Mobiele-telecommunicatiestandaarden (3.2.3)
Een apparaat dat het wificlients mogelijk maakt om verbinding te maken met een draadloos netwerk (3.2.3)
Asymmetric digital subscriber line, internet over de telefoonlijn. De uploadsnelheid is vaak een stuk lager dan de downloadsnelheid. Bij ADSL wordt de telefoonlijn met een splitter opgesplitst in twee delen, één deel om te bellen en één deel voor internet (tv). (3.2.2)
Artificial Intelligence (Kunstmatige Intelligentie) is technologie om machines (computers) te laten denken, handelen en leren als mensen (3.1.1)
Application programming interface, API’s zorgen voor contact tussen programma’s, gegevens en apparaten. Ze kunnen gegevens van het ene systeem naar het andere systeem overbrengen. Bijvoorbeeld: Google Maps kan met hun API een landkaartje op jouw website laten zien (3.2.1)
American Standard Code for Information Interchange, een code tabel om letters, cijfer en leestekens op elektronisch apparaten te gebruiken. Bijvoorbeeld: (A=65, B=66,enz) (3.2.6)
Blind carbon copy, een mailtje met een kopie naar iemand die de anderen niet zien. (3.1.5)
Een projector voor video- of computerbeelden. (3.4.2)
Een apparaat dat bewegende beelden kan tonen. Het wordt ook gebruikt voor statische beelden die af en toe veranderd worden. Het kan gebruikt worden als uitvoermedium van een computer, voor directe weergave van camerabeelden, voor het afspelen van opgenomen beelden of (via een tuner) voor het weergeven van uitgezonden beelden
Medewerker die een de vraag aan de servicedesk afhandelt. (3.4.1)
Technische tekening, waarop af te lezen is waar welke kabels moeten komen. (3.2.2)
Een verzameling systeemprogramma’s en -bestanden die ervoor zorgt dat een computer functioneert, de aangesloten apparaten bruikbaar maakt en een interface beschikbaar stelt aan de gebruiker. Voorbeelden zijn Linux, OSX, iOS, Android en Windows.
Computers werken inwendig met microscopisch kleine schakelaartjes. Zo'n schakelaar kent 2 standen, Uit (open) en Aan (dicht). Meestal noteert men die standen als 0 (uit) en 1 (aan).
Omdat uitsluitend gebruik gemaakt wordt van de twee cijfers 0 en 1 spreekt men van het tweetallige of binaire stelsel. (3.2.3)
Beveiligingsmethode die gebruik maakt van biometrische kenmerken. Denk hierbij aan vingerafdruk, gezichtsherkenning of irisscanner. (3.2.5)
Basic input/output system, Verzameling met programmatuur voor de communicatie tussen het operating system en de hardware. (3.2.1)
Binary digit, kleinste deel van een computergeheugen, kan een 1 of 0 zijn. 8 bits is een byte. (3.1.4
Blockchain (sinds 2008) is een open database met gegevens over bijvoorbeeld geldtransacties, verzekeringscontracten of het energiegebruik van een specifiek apparaat. Gegevens worden opgeslagen in blokken die met elkaar op verschillende plekken en computers (zgn. 'nodes') zijn verbonden. Om gegevens op te slaan moeten alle 'nodes' deze gegevens bevestigen. Pas dan wordt de informatie toegevoegd aan de blockchain, de ketting. Deze structuur zorgt ervoor dat de gegevens betrouwbaar zijn en je geen derde partij, zoals een bank of overheid nodig hebt. De bitcoin is een voorbeeld die gebruikt maakt van blockchain technologie. (3.1.1)
Een open standaard voor draadloze verbindingen tussen apparaten op korte afstand. (3.2.3)
Een formaat waarmee informatie op een optische schijf wordt opgeslagen. Dit is een ronde schijf met een diameter van 120 mm (dezelfde afmeting als een cd/dvd). Het formaat is met name bedoeld als digitaal opslagmedium voor games en speelfilms in HD, (Blu-ray) in 2160p (Ultra HD Blu-ray 4K) in resolutie). De uitlezing gebeurt met behulp van blauw laserlicht met een golflengte van 405 nm.
