Mentor

Op het Ichthus Lyceum staat leren centraal voor iedereen. Wij zijn ervan overtuigd dat iedere leerling talenten heeft en in essentie wil leren. We leren op school met elkaar en in samenhang met onze omgeving op zowel cognitief, creatief, fysiek, sociaal emotioneel en op maatschappelijk gebied. Het is onze taak, als Ichthus Lyceum, om voor een veilige leeromgeving te zorgen waarin de leerling wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. Het doel is dat de leerling eigenaar wordt van zijn of haar eigen leerproces.

Bij het vormgeven van ons onderwijs staan de volgende vijf leerprincipes centraal:

  • Zelfregulatie
  • Metacognitie
  • Leerstrategieën
  • Leermeesters
  • Rijke leeromgeving

Hierbij spelen de docent en de mentor een belangrijke rol. Hoe meer er een gemeenschappelijke taal wordt gesproken op het Ichthus Lyceum, hoe groter de kans dat leerlingen eigenaarschap ontwikkelen.


Mentortaken en competenties


Als mentor ben je de eerst verantwoordelijke voor het welbevinden en functioneren van de leerling binnen de school. De mentor is de contactpersoon tussen school, leerling, ouders, waarbij hij/zij zorgt voor een goede samenwerking in deze driehoeksverhouding.

Taken van de mentor

Sociaal-emotionele begeleiding

  • Voor de leerlingen is de mentor het eerste aanspreekpunt.
  • De mentor stimuleert de leerlingen problemen met vakdocenten zelf op te lossen en ondersteunt waar nodig.
  • De mentor stimuleert een veilige sfeer in de groep en zorgt voor een vertrouwensband met de leerlingen.
  • Bij verandering in het gedrag of bij problemen van een leerling onderneemt de mentor actie. Wanneer nodig schakelt de mentor hulp in van jaarlaagcoördinator of het Trajectum.
  • De mentor zorgt voor een goede introductie van nieuwe leerlingen in zijn/haar klas.
  • De mentor is verantwoordelijk voor het opstellen en monitoren van een eventueel van een plan van aanpak voor een leerling (bijvoorbeeld ontwikkelingsperspectiefplan).

Studieresultaten

  • De mentor heeft via Magister inzicht in de studieresultaten van de leerlingen in de klas.
  • De mentor spreekt regelmatig met de leerlingen over de studieresultaten en aantekeningen in Magister.
  • De mentor maakt leerlingen verantwoordelijk voor hun eigen leerproces (eigenaarschap).
  • De mentor begeleidt en controleert de invulling en/of keuzes van de KWT. Dit doet hij/zij aan de hand van de input van vakdocenten.
  • De mentor spreekt collega’s aan bij opvallende resultaten en informeert, indien nodig, de jaarlaagcoördinator.
  • Als de studieresultaten achteruit gaan onderneemt de mentor actie.
  • De mentor is voor ouders het eerste aanspreekpunt met betrekking tot de resultaten en spreekt ouders en leerling, indien nodig, bij MOL-avonden/10-minutengesprekken.
  • De mentor bereidt de MOL-gesprekken voor en laat ook de leerling het gesprek voorbereiden. Na afloop maakt de mentor een notitie in Magister.
  • De mentor bereidt de vergaderingen en overleggen rondom de klas voor en leidt deze. Wanneer nodig maakt de mentor een notitie in Magister bij de betreffende leerling.
  • De mentor reikt de rapporten en certificaten uit.

Absentie

  • De mentor wordt door Bureau Absentie op de hoogte gebracht van absentie- en verzuimgegevens en neemt indien nodig contact op met ouders/verzorgers.
  • De mentor meldt, na contact met ouders/verzorgers, zorgwekkende en/of opvallende absentie aan de jaarlaagcoördinator.
  • De mentor speelt een rol bij de afhandeling van absentie, zie protocol absentie.

Magister

  • De mentor neemt kennis van het logboek in Magister en verzamelt belangrijke gegevens van leerlingen. Bij onduidelijkheden vraagt de mentor informatie aan de jaarlaagcoördinator en bij de trajectbegeleider wanneer er sprake is van trajectbegeleiding.
  • De mentor maakt in Magister logboekitems om te zorgen dat het leerlingdossier actueel is.
  • De mentor maakt aan het eind van het jaar een overdracht voor de nieuwe mentor.

