Bee-Bot

Werkvormen met de Bee-Bot

Doel

Aan de hand van instructies, informatieve mededelingen of luisterverhalen moet de Bee-bot een weg afleggen. Op deze manier willen we de kleuters op een speelse manier hun luistervaardigheid stimuleren en helpen ontwikkelen.

Verloop

Er kan gestart worden met een eenvoudige instructies om de werking van de Bee-bot te leren kennen. Er zitten enkele afbeeldingen in de mat waarnaar genavigeerd wordt. Hier kan opgebouwd worden van enkelvoudige opdrachten naar meervoudige opdrachten. Naast het oefenen op luistervaardigheden, zal ook het geheugen hierbij getraind worden.

Ten slotte kan er een volledig luisterverhaal verteld worden. In de mat van de Bee-bot zijn een aantal herkenbare afbeeldingen te zien die de kleuters in het verhaal horen. Het is de bedoeling dat de kleuters de juiste weg met de Bee-bot afleggen zoals ze in het luisterverhaal gehoord hebben.

Eenvoudige versie
Vertel het luisterverhaal en programmeer samen met de kleuters telkens stap voor stap de weg die de
Bee-bot moet afleggen.

Moeilijke versie
De kleuters luisteren eerst naar het verhaal. Pas na het beluisteren van het verhaal gaan de kleuters aan de slag om de afgelegde weg te programmeren in de B-bot. Terwijl de B-bot de weg aflegt vertellen de kleuters telkens wat ze gehoord hebben bij elk 'stop-punt'.


Mogelijke ZILL-doelen

MZzo1 Gericht en intens waarnemen met de zintuigen
• Zien
• 4-6j Spontaan alle zintuigen aanwenden bij het waarnemen - gericht waarnemen van details en nuances - typische beelden, klanken en geluiden, gewaarwordingen, vormen en texturen, geuren, smaken en belevingen (gevoelens) herkennen, onderscheiden en benoemen
MZkm2 Functionele grepen gedifferentieerd gebruiken voor het hanteren van voorwerpen
TOtg1 Plezier beleven aan taal en het spelen met taal
TOsn1 Een schriftelijke boodschap verwerken

• Informatie herkennen en selecteren (in instructies, schema’s, tabellen en informatieve teksten uit tijdschriften en andere media)
• 2.5-12j Via mondeling kennismaken met leesstrategieën:
• voorspellen
• visualiseren
• verbinden met voorkennis over het onderwerp
• nadenken over woordbetekenissen
• terugblikken en herlezen
• begrip controleren
• vragen bedenken bij de boodschap
• het leesdoel voor ogen houden
WDlw2 Wiskundige kennis en vaardigheden efficiënt en met inzicht hanteren
WDlw4 Redeneren over wiskundige patronen en verbanden