Leesbare tekst die door een programmeur in een programmeertaal is geschreven. (3.2.6)
Blue screen of death, het blauwe waarschuwingsscherm van Microsoft Windows dat de computer is vastgelopen (3.2.1)
Carbon copy, een mailtje naar iemand met een kopie naar iemand anders. (3.1.5)
Geautomatiseerde antwoord "robot" die veelal gekoppeld worden aan websites om algemene vragen te kunnen beantwoorden (3.1.1)
Clouddiensten en cloudopslag vallen onder het begrip Cloud computing. Dit betekent dat software en bestanden niet meer op de eigen computer staan, maar op een server die aangesloten is met internet. Een voorbeeld van een clouddienst is Office 365. (3.1.1)
Kabel om je tv, satellietschotel en digitale satellietontvanger aan een kabelaansluiting te koppelen. De 'kern' (binnenste koperen geleider) en de 'mantel' (omhullende buitenste geleider, die op aardpotentiaal wordt gehouden) zijn de twee stroom voerende verbindingen. Doordat de assen van beide geleiders samenvallen, heffen de elektrische en magnetische velden van binnen- en buitengeleider elkaar buiten de kabel vrijwel op, waardoor weinig tot geen stoorsignalen naar binnen of naar buiten kunnen lekken. (3.2.3)
Coder/decoder, codecs worden gebruikt in datacompressie (verkleinen) van bestanden, vaak zijn dat videobestanden. (3.2.8)
Commandpromt of opdrachtprompt is de command-line-interface (CLI) van Microsoft Windows. In de commandpromt voer je teksten in (commando's) en kun je het besturingssysteem opdrachten geven. (3.2.3)
Het proces waarin programmeercode omgezet wordt in uitvoerbare machinetaal. (3.2.6)
Een vergadering via de computer of telefoon. (3.1.1)
Een samenstelling van hardware en software ten behoeve van de gebruiker. Deze wordt beschreven in aanbevolen systeemeisen of minimale systeemeisen. (3.2.1)
Voorbeeld gangbare configuratie:
Desktop of notebook:
Intel Core i5 processor
8 Gb werkgeheugen
500 Gb opslagruimte
OS: Windows 10
Een controller is een elektronische schakeling die de toegang tot de data op de spelcomputer regelt.
Central Processing Unit (de processor) is het hart van een computer.
Een verzamelnaam voor virtuele of digitale munten, ook wel cryptovaluta of cryptogeld genoemd. De bitcoin is de meest bekende munt. De data van iedere munt en transactie is versleuteld. (3.1.1)
Digital Audio Broadcasting, manier om digitaal geluid uit te zenden. Kan met een speciale radio worden ontvangen. Zenders met DAB+ kunnen extra informatie leveren, bijvoorbeeld beeldmateriaal. (3.1.1)
Een digitale verzameling van gegevens of data in een soort bestand waarin gegevens geplaatst en met elkaar verbonden kunnen worden. (3.2.6)
Het bewaren van digitale gegevens; data. Dit kan bijvoorbeeld op een usb stick, op de harde schijf, in de Cloud.
Distributed Denial of Service Attack, een methode om een server op het internet zoveel aanvragen om informatie te doen, dat hij ermee stopt. (3.2.5)
Verschillende uitvoeringen van digitale (hulp)middelen.
pc: personal computer, een desktop-computer, meestal bestaande uit een monitor en een systeemkast met daarbij een muis en een toetsenbord
een laptop: een draagbare computer met een ingebouwd toetsenbord
een tablet: een draagbare computer met touchscreen
een smartphone: een combinatie van een telefoon en een computer
een singleboard computer: een computer zonder monitor waar verschillende andere apparaten op aangesloten kunnen worden om deze te gebruiken voor verschillende toepassingen
Dynamic Host Configuration Protocol, de manier om computers in een netwerk automatisch een IP-adres te laten krijgen. Dit gaat via een DHCP server. Deze server zit vaak in een router of geïnstalleerd op een netwerk server. (3.2.3)
Een camera waarbij de beeldvorming niet op film maar door middel van een lichtgevoelige sensor (Charge Coupled Device = CCD of Complementary Metal Oxide Semiconductor = CMOS) plaatsvindt en vervolgens digitaal wordt verwerkt en opgeslagen
Handmatige schakelaar op een printplaat om instellingen aan te passen.
