In 1978 had de cultuurraad in Reet een oproep gedaan om een werkgroep te vormen om in het kader van het “Jaar van het Dorp” allerlei activiteiten te ontwikkelen voor de inwoners. Enkele leden van de werkgroep waren de mening toegedaan dat de aandacht voor het eigen heem moest levendig gehouden worden, ook na 1978. Hierbij mogen we niet vergeten dat de gedwongen fusie van 1976 het landelijke Reet verenigd had met de steenbakkerijgemeenten Rumst en Terhagen.
In juli 1979 richtte de cultuurraad in heet kader van het Jaar van het Dorp een tentoonstelling in over “Reet vroeger en nu”, waaraan bijna alle socio-culturele en sportieve verenigingen van Reet deelnamen. Toen beslisten enkele verantwoordelijken uit die verenigingen om de stap te zetten naar een eigen vzw, die “het dorp” door de jaren heen in de kijker zou stellen. Daarom kozen ze voor een heemkring.
Op 19 november 1979 werd de stichtingsvergadering gehouden onder het voorzitterschap van Graaf D. le Grelle. Op de stichtingsvergadering werd van gedachten gewisseld over een passende naam. Er zijn immers veel verklaringen voor de naam “Reet. Een mogelijkheid is “root”, een waterplas waarin men vlas laat roten om het te kunnen bewerken. Vermits er in Reet indertijd vlas werd verbouwd en er verwijzingen zijn naar bestaande vlasputten koos de vergadering unaniem voor de deze verklaring: root is een vlasput. In 1981 zal de heemkring dan ook een embleem goedkeuren dat het gemeentewapen verbindt met twee zogenoemde “boothamers”, gereedschap dat gebruikt werd bij de vlasbewerking.
Op de stichtingsvergadering werden ook de statuten besproken en goedgekeurd. Het doel van de vereniging werd in artikel 3 als volgt geformuleerd: ”De vereniging heeft tot doel het bewaren, bestuderen en bekend maken van het eigen heem, de plaatselijke geschiedenis en folklore”. In de vergadering van23 maart 1980 werd het huishoudelijk reglement goedgekeurd.
Gedurende de volgende 40 jaren is de heemkring altijd in die zin blijven werken. Alles draait om Reet, het dorp en zijn verenigingen. Wel werd er altijd met anderen samengewerkt in het kader van de cultuurraad, van open monumentendag of gemeentelijke initiatieven.
Als we de werking van deze 40 jaar overlopen zijn er vele items die elk jaar wederkeren: de Algemene vergadering, de vergaderingen van het Bestuur en de nieuwjaarsreceptie. Opvallend zijn ook de bijna ontelbare tentoonstellingen die de Root heeft ingericht, al dan niet in samenwerking met andere verenigingen of instanties. Dat is de werking naar buiten uit.
Onzichtbaar maar intensief werkt de Root samen met vele studenten die hulp vragen bij hun persoonlijk werk. Regelmatig mailen mensen om inlichtingen over Reet of over hun familieleden die ooit in Reet gewoond hebben. Ook hen trachten we zo goed mogelijk te helpen. Wie wil kan ook opzoekingswerk komen verrichten in onze open lokaaldagen. Sinds enkele jaren is de Root bovendien erkend als documentatiecentrum. Dat wil natuurlijk zeggen dat zowat alle bezittingen van de root gedocumenteerd, geïnventariseerd en geklasseerd zijn. Dat is gemakkelijk gezegd maar dat vraagt ononderbroken inzet om alles in orde te krijgen en te houden. Als je dan als heemkring enkele malen moet verhuizen is dat erg moeilijk. Voor dat monnikenwerk zijn er degelijke leden nodig die in stilte en met kennis van zaken hun opgenomen taak vervullen.
Het eerste decennium van het bestaan van De Root was het drukste. De jonge vereniging bruist van initiatieven om zich bekend te maken en moet bovendien alle administratieve verplichtingen nakomen die bij de stichting van een nieuwe vzw nodig zijn. De eerste tentoonstellingen waren dan ook bescheiden. Meestal werden de werking en de publicaties van de vereniging getoond.
