Imkers &

hun ontstaan



De Koninklijke Bijentelersvereniging St. Ambrosius Boechout en omstreken (Biebond Boechout) is er voor alle imkers en voor alle bijen, zowel de honingbij als voor de solitaire bijen en Hommels.

De Koninklijke Bijentelersvereniging St. Ambrosius Boechout en omstreken (Biebond Boechout) Wil zich graag profileren als een vereniging die alle imkers samenbrengt om het bijenbestand te bewaren alsook om er voor te zorgen dat de bij-beste technieken worden aangeleerd en toegepast.

Vroeger

Sinds het ontdekken van de honing door de mens, zijn er die zich waagden aan het roven van deze honing. Niet zonder gevaar! De eerste geschriften dateren van de Egytenaren.


In de oudheid is het eerste imkeren ontstaan, dit imkeren bestond uit het vangen van een zwerm om deze in stuk holle boom te plaatsen. De imker zorgde ervoor dat het volk op een locatie stond met voldoende dracht.

Voor het oogsten van de honing moesten de bijen worden gedood.

20ste eeuw

Tot in het begin van de 20ste eeuw werd er in onze streken vooral geïmkerd in gevlochten korven. De imker zorgde ervoor dat een volk op tijd ging zwermen, zodat hij deze kon scheppen en in een nieuwe korf kon plaatsen. Dit zodat hij het volgende jaar nog steeds bijen had. Immers net als voorheen moesten de bijen dood gemaakt worden om de honing te oogsten.

Pas na de eerste helft van de twintigste eeuw gingen imkers bijen houden in kasten. De eerste kasten waren een uitvinding van de pool Johannes Dierzon.

Het waren klotzbeute met uitneembare ramen, in onze streken is deze kast nooit doorgebroken.

Uit deze uitvinding zijn dan de stapelbare bijenkasten onstaan, en elke regio had wel zijn eigen uitvinder voor deze kasten, waardoor er zeer veel formaten bestaan.

Eerst kwam er de losse toplat, later de ramen zoals we ze nu kennen, met draad om een waswafel in te bevestigen.

Heden

Vandaag houden we onze honingbijen in stapelkasten met of zonder honingzolders en voeren we discussies over het ideale en/of meest correcte formaat van kast. Het zal een eeuwige discussie blijven. Dadant of simplex, warme bouw of koude bouw, enz... Laten we zeggen dat waar de imker zich het beste bij voelt, waarschijnlijke het beste formaat is. Ergonomie en gewicht zijn pas op latere leeftijd belangrijk.



Echter is het wel zo dat sinds eind jaren zeventig imker zijn stevig op de proef is genomen door toedoen van de mondialisering van de wereld, De eerste Varroa mijt deed zijn intrede.

Een mijt die van oorsprong in symbiose leeft met de aziatische varriant van onze honingbij (apis melifera melifera) namelijk de cerana, naar hier gebracht door niets vermoedende vervoerders.

Met tot gevolg, grote sterfte van bijenvolken. Het antwoord van de imkers van die periode hierop; vergif. Het was in tegenstelling tot nu, toen heel normaal om producten te gebruiken zoals Perizine, etc.. Zeer effectieve producten tegen deze mijt, maar je moet ze juist gebruiken.


Tot gevolg, resistente mijten en vervuilde was... weten we nu, zonder boos te zijn op de imkers van de jaren tachtig.


Nu volgen we bedrijfsmethoden en behandelen we onze honingbijen met geregistreerde middelen op een correcte manier, De geschiedenis maakte ons ecologisch en leerde ons dat we meer moeten stilstaan bij wat we doen.


Zelf de solitaire bijen en hommels moeten we beschermen, zolang we de natuur blijven misbruiken met monoculturen en moderne pesticiden zoals neonicotinoiden... En dat doen we dus ook, als bond, samen in de juiste richting.

We proberen nieuwe imkers zo correct en zo volledig mogelijk te informeren, we zullen leken laten kennis maken met de wereld van de bijen via onze educatieve bijenstanden.