Klas 1 havo/ vwo (op basis van leerlijn havo/vwo)
Oriëntatiekennis
-Je kunt de kenmerkende aspecten (historische begrippen, gebeurtenissen, ontwikkelingen en belangrijke personen) van het tijdvak beschrijven.
-Je kunt de gebeurtenissen en ontwikkelingen in het tijdvak en verspreid over meerdere tijdvakken in de juiste tijdsvolgorde (chronologie) plaatsen.
-Je kunt aspecten uit het verleden herkennen in de tijd waarin we nu leven.
Historisch redeneren
-Je kunt oorzaken en gevolgen van historische gebeurtenissen of ontwikkelingen uit de tekst halen en in eigen woorden omschrijven.
-Je kunt ook uit jezelf oorzaken en gevolgen beschrijven van historische gebeurtenissen of ontwikkelingen.
-Je kunt oorzaken en gevolgen indelen in één van de vier verschillende categorieën: politiek, sociaal, economisch en cultureel.
-Je kunt voor ontwikkelingen in het verleden beschrijven op welke manier ze afwijken in vergelijking met eerdere periodes uit de geschiedenis (verandering).
-Je kunt voor ontwikkelingen in het verleden beschrijven wat er hetzelfde is gebleven in vergelijking met eerdere periodes (continuïteit)
-Je kunt in leerteksten en historische bronnen het verschil herkennen tussen feiten en meningen.
-Je kunt kunt uitleggen wat een historische bron te maken heeft met de historische begrippen waar je over geleerd hebt.
-Je kunt de standplaatsgebondenheid van mensen of een groep mensen bepalen.
-Je kunt vergelijkende, beschrijvende, verklarende en waarderende vragen formuleren (voor een klein historisch onderzoek).
-Je kunt een mening formuleren over een historische gebeurtenis 1. met behulp van een argument en 2. met behulp van historische bron.
Klas 2 havo en 2 vwo
Orientatiekennis
-Je kunt de kenmerkende aspecten (historische begrippen, gebeurtenissen, ontwikkelingen en belangrijke personen) van het tijdvak beschrijven.
Je kunt die kenmerkende aspecten ook uitleggen met behulp van historische voorbeelden. (nieuw in klas 2)
-Je kunt de gebeurtenissen en ontwikkelingen in hetzelfde tijdvak én verspreid over meerdere tijdvakken in de juiste tijdsvolgorde (chronologie) plaatsen.
-Je kunt uitleggen hoe het verleden invloed heeft gehad in latere tijdvakken (nieuw in klas 2).
Historisch redeneren
-Je kunt oorzaken en gevolgen van historische gebeurtenissen of ontwikkelingen uit de tekst halen en in eigen woorden omschrijven.
-Je kunt ook uit jezelf oorzaken en gevolgen beschrijven van historische gebeurtenissen of ontwikkelingen.
-Je kunt oorzaken en gevolgen indelen in één van de vier verschillende categorieën: politiek, sociaal, economisch en cultureel.
-Je kunt voor ontwikkelingen in het verleden zowel de verandering als de continuïteit ten opzichte van eerdere periodes herkennen en beschrijven. (nieuw in klas 2)
-Je kunt in leerteksten en historische bronnen het verschil herkennen tussen feiten en meningen.
-Je kunt kunt uitleggen wat een historische bron te maken heeft met de historische begrippen waar je over geleerd hebt.
-Je kunt simpele spotprenten met behulp van je historische kennis uitleggen. (nieuw in klas 2)
-Je kunt de standplaatsgebondenheid van mensen of een groep mensen bepalen.
-Je kunt aantonen dat de schrijvers van (het) geschiedenisboek ook standplaatsgebonden zijn (nieuw in klas 2)
-Je kunt vergelijkende, beschrijvende, verklarende en waarderende vragen formuleren (voor een klein historisch onderzoek).
-Je kunt een mening formuleren over een historische gebeurtenis 1. met behulp van een argument en 2. met behulp van historische bron.