We zijn sinds zaterdag op vakantie in het land van de Katharen. Ik kom deze keer wat traag op gang met het maken van mijn vakantieverslag. Dit is een beetje een traditie geworden sinds we met de kinderen op vakantie gaan. En ik doe dat dan ook voornamelijk als document voor mijn kinderen later om nog eens na te lezen voor als ze het nog een willen herbeleven vanuit de ogen van hun vader. Foto's laten je maar een deel van de herinnering herbeleven namelijk. Schrift voegt iets toe. Nu geur nog. Maar nu dan toch een begin gemaakt. Het is 22:26 uur wanneer ik eindelijk ben begonnen met schrijven en puzzelen. Want geen wifi in ons appartement. Dus gepiel met mijn hotspot op mijn nieuwe Huawei telefoon. Maar na vijftien minuten is het me gelukt de apparaten te koppelen. Geen idee wat voor abonnement ik nu precies heb op mijn telefoon en wat de kosten worden van dataroaming. Meende dat Neelie Kroes dat allemaal goed geregeld heeft inmiddels.
Caunes-Minervois. Een stadje van ruim 1,5 duizend inwoners in de regio Occitanië, in het departement Aude en in het arrondissement Carcassonne. Maar ook,en wellicht belangrijker, de streek genaamd de Minervois. Beroemd om haar wijnen dankzij het microklimaat en de kalkrijke grond. Maar goed, ik ben volstrekt geen wijnkenner. En dit alles ligt in het bijna uiterste zuidwesten van het rijk van Clovis; Frankrijk. Een gebied zelfs waar heuse kruistochten zijn uitgevoerd tegen de afvallige en ketterse Katharen. De zogenaamde Albigenzische kruistochten op touw gezet door de Katholieke kerk, vernoemd naar de Kathaarse stad en bolwerk Albi, in de dertiende eeuw. En het waren niets eens Saracenen. Mensen die ik over deze streek sprak, begonnen direct over dit land van de Katharen, over interessante boeken en zelfs een over een stripreeks; De As van de Katharen. Ik ga het allemaal nog opzoeken, maar ik had te weinig tijd hiervoor gehad vooraf. En de regio Occitanië ontlokt bij mij, voor je het weet, een hele verhandeling over Europese minderheden en minderheidstalen, in casu het Occitaans. Helaas herkent Bill Gates’ spellingscontrole het woord 'Occitanië' niet en stelt het 'Oceanië' voor. Helaas, de verkeerde minderheid. Beetje jammer Bill. De Aude is de belangrijkste rivier in het gebied en dus een waardige naamgever van het departement. En ja, dan nog Carcassonne. De grootst, nog middeleeuws ommuurde stad van Europa. En dan kan het zo maar ook van de wereld zijn.
Om Carcassonne was het mij stiekem te doen. Ik wilde die stad wel eens in het echt zien. Jaren terug, zo lang geleden dat ik me haast opgelaten voel dit te vertellen, in de zomer van 1990 reed ik samen met Robert en Eddie (vrienden uit Harlingen) in een trein voorbij de stad vanaf Toulouse. De zomer van 1990, zie voor de aardigheid de foto's van onze babyfaces van toen. Ik had net mijn eerste jaar van een saaie en net-wat-te-droge studie Rechten achter mijn kiezen en sloot me ter elfder ure aan bij de interrailplannen van Eddie en Robert. Weet niet waarom. Ik had toen eigenlijk plannen om alleen met de trein naar Italië te reizen, maar daar zag ik kennelijk van af. En zo kwam het dat we gedrieën voorbij de stad Carcassonne reden. Dat zag er zo uniek uit, dat de stad al die achtentwintig jaar in mijn geheugen is blijven hangen. De nacht ervoor waren Eddie, Robert en ik gestrand op het treinstation van Gare du Nord in Parijs. We kwamen van Narvik in noordelijk Noorwegen via Versailles en ons doel was Rome, midden Italië. De enige manier om nog weg te komen uit Parijs die avond was door de nachttrein te nemen naar Toulouse. Wel wat om naar Rome, maar wie telt kilometers en dagen als je nog geen 20 jaar oud bent? En zo geschiedde. We deelden de coupé met een Duits stel. De stad gleed met haar indrukwekkende muren en talloze puntige torens aan mij voorbij. In mijn herinnering.
Judith heeft het appartement gevonden in Caunes-Minervois, aan Rue des Remparts. Daar waar vroeger de stadsmuren waren, kennelijk. Er waren drie criteria voor ons vakantiehuis. Allereerst, dat het iets meer een stad dan een dorp zou zijn. Vorige zomer zaten we meer landelijk dan landelijk in het dorp Rosans. Voor het eten waren we afhankelijk van auberges en restaurantjes in dorpen en stadjes in de wijde omgeving. Dat was te diep Frans' platteland. Een ander criterium was, niet al te ver van zwemwater vandaan. Voor de kids natuurlijk. Het derde criterium was, dat het stadje historisch is en idem het appartement. Gelukt. Dat de Minervois een bekende wijnstreek is met uitstekende wijnen en Judith een wijnliefhebber pur sang is, heeft volgens mij geen oorzakelijk verband gehad met de keuze van de streek. Ik moet het nog even dubbelchecken bij haar, maar vast niet. Dan zoek je er te veel achter. Niet goed voor de relatie.
