Slavernij

Hier zie je de slaven op Curacao.

1 van de 3 mensen van de 17.000 was slaaf. De afschaffing van de slavernij was voor de Nederlanders een ramp. De slaven mochten toen tegen betaling in hun huisje wonen en stukjes grond bewerken. Om dat te betalen moesten de slaven 1 dag voor de eigenaar van de plantage werken. De armoede en honger was best wel groot, daarom vroeg de gouverneur om de slavernij weer in te voeren. De eigenaars van de slaven hadden niet te klagen, want zij kregen een vergoeding van schade en dat was 200 gulden als een slaaf  schade aanrichtte. De slavernij in Curaçao duurde uiteindelijk 200 jaar en werd afgeschaft in 1863. 

In 1634 toen Nederland Curaçao had veroverd. De West Indische Compagnie besloot op Curaçao te blijven. Er kon vanuit Curaçao goed handel worden gedreven. Curaçao was toen ook de belangrijkste slavenmarkt van de Cariben en er kwam een goede handel. De slaven die uit Afrika waren gehaald, werden opgeknapt in Curaçao. Eerst werden de slaven uit elkaar gehouden om van de ziektes die ze hadden te genezen. Ze kregen goed te eten en de Nederlanders verfden de grijze haren, zodat de slaven er jonger uitzagen en hun huid werd zelfs met olie ingesmeerd. Maar daarna werden de slaven verkocht en verscheept naar gebieden in heel Amerika. Er leefden 17.000 mensen  tien jaar voor het verbod op slavernij op Curaçao. 

Hier zie je hoe de slaven werden vervoerd per schip.