Doe wat je weet - Weet wat je doet
Zeilen is leuk en er gebeuren echt niet veel ongevallen.
Maar als ze gebeuren kunnen ze wel ernstig zijn.
De kunst is om de risico's juist in te schatten en goed te weten wat je zelf wel en niet kan.
Voor beginners zijn de spectaculairste en misschien zelfs wat angstaanjagende momenten als je boot hard en schuin aan de wind vaart. Maar eigenlijk kan er dan maar weinig mis gaan. Het is dan vooral kwestie om te leren hoe je je comfortabel kan zetten op de schuine boot. En als je lekker relax voor de wind vaart, je bijna indommelt in de warme zon op de wiegende golven, kan een moment van onoplettenheid zorgen voor een klapgijp die iemand overboord slingert met een schedelbreuk.
Doe wat je weet - Weet wat je doet
gedeelde verantwoordelijkheid: Ik / boot / crew
communicatie tijdens manoeuvres
opstappen / afstappen / verplaatsen aan boord
schoeisel / kledij
reddingsvesten
zwemmen
voorkomen zeeziekte
vermijden vervuiling
toiletten
bediening motor
sturen met helmstok
vaargeul / diepte / tonnen
vertrekken en aanmeren
grootzeil / fok
gevaar giek, winch, losliggend touw, knopen
overstag / gijpen
aanduiden 1ste stuurman
walstroom / batterij / motor
gebruik van gas en kookfornuis
gebruik van koelkast
vaarklaar maken
ramen
materiaal
deuren en schuiven
instrumenten en elektro
schip onbeheerd achterlaten
materiaal
reddingvesten
looplijnen
zwemladder
reddingsboei
bootshaak
puts en loosemmer
EHBO kist
reddingsvlot
brandblussers en braddeken
nooduitgangen
VHF distress knop MIPDANIO
Mayday
Identification
Position
Danger (welk)
Assistance (wat verwacht ik)
Nr of people op de boot
Intention: wat ga ik doen
Over
motor inspectie: WOBBLE
Water: wierfilter / impellor / koelsysteem
Oliepeil
Bilge / Motorruimte
Belt: V-riem 1/4 slag draaien
Liquids: koelvloeistof
Exhaust / Electricity
rechts of linksdraaiend
noodstop diesel toevoer
noodstop batterijen
gereedschap en reservemateriaal
zeekranen schip en motor
pillampen
reserveanker
ankeren in geval van nood
noodroer
bilges inspectie manueel en elektrisch
vuilwatertank
logboek
materiaal
nooddeken
vuurpijlen
Epirb / Sart
grab bag
joon en reddingsboei
VHF/DSC radio
draagbare VHF
stormzeil
betonschaar
zachte pluggen
branddetector
gas detector
noodantenne VHF
Dit is afhankelijk van:
grootte van de boot
motor of zeil
weinig of veel wind (met stroming moet je geen rekening houden)
ervaring van stuurman en crew
aanwezigheid van hulpmiddelen
Eerste reactie:
Roep: “Man overboord!!” en laat iemand constant naar de drenkeling wijzen
Gebruik aanwezige hulpmiddelen
Zwemvest, reddingsboei (bovenwinds uitgooien)
MOB-knop op GPS
joon of rookpot uitgooien
Officiële procedure: Roep eenmaal: “Zwem!” naar de drenkeling.
Beter: foetus houding aannemen om lichaamswarmte en energie te bewaren.
Tijdens vaar manoeuvre: crew die geen lijnen bedient of drenkeling lokaliseert, neemt de nodige hulpmiddelen.
mayday via radio verzenden (niet bij een oefening!) “MIPDANIO”
bootshaak en 2 sleeplijnen
zwemtrap uitzetten of tros in een bocht buiten boord hangen als opstapje voor drenkeling (niet bij draaiende motor!)
(enkel bij kleine boten, bij grotere boten enkel als oefening)
Officieel: Laat de boot snel afvallen (grootzeil en fok vieren) tot voor de wind en hou deze koers vier bootlengtes aan.
Loef snel op tot hoog aan de wind.
Wanneer de drenkeling 2 streken achterlijker dan dwars is, ga je overstag.
Maak een sliplanding op de plaats van de drenkeling. Controleer de snelheid van het schip door het grootzeil te vieren of aan te trekken. Dit werkt alleen op een aan-de-windse koers, omdat je op andere koersen het grootzeil niet volledig kunnen laten klapperen.
Bovenwinds (drenkeling aan lijzijde) of onderwinds (drenkeling aan loefzijde)?