Net als in 1990 met de trein was ook nu de toegangsweg de stad Toulouse. Dat was afgelopen zaterdag. Ditmaal met het vliegtuig, met de siamese tweeling KLM Air France. Op de luchthaven een auto van het merk Peugot gehuurd van AVIS en krap twee uur later waren we in Caunes-Minervois. Een Peugot, omdat je in Frankrijk anders door niemand wordt geholpen. Ook niet bij pech of een ernstig auto-ongeluk. Dit had ik hier niet hoeven uit te leggen. Bekend voor iedereen. We zijn via Carcassonne gereden vanaf Toulouse naar Caunes-Minervois. Maar waar ik ook keek, nergens zag ik de oude stad liggen. We moeten de stad nog bezichtigen. Nerveus dus nu of de stad er nog wel ligt. Na bijna dertig jaar kan per slot van rekening wel veel veranderd zijn. Maar ook Caunes-Minervois heeft een rijke, culturele geschiedenis. Het heeft een in de regio beroemde abdij die aan het einde van de achtste eeuw is gesticht en waarvan resten nog steeds zichtbaar zijn. De Friezen in die tijd moesten het nog hebben van huizen gemaakt van graszoden of stelden zich tevreden met de ruïnes van Romeinse forten langs de Rijn. Het is dan ook geen geringe ouderdom en ook de Inca’s en Maya’s kunnen er nog een vette punt aan zuigen. We moeten de abdij nog bezichtigen, maar it’s there for the taking, any moment.
De afgelopen dagen waren redelijk op temperatuur. Ongeveer zesendertig graden celsius in de schaduw. Of je siësta’s nu wel of niet bij je vindt passen of principieel verwerpt, je ontkomt er niet meer aan bij deze temperaturen. Zondag, de dag van aankomst, hebben we gebruikt om ons te installeren. Met name zorgen dat we eten en drinken in huis zouden hebben. Zondag is geen makkelijk dag in Frankrijk, zeker niet op het platteland. Alles is fort knox. Maar het plaatsje Rieux-Minervois, een dorp twintig minuten verderop, heeft een grote Carrefour supermarkt die ook zondags open is. Zondag zijn we ook wat gaan drinken op het terrasje van Place de la République. Leuk café, La Mangeoire, daar op het plein met een wat excentrieke uitbater vanwege zijn opvallende bril. Haast een duikbril. Maar bijzonder vriendelijk. Een lekkere regionale rosé gedronken, alhoewel volgens Judith te slap. Judith heeft alle alcoholinname moeten bekopen en was 's avonds gauw in onder andere bed te vinden. Thuis wat gekookt en gebarbecued.
Maandag zijn we vanwege de hitte zijn we gisteren maar de verkoeling gaan zoeken aan en in het meer bij het dorp Homps. Ruim een half uur rijden. Leuk meer en het heeft ook faciliteiten, zoals een restaurant, een drijvende hindernisparcours cq stormbaan, kano’s, waterfietsen etc. Finn en Elim hebben zich er dus super vermaakt. Thuis wat gegeten en weer gebarbecued.
Vandaag, dinsdag, zijn we op voorstel van Judith naar het historische stadje Minerve gegaan. We hebben vooraf een fundamentele discussie gevoerd. Dat doe je nu eenmaal in het land van de Katharen. Je scheidt je wel of niet af van de Katholieke kerk, je bent ketter of niet, je voert kruistochten uit of niet met een license to kill (all) in de naam van de pacifistische Jezus. Onze concilie betrof of het nu Minerve of Minerva moest zijn. Het zijn de details die het verschil maken. Halverwege de middag hebben we het onderwerp maar laten rusten. Be that as it may, het is een charmant, oud stadje gelegen op een smalle, langwerpige rotsformatie stijf tussen twee kloven ingeklemd. En ooit de belangrijkste stad van het gebied de Minervois. Je weet wel, van die wijnen van Judith. Minerve was ook populair bij kunstenaars om zich er te vestigen. Vast in de jaren '70. Ik zie nog steeds geen enkel verband met de kunstacademie Minerva in Groningen, maar dit geheel terzijde. Mooi stadje en prachtig gelegen. Bijna onneembaar voor boosaarden. Ware het niet dat ze vergeten waren dat de enige waterbron buiten de stadsmuren lag en ze zich zo toch na een relatief kort beleg moesten overgeven toen het er eenmaal op aan kwam. Beetje jammer. Op voorhand geen small detail. We hebben er wat gegeten bij restaurant La Table des Troubadours. Apart, een typisch Franse salade, maar met Indonesische atjar. Ik snap het, maar toch ook weer niet. Indo fusion food, ook hier? Finn had overigens niet zijn dag, was snel geraakt. Aanleiding was een beloofde pizza ofzo. Het is meestal voedsel waardoor hij uit balans raakt.
