Hoe lees ik een tekst?

Je leest een tekst alleen maar oriënterend als je bijvoorbeeld: 

• een les gaat voorbereiden

• voor een werkstuk of onderzoek wilt weten wat de hoofdzaken van een tekst zijn.

VOOR

1 > Wat is het doel waarvoor ik een tekst ga lezen?

 Vraag je af wat precies de opdracht of je doel is. 

TIJDENS

2 > Bekijk eerst globaal de gehele tekst

 Daarbij let je alleen op: 

titel;

kopjes;

onderstreepte, schuin- of vetgedrukte tekst;

illustraties

puntsgewijze onder verdeling (1, 2, 3, …).

3 > Maak een startschema

De titel schrijf je in het midden, daaromheen de kopjes of de belangrijkste woorden 

en begrippen. 

4 > Wat weet ik hier al van?

 Schrijf dat in een paar woorden even op.

5 > Lees nu pas de tekst door

Let altijd op woorden die snel de weg wijzen. Bijvoorbeeld: ten eerste, ten tweede, ten slotte, in het bijzonder, daaruit volgt, maar, echter en bovendien.

6 > Weet ik nu waar deze tekst over gaat?

Bij oriënterend lezen gaat het erom dat je weet wat de hoofdzaken van een tekst zijn.

Stel jezelf eventueel nog de 5 ‘W’ vragen: 

wie, wat, wat, waar, wanneer, en waarom.. 

NA

7 > Leer ik wel op de goede manier?

Goed leren begint bij een goede organisatie. Zie de pagina over organisatie. Controleer ook of je een realistische planning hebt gemaakt. Bekijk ook nog eens andere manieren van leren als je twijfelt!

ALTIJD

8 > Houd je aandacht erbij

9 > Houd er zin in

Door je af te vragen waarvoor je leert, of door succes kun je jezelf motiveren.