Want uitgaven waren er vrij snel. Bijna elk jaar werd een kalender uitgegeven met pentekeningen of oude postkaarten van Reetse gebouwen. Cursussen werden ingericht voor kantklossen en de lezing van oud schrift. Een cursus over boekbinden heeft geleid tot een zelfstandige vereniging voor boekbinden. Uitstappen voor de leden werden ingericht naar andere heemkringen en –musea.
Met de parochie waren er intense kontakten wat leidde tot de heroprichting van de jaarlijkse processie van Sacramentsdag. Terwijl de kerk werd gerestaureerd zorgde De Root voor de bewaring van de kerkelijke gewaden en voorwerpen. Vanaf 1989 werd er voorzichtig nagekeken of de afgebroken Laarkapel kon heropgebouwd worden.
Het tienjarig bestaan werd gevierd met een lezing en met een receptie voor de leden en bevriende verenigingen. ’s Zondags was er een eucharistieviering en een diner voor de bestuursleden.
De tweede periode van 10 jaar wordt eveneens gekenmerkt door vele tentoonstellingen. Zo werd het eigen lokaal omgebouwd tot een versierd Kersthuis of omgevormd tot grootmoeders keuken. De focus bleef ook gericht op de eigen werking. De Tachtigjarigen en de priesters en kloosterlingen van Reet werden in een aparte tentoonstelling bijeengebracht met een gezellige receptie. Samen met de Landelijke Gilde stelden we een tentoonstelling samen over hun 100-jarig bestaan. Traditioneel werd voor elke tentoonstelling een speciale brochure uitgegeven. Met open monumentendagen organiseerde De Root traditioneel een “café chantant” en geleide wandelingen in de hovingen van het Laarkasteel.
De belangrijkste activiteit van De Root in deze periode was de heroprichting van de Reetse Laarkapel aan het begin van de steenweg op Waarloos. Vele vergaderingen en talloze activiteiten brachten de nodige fondsen op om met veel enthousiasme zelf de kapel te herbouwen. Op 1 juli 1996 startten de werken en op 24 april 1997 werd de kapel ingehuldigd. Ze is nog elk weekend open.
De viering van 20 jaar De Root bestond dan ook uit een dankviering, een optocht naar de kapel met een receptie na een toespraak. Het zou de perfecte afsluiting van het jaar zijn geweest als de gemeente ons lokaal wegens instabiliteit van het gebouw niet had moeten sluiten. We moesten verhuizen naar een kleiner en gemeenschappelijk parochiaal lokaal met vele nadelen voor de werking van de heemkring.
Het derde decennium werd dus gekenmerkt door verhuisperikelen. We konden slechts een deel van onze documenten bijhouden. De rest en al het materiaal verhuisde naar een lokaal van het gemeentelijk magazijn. Tot augustus 2007 zijn we daar gebleven. En toch zijn we erin geslaagd nog tentoonstellingen op te zetten, meestal op de data van de dorpsfeesten, met de Erfgoeddag of met Open Monumentendag.
Op de viering van 30 jaar De Root was er een tentoonstelling over de eigen vereniging, naast de klassieke dankviering een bezoek aan de Laarkapel en een receptie.
De lokaalmoeilijkheden bleven voortduren. In 2011 was al het materiaal uit Rumst terug overgebracht en op zijn vertrouwde plaats gezet in het oud gemeentehuis, toen het bericht van de gemeente kwam om het oud gemeentehuis te ontruimen en te verhuizen naar het gelijkvloers van het oude klooster van de zusters in de Molenstraat. En de geschiedenis herhaalde zich, inpakken, overbrengen, uitpakken en op een nieuwe plaats zetten. Op 24 april 2016 vergaderden we voor het eerst in het klooster, maar het zou nog een hele tijd duren voor alle documenten en materiaal op de juiste plaats waren. En al die tijd bleven de open lokaaldagen doorgaan en bezochten allerlei mensen ons documentatiecentrum. Voor dit jaar staan 2 tentoonstellingen op het programma: 40 jaar De Root en 125 jaar Landelijke Gilde te Reet.
En wat brengt ons de toekomst? Wij blijven overtuigd verder werken, wel met twee problemen, de aangroei van het aantal (bestuurs)leden en de onzekerheid of we lang in dit lokaal kunnen blijven.
Bruno Struyf