Over eten gesproken. Terug in Caunes-Minervois zouden we uit eten. Maar de voorspelde onweersbuien werden niet langer om middernacht verwacht maar al om 20:00 uur. En eigenlijk wilden we vanavond uit eten met wat drank erbij. Op het terras van La Grande Fontaine besloten we het bij een biertje te laten en bij de eerste grote druppels die neerploften op de parasols om naar ons huis te sprinten. Dat lukte maar half half, want een enorme badkuip werd omgekieperd. Doorweekt draaiden we de voordeur van het slot. Niet één keer maar twee keer moest de sleutel worden opgedraaid in het slot. Dat was de spreekwoordelijke druppel en we waren zeik. Voor Finn en Elim wachtte er nog enorme fun, want in hun blakende nakie hebben ze in de stortregen gespeeld op het glibberig, gladde dakterras. Dus maar wat pasta, salade, soep en vlees in elkaar geflanst en voor het eerst binnen gegeten en genietend van de binnendringende koelte voor het eerst sinds we hier zijn.
Een curiositeit bij ons in Rue des Remparts zijn twee huizen schuin tegenover ons. Daar woont in het ene huis een dikke man en in het tweede een vrouw. De man heeft een buik als een zak, zoete aardappelen die week hangt tot ver over zijn kruis. De vrouw troffen we eenmaal aan vlakbij het huis met een tas boodschappen, zo waar. Maar ze stond uit te puffen en moest geruime tijd op adem komen na een korte en flauwe helling van de straat. Beiden zijn van middelbare leeftijd. Beiden hebben de voordeur wagenwijd openstaan. Overdag en ’s nachts. Beiden hebben honden die beginnen te blaffen zodra je voorbij de open deur loopt. De ene hond wat groter dan de andere. Beiden zitten vlak bij de open deur op de bank, bijna op straat, starend naar de televisie die veel te luid staat afgesteld. Zo zitten ze, gescheiden van elkaar, tot circa 02:00 uur ’s nachts. De ene nacht raast de man met een door de rook aangetaste stem en hoor je vaag uit de krochten van het middeleeuwse pand een vrouwenstem reageren. De andere nacht heeft de vrouw het niet meer en voert ze zeer ingewikkelde gesprekken met haar hond, diep in de nacht. Soms lijken de vrouw en man met elkaar te communiceren. Afin. kost wat van je nachtrust, maar een ervaring rijker. In Nederland stoppen we ze gewoon weg, ergens uit het zicht.
Woensdag was dag vijf van onze vakantie en dag twee dat we naar het meer bij Homps gingen om te zwemmen. We waren er rond 12:00 uur. De autorit erheen gaat over smalle, slingerende, slecht geasfalteerde binnenweggetjes, maar door een mooi wijnlandschap. Zo ver je kunt kijken, wijngaarden. Zwarte en witte druiven. Afgezien van de twee druiven op de achterbank van de auto die druk in de weer zijn met twee barbies en het haar van die poppen dat door de war raakt van de wind met het raam open. Deze keer heb ik wat langer met ze gezwommen dan de vorige keer: heen en terug van het duikplatform naar de ‘toren’. En ik werd gewoon ingehaald door de mannetjes. Ze zijn veel sneller dan ik. Was weer een shock die ik moest verwerken. Ik heb er maar niets van gezegd en laat ze nog in de waan zo lang het kan dat ik eigenlijk heel goed en snel kan zwemmen. Immers, papa’s zijn altijd sterk en snel. Ze moesten eens weten! En voorlopig vinden ze, en vast zijn ze niet de enigen, mijn blog niet bijster interessant. En misschien wel nooit. Dus door dit te schrijven verraad ik mezelf nog niet. In plaats van een half uur op de drijvende stormbaan op het meer, mochten ze deze keer een uur. Dat was tien euro in plaats van zeven euro. In de tussentijd zat ik wat bier te drinken op het terras van het restaurant cq de uitspanning van bar-restaurant La Guinguette du Lac. Deels samen met Judith, want zij ging af en toe zwemmen. Nog een suf iets. Ik ben mijn korte broek vergeten bij het restaurant. Die had ik te drogen gelegd in het gras voor het terras. Net één biertje te veel op.
Gisteren was het zo ver: Carcassonne. Ongeveer dertig minuten rijden vanaf Caunes-Minervois. We waren er aan het eind van de ochtend. En we waren niet alleen. Mijn hemel wat een mensen. Duizenden. De stad wordt weer bewaakt door ridders van deze tijd. Niet langer gewapend met zwaarden en speren, maar met mitrailleurs en pistolen. Inderdaad, het Franse leger staat op de muren om een terroristische aanslag te voorkomen. Hoe veel is er veranderd in al die eeuwen, met deze aanblik.
