OSINGA ("svbrand Van), zoon van de vorige, was dijkgraaf van de zuiderdijken van Wonseradeel, en legde zich zeer toe op de verbetering van den waterstaat in zijne grietenij. Tien jaren voor zijne benoeming tot Grietman was hij reeds volmagt ten landsdage wegens Westergoo. In 1618 ontving hij zijne commissie als lid van gedeputeerden en volgde in die kwaliteit in 1620 de lijkstatie van graaf Willem L odewijk. Twee jaren later was hij lid van de staten-generaal, en overleed in 1623. Hij huwde 1 At Aggema, 2Luts van Scheltema. Hij woonde le Schettens, op Osingastate, dat hij had laten bouwen.
Zie Charterb. Ü. IV bl. 893, 1). V; Geogr. Woordenb. v. Friet. bl. 104; Tegenw. slaat v. Friesl. 1). XV. bl. 175; Winsemius, Chron. bl. 906 en achter de Chronyk. Beschrijv. van Friesl. op Wonseradeel; van Sminia, t. a. p. bl. 271.
Sybren Janckes Osinga werd geboren in 1564 te Schettens, op Osinga-state. Volgens Simon Wierstra studeerde hij in 1586 aan de Universiteit van Franeker. Die was het jaar daarvoor opgericht. Zijn vader Jancke Osinga werd in 1580 grietman van Wonseradeel maar overleed in 1583, en werd opgevolgd door zijn zoon Seerp.
In 1582 werd door Paus Gregorius XIII de Gregoriaanse kalender ingevoerd: Op donderdag 4 oktober volgde vrijdag 15 oktober. Daarmee was het jaar dus 10 dagen korter, wat allerlei consequenties had: betaalde je minder huur en rente over een korter jaar? Sommige mensen dachten dat je zelfs dat je 10 dagen korter zou leven.
Het merkwaardige was nu, dat de Gregoriaanse kalender niet overal tegelijkertijd werd ingevoerd, in Nederland zelfs per provincie. Holland, Zeeland, Brabant en Limburg voerden de kalender vrijwel meteen in, de overige provincies pas in 1700 of 1701. Over het wel of niet invoeren moet uitgebreid gedelibereerd zijn, en grietmannen zullen daaraan meegedaan hebben. Ook onze Sybren en zijn broer Seerp. Maar daarover heb ik niets kunnen vinden:
Het maakte het ook ingewikkelder afspraken te maken. Je moest altijd rekening houden met de provincie waaruit de andere partij kwam.
In januari 1586 deed een Spaans leger vanuit Groningen een inval in Friesland. Omdat het vroor konden de Spanjaarden gebruik maken van de anders modderige wegen.
Via Joure en Heeg trokken ze al plunderend naar Workum, en vandaar richting Leeuwarden, omdat daar een legertje werd gevormd om tegen hen te vechten.
De Spanjaarden en het Friese legertje ontmoeten elkaar in Boksum, waar de Friezen werden afgeslacht.
Doordat de dooi inviel moesten de Spanjaarden overhaast terug naar Groningen, veel buit en wapens achterlatend.
Zie Wikipedia.
De Spanjaarden moeten onderweg van Workum naar Leeuwarden langs Schettens gekomen zijn. Ze zullen in die dagen wel niet lekker geslapen hebben.
In 1588 werd de Armada verslagen en werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.
Het zal ook in Schettens een rol hebben gespeeld.
In 1594 werd Groningen veroverd, en toen waren er geen bedreigingen voor Friesland.
In 1589 overleed Seerp, en werd opgevolgd door Sybren, de tweede zoon van Jancke.
Dat bleef hij tot zijn dood in 1623. Hij deed veel voor de waterstaat in zijn grietenij. Ook was hij dijkgraaf, van 1616-1621 lid van Gedeputeerde Staten en lid van de Staten-Generaal. In die tijd viel ook het Twaalfjarig bestand. Als lid van de Staten-Generaal moet hij daarmee te maken hebben gehad. Met de dood van Oldebarneveldt. En met de Dordtse Synode die van 1618-1619 werd gehouden.
Zijn leven en zijn grafsteen worden beschreven in A. Algra, "De Historie gaat door eigen dorp" Deel IV, p. 209-210. Uitgave Friesch dagblad Leeuwarden.
Over hem schrijft Hobbe Baert van Sminia in "Nieuwe naamlijst van Grietmannen van de vroegste tijden af tot het jaar 1795" (1837):
1596. Sijbrand Van Osinga (*) was de zoon van den voorgaanden, en gehuwd eerst met At Aggema en later met Luts van Scheltema (f). Hij woonde te Schettens, op Osingastate, hetwelk hij had laten bouwen (§). Hij was Dijkgraaf van de Zuiderdijken van Wonseradeel, en legde zich zeer toe op de verbetering van den waterstaat in zijne Grietenij (*). Tien jaren voor zijne benoeming als Grietman was hij reeds Volmagt ten landsdage wegens Westergoo. In 1618 ontving hij zijne commissie als lid van Gedeputeerden (|), en volgde in die kwaliteit in 1620 de lijkstatie van Graaf Willem Lodewijk; twee jaren later was hij lid van de Staten Generaal (") , en overleed in 1623(f).
En Van der Aa (Biographisch woordenboek der Nederlanden: bevattende levensbeschrijvingen ...
By A. J. van der Aa, Karel Johan Reinier van Harderwijk, Gilles Dionysius Jacobus Schotel, zie ook Google Books) schrijft over hem:
Klik hier voor een afbeelding van Osinga-state te Schettens.
Het echtpaar komt voor in "Stamboek van den Frieschen, vroegeren en lateren, adel, uit oude en echte bescheiden en aanteekeningen, en met bijvoeging van de wapens der onderscheidene geslachten, opgemaakt" Montanus Haan Hettema, Arent van Halmael, Hendrik van Rijn, Meindersma, 1846 p. 234.
Over Att (At) zijn niet meer gegevens bekend dan er staat op de homepage.