ik heb 6 voorbeelden van wat vrijheid voor mij betekent.

Nummer 1

Vrijheid is voor mij: dat niemand gepest, of gediscrimineerd, of in elkaar geslagen wordt. Ik hou er niet van als iemand gediscrimineerd wordt omdat het is niet leuk als iemand zegt dat jij nog slechter bent dan hij. Pesten of cyber pesten vind ik niet gewoon niet kunnen; ik ben wel eens gepest (nou eigenlijk 10 keer of zo) en dat vond onacceptabel. Cyber pesten vinden sommigen heel erg eng want je denkt dat je gehackt wordt of zo en dat wil je niet. Als je gehackt wordt weet je (misschien) niet wat je moet doen en je weet ook niet wat de hacker van je wil.

Nummer 2

Vrijheid is ook dat je kunt zijn wie je bent. Daarmee bedoel ik dat je verlieft mag zijn op wie je wil. Bijvoorbeeld man op man, of man op vrouw, of vrouw op vrouw het maakt niet uit. Als iemand je uitlacht omdat je homo of lesbienne bent, negeer het gewoon. Je mag zijn wie je wilt zijn.

Nummer 3

Vrijheid op school is dat je zelf mag kiezen welk vak je wilt voor de daltonband. Ik had voor deze week muziek en Engels want ik wil beter worden in muziek (al ben al heel goed). Voor Engels heb ik veel huiswerk dat bijna klaar is (ma 16 sep).

Nummer 4

Veiligheid voor mij voor onze school is als er zware straffen komen als je vecht, of roddelt, of scheldt, of pest. Als er zware straffen komen durft niemand nog te vechten enzovoorts.

Nummer 5

Vrijheid voor mij is dat ik gewoon naar school kan. Heel veel kinderen in de wereld kunnen niet naar school omdat hun ouders arm zijn, of er is oorlog, of omdat ze moeten werken, of omdat ze meisje zijn (in sommige landen mogen alleen jongens naar school), of er was een natuurramp enzovoorts.

Nummer 6

Vrijheid vind ik dat niemand ruzie heeft niemand in concentratie kampen wordt gestopt, iedereen op school zit dat het vrede is. Want ik wil dat iedereen met plezier naar school gaat, dat ze niet bang hoeven te zijn omdat er oorlog is, dat alleen volwassenen hoeven te werken of hele grote pubers van 16, 17 jaar, dat niet alleen jongens naar school mogen maar ook meisjes ook, dat hun ouders te minste veel geld hebben, nog veel meer. . . . .