Sinds vier jaar bestaat in Delft de uitgeverij GiST, die zich richt op auteurs van vijftig jaar en ouder. Er zijn immers schrijvers die tijd nodig hebben voordat ze hun eigen stem hebben gevonden, en bij de bekende uitgevers hoef je dan niet meer aan te kloppen.
Harry G. de Vries (1961) kende ik als verdienstelijk vertaler van de grote Engelse dichter Philip Larkin. Naar ik nu begrijp, heeft hij twee jaar geleden ook een berijmde vertaling in modern Engels gemaakt van het Halliwell Manuscript (1425), de oudste bron voor de vrijmetselarij. Interessant, omdat het ietwat geheimzinnige wereldje van loges, regalia en Broeders met dan wel zonder schootsvel een grote rol speelt in Het Horloge van Celis, het drieluik waarmee De Vries zijn literaire debuut maakt.
Hij verknoopt drie uiteenlopende verhalen met elkaar, die alle met oorlogssituaties te maken hebben en een duivels dilemma aanroeren. Wanneer maak je een goede keuze? "Een goede vrijmetselaar hecht meer waarde aan zijn daden dan aan de gebruiken die hem daartoe inspireren," zegt een van de personages. Het gaat erom jezelf te kennen, maar ook om met die kennis iets te dóén. Een goed mens worden kan overigens ook zonder vrijmetselaar te zijn; dan ben je een broeder zonder schootsvel.
Het is prijzenswaardig dat De Vries vooral de praktische kant van de zaak bekijkt en zich niet verliest in symbolen en geheimspraak. Ja, veel personages zijn of waren lid van een loge, maar wat ze meemaken moet iedereen aanspreken: kort na de oorlog vindt een eenvoudige huisschilder een collier dat van een weggevoerde jodin is geweest. Maakt hij dat te gelde of doet hij aangifte? Een Nederlandse soldaat kan in 1948 op Java een onverwacht opduikende inlander doden (en zich schuldig maken aan een oorlogsmisdaad), maar als hij dat niet doet, kan de man hém en zijn kameraden verraden. Een Wehrmachtsoldaat die in de oorlog lid wil worden van een Zeeuwsche loge, uit oprechte interesse, moet die worden geweigerd?
Met korte scènes en natuurlijke dialogen schept De Vries vrij metselend een ingenieus mozaiek dat de lezer geboeid mee laat puzzelen. Zijn prachtige vertaling van een gedicht van Ted Hughes is een regelrechte bonus.
ARJAN PETERS