Leesverslag

Hier lees je stap voor stap terug hoe je een leesverslag maakt. Veel succes!

LEERJAAR 1 T/M 6

1 > De aanpak voor het maken van een leesverslag ziet er in grote lijnen zó uit

  • Je kiest een boek/artikel/verhaal/gedicht volgens de aanwijzing van de docent;

  • Je kent de afspraken over de inleverdatum en afteken datum;

  • Je leest het werk en maakt een verslag waarin de volgende punten zijn verwerkt:

  • Wat het onderwerp/thema van het boek/artikel is;

  • In welke tijd het verhaal zich afspeelt en waaraan je dat ziet;

  • In welke plaats het verhaal zich afspeelt en waaraan je dat ziet;

  • Geef een samenvatting volgens de aanwijzingen van de docent;

  • Verklaar de titel;

  • Geef aan wat de schrijver de lezer duidelijk wil maken;

  • Geef je mening en licht deze toe.

2 > Het eindproduct voldoet aan de volgende eisen. Deze worden in de beoordeling betrokken!

  • Op de voorkant/in de kop vermeld je titel en schrijver.

  • Indien de tekst wordt uitgetypt doe je dat in lettergrootte 11.

  • Het bevat de verwerkingsopdracht die de docent heeft opgegeven.

3 > Overige spelregels

  • Het leesverslag is opgesteld in zorgvuldig en correct Nederlands;

  • Het leesverslag is door de maker zelf geschreven in eigen bewoordingen. Letterlijke teksten uit artikelen of verhalen moeten als citaat worden aangemerkt.

  • Als een leesverslag bij de eerste beoordeling als onvoldoende wordt aangemerkt, dan krijgt de maker de kans om het leesverslag te verbeteren vóór de laatste afteken datum;

  • Voor elk leesverslag geldt een laatste inlever- en laatste afteken datum;

  • Het leesverslag wordt ingeleverd bij de docent of de aangewezen plaatsvervanger;

  • Als een leesverslag met geldige reden niet op tijd af is, wordt met de docent een afspraak gemaakt.