Jancke [ook Joucke genoemd] Seerps Osinga werd in 1542 geboren te Schettens, en overleed in 1583, ook in Schettens.
Volgens Simon Wierstra studeerde hij in 1551 als Johannes Osinga in Keulen.
Hij maakte in zijn niet al te lange leven het begint mee van de 80-jarige oorlog.
In 1566 vond de beeldenstorm plaats. Ook in Leeuwarden. Het werd een protestantse stad. Maar in 1567 ging het onder druk van Aremberg weer over naar het katholicisme.
In 1578 was er een beeldenstorm in Bolsward.
Hij was grietman van Wonseradeel van 1580 - 1583 en lid van gedeputeerde Staten van Friesland.
In het boek: Nieuwe naamlijst van Grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795 door Hobbe Baert van Sminia (1837)(zie Google Books) lezen we over hem:
1580. Jancke Van Osinga was de zoon van Seerp van Osinga en Jel Hermana, en eerst gehuwd met Ebel, weduwe van Popke Wijbes Popkema, bij welke hij eenen zoon had, toen met Tjemk Humalda, dochter van Frans Aebinga van Blija, die den naam van Humalda bij den zijnen had aangenomen, en Anna van Feitsma, bij welke hij drie kinderen had, en voor de derdemaal met Fed Haersma, zonder kinderen (-{-). Hij werd den 22 November 1580 als Grietman aangesteld, en ontving zijne commissie uit naam van den Koning van Spanje, dewijl de Grietenij vacant was door vrijwilligen afstand van Goslick van Herema(§). In 1579 behoorde hij onder de Gedeputeerden, wier benoeming, door de Staten gedaan, door den Stadhouder Rennenberg werd goedgekeurd (*). Hij was een van hen, die het onderling verbond tusschen de steden en deelen, na het afschudden van het Spaansche juk in 1580, onderteekenden (|), en werd in die onrustige tijden in onderscheidene Staatscommissien gebruikt.
(*) Tusschen Reinier Fritema en Goslick van Hercma voor de tweedemaal, plaatst de gedrukte Naamlijst Douwe van Herema; doch ik heb hem nergens anders in die kwaliteit kunnen vinden , en twijfel niet , of het is eene vergissing, blijkbaar uil de jaartallen, vermeld op Reinier Fritema. Wel is een broeder van Goslick, Douwe genaamd , Dijkgraaf van Bolsward en een gedeelte van Wonseradeel geweest , vervolgens afgezet , gebannen , en in 1584 te Zutfen gestorven , doch nimmer was deze , naar mijn gevoelen , Grietman. (f) Wapenb. Aebinga. Gen. 6. Upc. v. Burm. Tab. Gen. Stamb. v. Adel (§) Chartb. 4 D. 221. (*) Wins. Chron. 634. (4-) Aid. 662.
Van der Aa (Biographisch woordenboek der Nederlanden: bevattende levensbeschrijvingen ...
By A. J. van der Aa, Karel Johan Reinier van Harderwijk, Gilles Dionysius Jacobus Schotel, zie ook Google Books) schrijft over hem:
OSINGA (jancke Van), zoon van Seerp van Osinga en Jel Hermana, werd den 22 November 1580 als Grietman aangesteld, en ontving zijne commissie uit naam van den koning van Spanje , dewijl de Grietenij vacant was door moedwilligen afstand van Goslick van Herema. In 1579 behoorde hij tot de gedeputeerden, wier benoeming door den stadhouder Rennenberg werd goedgekeurd. Hij was een van hen, die het onderling verbond der steden en deelen, na het afschudden van het Spaansche juk, onderteekende en werd in die onrustige tijden in onderscheidene staatscommissien gebruikt. Hij huwde 1 Ebel, weduwe van Popke Wijbes Fokkema, die hem een zoon schonk. 2 Tjemck Humalda, dochter van Frans Aebinga van Blya, die den naam van Humalda bij den zijnen had aangenomen, en Anna van Feitsma, bij welke hij drie kinderen had. (_3) Ted Haersma zonder kinderen.
Zie Wapenh. Aebinga, Gen. 0; Chartert. D. IV bl. 221: Winsemii Hut. bl. 3, 34, 662; van Sminia, Naaml. v. Grietm. bl. 270.