Keuzeproject 2: KNMI

Welke impact hebben de verschillende coronamaatregelen in 2020 in nederland gehad op de stikstofdioxide-concentraties in de lucht rond nederland?







Situatie

Sommige planten groeien sneller onder de invloed van stikstof dan andere. Door de toename van de stikstofuitstoot, voornamelijk in de landbouw, komen er hoge concentraties stikstof in de lucht. Als dat stikstof vervolgens neerslaat verdringen de planten die goed groeien met stikstof de andere planten. Plantensoorten sterven hierdoor uit en de biodiversiteit neemt af. Herbivoren hebben vaak ook last van de afname van biodiversiteit onder planten. De hoeveelheid beschikbaar voedsel neemt namelijk af. Verschillende bijensoorten en andere dieren sterven daardoor ook uit.


Natura 2000 is een groep beschermde natuurgebieden in Europa. Er wordt hier al jaren geprobeerd de biodiversiteit te behouden. Om in de buurt van de Natura 2000 gebieden stikstof uit te mogen stoten heb je een vergunning nodig. Deze vergunningen zijn erg moeilijk te verkrijgen. Het is dus de bedoeling dat er in deze gebieden weinig stikstof, en dus weinig stikstofdioxide, wordt uitgestoten.


Nederland heeft relatief veel van deze plekken en de Nederlandse stikstofdioxide-uitstoot is, vergeleken met andere West-Europese landen, vrij hoog. Deze twee dingen hebben samen gezorgd voor een groot stikstofprobleem. De Nederlandse overheid is momenteel druk bezig de uitstoot te verlagen, om de Nederlandse natuurgebieden te beschermen.


Het KNMI doet onderzoek naar onder andere de gehaltes van reactieve stikstof in de lucht. Door de recente verschijning van het coronavirus zijn er wereldwijd veel (tijdelijke) veranderingen in de manier van leven opgetreden, die ervoor zorgen dat veel soorten uitstoot zijn veranderd. Het KNMI wil graag weten wat de impact is geweest van deze veranderingen op de hoeveelheid reactieve stikstof in de lucht.

De opdracht

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch instituut verwacht een antwoord op de vraag: ‘Welke impact hebben de verschillende coronamaatregelen in 2020 in Nederland gehad op de stikstofdioxide-concentraties in de lucht rond Nederland?’. Om deze vraag te beantwoorden worden verschillende kaarten en gegevens gebruikt die zijn gebaseerd op de data die wordt verzameld door het TROPOMI-instrument aan boord van de Sentinel 5P-satelliet. In dit onderzoek gaat het om de uitstoot van stikstofdioxide (NO2), een reactief stikstof dat vooral wordt uitgestoten door de industrie en het verkeer.

Het Plan van Aanpak

De opdracht is verder uitgewerkt in een PVA. Dat staat hieronder.

Plan van Aanpak

De presentatie

Onderstaande presentatie was onze eindpresentatie op de technasiumparade aan het einde van 4 vwo.

Video van Farah May

Onze opdrachtgever, Piet Stammes:

De opdrachtgever voor dit project was het KNMI. Het KNMI zorgt voor betrouwbare en consequente metingen, data en prognoses die aan de basis staan van belangrijke besluiten die Nederland veilig houden. Van een code rood voor het wegverkeer tot de klimaatscenario's voor het Deltaprogramma waar miljarden euro's mee zijn gemoeid. Voor een veilig Nederland dat voorbereid is op de invloed van weer, klimaat en aardbevingen.

Piet Stammes is onze contactpersoon. Hij is Senior Scientist op de afdeling Research & Development Satellite Observations en houdt zich bezig met het verwerken en onderzoeken van satellietgegevens.

Mijn groepje:

Voor dit project bestond mijn groepje uit Youri van der Kuij, Pibe Baartman en (onze teamleider) Otto Geerlings. Ik was erg blij met dit groepje, want het zijn veel harde werkers en ik verwachtte dat we met zijn allen een goed onderzoek kunnen doen. Dat bleek correct.

De groepswebsite

Voor onze groepswebsite, klik hier.

Mijn leerdoelen:

Voor dit project hadden allebei mijn leerdoelen te maken met probleemanalyse. Voor mijn complete POP (Persoonlijk OntwikkelPlan), zie hieronder.

POP Kp2

Het eindrapport

De uitwerkingen van alle deliverables zijn verwerkt in een eindrapport. Ook staan daarin de resultaten, conclusies, en discussie. Het rapport staat hieronder.

Eindrapport