Onderwinds: de drenkeling komt precies aan de loefzijde van de boot als de boot tot stilstand komt. De boot wordt weggeblazen van de drenkeling. Toch is dit nodig omdat een slecht uitgevoerde sliplanding met de drenkeling aan de lijzijde van de drenkeling kan zorgen dat de drenkeling overvaren wordt. De drenkeling aan de lijzijde binnenhalen is bij kleine boten gevaarlijk voor kapseizen / water scheppen.
Bovenwinds: de drenkeling komt precies aan de lijzijde van het schip als de boot tot stilstand komt. De boot wordt naar de drenkeling toe geblazen. Voordeel is dat de drenkeling in de luwte van de boot komt en minder golfslag heeft. Opletten voor overvaren en water scheppen! tot max 4 Bft.
Afvallen/oploeven naar halve wind en hou deze koers tien bootlengtes aan: geen risico op klapgijp + op dezelfde hoogte blijven als drenkeling
loef op, ga overstag en val af naar halve wind om de drenkeling te naderen:
voordeel = mogelijkheid om terug snelheid te maken indien manoeuvre fout gaat + meer stuurruimte
nadeel = bij sterk manoeuvreren dicht bij drenkeling, meer kans om ruim voor de wind te komen en plots snelheid te maken.
De stuurman voert een “crashtack” uit (door de wind draaien zonder aan de zeilen te komen) en stuurt naar de drenkeling (omdat de fok back staat, verliest de boot snelheid en kan men de drenkeling langzaam bovenwinds naderen).
De crashtack : het bijdraaien of stilleggen-manoeuvre bestaat uit 3 stappen :
Het zeilschip door de wind draaien (zoals bij een overstag manoeuvre)
Als het schip door de wind gedraaid is, terug naar de wind sturen zonder aan de zeilen te komen.
Boot tot rust laten komen en evenwicht zoeken met het roer tot het schip stil en stabiel ligt (en eventueel het roer vastzetten)
De kunst is om de zeilen en het roer de stand te geven zodat het schip ongeveer 60° aan de wind ligt en praktisch geen vaart maakt.
Start de motor
Wegdraaien van de wind. Neem 10 bootlengtes afstand en strijk het voorzeil.
Loef op en nader de drenkeling in de wind.
Als de drenkeling midscheeps is, de boot tussen de wind en de drenkeling draaien.
De boot onder controle houden met de motor en laten verlijeren tot drenkeling midscheeps kan aangepikt worden met de bootshaak of tros.
Drenkeling binnen halen.
Motor in neutraal (geen vaart maken, geen lijnen of drenkeling in schroefblad)
Grootschoot vieren (fok is ingehaald)
Help de drenkeling
kleine boten: via de loefzijde achter de zijstag. Vermijd overstag manoeuvre: de drenkeling zorgt voor een rem aan loefzijde en dus voor oploeven. (veiliger en gemakkelijker is via de spiegel)
drenkeling kan zelf meewerken: Gooi hem een lijn toe, waarmee hij naar de boot wordt getrokken, begeleid hem naar de spiegel om via zwemtrap of touwladder aan boord te klimmen
drenkeling is bewusteloos: lijn rond drenkeling slaan of bootshaak gebruiken, met twee man of met takel onder de oksels aan boord hijsen via de boord (niet via de spiegel, gezicht weg van het schip) of gebruik maken van bijboot of reddingsvlot.
als er gevaar is voor onderkoeling: (1 minuut in het water per graad °C) drenkeling horizontaal ophalen Dit kan bv door grootzeil uit de mast te halen (niet uit giek) en met grootzeilval het grootzeil onder de drenkeling te brengen. Onderkoeling zorgt voor verdikking van het bloed, als drenkeling plots verticaal wordt getrokken kan stroperig bloed in hart komen en voor een hartstilstand zorgen.
Ga halve wind varen of bijliggen en dien EHBO toe aan de drenkeling.
Bij MAYDAY: breng hulpdiensten op de hoogte via radio.
Opmerkingen
Meest ervaren zeiler neemt het stuur en commando tijdens MOB-manoeuvre.
Als men geen visueel contact met de drenkeling heeft moet men asap naar de tegengestelde koers varen vb: boot was 40° aan het varen – de nieuwe koers is 40° + 180° = 220°. Opgelet: niet de ware koers, maar kompaskoers: geen rekening houden met stroming die de drenkeling hetzelfde verplaatst als de boot.
De stuurman moet opletten dat bij het manoeuvreren niemand anders in het water valt! Wie de drenkeling ophijst moet zich vastmaken met een veiligheidslijn.
Het is zeer belangrijk dat de stuurman/schipper de drenkeling kan zien om er niet over te varen. Een ander crewlid blijft permanent de drenkeling lokaliseren. Bij het wegvaren aan de spiegel, bij het naderen aan de gepaste zijde.
