KEYS

1. Determine what you want, what you can do and what you like

The better you have in mind what your wishes, capabilities and interests are, the better you can focus on the most suitable job. What job are you looking for, what position? Consider a career test, a clear profile of yourself and of course a (shortened) CV. Who are you and what can you do? Find a job there: once a baker is not always a baker!

2. Learn to present yourself as the product 'I'

Presenting yourself clearly and appealingly takes practice and experience. Develop an 'elevator pitch': a short and clear description of who and what you are, and what you stand for; illustrate your story with examples. And practice that 'elevator pitch' regularly.

3. Formulate your request for help

Make contact with potential employers to have a conversation and indicate what you would like to know or learn: 'how do I find out what I need for this job?', 'what exactly does this position entail?'. So ask for advice and advice, not for a job or for work.

4. Determine the purpose and course of your networking conversation

Think carefully in advance what the outcome of a networking conversation should be for you: what do you want to learn, what new names/contacts do you want to acquire? Provide a questionnaire and check whether you have received an answer to all questions. At the end, thank you for the contact option and indicate that you will provide an update later.

5. Practice telephone contact

Many direct contacts are made by telephone. So here too it is important that you can briefly explain who you are, what request for help you have, who you want to speak to and who referred you. So practice your introduction/elevator pitch and ask for an appointment.

activecasemanagement.nl

1. Bepaal wat je wilt, wat je kunt en wat je leuk vindt

Hoe beter je voor ogen hebt wat je wensen, capaciteiten en belangstellingen zijn, des te beter kun je je richten op de meest geschikte baan. Welk werk zoek je, welke functie? Denk eens aan een beroepentest, een duidelijk profiel van jezelf en natuurlijk een (verkort) cv. Wie ben jij en wat kun je? Zoek daar de baan bij: eens een bakker is niet altijd een bakker!

2. Leer om jezelf te presenteren het product 'IK'

Jezelf duidelijk en aansprekend neerzetten vraagt om oefening en ervaring. Ontwikkel een 'elevator pitch': een korte en heldere omschrijving van wie en wat je bent, en waar je voor staat; illustreer je verhaal met voorbeelden. En oefen die 'elevator pitch' regelmatig.

3. Formuleer je hulpvraag

Maak contact met potentiële werkgevers om in gesprek te komen en geef aan wat je graag wilt weten of leren: 'hoe kom ik erachter wat ik nodig heb voor deze baan?', 'wat houdt deze functie precies in?'. Vraag dus om raad en advies, niet om een baan of om werk.

4. Bepaal het doel en verloop van je netwerkgesprek

Bedenk van tevoren goed wat de uitkomst van een netwerkgesprek voor jou moet zijn: wat wil je wijzer zijn geworden, welke nieuwe namen/contacten wil je verkrijgen? Zorg voor een vragenlijst en check of je op alle vragen een antwoord hebt gekregen. Bedank bij de afronding voor de contactmogelijkheid en geef aan dat je later een update zult geven.

5. Oefen jezelf in telefonisch contact

Veel directe contacten verlopen telefonisch. Dus ook hier is het belangrijk dat je kort kunt vertellen wie je bent, welke hulpvraag je hebt, wie je wilt spreken en door wie je bent doorverwezen. Oefen dus je introductie/elevator pitch en vraag om een afspraak.

meewering.nl