Communicatie

  • De mentor informeert de jaarlaagcoördinator, vakdocenten en onderwijsondersteunend personeel over relevante zaken betreffende zijn/haar leerlingen.
  • De mentor beantwoordt vragen en opmerkingen van ouders/verzorgers, wanneer mogelijk en anders vraagt hij/zij na of verwijs hij/zij door.
  • Er is goed en voldoende overleg met de jaarlaagcoördinator, zoals het mentorenoverleg.
  • De mentor informeert samen met de vakdocent leerlingen tijdig over buitenschoolse activiteiten en bespreekt de activiteit waar nodig vooraf door.

Overige taken

  • De mentor verzorgt het mentoruur, waarin de mentor aandacht besteedt aan het groepsproces en aan zaken die leerlingen collectief of individueel aangaan.
  • De mentor is aanwezig bij ouder-/voorlichtingsavonden, indien nodig.
  • De mentor zorgt dat hij/zij op de hoogte is van zaken die in de jaarlaag spelen.
  • De mentor begeleidt zijn/haar klas bij activiteiten buiten school, indien mogelijk.
  • De mentor biedt in samenwerking met vakdocenten maatwerk bij langdurige ziekte/afwezigheid, zo nodig op advies van het zorgteam.
  • De mentor bespreekt nieuwe ontwikkelingen, regelingen en schoolafspraken met zijn/haar mentorklas.
  • De mentor sluit aan bij evaluatiegesprekken wanneer de leerling begeleiding krijgt vanuit de trajectvoorziening.

Competenties van de mentor

Om de mentortaken te kunnen uitvoeren zijn er meerdere competenties nodig. Zo moet je competent zijn op interpersoonlijk, pedagogisch, organisatorisch, vakinhoudelijk en didactisch vlak. Daarnaast zijn samenwerkingsvaardigheden van belang. Tot slot besteed je tijd aan je eigen ontwikkeling.

Interpersoonlijk competent

De mentor:

  • Toont betrokkenheid bij leerlingen en de groep.
  • Gaat professionele, persoonlijke relatie aan met leerlingen
  • Kan op een professionele manier omgaan met ouders/verzorgers en hulpverlening.

Pedagogisch competent

De mentor:

  • Toont vertrouwen in de leerlingen.
  • Kan een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de leerling.
  • Benut eigen inbreng van leerling in het onderwijsproces.
  • Kan de leerling een veilige leer- en werkomgeving bieden.
  • Kan anticiperen op verschillende situaties in de mentorgroep en bij individuele leerlingen.

Vakinhoudelijk & didactisch competent

De mentor:

  • Beheerst gespreksvaardigheden en begeleidingstechnieken.
  • Heeft voldoende kennis over de leeftijdsgroep.
  • Is voldoende bekend met de verscheidenheid aan achtergronden van leerlingen.
  • Kan reageren op problemen bij het leren, het kiezen en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
  • Kan oplossingsgericht werken.
  • Weet de weg voor advies en consultatie en laat zich adviseren.

Organisatorisch competent

De mentor:

  • Kent afspraken en regels omtrent mentoraat binnen de school en houdt zich eraan.
  • Maakt duidelijke afspraken met leerlingen en handhaaft ze/
  • Kan zijn werk en administratie rondom de begeleiding van leerlingen zodanig organiseren dat het volledig overdraagbaar is.

Competent in het samenwerken met collega’s

De mentor:

  • Is in staat om belangrijke informatie over leerlingen en de klas te delen met collega’s.
  • Kan collega’s vragen om informatie over leerlingen en de klas.
  • Kan feedback geven en omgaan met ontvangen feedback.
  • Komt afspraken na en spreekt anderen aan op gemaakte afspraken.
  • Stemt met collega’s en derden de begeleiding en voortgang af.
  • Gebruikt ICT (o.a. magister en mail) effectief bij communicatie en samenwerking.

Competent in het samenwerken met omgeving

De mentor:

  • Communiceert open en constructief met ouders/verzorgers.
  • Kan samenwerken met de betrokken partijen om tot een gezamenlijk resultaat te komen.

Competent in reflectie en ontwikkeling

De mentor:

  • Kent zijn eigen kwaliteiten en valkuilen en weet hiermee om te gaan.
  • Reflecteert op eigen handelen en ontwikkeling.
  • Maakt adequaat gebruik van feedback van anderen.
  • Is bereid tijd en energie te besteden aan de eigen ontwikkeling.


Expert ter ondersteuning van de mentor

De expert kan de mentor ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen. Hij/zij heeft een specifieke expertise die ingezet kan worden.

