Praktijkvoorbeelden

Progressiegericht coachen

Om leerlingen te begeleiden in het maken van de juiste keuzes, is het belangrijk hen bewust te maken van doelen, zowel vakinhoudelijk als op het gebied van eigenaarschap. Wat heeft de leerling nog te leren, welke leerstrategieën zijn daarvoor nodig, welke persoonlijke doelen stelt de leerling en waarom zijn deze belangrijk?

Zelfscan

Zicht krijgen op doelen op het gebied van eigenaarschap kan met behulp van de zelfscan eigenaarschap. Leerlingen vullen deze zelf in. Vervolgens krijgt de leerling zijn profiel te zien en kan hij/zij daar belangrijke aandachtspunten uit halen. De docent en/of mentor kan hierop coachen.

Coachen

Tijdens het coachen van leerlingen zijn er vragen op verschillende niveaus te stellen. Hieronder vind je enkele voorbeelden.

Inhoud en strategie

  • Hoe denk je dat het komt dat het uitvoeren van deze opdracht lukt?
  • Heb je al eens eerder een dergelijke vraag beantwoord?
  • Op welke manier kun je inschatten hoeveel tijd de opdracht je gaat kosten?
  • Wat doe je als je achter gaat lopen op schema?
  • Wat vind je moeilijk bij het leren van....
  • Waarom kan jouw antwoord niet kloppen?
  • Wanneer ben je tevreden als je iets geleerd hebt?
  • Hoe kun je reageren, als een andere leerling tegen je begint te praten, terwijl het stil hoort te zijn?
  • Wat heb je gedaan waar je trots op bent?
  • Op welke manier beïnvloedde je modus het eindresultaat?
  • Enzovoort.

Zelfregulatie

  • Hoe ga je dat (gevoel, voornemen, plan, werkwijze) vasthouden?
  • Hoe voorkom je....?
  • Hoe heb jij ervoor gezorgd dat je het nu beter onthoudt/kunt uitvoeren?
  • Hoe krijg je jezelf weer in de goede (leer)stand als je gaat balen of je vervelen?
  • Hoe kun je toch aan de slag gaan, ook al vind je er niets aan?
  • Hoe zorg je ervoor dat je je concentratie op peil houdt?
  • Wat maakt jou zo gemotiveerd?
  • Waarom heb je gekozen voor die leerstrategie?
  • Welke persoonlijke kwaliteit laat je hier zien?
  • Waar komt die drive vandaan?
  • Enzovoort.

(Bron: Didactisch Coachen, Lia Voerman en Frans Faber, 2016).

Progressiegericht coachen houdt in dat je begint bij de gewenste eindsituatie. Er wordt geen tijd verspild met analyses van het verleden, wat het allemaal onmogelijk zou maken om de doelen te bereiken. Vanuit de gewenste eindsituatie wordt gekeken naar wat de eerste stap kan zijn om dichter bij die gewenste situatie te komen. Gewenst betekent dat de leerling er de waarde van inziet en dus gemotiveerd is om die situatie te bereiken. Dat wordt ook wel engagement genoemd, een van de belangrijkste voorwaarden om tot leren te komen en om daadwerkelijk iets te doen met feedback.

*van de dikgedrukte documenten vind je onderaan deze pagina een voorbeeld.

Motiveren

Een leerling raakt gemotiveerd als hij/zij het nut inziet van de lesstof en eigen vragen kan stellen.

Door samen doelen te formuleren en succescriteria te bepalen, raakt de leerling meer gemotiveerd om deze doelen ook te behalen.

Zie bijvoorbeeld de opdracht voor het vaststellen van succescriteria van een betoog.

Kennis

Leerlingen kunnen alleen eigenaarschap nemen voor iets wat zij als haalbaar achten. Opdrachten op het juiste niveau zijn daarvoor noodzakelijk. Met behulp van een voortest kan gekeken worden welke leerroute leerlingen doorlopen. Ook het zelf kunnen maken van keuzes helpt om eigenaarschap te stimuleren. Zie bijvoorbeeld de opdrachten rondom tekstbegrip.

Leerlingen moeten op elk gewenst moment toegang hebben tot de bronnen zodat ze zelf informatie terug kunnen vinden. Zie bijvoorbeeld de site van geschiedenis, biologie en Nederlands met theorie en uitlegfilmpjes.

Door leerlingen keuze te geven in hoe zij hun leerproces aantonen, neemt het eigenaarschap toe. Zie hiervoor de waaier.

Samenwerking

Goed samenwerken gaat niet vanzelf. Het is belangrijk dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor het succes van de ander. Kijk bijvoorbeeld eens naar de PTA-voorbereiding 'ingezonden brief' van Nederlands met reflectiedocument onderaan deze pagina.

Zelfregulatie

Als leerlingen autonomie krijgen, leren ze de volgende fasen doorlopen:

Fase1: oriëntatie op doelen, taak en planning

Fase 2: uitvoering m.b.v. zelfgekozen leerstrategie

Fase 3: reflectie op proces en leerdoelen

Zie bijvoorbeeld de skilltree van scheikunde, het bolletjespapier van Nederlands of de anticipation guide voor aardrijkskunde (onderaan deze pagina).

Metacognitie

Leerlingen leren door reflectie en feedback (door de docent en peers) na te denken over hun eigen denken. Dit moet ook een expliciet doel zijn.

Zie bijvoorbeeld de lessenserie betoog jaarlaag 3, peer feedback bij Engels onderaan deze pagina. Ook kun je leerlingen de zelfscan eigenaarschap laten invullen.

Ook het stoplicht (zie afbeeling onderaan deze pagina) geeft een snel inzicht in hoe leerlingen denken dat ze geleerd hebben.

Bulb is bij uitstek geschikt om metacognitie te ontwikkelen, omdat leerlingen terugblikken op hun leerproces en hier conclusies aan verbinden.

Daarnaast is het belangrijk om toetsen te analyseren, zodat leerlingen weten waarom en hoe zij hun leerstrategieën moeten aanpassen.

Zie bijvoorbeeld het toetsanalysedocument van scheikunde of de foutenanalyse van Nederlands.

Ook rubrics zijn geschikt om leerlingen te laten reflecteren. Zie bijvoorbeeld de rubric voor persoonlijke vaardigheden of schrijven.


Foutananalyse PW 4H.docx


FOUTENANALYSE invulformulier.docx


Ingezonden brief lessenserie.pptx


Begrijpend_lezen_2_havo-vwo.pdf


Anticipation guide AK.docx


Bolletjespapier 2de klas periode 2A def.docx


Peer feedback formulier schrijven.pdf


Lessenserie betoog schrijven.docx


Toetsanalyseblad PTA 4_1819_5H.xlsx


Begrijpend_lezen_3_havo-vwo.pdf


Begrijpend_lezen_1_havo-vwo.pdf