Vaar nooit op motor in achteruit naar een drenkeling.
De drenkeling mag de toegeworpen lijn niet vastknopen aan zichzelf. Als het schip onverwacht vaart maakt wordt de drenkeling onder water getrokken. De drenkeling kan best het touw om zich heen slaan en dan samennemen met twee handen, dit is voldoende om naar het schip te trekken. Met koude handen knopen maken duurt trouwens te lang.
Oefen dit zelf (met een stootwil) minstens één keer per jaar en telkens bij een nieuwe crew .
Zorg er steeds voor dat er altijd minstens één persoon aan boord is die weet wat te doen als de schipper zelf overboord valt.
Dit is afhankelijk van:
grootte van de boot
motor of zeil
weinig of veel wind (met stroming moet je geen rekening houden)
ervaring van stuurman en crew
aanwezigheid van hulpmiddelen
Eerste reactie:
Roep: “Man overboord!!” en laat iemand constant naar de drenkeling wijzen
Gebruik aanwezige hulpmiddelen
Zwemvest, reddingsboei (bovenwinds uitgooien)
MOB-knop op GPS
joon of rookpot uitgooien
Officiële procedure: Roep eenmaal: “Zwem!” naar de drenkeling.
Beter: foetus houding aannemen om lichaamswarmte en energie te bewaren.
Tijdens vaar manoeuvre: crew die geen lijnen bedient of drenkeling lokaliseert, neemt de nodige hulpmiddelen.
mayday via radio verzenden (niet bij een oefening!) “MIPDANIO”
bootshaak en 2 sleeplijnen
zwemtrap uitzetten of tros in een bocht buiten boord hangen als opstapje voor drenkeling (niet bij draaiende motor!)
(enkel bij kleine boten, bij grotere boten enkel als oefening)
Officieel: Laat de boot snel afvallen (grootzeil en fok vieren) tot voor de wind en hou deze koers vier bootlengtes aan.
Loef snel op tot hoog aan de wind.
Wanneer de drenkeling 2 streken achterlijker dan dwars is, ga je overstag.
Maak een sliplanding op de plaats van de drenkeling. Controleer de snelheid van het schip door het grootzeil te vieren of aan te trekken. Dit werkt alleen op een aan-de-windse koers, omdat je op andere koersen het grootzeil niet volledig kunnen laten klapperen.
Bovenwinds (drenkeling aan lijzijde) of onderwinds (drenkeling aan loefzijde)?
Onderwinds: de drenkeling komt precies aan de loefzijde van de boot als de boot tot stilstand komt. De boot wordt weggeblazen van de drenkeling. Toch is dit nodig omdat een slecht uitgevoerde sliplanding met de drenkeling aan de lijzijde van de drenkeling kan zorgen dat de drenkeling overvaren wordt. De drenkeling aan de lijzijde binnenhalen is bij kleine boten gevaarlijk voor kapseizen / water scheppen.
Bovenwinds: de drenkeling komt precies aan de lijzijde van het schip als de boot tot stilstand komt. De boot wordt naar de drenkeling toe geblazen. Voordeel is dat de drenkeling in de luwte van de boot komt en minder golfslag heeft. Opletten voor overvaren en water scheppen! tot max 4 Bft.
Afvallen/oploeven naar halve wind en hou deze koers tien bootlengtes aan: geen risico op klapgijp + op dezelfde hoogte blijven als drenkeling
loef op, ga overstag en val af naar halve wind om de drenkeling te naderen: voordeel = mogelijkheid om terug snelheid te maken indien manoeuvre fout gaat + meer stuurruimte
De stuurman voert een “crashtack” uit (door de wind draaien zonder aan de zeilen te komen) en stuurt naar de drenkeling (omdat de fok back staat, verliest de boot snelheid en kan men de drenkeling langzaam bovenwinds naderen).
De crashtack : het bijdraaien of stilleggen-manoeuvre bestaat uit 3 stappen :
Het zeilschip door de wind draaien (zoals bij een overstag manoeuvre)
Als het schip door de wind gedraaid is, terug naar de wind sturen zonder aan de zeilen te komen.
Boot tot rust laten komen en evenwicht zoeken met het roer tot het schip stil en stabiel ligt (en eventueel het roer vastzetten)
De kunst is om de zeilen en het roer de stand te geven zodat het schip ongeveer 60° aan de wind ligt en praktisch geen vaart maakt.
Start de motor
Wegdraaien van de wind. Neem 10 bootlengtes afstand en strijk het voorzeil.
Loef op en nader de drenkeling in de wind.
Als de drenkeling midscheeps is, de boot tussen de wind en de drenkeling draaien.
De boot onder controle houden met de motor en laten verlijeren tot drenkeling midscheeps kan aangepikt worden met de bootshaak of tros.