Maar nog voordat je de cité, de oude stad, ingaat ligt er een prachtig katholiek kerkhof. Van alle duizenden toeristen gaan er maar een paar dat kerkhof op. En wat is het bijzonder! De kruizen, de plastic bloemen in stenen vazen, de ingelijste portretfoto’s, beeldjes van heiligen etc. En dat alles met de remparts van de cité op de achtergrond, vlakbij. De omvang van de vestingwerken is gigantisch. We zijn niet direct door de stadspoort gelopen maar eerste met de klok mee tussen de eerste en tweede ring van muren gelopen. Dat was rustig en imposant. Na een paar honderd meter was er een kleinere stadspoort waar we naar binnen zijn gegaan. Dat was bj de kathedraal. Het regende net een beetje en dus een goed moment om te schuilen. Forse kerk is en Judith heeft met de kinderen kaarsjes aangestoken. Voor opa. Kerken herinneren haar aan haar vader. Finn en Elim hebben beiden een wens gedaan. De één dat hij superkrachten zou krijgen en de ander dat de zijn familie het goed zou hebben in de toekomst. Aan de lezer te bepalen wie wat heeft gewenst. Maar oordeel niet te gemakkelijk, want als je dan toch in wensen gelooft wat zou je dan wensen? Verlaat de calvinistische gewoonte dat je niet moet overvragen. Na de kathedraal verder, richting het kasteel. Om het kasteel binnen te mogen binnen de ommuurde stad, moest je een kaartje kopen. Dat an sich was niet zo erg, maar de rij wel. Scheelde niet veel of we waren er nog halverwege uitgestapt. Denk ongeveer een half uur in de rij te hebben gestaan. Daarna was het binnen nog hutjemutje nota bene. Na het kasteel werd je als een marmot zonder keus op de vestingmuren geleid. Tot vreugde van Finn en Elim en minder tot die van Judith vanwege hoogtevrees die verder werd aangewakkerd door de harde wind die er stond. Een nawee van de zware regen van gisteravond. Daarna zijn we, eerlijk gezegd, de stad uitgevlucht. Beetje een kater. Maar toch wel indrukwekkend. Judith vond het allemaal te gelikt. Groot openluchtmuseum waar je je zelfs van afvraagt of de huizen binnen de muren wel origineel zijn.
Eenmaal terug in Caunes-Minervois zijn we het stadje gaan verkennen. Dat hadden we nog niet voldoende gedaan. Judith wilde even langs de paar craft shops in het stadje. Allereerst een aardewerk ambachtsman. Maakte aardige dingen en Judith heeft een wit, parelmoerkleurige schaaltje in hartvorm gekregen van me. Mooie werkplaats ook. Daarna nog even naar een edelsmid. Maakt mooie dingen van zilver. Mooi Occitaanse kruisen als hanger. Een paar manchetknopen koop ik misschien nog, als ze blijven hangen in mijn gedachten. De edelsmid is op het terrein van de abdij. En we zagen bij de ingang posters van de stripfiguur Robbedoes, oftewel Spirou in het Frans. De tentoonstelling was gewoon in de abdij en heette 'Spirou, de main en main'. We kochten een kaartje dat zowel voor de tentoonstelling was als voor het bezichtigen van de abdij, Het bleek dat de abdij een samenwerkingsverband heeft met België en ieder jaar weer een nieuwe expositie organiseert van een stripfiguur. Terwijl Finn en Elim door de expositieruimtes in het kloostergebouw rondstruinden, zijn Judith en ik de veertiende eeuwse abdijkerk, het twaalfde eeuwse koor en de elfde eeuwse apsis gaan bekijken. In de crypte onder het koor kon je nog de restanten van de apsis uit de achtste eeuw zien. Waanzinnig. Ik had er al wat over geschreven aan het begin van dit verslag. Daar beneden in het schemerdonker hadden mensen van steentjes kleine stapels gemaakt. Steenmannen zoals wandelaars ze noemen, oftewel cairns in het Engels. Judith vond het symbolisch in de zin dat ook die steenmannen een baken zijn voor de wandelaar. Na de abdij was het eindelijk tijd voor de lang uitgestelde cheeseburger bij het restaurant La Grande Fontaine. Een gelukzalig moment voor beide heren.
