Thema 2: De tutorial

Opdracht: voorbereiding eigen tutorial

Zie pagina 29 in je werkboek.

1. Oriënteren

   1. Doel: Uitleggen hoe je de Linux-terminal gebruikt.

   2. Aandachtspunt: stopwoorden

2. Brainstormen

   1. Bronnen: Mijzelf

   2. Centrale vraag: Hoe gebruik je het.

3. Uitvoeren

   1. Inleiding: Welkom bij deze korte tutorial over het werken met de Linux-terminal

   2. Midden: 

Stap 1: Open je Linux-terminal. Dit kun je doen door op Ctrl+Alt+T te drukken of door te zoeken naar 'Terminal' in je toepassingenmenu.

Stap 2: Laten we beginnen met een eenvoudig commando. Typ 'pwd' en druk op Enter. Dit toont je huidige directory.

Stap 3: Om bestanden in de huidige directory te bekijken, typ 'ls' en druk op Enter.

Stap 4: Laten we een bestand maken. Typ 'touch mijn_bestand.txt' om een nieuw tekstbestand te maken.

Stap 5: Om het bestand te bewerken, gebruik je 'nano mijn_bestand.txt'.

Stap 6: Bewerk de tekst, sla op met 'Ctrl+O' en sluit met 'Ctrl+X'.

Stap 7: Je kunt de inhoud van het bestand bekijken door 'cat mijn_bestand.txt' in te voeren.

3. 3. Slot: Dat is het! Je hebt zojuist de basisprincipes van de Linux-terminal geleerd.

Resultaat