Augustus 2014 startte de eerste Agoraschool in Roermond. Inmiddels is het Agora gegroeid naar 23 scholen. Al deze scholen hebben hun eigen karakter, maar wat ze gemeen hebben, is dat de nieuwsgierigheid van de leerlingen centraal staat en dat het leren dus altijd vanuit hun interesse start. Op het Agora werken we daarom niet met vakken die de leerlingen moeten volgen maar met challenges. Een challenge bestaat uit een leervraag, uitdaging of doel. Hoe een leerling een challenge vormgeeft, mag deze helemaal zelf weten. Op deze manier leren de leerlingen waar hun talenten en interesses liggen en kunnen ze een bewuste keuze maken voor een vervolg en intrinsiek gemotiveerd aan het examen beginnen. Want dat is ook een kenmerk van de Agora's in het voortgezet onderwijs. De leerlingen maken 'gewoon' een examen en de resultaten doen zeker niet onder voor een 'reguliere' school.
De kern van het Agora
De tien Agoraprincipes
Kenmerkend voor Agora-onderwijs is dat alle leerlingen hun eigen leerroute doorlopen en dat ze daarbij begeleid worden door coaches, oftewel Agoriaanse meesters.
De leerlingen geven zelf vorm aan die leerroutes door middel van zogenaamde uitdagingen. Hier staat een eigen onderzoeks- of leervraag centraal. We dagen leerlingen hierbij uit om verder te kijken dan hun neus lang is en leerlingen kunnen hun horizon verder verbreden met de inspiratiesessies. Op deze manier leiden de challenges tot daadwerkelijk leren.
We geloven dat leerlingen het meeste leren als ze midden in de maatschappij staan. We stimuleren hen dan ook om in hun uitdagingen de maatschappij in te trekken en actief in die samenleving mee te doen. Andersom vinden we het ook heel belangrijk dat de omgeving met buurtbewoners, lokale ondernemers, experts en wetenschappers actief betrokken zijn bij de school. Dit alles om het leren van de leerlingen te verrijken en hun blik te verbreden.
De leerlingen ronden hun school af met een regulier diploma, passend bij het advies van de basisschool.
Vakken, lessen en het curriculum zijn niet leidend in het leren van kinderen.
Agora-scholen werken niet met een lesrooster.
De citoscore is geen toelatingscriterium.
Leerlingen worden niet gelijk behandeld.
Leerlingen worden niet ingedeeld in homogene groepen op leeftijd en leerniveau.
Leerlingen maken geen summatieve toetsen (tenzij ze met hun PTA aan de slag gaan).
Leerlingen worden niet afgerekend op het leerresultaat.
Leraren worden niet van ‘bovenaf’ aangestuurd.
Het aantal leerlingen waar een leraar verantwoordelijk voor is, is niet hoger dan 18.
De Agora-leeromgeving bestaat niet uit leslokalen.
De vijf werelden
Waarom Agora?
Agora stelt het leerproces en de leervraag centraal. Het staat buiten kijf dat kinderen een bagage aan verplichte kennis moeten hebben, maar binnen Agora is deze niet vak- maar persoonsgericht. Omdat er niets in deze wereld is wat niet interessant en belangrijk genoeg is om te bestuderen, is de wereld de bron van een evenwichtige leerinhoud en te verwerven competenties. Binnen Agora onderscheiden we daarom het onderzoeken, bevragen en doorzoeken van vijf werelden als basis voor ontwikkeling en groei van ieder kind. Het gaat om de volgende werelden:
wetenschappelijke wereld
kunstzinnige wereld
maatschappelijke wereld
sociale/ethische wereld
spirituele wereld
Met Agora proberen we antwoorden te formuleren op maatschappelijke vraagstukken waar we in het huidige onderwijsstelsel tegenaan lopen en die ons grote zorgen baren:
Nergens in de wereld zijn kinderen zo gedemotiveerd voor school als in Nederland. (OESO, 2016)
De kansenongelijkheid in het onderwijs loopt op. (Onderwijsinspectie, 2016)
Er gaat per jaar € 74 miljoen om in schaduwonderwijs. (OCW, 2017)
Minstens 4.500 leerlingen zitten thuis zonder school. (OCW, 2019)
Hoge uitval in het eerste jaar van het mbo en hbo. (OCW, 2016)
Professionele trots van leraren staat onder druk, hoge werkdruk, groeiend percentage burn-out en groeiende tekorten.
Agora is een nieuw alternatief dat pal staat voor het vinden van oplossingen voor bovengenoemde problemen. We nodigen de wetenschap daarbij uit om te onderzoeken of we dat goed doen.