In het basketbal staan er tegelijkertijd in totaal 10 spelers op het veld. 5 per team, per team zijn er ook 7 wisselspelers op de bank. Die naar eigen wil gewisseld worden. Bij het begin van het wedstrijd nemen de basisspelers, de zogenaamde 'starting five' hun posities in het veld. Normaal gezien staan ze opgesteld als twee Forwards, twee Guards, en een centrale middenvelder die wordt genoemd als de 5 out. Er zijn ook natuurlijk verschillende variaties van de 5 out.
De punten telling.
Het is het doel om de bal in de basket van de tegenstander te krijgen, die op de korte zijden van het speelveld op 3,05 meter hoogte bevestigd is (als je boven de 12 bent). Een treffer door een vrije worp levert 1 punt. Een normale worp levert 2 punten. Staat de speler achter de driepuntslijn, levert het 3 punten op. Wie na de wedstrijd het meeste punten heeft gescoord heeft gewonnen.
De belangrijkste spelregels.
Verschillende soorten overtredingen.
persoonlijke fout: niet toegestaan persoonlijk contact.
Technische fout: technische fouten ongeregeld spel.
Onsportieve fout: heel grof en onnodig lichaamscontact zonder kans op balbezit.
Diskwalificerende fout: grove onsportiviteit (belediging , gewelddadig conflict).
Aanvallende overtreding
Een aanvaller met balbezit begaat een overtreding wanneer hij/zij in contact komt met een verdediger die zich op zijn wettig en aanvaardbaar verdedigingspositie bevindt, of die zich achteruit beweegt. Tot typische aanvallende fouten zijn: het wegduwen van verdedigers met de onderarm, of elleboog contact.
Verdedigende overtredingen.
Een verdediger mag een aanvaller met balbezit maar op beperkte manieren afweren. Stoppen, blokkeren, duwen, laten struikelen, of het hinderen met uitgestrekte armen en benen zijn niet toegestaan.
Straffen
Na een diskwalificerende of onsportieve fout wordt een speler van het veld gestuurd, en moet de hal meteen verlaten.
Bij vijf persoonlijke of technische overtredingen wordt een speler uitgesloten van de lopende wedstrijd.
Tijd Overtredingen
Basketball is afwisselend en wordt herkend door het hoge tempo. Dat ligt vooral aan de vele tijd regels, die bepalen hoe lang verschillende acties mogen duren.
De 24-secondenklok
Op de zogenaamde shot clock worden 24 seconden afgeteld: de
maximale tijd die een aanval mag duren. De tijd begint bij de inworp te lopen.
Raakt de bal de ring van de basket aan, begint de klop opnieuw te lopen. Ook na een wissel van balbezit, het aanraken van een voet, of een overtreding begint de klok weer opnieuw te lopen.
8-secondenregel
Zodra een team de bal in bezit krijgt, moeten ze ervoor zorgen dat ze binnen 8 seconden de eigen helft verlaten en de helft van de tegenstanders betreden.
5-secondenregel
Als je de bal wilt innemen mag je de bal maximaal 5 seconden vasthouden.
3-secondenregel
Bij een aanval mogen de verdedigers zich slechts 3 seconden lang op de helft van de tegenstander blijven. Daarbij maakt het verschil of ze in balbezit zijn of niet.