Vandaag weer in actie. Het weer had zich sinds gisteren weer helemaal hersteld en was rond de dertig graden. Ditmaal naar Les Quatre Châteaux bij het dorp Lastours. Ongeveer een half uur rijden vanaf Caunes-Minervois. Het zijn vier middeleeuwse kastelen op één bergtop. Bizar natuurlijk. Maar heel fotogeniek. De kastelen heten: Cabaret, Tour Régine, Surdespine en Quertinheux. Drie ervan waren van drie broers en één van een koning die de Kathaarse broers had verslagen. Het is een korte en best nog wel inspannende, steile klim naar boven vanaf Lastours. Maar voor de kids zeker nog te doen. Al met al anderhalf uur aan het lopen geweest. Nog maar een fractie van de toeristen van Carcassonne aanwezig. De omgeving is ook mooi. Ook het dorp Lastours in het dal, gebouwd langs een bergriviertje, is zeer charmant. Op de weg terug nog gestopt bij de oude molen bij het dorp Villeneuve. Zo'n molen van het type waar Don Quichot tegen te hoop liep. Puntig dak en grote, brede wieken. We konden het bezichtigen, maar alleen tegen betaling met een gids. Betaling was geen probleem, maar de gids wel. 'We don't do guides,' zoals Judith het semi-vriendelijk uitlegde aan het meisje achter de kassa. In het dorp nog wat eten ingeslagen bij de plaatselijke SPAR en wat gedronken op het terras aan de hoofdstraat met de vele platanen met hun schilferende stammen. Thuis wat gegeten en weer gebarbecued.
Eergisteren, zaterdag, het meertje. Onderweg in het dorp La Redorte een nieuwe zwembroek gekocht bij de supermarkt Intermarché. Voor just-in-case als mijn zwembroek niet gevonden zou zijn bij het terras van bar-restaurant La Guinguette du Lac bij het meer van Homps. In het dorp Rieux-Minervois ook geprobeerd bij de supermarkt Carrefour, maar daar kwam ik niet verder dan wat damesondergoed. Had, wederom voor just-in-case, een oude linnen broek mee die ik kon verknippen in geval van nood als ik mijn oude echt weg was en ik geen nieuwe kon vinden. Ik was tenslotte op het platteland van Frankrijk.
Het water van het meer was wat onstuimig en wat kouder dan de keren eerder, waarschijnlijk door de regen en de harde wind die het koudere, diepere water van onder naar boven omwoelt, denk ik als leek. Maar nog steeds lekker water. We hadden bedacht deze keer daar niet te gaan lunchen bij bar-restaurant La Guinguette. Judith had wat chocoladebroodjes meegenomen van de plaatselijk boulanger in ons dorp. Maar, die had ze vergeten mee te nemen. Dus toch genoodzaakt wat te gaan lunchen. Bescheiden ditmaal: patatjes en een schaal met diverse soorten kaas, worst, vlees en paté. Nog veel te veel allemaal.
’s Avonds gegeten bij de lokale pizzeria, restaurant L’Argent Double. Vernoemd naar het lokale riviertje en waarschijnlijk de bron van het succes van het bestaan van Caunes-Minervois. We wilden eerst bij restaurant La Table d’Emilie. Maar die bleek op zaterdag en zondag gesloten te zijn. Super leuke tent de pizzeria trouwens. Met een jongen in de bediening die alles onder controle had. Een groep van vier probeerde met hem te sollen door te zeggen dat ze niet voor twee maar voor vier hadden gereserveerd buiten. Hij ging niet in discussie en het antwoord was simpel dat ze voor twee hadden gereserveerd en hij daar zeker van was. Vervolgens allervriendelijkst opties wat nog mogelijk was. Wij waren bijna klaar met eten . Ik zat aan de espresso double, per slot van rekening. Dus Judith stelde voor dat we gingen afrekenen of verzitten naar een tafel van twee, want Finn en Elim waren inmiddels in geen velden of wegen meer te bekennen. Daar was absoluut geen sprake van bij de jongen. Wij zaten daar en zo bleef het. We schikten ons naar zijn oordeel, dat hij uitsprak met de meest innemende lach blijvend op zijn gezicht. Knap hoor! De pizza’s waren grandioos, aldus Judith. En we hebben, behalve Finn, niet meer dan tweederde van de pizza opgekregen. Daarna zijn we wat gaan drinken bij bar-restaurant La Mangeoire aan de Place de la République. Zware naam voor een in feite klein plein. Elim en ik arriveerden eerder, omdat Finn en Judith nog even thuis een bepaalde boodschap moesten doen. Het plein was een verrassing. Sowieso een sfeervol plein, ondanks zijn bescheiden grootte. Er trad een Spaanse zangeres op met een soort assistent-goochelaar. Vraag me die assistent niet verder uit te leggen. Finn en Elim hadden het helemaal naar hun zin en wij ook. Op een momento dado stond een Engels op en dansten in stijl de samba. Het applaus was aan het eind van het lied meer voor hen dan voor de zangeres en de assistent-goochelaar.
's Nachts weer even de verwarde vrouw horen schreeuwen en praten met de hond. Ze was er maar druk mee in te weer en ik schat rond 02:00 uur in de nacht ging ze samen met de hond op pad. Misschien naar het luidruchtige feestgedruis bij de bar-tapas restaurant Curé om ten strijde te trekken tegen deze ongelovige katharen. Het was niet succesvol. Al snel was ze terug. Praatte nog wat na met haar hond, maar de muziek was nog steeds hoorbaar vanuit de Curé.
