Tijdens de zorgstage (heel schooljaar, 1 dag per week) oefen je vaardigheden die nodig zijn om in de zorg te kunnen werken.
Je leert schoonmaken van de keuken, sanitaire ruimte en huiskamer, rolstoel reinigen,
omgaan met bewoners, samenwerken met collega’s,
was verzamelen en sorteren,
broodmaaltijd verzorgen voor bewoners, bewoners ondersteunen bij het lopen, bewoners begeleiden in een rolstoel,
bed verschonen, assisteren bij de recreatie en alle andere voorkomende werkzaamheden in het zorgcentrum.
Als je deze vaardigheden voldoende onder de knie hebt, kun je aan het einde van het traject examen doen. Dit examen wordt in het zorgcentrum afgenomen door een examinator van het KPC. Je kan dan het SVA-1 certificaat ‘Werken in een (zorg-) instelling’ behalen.
Belangrijk : Omdat werken in de zorg veelal bestaat uit schoonmaakwerk is het noodzakelijk dat je eerst het schoonmaak diploma behaalt.