Als de trein stil staat, stap je uit en onmiddellijk wordt je gezin gescheiden in twee verschillende groepen.
Officieren schreeuwen bevelen en gemene honden blaffen en snauwen naar mensen om ze in het gareel te houden.
Je krijgt te horen dat je al je spullen moet achterlaten. Je vader en moeder worden in een ander groep gezet. Je staat alleen in een groep met vreemde mensen. Je hebt en koud en je voelt je angstig.
Je krijgt het vermoeden dat dit werkkamp niet veel goeds gaat brengen. Je hebt op het treinperron gezien dat je bent aangekomen in Auschwitz.
Je gaat uitzoeken wat voor een werkkamp dit is en wat er allemaal gebeurde.