Is een opslagmedium dat gebruikt wordt in een computer. De diskette werd eind jaren zestig door IBM ontwikkeld in een 8 inchversie. Na de opkomst van de pc in de jaren tachtig was het medium alomtegenwoordig voor gegevenstransport tussen verschillende computers, als extern geheugen of back-up. De laatste floppydisks werden in 2011 door Sony geproduceerd
Domain Name System, wordt op het Internet gebruikt wordt om namen van computers naar IP-adressen te vertalen en andersom. Eigenlijk opzoeken in tabellen, waar namen en nummers verbonden zijn. (3.2.3)
Een apparaat, waarmee een elektronische verbinding kan worden gemaakt tussen apparaten. Het docking station kan zowel als oplader als voor de communicatie tussen apparatuur fungeren. De naam komt van het Engelse to dock, dat aanmeren of koppelen betekent.
Een klein stukje hardware dat aangesloten wordt op de pc. Dongles kunnen verschillende functies hebben. Vroeger werden dongles vooral gebruikt als hardwaresleutels, tegenwoordig dienen zij vaak als netwerkontvangers.
De tijd van aanvraag tot oplossing. (3.4.1)
Disk Operating System, een besturingssysteem dat alleen met tekst te besturen is(was). In gebruik vóór de grafische besturingssystemen kwamen. (3.2.1)
Een cd/dvd-lezer/schrijver die zowel inbouw als externe op een computer aangesloten kan worden
Een programma waarmee een computersysteem nagebootst kan worden. (3.2.6)
Het in code omzetten van gegevens zodat deze niet door derden kunnen worden ingezien. Om de gegevens weer te kunnen lezen, moeten ze worden gedecodeerd. Dit gebeurt door middel van een wachtwoord of sleutel. (3.2.5)
Entity-relationship diagram. Diagram om relaties binnen een database zichtbaar te maken. (3.2.6)
Polsbandje dat gedragen wordt om elektrostatische ontlading te voorkomen. De polsband wordt veelal vastgemaakt aan daarvoor bestemde ESD werkmatten.
Een externe cd/dvd-lezer/schrijver die op een computer aangesloten kan worden
Een apparaat wat door een usb aansluiting met de computer verbonden wordt. Er kunnen div. geheugenkaarten ingestoken worden zoals M2,MS/MS-PRO,MS Duo,SD/SDHC/SDXC/MMC en micro SD
Een ESD is een opslag medium dat men ook kan gebruiken als externe harde schijf tegenwoordig gebruikt men een ssd externe opslagmedium.
Rekening. (3.3.3)
Frequently Asked Questions, veelvoorkomende vragen en antwoorden. (3.3.1)
Een systeem dat het netwerk of computer kan beschermen tegen misbruik van buitenaf. (3.2.5)
Software die in hardware is ingeprogrammeerd.
Een flash drive wordt ook wel een USB-stick genoemd.
Schematische voorstelling van een proces. Veel gebruikt bij het ontwikkelen van software. (3.2.6)
Een opslagmedium wissen en geschikt maken voor gebruik. (3.2.1)
Combinatie van cijfers en letters met een bepaalde betekenis. In Excel functies genoemd. (3.3.3)
File transfer protocol, een manier (protocol) dat uitwisselen van bestanden tussen computers simpeler maakt (3.2.3)
Gigabyte
Wat wil de gebruiker met ict of de computer doen, bijvoorbeeld zakelijk of privégebruik, veel downloaden, bepaalde games spelen etc.
Insteekkaart die geluid om kan zetten in digitale gegevens en andersom. De invoer van geluid vindt plaats met een op de kaart aangesloten microfoon. De uitvoer door luidsprekers of een hoofdtelefoon.
Via glasvezel kun je internetten, bellen en tv kijken. Digitale informatie wordt met hulp van laserlicht door de flinterdunne vezels gestuurd. (3.2.3)
Global positioning system, een systeem dat over de wereld precies kan laten zien waar je bent, werkt met satellieten (3.2.3)
Graphic Processing Unit. Een uitbreidingskaart die digitale gegevens omzet in beeldsignalen, die naar het beeldscherm worden gestuurd.
