Een lijst met namen van iedereen die aan de film heeft meegewerkt. Altijd aan het einde van de film.
Animatie is een techniek waarbij verschillende stilstaande beelden achter elkaar worden afgebeeld en zo een beweging (film) suggereren. Bij 2D animatie worden (digitale) tekeningen en afbeeldingen verwerkt.
Een automatische scherpstelfunctie van de lens. Een sensor in de camera registreert op welke afstand het te filmen object zich van de camera bevindt, waarna het objectief automatisch scherp wordt gesteld.
Commercial: reclamefilm.
Videoclip: muziekclip.
Instructiefilm: gefilmde handleiding.
Reportage: verslag van een gebeurtenis.
Documentaire: waargebeurd onderwerp wordt belicht.
Grootte van de AV productie, bijvoorbeeld HD 1080, 720, 4K, 5K, zie ook resolutie.
Totaal shot: shot waarinhet onderwerp van de foto/film in zijn geheel in beeld is genomen.
Pan(orama)shot: shot waar men ronddraait met de camera om het panorama te laten zien.
Medium shot: shot waarbij men filmt van het midden van een lichaam (onderwerp) tot het hoofd (buik en hoofd zijn zichtbaar).
Close-up: shot waarbij men van dichtbij filmt om zo een detailopname te maken of iets duidelijk in beeld te brengen.
Overgang van de ene naar de andere scéne, ‘cut’ in het Engels.
Soort bestand voor Desktop Publishing: ai, indd, psd, pdf.
Soort bestand voor Raster graphics: bmp, jpg, gif, tiff, png en Vector graphics: epsen svg
Soort bestand voor film: mp4, mov, avi, gif
Voor geluid: bijvoorbeeld wav, mp3
Voor printers: eps
Pan: het horizontaal draaien van de camera tijdens de opname.
Tilt: camera tijdens de opname naar boven of naar beneden draaien.
Dolly-shot: een opname met een camera op een dolly of rijder, een wagentje op een rails.
Kikkerperspectief: camera kijkt omhoog, laag camerastandpunt.
Vogelperspectief: camera kijkt op iets neer, hoog camerastandpunt.
Neutraalperspectief: camera op ooghoogte.
Point of view: shot dat toont wat een personage ziet.
Over-shoulder: shot over een schouder of langs een ander lichaamsdeel.
Techniek waarbij acteurs of modellen voor een blauw of groen scherm worden gefilmd. Het blauw of groen wordt later ingevuld met achtergrondbeeld.
Tegenwoordig kan dat in real-time. In de praktijk wordt dit ‘green screen’ genoemd.
Bordje dat dichtklapt om start van een shot aan te geven, gebruikt om geluid en beeld gelijk te laten lopen.
Een bestand op je computer of geheugendrager met daarin filmbeelden.
De compositie is een sleutelbegrip voor het maken van mooie beelden. Het verwijst naar hoe de diverse elementen in het beeld zich verhouden tot elkaar en tot het beeldkader.
Idee presenteren, vaak beknopt met: waarom, hoe, wat, wie en waar.
Bij het filmen en in de montage ervoor zorgen dat de film een doorlopend geheel vormt, ook al wordt de film op verschillende plaatsen en tijdstippen opgenomen.
Datum/tijd wanneer product af moet zijn/ opgeleverd moet worden.
Het diafragma duidt de maat aan van de opening in het objectief waar het licht doorheen valt. Diafragmawaarden worden uitgedrukt in getallen. Een klein diafragma betekent veel scherpte/diepte. (f11-f16-f32-f64) en een groot diafragma betekent weinig scherpte/diepte (f 1.8 - f2.8- f4).
Sluitertijd is de tijd dat licht op de sensor valt en is van belang voor het bevriezen van bewegingen of voor bewegingsonscherpte in de foto.
Een groep mensen of organisaties met gemeenschappelijke kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, interesse. Daar richt je je product en reclame op.
Editing in de filmtechniek is de ordening van beeld en geluid in een film.
(Een deel van) het project waarin alle soorten bestanden zijn verzameld en samengevoegd tot één zelfstandig document maken dat afgedraaid kan worden op meerdere platforms en veelal zonder een speciaal programma.
De persoon die acteert voor de camera is de acteur. De persoon die meestal op de achtergrond komt en geen echte acteursrol heeft noem je een figurant.
Los beeldje, video (PAL) heeft 25 frames per seconde (FPS). Animatie heeft standaard 24 frames per seconde. Dit noem je de framerate.
Direct geluid: geluid dat gelijk met de beeldopname is opgenomen.
Set-noise: het natuurlijke geluid van een locatie.
Voice-over: vertelstem of commentaarstem.
Effect geluid: geluiden die los worden opgenomen.
Off-screen: het sprekende personage is wel hoorbaar aanwezig, maar niet in beeld.
Kleuren in HTML worden aangegeven door zogenaamde HEX-codes. Deze bevatten alle 256 kleuren die je browser kan laten zien. Een voorbeeld is #404380 voor donkerblauw.
