De groep aan de Afrikalaan bestaat voornamelijk uit Roemeense Roma, enkele Roemenen, een vijftal anderstalige dakloze mannen en één Belg. Ze komen vooral van twee barakkenterreinen in het Gentse die ontruimd werden. In totaal een 100 tal mensen.

We gaan aan een 60 tal mensen les geven, opgesplitst in 11 kleine groepjes.


Erika en ik zijn gestart met het lezen van boeken en thesissen over deze groep. Wil je met deze mensen een succeservaring hebben, dan moet je toch wat van hun geschiedenis en cultuur kennen. Er heerst veel wantrouwen tegenover officiële instanties en bij uitbreiding vaak ook tegen alle ‘gadje’; de NIET Roma.


De eerste weken hebben wij vaak ons gezicht laten zien aan de Drongensesteenweg, zodat er stilletjes aan meer vertrouwdheid kwam. De eerste maanden verliep alle contact in de frisse buitenlucht, schoeisel met wollen voering was geen overbodige luxe. Er wordt gezegd dat pas wanneer je een koffie wordt aangeboden, je aanvaard bent. Dat is ons helaas nog niet te beurt gevallen. We kregen wel al een pak friet van een dakloze.


Het zijn mensen van het woord, een belofte moet gehouden worden. Ze hebben een sterke ‘voor wat hoort wat’ -mentaliteit. Zij zullen zich pas inzetten als ze doorhebben dat het hen iets oplevert. Dus; om hen te motiveren om naar de lessen te komen hebben wij hun schoolgerief gekocht: een gevulde pennenzak en een kaft. Dit werd enthousiast onthaald.

Deze mensen zullen drie jaar op de site wonen in een container die héél klein uitvalt. In die drie jaar zullen zij intens begeleid worden om Nederlands en MO (maatschappijoriëntatie) te volgen, alle kinderen naar school toe te leiden, een job te zoeken, om uiteindelijk na die periode zelfstandig te kunnen wonen en een duurzame job te hebben.

Hiervoor is een uitgebreid team ingeschakeld : buurtwerkers die de families begeleiden, een brugfiguur die de ouders helpt met schoolgaande kinderen, jobteam die mensen aan een opleiding of job helpt en uiteindelijk de coördinator van stad Gent die dit alles superviseert.

Hier werken vraagt dus ook vaak overleg met veel partners.


De instappers hebben een overeenkomst moeten tekenen waarin alle regels en verwachtingen gedetailleerd beschreven staan.

De site bestaat uit een 50 tal containers. Een gezin met kinderen krijgt een volledige container, een koppel of alleenstaande een halve. Daarnaast zijn er containers voor het sanitair en keukens, gemeenschappelijke ruimtes en twee polyvalente tenten.


Caritas doet het beheer van het terrein en zorgt dat de regels er nageleefd worden. Er wordt een puntensysteem gehanteerd: worden er regels overtreden, dan krijgt men minpunten; goed gedrag kan bonussen opleveren. Bij te veel minpunten kan men uit het project gezet worden.

Enkele voorbeelden van afspraken zijn: het dragen van mondmasker op de site, niet met auto op het terrein rijden en parkeren, geen bezoek laten overnachten, enkel reizen in de schoolvakanties, honden aan de leiband ,etc. Heel wat voor een groep die weinig ervaring heeft met een ‘geregeld’ en gecontroleerd leven.. Er zijn dan ook al incidenten gebeurd : mensen werden gebeten door honden, auto’s bleven geparkeerd staan in de straat van de buren, in de mondmaskers werden gaten geknipt om te kunnen roken…

We zien de eerste maand als een inloop in het project.

Erika en ik zijn gestart met de grote groep op te delen aan de hand van intakegesprekken die niet al te vlot verliepen door gebrek aan gemeenschappelijke taal. De meeste mensen kunnen een beetje Frans. Google Translate werd ingezet wat soms leidde tot hilarische situaties.

We voelen bij de meesten een dankbaarheid dat ze wat Nederlands kunnen leren, vooral het leren schrijven bij de vrouwen werd dankbaar en minutieus gevolgd.


Doordat we met zo’n grote groep werken, hebben we kleine groepjes van 6 moeten maken (coronaproof). De lescontainer is heel krap. We hebben die zelf ingericht. Jawel, tot het in elkaar steken van boekenrekken en Weba kastjes toe… We hebben soms ferm gevloekt, met op de achtergrond ruziënde families!


Door met kleine groepen te werken, krijgt iedereen maar 1,5u per week Nederlandse les. Als je dat met ons aanbod van 12u per week vergelijkt, zal het dus zeer traag gaan.

We merken na de eerste week zelfs binnen die kleine groepjes soms al grote niveauverschillen op. Sommige mensen kunnen al een beetje lezen en schrijven, anderen helemaal niet. Die mensen zitten samen in een groep. Het modewoord differentiëren is hier dus echt van toepassing!


Mannen en vrouwen zitten apart in groepjes. Het leven van de Roma is zo georganiseerd dat de man en de vrouw hun eigen taken hebben, twee werelden die gescheiden zijn: de mannen staan in voor het werk, het binnenbrengen van geld en de communicatie met de buitenwereld. Zij kunnen dus meestal al wat meer Nederelands dan de vrouwen. De vrouwen staan in voor het huishouden en de opvoeding van de kinderen.

We hadden geleerd dat een mix geen goede resultaten zou opleveren: de vrouwen zouden zich geïntimideerd voelen en bijna niets durven zeggen.

Maar ook in de mannengroepjes is er een soort hiërarchie voor wie mag/kan praten en wie niet. In mijn eerste mannengroep werd er bijvoorbeeld veel uitgelachen. Twee mannen zijn boos opgestapt. Ik hoop dat ze er de volgende les terug zullen zijn.


Soms waan ik mij in een Roemeens dorp, vooral als het miezerig weer is. Je moet door de modder naar de toiletten, je passeert wat konijnen, je ontwijkt de hondenkak om dan uiteindelijk te eindigen met het kuisen van de klascontainer omdat één van de cursisten toch in die drol getrapt is. De eerste lessen doen wij onze toer om op de deuren te kloppen. Soms halen we mensen uit hun bed of uit de keuken omdat ze net bij de start van de les nog worstjes willen bakken, een cursiste vraagt of ze de les mag verlaten want ze hoort haar kind huilen… Er hangt hier een totaal andere sfeer dan in de Kolveniersgang.


Gisterenavond waren maar twee van de twaalf aanwezig in de les: het merendeel zat op een feestje in een container. De deur werd gesloten voor de gadje die ik ben. De twee die er wel waren hebben voor de eerste keer in hun leven hun voornaam geschreven. Mochten ze durven springen en huppelen van geluk, ze hadden het gedaan!


We zijn er ons van bewust dat dit een zeer groots, ambitieus en politiek project is, maar het grote en enthousiaste team dat hierachter staat zal het project hopelijk tot een goed einde brengen. Het zal een project zijn dat veel geduld vraagt, met veel vallen en opstaan. We zullen ons moeten vasthouden aan de kleine successen die geboekt worden.

Maar wij hebben er alvast zin in! Er wordt veel gelachen en de samenwerking met zoveel partners is een uitdaging en leerschool!

We houden jullie verder op de hoogte!!


Kathleen