Graphical user interface (3.2.1)
Een elektromechanisch computeronderdeel waarop gegevens bewaard kunnen worden. Met de aanduiding harde schijf kan men de eigenlijke schijf bedoelen waarop in de vorm van magnetische polarisatie de gegevens zijn geschreven, maar meestal bedoelt men het hele apparaat met schijven, lees- en schrijfkoppen en besturingselektronica, samen in een behuizing. In IT-documentatie wordt de term vaste schijf gebruikt, omdat de schijf vast in de computer gemonteerd wordt. De gegevens zijn permanent.
Alle (zichtbare) digitale apparatuur, onderdelen daarvan en randapparatuur.
Het hexadecimale stelsel is een talstelsel met 16 als grondtal en uitgevonden om binaire getallen verkort te noteren. Aangezien er maar 10 cijfers bestaan, is er gekozen om met letters verder te nummeren. Dus bij hexadecimaal hebben we de getallen 0 t/m 9 gevolgd door A t/m F.
HyperText Markup Language, de opmaaktaal voor webpagina's. (3.2.6)
HyperText Transfer Protocol, is de manier (protocol) van communicatie tussen een (web)browser of een app en een (web)server. (3.2.3)
HyperText Transfer Protocol Secure, net als HTTP maar dan mét beveiliging (3.2.3)
Een apparaat dat deel uitmaakt van de infrastructuur van een ICT-netwerk. Voorbeeld: Een hub stuurt binnengekomen data door naar alle poorten op het netwerk
Informatie- en communicatietechnologie, techniek waar informatie (systemen), (tele)communicatie en computers samengaan. (3.2.1)
Een systeem waarin eindgebruikers klachten, storingen en vragen kunnen melden, vervolgens kan een ICT-er deze in behandeling nemen, doorsturen, oplossen en/of beantwoorden (3.4.1)
Geheel aan voorzieningen dat nodig is voor datatransport, zoals netwerken, communicatielijnen en (internet)verbindingen.
Geheel aan voorzieningen dat nodig is voor datatransport, zoals netwerken, communicatielijnen en (internet)verbindingen.
Een computerprogramma op een schijf zetten en geschikt maken voor gebruik. (3.2.1)
Werkgeheugen, Memory, RAM. Een aantal chips in de pc waarin gegevens/ berekeningen kunnen worden opgeslagen, waarmee de machine op een bepaald moment aan het werk is.
Internet of things. Apparaten (dingen) hebben een ingebouwde draadloze connectiviteit, zodat ze gemonitord, gecontroleerd en verbonden kunnen worden met het internet via een mobiele app. Daarbinnen kunnen ze gegevens uitwisselen. Bijv. een slimme thermostaat waarmee je de verwarming via een app hoger kunt zetten. (3.1.1)
Internetprotocol, is een manier (protocol) in een netwerk zodat computers met elkaar kunnen "praten" (communiceren), ook op het internet. (3.2.3)
Software die apparaten welke verbonden zijn in een lokaal netwerk (LAN) zoekt en weergeeft. Ook kun je zo op afstand apparaten bepaalde taken geven. Onmisbaar programma voor de systeembeheerder. (3.2.3)
Iedere computer krijgt een unieke code; Het IP-adres. Een nummer waarmee hij zichtbaar is voor alle andere computers op het internet. (3.2.3)
Commando in de opdrachtregel om de instellingen van de netwerkadapters te bekijken. (3.2.3)
Cd/dvd-kopie bestand, een ISO-bestand is een kopie (image) van een CD of DVD met software. Zo een kopie noemen we ook wel een image (3.2.1)
Joint photographic experts group, een manier om rasterafbeeldingen verkleind (gecomprimeerd) te kunnen opslaan. JPG is een bestandsextensie. (3.2.8)
Schakelaar om hardware instellingen aan te passen.
Met een kabelstripper kun je netjes kabels afkorten en strippen en de juiste kabel- dikte instellen.
Een elektrisch apparaat om te controleren of de draden in de kabels correct werken. (3.2.3)
Kilobyte, 1000 (om precies te zijn 1024) bytes. (3.1.4)
Software bedoelt om alle toetsaanslagen op te slaan. Vooral bedoeld om achter wachtwoorden te komen. (3.2.5)
Ventilator of Fan in de computerkast die voor verkoeling zorgt. Bij het plaatsen van de fans zorgt de computerbouwer dat er een juiste airflow ontstaat, waarbij de computer een optimale koele luchtdoorstroming heeft.