De ISO-waarde is een getal dat de lichtgevoeligheid van de sensor of de film aangeeft. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe hoger de lichtgevoeligheid en des teminder licht er nodig is voor het maken van een foto. Een hoge ISO-waarde is geschikt voor het maken van foto’s als er weinig licht is en/of bij het maken van foto’s van bewegende onderwerpen.
De kleuren aanpassen. Bijvoorbeeld om contrasten te vergroten of kleurzwemen eruit halen, maar ook om een geheel eigen sfeer te creëren door kleuren te veranderen.
Een kort filmpje of geluidsfragment aan het begin van een uitzending.
Telelens: vergrotende lens met een kleine beeldhoek. Hierdoor kunnen onderwerpen op grote afstand beeldvullend in beeld komen.
Groothoeklens: verkleinende lens met grote beeldhoek. Een groothoekobjectief wordt onder andere gebruikt om totaal overzichten te laten zien.
Macrolens: de macrolens is een objectief waarmee kleine objecten worden vastgelegd op gelijk of groter formaat dan het object zelf.
Fisheyelens: een supergroothoeklens met een korte brandpuntsafstand. Op een fotocamera geeft de lens een grote beeldhoek. Het vervormde beeld is enigszins vergelijkbaar met het gereflecteerde beeld in een kerstbal.
Spotlight: scherpe lichtstraal op iets richten.
Zijlicht: licht komt van links of van rechts. Geeft meer diepte aan object daglicht: natuurlijk licht van de zon.
Daglicht: natuurlijk licht van de zon.
Kunstlicht: licht van lampen.
Frontaal licht: de lichtbron wordt vlak naast de camera geplaatst, waardoor het licht recht van voren op het onderwerp valt. Dit levert een zeer vlak licht op, waar bijna geen schaduwen in zitten.
Tegenlicht: wanneer het onderwerp zich tussen de fotograaf en de belangrijkste lichtbron bevindt. Vanuit de positie van de fotograaf gezien bevindt de belangrijkste lichtbron zich dus achter het onderwerp. De foto wordt tegen het licht in genomen.
Flitslicht: korte felle lichtflits met behulp van een flitser. Een flitser kan een los apparaat zijn, maar is in veel camera’ s ingebouwd.
Plek waar een of meer scènes worden opgenomen buiten de studio.
Dossier dat je nodig hebt voor een draaidag met daarin de tijdsplanning, lijst met benodigdheden (assetlist), checklist en logboek.
Onderzoek doen.
Een term die wordt gebruikt om het aantal gebruikte pixels op bijvoorbeeld een beeldscherm te beschrijven. Hoe hoger dat aantal, hoe hoger de maximale resolutie van het scherm of de afbeelding. De eenheid is PPI; pixels per inch. Voorbeelden van resolutie zijn: 72 ppi voor beeldschermproducten, 150 ppi voor print en 300 ppi voor drukken.
Stukje film dat zich op één plaats en één moment afspeelt. Eén scène kan uit meerdere shots bestaan.
Scherptediepte verwijst naar het gebied waarbinnen alles, van voor- tot achtergrond, scherp is. Hoe kleiner de diafragma-opening, hoe groter de scherptediepte. Hoe groter de diafragma-opening, hoe minder scherptediepte.
Een screenplay of script kan gezien worden als een ‘blauwdruk’ van een film, videospel of televisieserie. Het beschrijft alles wat er te ‘zien’ en te ‘horen’ is in de film tot in het kleinste detail.
Eén film- of video-opname die zonder onderbreking is opgenomen.
Zie diafragma
De clips bekijken en bepalen welke clips en welke delen je wilt gaan gebruiken. Een spotlist bevat alle clips in de juiste volgorde met bijvoorbeeld de tijdsduur en de beeldovergang.
Een stabiel onderstel voor een camera, met inklapbare of inschuifbare poten. Meestal handig mee te dragen.
Foto’s van objecten achter elkaar plaatsen waardoor een beweging wordt gesuggereerd.
Het storyboard is een verzameling uitgetekende shots van scénes uit een filmscript zoals de regisseur ze voor ogen heeft. Ze zijn bedoeld om de acteurs en de crew te helpen, een beeld te krijgen van hoe de scènes eruit moeten komen te zien.
Een trailer is een korte promotiefilm waar in het kort wordt vermeld wat het product of evenement inhoudt.
Clips overzetten van een camera naar een opslagmedium soms met een conversie van het bestandsformaat.
Is de benaming van een dagboek op internet, waarbij het grootste deel van het dagboek bestaat uit videobeelden.
Iedere lichtbron heeft een eigen kleurtemperatuur en de manier waarop we kleuren waarnemen, wordt beïnvloed door de lichtbron. Zo zien kleuren er heel anders uit onder de hoogstaande zon. Als een wit voorwerp echter op de juiste manier wordt weergegeven, zullen ook de andere kleuren kloppen. Om de juiste kleurweergave te krijgen, wordt de witbalans gebruikt; een kleurcorrectie in de camera.
Een serie frames achter elkaar die in een loop worden afgespeeld om een beweging van een voortbewegend karakter te creëren.