Gisteren hebben we getourd. Door de Montagne Noire , de bergketen die ten noorden van Caunes-Minervois ligt. Aan de andere zijde van de bergen ligt de stad Mazamet. Onderweg gestopt bij het dorp Pradelles-Cabardes waar ook een meertje is en een camping ligt. Op ruim achthonderd meter hoogte. Caunes-Minervois ligt op ongeveer driehonderd meter. Zeer low profile omgeving Pradelles. Het sprak me zeer aan. Veel wielrenners onderweg tegengekomen die de top Pic de Nore van twaalfhonderd meter bedwongen. In de stad Mazamet op een aangenaam en levendig terras gezeten, hoewel de rest van de stad in slaapstand stond. Uitgezonderd één lokale gozer in zijn auto met keiharde muziek die tot vijfmaal toe voorbij het terras reed om te laten horen wat voor slechte kwaliteit muziek er in de wereld ook gemaakt wordt en hij had uitgekozen. We hebben de lunch deze keer voor het eerst weten te weerstaan hoewel die er fantastisch uitzagen. Daarna weer de Montagne Noire weer in- en overgestoken, iets westelijker zodat we een cirkel zouden maken terug naar Caunes-Minervois. Daar zouden we naar het meer Base de Loisirs du Lac de Montagnès (don't shoot the messenger, ik heb de naam niet verzonnen) gaan voor de kinderen om te zwemmen. We zijn niet verder gekomen dan de parkeerplaatsen. Het was te overweldigend zoveel auto's en mensen. Daar hadden we geen zin. Tot groot verdriet van de kids die een plek enkel beoordelen op aanwezige faciliteiten. En die waren er in overvloed., inclusief speeltuinen met hoge glijbanen etc. Maar ze accepteerden het redelijk. We hebben nog gezocht naar een ander klein meer in de buurt, maar dat konden we niet vinden. Een groter meer, een stuwmeer eigenlijk, Lac de Laprade Basse vonden we weer wat verderop wel, Maar het was daar verboden te zwemmen. te gevaarlijk ofzo. Via de bergdorpen Les Martys, Cuxac-Cabardès, Villaniere en Las Tours terug naar Caunes-Minervois. Prachtig stuk met namen vanaf Cuxac-Cabardes naar Lastours en eigenlijk all the way naar Caunes-Minervois.
Terug in ons dorp weer wat gaan drinken bij La Mangeoirs aan Place de la République. Heerlijk gezeten, Biertje en een rode wijn. Het wijnwinkeltje aan het plein was open en Judith heeft er een muskaatwijn gekocht, om te proberen. Bevalt ie, dan koopt ze meer. Zo heeft ze de eigenaresse beloofd. Het is een oude vrouw dat alleen als het niet al te warm is haar winkeltje even open doet. Haar rollator blijft daarbij buiten staan. Ze is in het zwart gekleed en staat in haar schaars verlichte winkel, zichtbaar vanwege haar witgrijze haar. Ze vertelde Judith dat haar kinderen bekende wijnboeren zijn en dit winkeltje vroeger eigenlijk een stal was. Bij het weggaan van het plein toch maar gevraagd aan de eigenaar van bar-restaurant La Mangeoirs of we morgen konden eten, of dat we moesten reserveren. Dat laatste raadde hij aan. Hij vertelde dat dat ook een topdag was, want morgen en de twee dagen daarna waren zijn drie belangrijkste dagen van het jaar qua muziekoptredens. De 'absorptie van Maria in de hemel wordt gevierd deze week. Ik vermoedde iets en vroeg aan de eigenaar of hij vroeger wat met muziek had gedaan. 'Ja,' was het antwoord. Hij was vroeger producer geweest en had optredens van meer dan 10000 mensen georganiseerd, maar dat was lang geleden. ’s Avonds maar weer wat eten klaargemaakt inclusief weer de barbecue.
Laat in de avond was er flink onweer met bijbehorende regen. Ditmaal brulde de verwarde ,dikke man paar keer heel hard. Alsof hij tot leven kwam na een jaar geen regen in de sahel. De verwarde dikke vrouw bleef stil deze nacht. Inmiddels raak ik aan alle geluiden van de twee typische bewoners gewend.