Een tang die je gebruikt voor het inkorten van kabels. Je kunt eenvoudig de kabelmantel verwijderen en de draden te sorteren. (3.2.3)
Local area network, een netwerk van computer en servers op een beperkt gebied, bijvoorbeeld een kantoor, een school, een huis (3.2.3)
Liquid crystal display, is een plat beeldscherm(pje). (3.2.2)
Light-emitting diode, een lichtgevende diode (soort lampje). (3.2.2)
Apple Macintosh, PC van Apple (3.2.1)
Vrijwel ieder netwerkapparaat heeft een vast en door de fabrikant bepaald MAC- adres. Het zorgt ervoor dat apparaten in een ethernet-netwerk met elkaar kunnen communiceren. (3.2.3)
Ook wel bekend als CPU (Engels: central processing unit) of in het Nederlands centrale verwerkingseenheid (cve) genoemd, is een stuk hardware in een computer dat instaat voor basisbewerkingen en -controle bij het uitvoeren van programmacode.
Code waarin de opdrachten die een computer moet uitvoeren, worden geschreven. Er zijn verschillende talen, zoals bijvoorbeeld Python, html, css, Java(Script), C++, SQL (3.2.6)
Quick Response (QR-code), een soort streepjescode maar dan met blokjes. (3.1.1)
Quick Reference Card, een korte instructie in tekst en beeld over het gebruik van bepaalde hard- en/of software (3.3.1)
Redundant array of independent (inexpensive) disks, een techniek waarbij meerdere harde schijven gekoppeld worden als één schijf, gaat er één kapot kan die zonder verlies van gegevens worden vervangen. (3.2.1)
Random-access memory, geheugen waarin de processor kan lezen en ook schrijven. (3.2.1)
Printer, toetsenbord, pointing devices (muis, trackball, styluspen, touchpad) scanner, beeldscherm, beamer, externe opslagapparatuur (externe harde schijf, flash drive, mobiele mediaspeler, smartphone), (Wi-Fi)router. (3.2.2)
Radio control, radiografische besturing, afstandsbesturing met radiogolven. (3.2.2)
Rood-Groen-Blauw, is een manier om kleur te coderen. (3.2.8)
Een connector op een utp of ftp-kabel, zodat je de kabel op bijv. een ethernetpoort op je computer kunt aansluiten. (3.2.3)
Met een router kun je twee computernetwerken met elkaar verbinden, bijvoorbeeld een computernetwerk met het internet. (3.4.2)
Een (digitaal) mechanisme wat een waarneming doet, bijvoorbeeld temperatuur of beweging. (3.2.2)
Communicatieverbinding waarbij gegevens één voor één verstuurd worden.
Een computer of een programma dat diensten verleent aan clients. In de eerste betekenis wordt met server de fysieke computer aangeduid waarop een programma draait dat deze diensten verleent.
Onderdeel van een bedrijf dat contact heeft met systeemgebruikers en deze ondersteunt en helpt. (3.4.1)
Servicelevel agreement, een document waarin de kwaliteit van diensten die worden geleverd is beschreven. (3.4.1)
Simple Mail Transfer Protocol, is een manier (protocol) voor het zenden van e-mail van een client (e-mailprogramma ) naar een server. (3.2.5)
Plaats op het moederbord waar de CPU wordt gemonteerd.
Programma's of applicaties. (3.2.1)
Programma waarmee tabellen, formules en grafieken gemaakt en gebruikt kunnen worden. (3.3.3)
Structured Query Language, een taal voor (relationele) gegevensbanken (databases). (3.2.6)
Een medium waarop digitaal gegevens bewaard kunnen worden met behulp van niet-vluchtig (zoals flash) of vluchtig geheugen
Ingestelde naam van een draadloos netwerk. Deze maakt het mogelijk om draadloze computernetwerken van elkaar te onderscheiden. (3.2.3)
Een schematische voorstelling van een proces. Het wordt over het algemeen gebruikt om een proces makkelijker te visualiseren, of om fouten in het proces te kunnen vinden. (3.1.5)
Is een apparaat in de infrastructuur van pakket geschakelde computernetwerken dat tot doel heeft toestellen met elkaar te verbinden door het ontvangen, verwerken en doorzenden van de ontvangen frames. (3.4.2)
Computerkast of behuizing waarin alle componenten geplaatst worden.
