Dick Johan (Dick) van der Kwaak, geboren te Katwijk (Z-H) in 1950, studeerde vanaf 1969 Nederlands recht en Criminologie (cum laude) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Van 1975-1976 studeerde hij aan New York University (NYU) te New York City, USA, waar hij een Master (MCJ) behaalde (summa cum laude). Tevens was hij daar gedurende dat jaar (parttime) werkzaam bij het advocatenkantoor Kronish, Lieb, Shainswit, Weiner & Hellman. Vervolgens was hij van 1977 tot 1981 advocaat en procureur bij het kantoor De Brauw en Helbach (inmiddels: De Brauw Blackstone Westbroek) te Den Haag. Vanaf 1981 was hij universitair docent en later (1993) universitair hoofddocent bij de vakgroep Privaatrecht en Notarieel recht van de Rijksuniversiteit Groningen. In december 1990 promoveerde hij, bij C.J.H. Brunner, op een proefschrift getiteld 'Het rechtskarakter van het beslagrecht'. Vanaf 1992 was hij tevens rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Groningen, terwijl hij daarnaast vanaf 1997 plaatsvervangend raadsheer was in het gerechtshof Arnhem. Van 2000 tot 2008 was hij raadsheer in dat hof, van 2008 tot 2010 was hij dat in het gerechtshof Amsterdam. Van 2010 tot 2020 was hij vice-president en senior raadsheer in het gerechtshof Amsterdam, waar hij van 2020 tot 2023 ten slotte nog fungeerde als plaatsvervangend raadsheer.
Van der Kwaak is geïnteresseerd in zowel het burgerlijk recht als het burgerlijk procesrecht. Naast de nodige artikelen op het gebied van het executie- en beslagrecht publiceerde hij ook veel artikelen die andere onderdelen van het burgerlijk procesrecht en onderdelen van het burgerlijk recht betreffen. Zijn interesse heeft daarbij als zwaartepunt de verhouding tussen die beide rechtsgebieden. Een publicatie die daarop in het bijzonder betrekking heeft is de monografie 'Een theorie van het privaatrecht' (deel 17 van de Serie Monografieën Privaatrecht, 2015).
Van der Kwaak was onder meer lid van de Selectiecommissie Rechterlijke Macht en de Adviescommissie voor Burgerlijk Procesrecht en redacteur van de losbladige editie Burgerlijke Rechtsvordering.