Vandaag, maandag, maar weer wezen zwemmen. Judith had wereld beloofd aan de kids: zwemmen, cheeseburger als lunch en 's avonds uit eten bij Place de la République. De ochtend gestart met een flan van de boulanger. Heerlijk. We hadden rustig aangedaan. Dus deze eer rond 13:00 uur bij het meer. Na gezwommen te hebben kwamen we tegen 15:00 uur bij restaurant-bar La Guinguette du Lac en wilden we de cheesburgers bestellen. Maar nog bij het uitdelen van de kaart zei de serveerster dat we alleen patat en salades konder bestellen. De keuken was vanaf 14:30 uur dicht. Deze kwam hard aan bij de heertjes. Maar we bestelde patat en salades. 's Avonds naar La Mangeoirs gegaan om te eten en te gaan genieten van de muziek en mensen. Maar van dat laatste kwam helemaal niets. Het eten was zozo, maar erger was het weer. De band, bestaande uit een saxofonist, een gitarist en en zangeres, was net begonnen toen wat druppels uit hemel van Maria neervielen op ons. Ze brachten direct hun apparatuur in veiligheid, want nergens iets van beschutting, anders dan het bladerdak van de enorme plataan. Nauwelijks hadden ze alles afgekoppeld, of het hield op met regenen. Wij zaten droog onder de plataan. Alles werd weer aangesloten. En na tien minuten vielen er weer druppels uit de hemel. Ditmaal hielden ze het voor gezien. Ook al was het na vijf minuten weer droog en heeft het daarna niet meer geregend. 'Zouden ze hier een geen buienradar hebben,' vroegen Judith en ik ons af. Het eind van het liedjes was, vrij letterlijk, dat Judith en ik alleen aan het plein zaten. de kids gingen op in een fantasiespel ergens op het plein. Wij hebben twee flessen rood soldaat gemaakt.
Montolieu, de boekenstad van de streek. Hier zijn we dinsdag 14 augustus geweest. Net als het stadje Minerve waar we eerder zijn geweest, gelegen op een rotspunt met aan weerszijden diep kloven. Ook hier een oude stenen boogbrug over één van de diepe kloven. Vriendelijk, oud stadje. Met zichtbaar nog wat kunstenaar woonachtig die zich er ooit gevestigd hadden. We hebben gegeten bij restaurant-hotel Maison de Mallast. Engels , wat ouder stel die het uitbaten. Van die net-niet-rijk-genoeg Benidorm bastards, die toch maar weer wat voor de kost moesten gaan doen na hun pensioen. In casu een hotel-restaurant overgenomen hadden. Allemaal speculatie natuurlijk van mij. Het kwam wat Judith in ieder geval wat knullig over. Betalen met pin was een hele operatie. Ze werd van de tuin naar binnen meegenomen naar een soort werkkamer in het grote pand. Kamer moest van het slot en daar kon ze betalen. Ook het eten ging wat nuver, wat apart. De pasta, de reden waarom we dit restaurant en om zijn mooie tuin hadden uitgekozen, bleek plotseling alleen beschikbaar te zijn voor kinderen en alleen voor kinderen tot tien jaar. Dus Elim bleef over. Terwijl Judith en Finn ook pasta hadden gewild. Ze had begrip voor onze verbazing en ging overleggen met de ‘chef’, waarschijnlijk haar man. Ze kwam terug met een compromis, namelijk dat het voor één bord voor een volwassene kon. 'De wereld gaat kapot aan compromissen,' dacht ik direct. Finn kreeg het extra bord en Judith nam de fish and chips. Ik wilde de salade met verse tonijn, maar de tonijn was vervangen door zalm. Zucht. Dus ben ik maar voor de salade met kip gegaan. Je wint namelijk eerder de Staatsloterij dan dat je goede zalm geserveerd krijgt in de wereld. Uitgezonderd in Scandinavië, in Canada en in Japan natuurlijk.
In het dorp was ook een muurexpositie van The Harlem Hellfighters. Dit was een infanterieregiment van het Amerikaanse leger bestaande uit Afro-amerikanen. The Hell Fighters vochten zowel in de Eerste Wereldoorlog als in de Tweede en leed de meeste slachtoffers van alle Amerikaanse onderdelen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is een eenheid ondergebracht bij het Franse leger. Wellicht de reden van de expositie?
De terugweg via binnenweggetjes gereden via Saissac. Saissac is een mooi stadje gebouwd tegen de berghelling met een zeer weids uitzicht over de vallei van Carcassonne. Ook goed bewaarde, oude historische kern met forse ruïnes van waar ook uitzicht over de vallei. Een kasteel op een A-locatie. Vanuit Saissac zijn we via Aragon en via Villegailhenc teruggereden naar onze uitvalsbasis Caunes-Minervois. Daar waren we eind middag weer. Wat boodschappen gedaan en thuis eten gekookt. Onder andere spareribs op de barbecue.
De dag was bewolkt begonnen met zeer lichte regen, meer gedruppel eigenlijk. Gedurende de dag brak de hemel meer en meer open. Halverwege de avond mooie witte watten tegen een staalblauwe lucht met een harde wind. Dat laatste is niet verwonderlijk, aangezien deze streek bekend staat om zijn wind. Die wind ging toch liggen rond 21:00 uur toen ook de laatste bewolking verdwenen was. Woensdag belooft een goede en warme dag te zijn voor de hemelvaart van Maria.