Op het moment dat de mentor extra tijd aan een leerling en/of groep moet besteden kan hij/zij een expert inschakelen die ondersteuning kan bieden. De expert heeft een specifieke expertise die ingezet kan worden, zoals plannen, groepsdynamiek, motivatie, remedial teaching (taal- en/of rekenprobleem). Hij/zij begeleidt de leerlingen door te analyseren wat er aan de hand is, doelen op te stellen en tijdig te evalueren. Hierna kan de begeleiding worden afgerond of worden de doelen bijgesteld.

Taken

  • Ondersteuning mentor.
  • Leerling ondersteunen in zijn/haar weg naar eigenaarschap.
  • Leerling zodanig proberen te coachen dat hij/zij de plusmentor niet meer nodig heeft.
  • Plan van aanpak per leerling maken.
  • Effectief communiceren met alle partijen rondom de leerling.
  • Oplossingsgericht werken.
  • Logboekitems maken in Magister.

Vaardigheden

  • Plan van aanpak kunnen maken en uitvoeren, aan de hand van beginsituatie, doelen en evaluatie.
  • Remedial teaching.
  • In samenwerking met zorgteam inschatten wanneer er (externe) hulp moet worden ingeschakeld.
  • Oplossingsgericht werken.
  • Betrokken, behulpzaam, meelevend, motiverend en geduldig zijn.

Functie-eis

  • Je hebt een specifieke expertise en je bent hiervoor gekwalificeerd. Of je bent bereid een scholing te volgen.


Jaarlaagspecifieke taken

Op het Ichthus Lyceum is een verdeling in jaarlagen. Per jaarlaag zijn er jaarlaagspecifieke taken die de mentor moet uitvoeren.

Klas 1

  • Voor de start van het nieuwe schooljaar is de mentor bij de kennismakingsmiddag voor onze nieuwe brugklasleerlingen en verzorgt de mentor de eerste introductie en kennismaking. Voor de zomervakantie neemt de mentor de informatiemap door met informatie vanuit de basisschool. Eventueel volgt hierop een overdracht vanuit de basisschool/ouders met de mentor of het Trajectum.
  • Tijdens de eerste twee schooldagen van het schooljaar is de mentor betrokken bij het introductieprogramma van de brugklasleerlingen.
  • De mentor gaat drie dagen mee op introductiekamp naar Valkenswaard in week 4 van het schooljaar.
  • De mentor verzorgt het klasspecifieke gedeelte van de algemene ouderavond in september.
  • De mentor verzorgt de algemene vaardigheden (AV) lessen gedurende het schooljaar. De volgende zaken komen hier onder andere aan bod: wegwijs worden in de school, groepsvorming, ‘Leren leren’ vaardigheden, gebruik van de Plenda, afnemen testen zoals de Saqi en rekenscreening en het geven van mediawijsheid lessen.
  • De mentor verzorgt gedurende het jaar de individuele begeleiding van leerlingen door middel van het mentor begeleidingsuur (MBU). Begeleiding van het Woordenschattraject voor de zaakvakken en Nederlands, en de Talentstroomkeuze horen hier ook bij.
  • De mentor voert tijdens de eerste MOL-avonden gesprekken met alle leerlingen en hun ouders. Tijdens de tweede ronde MOL gesprekken en de 10-minutenavond worden specifieke ouders uitgenodigd voor een gesprek. De volgende zaken kunnen hier aan de orde komen: overgang basisschool, faalangstreductie training, bijles, Saqi uitslag, dyslexie screening, woordenschattraject, extra begeleiding zorg, opstromen, tweede instroom Latijn etc.
  • De mentor overlegt tweewekelijks met de collega mentoren van de jaarlaag. Samen met de JLC dragen zij zorg voor de organisatie en ontwikkeling van de jaarlaag.
  • De mentor gaat mee op excursies zoals Nemo, Duinrell, het Archeon, O&O projecten en de Toneelschuur.
  • De mentor begeleidt de klas bij schoolspecifieke activiteiten zoals Allerzielen, de paasactiviteiten en de sponsorloop voor Edukans
  • De mentor onderneemt een klassenactiviteit rond Sinterklaas, Kerst of aan het einde van het schooljaar.
  • Tijdens de wervingsperiode voor nieuwe leerlingen is mentor betrokken als inschrijver tijdens één van de inschrijfmomenten en als voorlichter tijdens de informatieavond voor ouders van groep 8 leerlingen.

Klas 2

  • De mentor verzorgt de algemene vaardigheden lessen, waarin zaken als ‘leren leren’ en sociale omgang aan de orde komen.
  • Bij de eerste MOL-avonden heeft de mentor een MOL-gesprek met iedere leerling en zijn/haar ouders/verzorgers.