Terabyte
Transmission Control Protocol, is een manier (protocol) die gebruikt wordt in verbindingen op computernetwerken. (internet, lan, wan) vaak samen met IP (TCP/IP). (3.2.2)
Een toestel waarmee gesprekken mogelijk zijn tussen personen die zich buiten gehoorbereik van elkaar bevinden. Voor een dergelijk gesprek zijn minstens twee telefoons nodig en een netwerk waarop de telefoons zijn aangesloten.
Een voorziening waarmee met de hand gegevens, meestal in de vorm van tekens, kunnen worden ingevoerd. Het wordt ook wel met de Engelse term keyboard aangeduid.
Een voorziening waarmee met de hand gegevens, meestal in de vorm van tekens, kunnen worden ingevoerd. Het wordt ook wel met de Engelse term keyboard aangeduid.
Uniform resource locator, is een manier om te verwijzen naar gegevens. Bijvoorbeeld de plaats van een pagina op het internet of een e-mailadres. (3.2.3)
Universal serial bus, is een standaard voor de aansluiting van randapparatuur op computers. (3.2.2)
Zorgt voor snelle en handige draadloze connectie zonder dat er internet connectie nodig is. Met de universele USB Bluetooth adapter is het eenvoudig apparatuur te verbinden naar uw computer, laptop of Windows tablet.
Zie flash drive
Ethernetkabel. Een UTP-kabel wordt veel gebruikt om de verbinding tussen een computer en een switch of router te maken. De kabel heeft vier draadparen die gedraaid aan elkaar zitten. UTP-kabels heb je in verschillende categorieën. Bijv. CAT6 of CAT7. Hoe hoger de categorie, hoe sneller gegevens door je kabel gaan. (3.2.3)
Kwaadaardige software die zich in de bestanden van een besturingssysteem nestelt en van daaruit schade aan kan richten aan het systeem. (3.2.5)
Software die je bestanden controleert en op zoek gaat naar bekende virussen. (3.2.5)
Levert spanning aan diverse componenten in een computer. (3.4.2)
Voice over IP (Voice over Internet Protocol), een soort telefoneren over internet. (3.2.3)
Virtual / Augmented reality. Bij VR stap je in virtuele omgeving middels VRbril, bij AR is virtueel gemixt met de echte omgeving, denk aan het spel Pokémon GO. (3.1.1)
Om te voorkomen dat ongewenste gebruikers in een systeem/programma kunnen, worden wachtwoorden ingesteld. (3.2.5)
Wide area network, een netwerk over een heel groot gebied. Grote bedrijven hebben vaak een WAN over hun locaties op de wereld. Internet is wel het grootste WAN. (3.2.3)
Standaard voor draadloze netwerken. (3.2.3)
Nieuwe versie van wifi, wat zorgt voor hogere snelheden, beter bereik en je kunt met meer slimme apparaten tegelijkertijd online zijn. (3.1.1)
Wireless local area network, is een draadloos local area network (LAN). Vaak voor aansluiting op het internet. (3.2.3)
Een zichzelf vermenigvuldigend programma dat zich vermeerdert zonder tussenkomst van een gebruiker. (3.2.5)
World-wide web, het internet met al zijn gegevens. (3.2.3)
File Allocation Table, verschillende bestandssystemen, regels voor het opslaan en ophalen van gegevens in de opslageenheid (hdd, ssd, sd-kaart, enz.) (3.2.1)
Extensible Markup Language, een taal waarin gegevens op een gestructureerde manier vastgelegd worden. (3.2.6)
Repetitive strain injury, een naam voor verschillende klachten die je kunt krijgen als je lange tijd dezelfde bewegingen maakt. Muisarm wordt ook weleens gezegd. (3.1.5)
Malicious software. Verzamelnaam voor kwaadaardige en/of schadelijke software. (3.2.5)
Megabyte
De afkorting Mbit staat voor megabit. Mega staat voor een miljoen en een megabit bestaat dus uit één miljoen bits. Omgerekend is één megabit dus 0,125 megabyte (omdat een byte uit 8 bits bestaat). De term Mbit wordt vooral gebruikt om uploadsnelheden en downloadsnelheden in uit te drukken. Internetproviders adverteren bijvoorbeeld met downloadsnelheden van 100 Mbit per seconde. Je kunt dan dus binnen één seconde honderd miljoen bits (oftewel 12,5 megabyte) van het internet downloaden. (3.1.4)
Multi-factor-authentication. Beveiligingsmethode om een of meer extra stappen uit te voeren om een inlogpoging te verifiëren. Bijvoorbeeld via een authenticator app of sms-code. (3.2.5)
Megahertz, miljoen trillingen per seconde, wordt gebruikt om de snelheid van een processor aan te geven. (3.1.4)
Geïntegreerde schakeling die de hele cve van een computer bevat op één enkele chip. Bijvoorbeeld een Intel Core i7
Een apparaat waarmee informatiesignalen geschikt gemaakt worden om over een verbinding te worden getransporteerd. Tegenwoordig gaat het meestal om digitale informatie die over een analoge telefoonlijn, een andere (lange) kabelverbinding, of draadloos wordt verstuurd. Meestal betreft het een dataverbinding tussen computers.