Vandaag zijn we weer terug in Den Haag. Om 05:00 uur opgestaan. Naar Toulouse rijden, huurauto inleveren en ruimbagage afgeven bij de KLM Air France balie op de luchthaven. Bij aankomst helaas werkzaamheden bij de ProRail (of NS) waardoor we vanaf Leiden met een bus moesten. Gaf wat vertraging.
De afgelopen paar dagen waren leuk. Gisteren, de laatste dag, zijn we natuurlijk naar het meer bij Homps gegaan. Beiden weer op de stormbaan voor een half uur. Toen we aankwamen waaide het nog zeer hard. De groene vlag was vervangen door een gele, wat betekent dat je nog mag zwemmen maar het wel opletten is. Redelijk golven inderdaad. Tot 14:00 uur waren we zowat de enigen die zwommen. Later die middag ging de wind liggen en kwamen er steeds meer badgasten en dus ook zwemmers. 's Avonds hebben we wat gegeten bij de pizzeria L'Argent Double. Dat was voor de tweede keer en we hadden dezelfde tafel exterior. Voor mij deze keer geen pizza, maar een steak tartare. Dat idee gekopieerd van Judith die het de dag ervoor had gehad als lunch. Daarna nog één wijn bij Place de la République. De kids vonden het weer fantastisch zo laat in het donker spelen in de stad. Voor hun was het een topdag, want ook de cheeseburger bij het meer was een succes geweest. Het slapen gaf nog wel wat problemen door echt een heel luide band bij bar restaurant Curé. Op zich niet erg, maar vanwege het vroege opstaan we wat lastig. Ik heb alle luiken en ramen gesloten en dat hielp enorm. Inmiddels wel al 01:00 uur.
Op vrijdag 17 augustus zijn we naar het stadje Lagrasse gegaan, of Lagrassa in het Occitaans. Dat was een uur rijden, aan de andere kant van de vallei naar het westen. Werkelijk een van de sfeervolste stadje die ik gezien heb deze vakantie. Het ligt in een ronde vallei met een rivier. In een rivier waar ook gezwommen wordt. We hadden vooraf bedacht dat we daar ook even konden gaan zwemmen, maar omdat het weer wat tegenviel 's ochtends, hadden we de zwemspullen thuis gelaten. Tot grote teleurstelling van de kinderen die natuurlijk allemaal anderen zagen zwemmen. Elim is nog wel in onderbroek het water ingegaan, maar Finn wilde niet. Ik kon niet, omdat ik daarna to hilariteit zou gaan leiden onder de Lagrassaianen in mijn witte, halfdoorschijnende linnen broek. Elim heftig teleurgesteld. Maar toch, het mannetje heeft gezwommen. Lagrassa is ook bekend van de uit de achtste eeuw stammende abdij. Een in de regio zeer machtige abdij geweest gedurende bijna de hele Middeleeuwen, tot de Franse revolutie. We hebben de abdij natuurlijk bezocht en het was heel mooi. Een gedeelte is (weer) in het bezit van de kerk en er lopen ook monniken rond in wit habijt. Serene sfeer daar. Heerlijk geluncht in restaurant L'Entrepotes. Judith dus een steak tartare.
Onderweg terug zijn we gestopt bij een van de sluizen van het Canal du Midi. Dat is een kanaal van 250 kilometer en zo de Middellandse Zee met de Atlantische Oceaan verbindt. Het staat ook op UNESCO Werelderfgoedlijst. Toen we er waren, konden zien hoe de sluizen geschut werden en een schip zeker drie meter omhoog werd gebracht.
's Avonds uit eten geweest in La Marbrerie. Je eet daar in een tuin met grote bomen op een terras bestrooid met wit zand en van die Franse, sierlijke ijzeren meubelen. Daar ook Casorelle gegeten. De specialiteit van de streek, bleek. Het zijn bonen in een aardewerken pot die in de oven wordt gezet. De korst wordt hard en zwart. In de bonen begraven ligt kip met bot en worst. Lekker, maar werkelijk veel te veel allemaal. Dat was nota bene tussen voorgerecht en nagerecht in.
Donderdag zijn weer gaan zwemmen. Maar ditmaal niet traditioneel bij het meer bij Homps. Nee we zijn weer de bergen ingereden naar het meer bij Pradelles-Cabardes. We waren eerder voorbij gereden op 12 augustus. We hebben er alle vier heerlijk gezwommen. Iets koeler dan bij Homps natuurlijk, maar ook fijner. Rondom bergen en zo heerlijk rustig. Ook niet erg ingesteld op grote aantallen toeristen. De lunch gehad bij La Buvette du Lac. Dat was kwalitatief goed en een vriendelijke bediening. Toch ging het bijna mis. Want terwijl de serveerster krijtbord met het menu had neergezet en onze jongens zich al verheugden op een cheeseburger, kwam ze even later terug om de cheeseburger door te krassen. Finn moest even huilen. Maar de worst bleek ook erg lekker te zijn. 's Avonds thuis wat gegeten.