Drenkeling binnen halen.
Motor in neutraal (geen vaart maken, geen lijnen of drenkeling in schroefblad)
Grootschoot vieren (fok is ingehaald)
Help de drenkeling
kleine boten: via de loefzijde achter de zijstag. Vermijd overstag manoeuvre: de drenkeling zorgt voor een rem aan loefzijde en dus voor oploeven. (veiliger en gemakkelijker is via de spiegel)
drenkeling kan zelf meewerken: Gooi hem een lijn toe, waarmee hij naar de boot wordt getrokken, begeleid hem naar de spiegel om via zwemtrap of touwladder aan boord te klimmen
drenkeling is bewusteloos: lijn rond drenkeling slaan of bootshaak gebruiken, met twee man of met takel onder de oksels aan boord hijsen via de boord (niet via de spiegel, gezicht weg van het schip) of gebruik maken van bijboot of reddingsvlot.
als er gevaar is voor onderkoeling: (1 minuut in het water per graad °C) drenkeling horizontaal ophalen Dit kan bv door grootzeil uit de mast te halen (niet uit giek) en met grootzeilval het grootzeil onder de drenkeling te brengen. Onderkoeling zorgt voor verdikking van het bloed, als drenkeling plots verticaal wordt getrokken kan stroperig bloed in hart komen en voor een hartstilstand zorgen.
Ga halve wind varen of bijliggen en dien EHBO toe aan de drenkeling.
Bij MAYDAY: breng hulpdiensten op de hoogte via radio.
Opmerkingen
Meest ervaren zeiler neemt het stuur en commando tijdens MOB-manoeuvre.
Als men geen visueel contact met de drenkeling heeft moet men asap naar de tegengestelde koers varen vb: boot was 40° aan het varen – de nieuwe koers is 40° + 180° = 220°. Opgelet: niet de ware koers, maar kompaskoers: geen rekening houden met stroming die de drenkeling hetzelfde verplaatst als de boot.
De stuurman moet opletten dat bij het manoeuvreren niemand anders in het water valt! Wie de drenkeling ophijst moet zich vastmaken met een veiligheidslijn.
Het is zeer belangrijk dat de stuurman/schipper de drenkeling kan zien om er niet over te varen. Een ander crewlid blijft permanent de drenkeling lokaliseren. Bij het wegvaren aan de spiegel, bij het naderen aan de gepaste zijde.
Vaar nooit op motor in achteruit naar een drenkeling.
De drenkeling mag de toegeworpen lijn niet vastknopen aan zichzelf. Als het schip onverwacht vaart maakt, wordt de drenkeling onder water getrokken. De drenkeling kan best het touw om zich heen slaan en dan samennemen met twee handen, dit is voldoende om naar het schip te trekken. Met koude handen knopen maken duurt trouwens te lang.
Oefen dit zelf (met een stootwil) minstens één keer per jaar en telkens bij een nieuwe crew .
Zorg er steeds voor dat er altijd minstens één persoon aan boord is die weet wat te doen als de schipper zelf overboord valt.
Voorrang van rechts? Soms wel, soms niet.
https://www.varen.be/wp-content/uploads/2016/09/Aanpassingen-AS-071116.pdf
VHF:
Volume
Push-to-talk-knop
Kanaalkiezer
Squelsh: ruisonderdrukker: net geen ruis is best
Hi/Lo: hoog of laag zendvermogen
Dual watch: verboden op binnenwater
Dimmer: verlichting
Mayday
Identification
Position
Danger (welk)
Assistance (wat verwacht ik)
Nr of people op de boot
Intention: wat gaan we doen
Over
Nood, spoed en veiligheid: kanaal 16 (zee) / 10 of blokkanaal (binnenwater)
Search en rescue: kanaal 67
6: Interschip internationaal (bel: loodsen)
8: Interschip België
10: Interschip binnenvaart + Noodkanaal binnenvaart
13: Veiligheid zeevaart
15 - 17 intraschip (1watt)
16 Noodkanaal zeevaart
20 - 22 Meldingskanaal bruggen en sluizen binnenvaart
23 Marina kanaal
24 Oostende Radio Binnenvaart
27 - 80 Oostende Radio zeevaart
67 search and rescue
70 DSC-kanaal
72 familiaal laag vermogen
73 anti-pollutie
77 familiaal laag vermogen
82 bunkering
87-88 AIS
Alfa
Bravo
Charlie
Delta
Echo
Foxtrot
Golf
Hotel
India
Julliet
Kilo
Lima
Mike
November
Oscar
Papa
Quebec
Romeo
Sierra
Tango
Uniform
Victor
Whisky
X-ray
Yankee
Zulu