In een personal computer (zo’n moederbord wordt ook wel systeembord, mainboard, mobo of in het geval van Apple Inc.: Logic Board genoemd) is een printplaat met elektronica waarop andere (insteek-)printplaten kunnen worden gemonteerd. In de loop der jaren is steeds meer functionaliteit in het moederbord ondergebracht. Rond 1989 bevatte het moederbord voornamelijk de processor, het werkgeheugen en interruptvoorzieningen, alle overige functies werden met insteekkaarten verzorgd
Moving Picture Experts Group, een groep mensen die een standaard voor de codering van audio en video hebben ontwikkeld. MPEG is een bestandsextensie. (3.2.8)
Een multimeter of universeel meter is de benaming van een elektrisch meetinstrument waar een aantal grootheden mee gemeten kunnen worden zoals spanning, stroomsterkte en weerstand.
Een NAS (Network Attached Storage) is een handig apparaat om in een netwerk op te nemen. Op een centraal punt kunt u bestanden, films, muziek en back-ups opslaan en toegankelijk maken voor alle gebruikers op een netwerk.
Een netvoeding gebruik je om apparaten zonder accu te voorzien van stroom en om apparaten mét accu op te laden zodat de accu weer vol raakt. De adapter vormt de 230V netstroom om tot een lagere spanning van bijvoorbeeld 9V, 12V of 24V. Niet ieder apparaat werkt op dezelfde spanning.
Hardware onderdeel van een computer om verbinding te kunnen maken met een netwerk.
Niet iedere laptop heeft een numeriek toetsenbord. Een numpad is handig in gebruik als je veel data moet invoeren. Daarom is een USB numpad ideaal voor iedereen die veel gebruik maakt van een numeriek toetsenbord maar geen numpad op zijn laptop heeft
Een aanbod voor een te leveren dienst of product, meestal met een prijsopgave.
Plek om digitale gegevens op te slaan. Bijvoorbeeld een harde schijf, SSD of USB- stick
Operating system, is een programma (vaak een aantal programma's) dat bij het opstarten in het geheugen van een computer geladen wordt en de hardware bestuurt. (3.2.1)
PCI Express. Standaard voor insteekkaarten voor computers.
Portable document format, een standaard voor computerdocumenten. (3.2.8)
Ping is een hulpprogramma dat wordt gebruikt om de bereikbaarheid te testen van 'nodes' op computernetwerken en de vertragingstijd te meten. (3.2.3)
Post officeprotocol, is een manier (protocol) voor het zenden van e-mail van een server naar een client (e-mailprogramma ) POP3 is het meest gebruikt. (3.2.5)
Onderdeel van de computer dat de noodzakelijke spanning voor de diverse componenten van de computer levert.
Laad een smartphone op met een Powerpack/Powerbank is een mobiele oplader.
Een apparaat dat de uitvoer van een computer, scanner of digitale camera afdrukt, meestal op papier. (3.4.2)
Binnen de servicedesk wordt hiermee aangegeven wat het eerste moet worden opgelost. (3.4.1)
De beveiligingssleutel wordt gebruikt om een draadloos netwerk te beveiligen tegen ongeautoriseerd gebruik van het netwerk. Deze wordt geconfigureerd op de router of het acces point en dezelfde sleutel moet worden ingevoerd op elk draadloos apparaat op het draadloze netwerk. Apparaten kunnen niet communiceren op het draadloze netwerk als ze niet beschikken over de juiste beveiligingssleutel. (3.2.5)