere zal ontvangen.
Een uitgebreide studie van deze NVIS fenomenen, waarbij gebruik werd gemaakt van het simultaan meten van de verschillende polarisatie op een ontvanger, vind je terug in het volgende document:
Ionospheric Polarization Techniques for Robust NVIS Remote Sensing Platforms
In de grafiek duiden volgende kleuren op de volgende waardes:
Blauw is RTL0-ITA
Rood is RTL1-RST
Geel is RTL0-RTL1
Zoals je ziet is bij de verschilmeting bij sommige stations de spreiding tot 12.42db tussen de minimale en maximale verschilwaarde.(DC0DX op 2021-05-07 om 18:38)
Er is geen correlatie met het zogenaamde "grondgolf effect" terug te vinden, gezien de verschillende afstanden tot de stations.(HB9HFR op 457 en OS6FY op 7).
Deze meting laat duidelijk zien dat het onmogelijk is om een meetprincipe te gebruiken waarbij je een vergelijk doet tussen twee antennes, door om beurt een antenne te kiezen en van hetzelfde station een meting te doen.
De spreiding van opeenvolgende metingen van hetzelfde station kan tot 30db bedragen, dus niet bruikbaar om met een antenneschakelaar twee antennes te vergelijken.
Het uitvoeren van een simultane verschilmeting met twee ontvangers en antennes geeft een beter beeld, maar zelfs hierbij komt het verschil in propagatie, terug te voeren naar het draaien van de polariteit, duidelijk naar boven. (verschillen tot 11db gemeten, volgens de paper zou dit maximaal 13db kunnen bedragen)
Door het gebruik van circulair gepolariseerde antennes kan het effect van deze gepolariseerde breking in kaart worden gebracht.
De gegevens worden gehaald van WSPRorg.net.
De stationsnamen zijn:
Station1: on4awm0 voor de RTL0, aangesloten op de ITA long wire
Station2: on4awm1 voor RTL1, aangesloten op de RST antenne op 15m hoogte.
Uit de ijking (meting 3) blijkt dat de waarde van RTL1, 1,57db zwakker is dan deze op RTL0.
Er wordt dus in de tabel Station 2 een correctie uitgevoerd op de waardes komende van WSPRORG,net.
Gebruik de WSPR Station Compare App om je metingen te vergelijken met Correction_Ant2 = -1.58.
Data enkel beschikbaar voor medewerkers.
Indien vereist, dien je toegang te vragen.
Uit de gegevens blijkt dat er over een periode van 7 dagen, 24 stations (zie Compare-all-unique-stat) meer dan 10 metingen hebben geproduceerd die door beide stations zijn gemeten.
Enkel deze metingen worden gebruikt in het bepalen van het stralingsdiagram. (AZ chart), waarin de waardes worden genormaliseerd tussen 0 en 1(0=zwakste en 1=sterkste signaal)
Het zwakste station was ON7KB wat op de RST antenne 7.16db zwakker was dan op de ITA (ON7KB JO21EI Dist:84 Az:316)
Het sterkste station was HB9HFR wat op de RST antenne 3.28db sterker was dan op de ITA(HB9HFR JN36ku Dist:457 Az:165)
Uit deze waardes en de grafiek zie je dat het zwakste en sterkste station ongeveer 90 graden uit elkaar liggen, wat een diagram geeft dat sterk overeen komt met de vorige meting.
Hieruit kan dus geen duidelijk richteffect worden waargenomen.
Waar het logisch zou zijn dat de verschilwaarde voor één station, steeds dezelfde zou zijn, blijkt uit de volgende grafieken dat dit niet het geval is.
De rede van deze verschillen is waarschijnlijk te zoeken in het draaien van de polariteit tijdens de reflectie op de ionosfeer, waardoor één antenne soms beter dan de andere zal ontvangen.
Een uitgebreide studie van deze NVIS fenomenen, waarbij gebruik werd gemaakt van het simultaan meten van de verschillende polarisatie op een ontvanger, vind je terug in het volgende document:
Ionospheric Polarization Techniques for Robust NVIS Remote Sensing Platforms
In de grafiek duiden volgende kleuren op de volgende waardes:
Blauw is RTL0-ITA
Rood is RTL1-RST
Geel is RTL0-RTL1
Zoals je ziet is bij de verschilmeting bij sommige stations de spreiding tot 12db tussen de minimale en maximale verschilwaarde.(PA0O 2021-05-09 02:42 en 03:04)
In onderstaande tabel zijn de gegevens van de laatste 14 dagen samen gebracht, zodat je de verschillen kan zien tussen beide opstellingen waarbij de AZ 90 graden verdraaid is.
Gebruik de WSPR Station Compare App om je metingen te vergelijken.
Data enkel beschikbaar voor medewerkers.
Indien vereist, dien je toegang te vragen.
Wanneer we een aantal stations bekijken die in beide metingen voorkomen, kunnen we nagaan of er door het draaien van de antenne een vorm van richteffect is opgetreden.
In onderstaande vergelijkingen zie je de curvers van zulke stations.
Volgende stations laten een duidelijke sprong zien in de metingen, telkens met een sterker signaal op de RST antenne:
OZ7IT, OZ2JBR, ON7KB, M7AEO, G4BOO, EI0CF
Een duidelijke negatieve sprong is niet waargenomen.
De reden hiervoor kan zijn dat de stations daardoor te zwak werken en niet meer meetbaar waren, waardoor er geen dubbele meting meer bestond en er dus geen vergelijk meer kon gemaakt worden.
Wanneer we echter de tabellen vergelijken van beide weken op individuele stations(208vs118), zien we een maximaal verschil van 4,3db (G3SXH) wat duidelijk op een richteffect duidt.
Bekijken we de tabel (All-208vs118) en vergelijken we de waardes van stations waarvoor we geen 10 metingen hebben in meting 4 en 5, dan zien we idd stations die slechts enkele metingen hebben, maar ook daar zien we een duidelijk verschil in één richting.
De metingen zijn allemaal slechter op 118 graden dan op 208 graden.