Klas 3

  • De mentor verzorgt de studie- en profielkeuzebegeleidinglessen.
  • De mentor speelt een belangrijke rol bij de profielkeuze van leerlingen.

Klas 4 havo

  • Heeft ervaring en kan overweg met de doelgroep, pubers van 15/16 jaar.
  • Is geïnteresseerd in en heeft belangstelling voor de doelgroep 4H.
  • Kent de gang 4H en 5H en kan de leerlingen hier doorheen loodsen.
  • Beheerst groepsvorming en kan de stamklas vormen en sturen.
  • Durft eisen te stellen en is oplossingsgericht ingesteld.
  • Heeft zicht op de bovenbouw-problematiek en kan hier op inspringen.
  • Is bereid om een ontwikkeltaak op zich te nemen om het onderwijs verder vorm te geven.
  • Heeft het vermogen om leerlingen zelfstandigheid bij te brengen en leert ze verantwoordelijk te nemen voor hun eigen gedrag en keuzes.
  • Is bekend met het programma en het PTA van het pre- examenjaar.

Klas 4 vwo

  • Begeleidt de leerlingen in het verder ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn in de bovenbouw.
  • De begeleiding door de mentor is gericht op zelfstandigheid en autonomie, om de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op het vervolgonderwijs.
  • Mentoren dragen inhoudelijk en organisatorisch bij aan de introductiedagen voor de huidige en komende jaarlaag.
  • Binnen het mentorenteam worden de volgende taken verdeeld: zorgleerlingen, risicotraject, klankbordgroep ouders/leerlingen, etc.
  • De mentor voert oriënterende gesprekken met mentorleerlingen over keuze vervolgonderwijs en verwijst indien nodig naar decaan.
  • Er worden voorafgaand aan het jaar ambities vastgelegd (zowel onderwijskundig als organisatorisch) die gedurende het jaar omgezet worden naar concrete doelen. Mentoren 4v moeten bereid zijn hierin (eind)verantwoordelijkheden op zich te nemen.

Klas 5 havo

  • Is bekend met het programma van het examenjaar.
  • Is bekend met het PTA en het examenreglement.
  • Kan leerstrategieën uitleggen en doen toepassen, welke leerlingen kunnen inzetten ter voorbereiding op het examen.
  • Onderhoudt duidelijke communicatie met leerlingen en ouders over de leerhouding en de resultaten van de leerling.
  • Kan met de leerling en eventueel vakdocenten een maatwerkprogramma richting het examen op te stellen.

Klas 5 vwo

  • De mentor voert gesprekken met mentorleerlingen over keuze vervolgonderwijs en verwijst indien nodig naar decaan.
  • De begeleiding door de mentor is gericht op zelfstandigheid en autonomie, om de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op vervolgonderwijs.
  • Mentoren doen aanzet tot invullen stedenreis.
  • Het mentorenteam van 5V bereidt met elkaar de PWS en S&B week voor.
  • Binnen het mentorenteam worden de taken die voortvloeien uit de met elkaar opgestelde teamdoelen verdeeld. Mentoren 5v moeten bereid zijn hierin (eind)verantwoordelijkheden op zich te nemen om jaarlaagspecifieke zaken (zowel onderwijskundig als organisatorisch) als team vorm te geven.

Klas 6 vwo

  • De mentor is globaal op de hoogte van ontwikkelingen in het hoger onderwijs (decentrale selectie, matching, aanmelddata, mogelijkheden voor leerlingen om zich te oriënteren).
  • De mentor voert gesprekken met mentorleerlingen over keuze vervolgonderwijs en verwijst indien nodig naar decaan.
  • De begeleiding door de mentor is gericht op zelfstandigheid en autonomie, om de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op hoger onderwijs.
  • Organisatie stedenreis in november (o.b.v. voorwerk in 5V het jaar ervoor).
  • Het mentorenteam van 6V bereidt met elkaar de examenvergadering voor, deelt de uitslag met leerlingen en brengt advies van examenvergadering over naar leerlingen.
  • Binnen het mentorenteam worden de volgende taken verdeeld: risicotraject begeleiden, examentrainingen inhoudelijk en organisatorisch vormgeven en taken die voortvloeien uit de met elkaar opgestelde teamdoelen.
  • Het mentorenteam van 6V bereidt met elkaar de diploma-uitreiking voor en betrekt hier de vakdocenten bij.