Het woord yoga komt uit de oude taal Sanskriet. Het stamt af van het woord “yuj”, dit betekent: verbinden, samenvoegen maar ook: zich geestelijk verdiepen.
Yoga is een methode om evenwicht te vinden tussen lichaam en geest, om weer in contact te komen met zichzelf.
In de praktijk bestaat yoga uit lichamelijke en geestelijke oefeningen. Door de concentratie op lichaam én adem kunnen lichaam en geest één worden. Adem, beweging en ontspanning staan centraal bij de yoga. Door met aandacht de ademhaling te verruimen en te verdiepen wordt ook de concentratie vergroot. Tijdens het beoefenen van de yoga ontdekt men de fysiologische invloed op de lichaamsorganen en het zenuwstelsel. Yoga heeft effect op het hele lichaam: het versterkt de botten, maakt de gewrichten los en de spieren en inwendige organen krachtiger. Doordat de eenzijdigheid van het dagelijks bewegingspatroon wordt doorbroken, kunnen blokkades worden verminderd.
Yogaoefeningen zijn niet prestatiegericht, maar gaan uit van de eigen mogelijkheden.
De oefeningen worden rustig en geconcentreerd uitgevoerd waarbij men leert luisteren naar de signalen die het lichaam afgeeft.
Op deze manier leert men te voelen waar de eigen grenzen liggen.
Dit kan weer een positieve invloed hebben op het omgaan met de gewone druk van het dagelijks leven. Via yoga worden geest en emoties weer verbonden met het lichaam waardoor men in staat is een vreugdevoller leven te leiden.