Rekenen

Getallen en bewerkingen

• tellen met sprongen van 1, 10 en 100

• getallen tussen de juiste honderdtallen plaatsen

• getallen tot en met 1000 ordenen

• getallen schattend plaatsen en aflezen op de getallenlijn tot en met 1000

• getallen tot en met 1000 splitsen en samevoegen in hondertallen, tientallen en eenheden.

• optel en aftreksommen t/m 1000 uitrekenen

Basisvereisten:

• gehele oriëntatie t/m 100

vermenigvuldigen

• keersommen tafels 1 t/m 10 vlot uitrekenen

• sommen uitrekenen zoals 4 x 12=

• sommen uitrekenen zoals 4 x 60 =

• sommen uitrekenen zoals 4 x 67 = en 67 x 4=

• betekenis verlenen aan de getallen uit een keersom in een relatie tot een context

Basisvereisten:

• Vanuit groep 4 tafels 1-2-3-4-5 en 10

Delen

• alle deelsommen uit de tafels 1 t/m 10 vlot uitrekenen

• eenvoudige deelsommen met rest vlot uitrekenen

• sommen als 72 : 3 uitrekenen met de strategie splitsen (60:3 en 12 : 3)

• betekenis verlenen aan de getallen uit een deelsom in een relatie tot een context

Basisvereisten:

• Beheersing van de tafels

meten

• kent de satndaardmaten gram en weet dat 1000 gram gelijk is aan 1 kilogram

• kent enkele referentiematen voor gewichten tussen 1 en 1000 gram

• kan de omtrek en de oppervlakte van (on)regelmatige figuren op roosterpapier meten

• kan lengtes meten in mm, cm en dm, en maten herleiden

Basisvereisten:

• Het kind kan de lengtes en oppervlakte van iets aanwijzen

tijd

• van een digitale klok met een 24 uurssysteem de tijd aflezen bij hele uren , halve uren en kwartieren

• van een analoge en een digitale klok de tijd aflezen en bepalen bij 5 en 10 minuten voor en over een heel uur, en bij 5 en 10 minuten voor en over een hlaf uur.

• een jaarkalender aflezen en aan de hand daarvan een datum bepalen

Basisvereisten:

• het kind kan op een klok de hele uren, halve uren en kwartieren aflezen

geld

• bedragen tot 100 euro herkennen, samenstellen en noteren met het euroteken en een komma

• het verschil bepalen tussen 2 bedragen en het bedrag aanvullen tot hele euro's

Basisvereisten:

• bedragen in hele euro's herkennen en samenstellen met munten en biljetten tot en met 100 euro, en bedragen in centen herkennen en samenstellen met munten van 5, 10, 20 en 50 cent.

meetkunde

• figuren vergroten en verkleinen op roosterpapier

• spiegelen van figuren en draaien van figuren

• aangeven wat zichtbaar is vanuit een bepaald standpunt

• beredeneren vanuit welk standpunt een afbeelding is gemaakt

• wiskundige vormen enfiguren ontdekken

• plattegronden ontdekken met verhoudingen

• beschrijven hoe je van de ene plek naar de andere plek kunt komen mbv plattegronden en tekeningen

verbanden

• werken met stapeldiagrammen

• werken met lijndiagrammen