DCSV 1 - Lierse 1, seizoen 2012 - 2013
Spannende strijd tegen Lierse eindigt in mineur
Na de eerste gewonnen wedstrijd tegen Rijswijk dacht niemand er aan, maar na 3 nederlagen op rij moet DCSV toch echt strijden tegen degradatie. De wedstrijd tegen Lierse was op papier redelijk gelijkwaardig en dat bleek ook in de praktijk. De hele avond ging het gelijk op met hier en daar een voordeeltje voor de een of de ander en in de tijdnoodfase vielen de beslissingen. Helaas vielen die net niet goed uit voor DCSV, het werd 3½-4½. Onderstaand de partijverslagen van de spelers zelf, ook staat er een verslag op de site van Lierse.
Bord 1 (Ton Paalvast, zwart)
Bord 2 (Robert Boermans, wit)
In een Siciliaanse partij bleef de stand lang in evenwicht. Eerst had zwart licht voordeel omdat mijn paarden niet gemakkelijk goede velden konden vinden. Maar toen dat uiteindelijk wel lukte was ik voor mijn gevoel de partij met het kleine voordeel. Een uitvlucht van een van zwart’s torens, eerst naar de h-lijn, daarna naar de a-lijn gaf me een aanknopingspunt. Uiteindelijk kon ik de toren winnen voor een paard en een pion. Het was echter nog lang niet beslissend. Mijn voordeel werd groter na een afruil waarna ik een pion kon winnen. En ondertussen had ik ook wat tijdsvoordeel. Toen zwart in tijdnood een loper weggaf, was er wel sprake van beslissend voordeel. Ik had een toren en 3 minuten (5 tegen 2) meer, en mijn loper zou veel actiever komen te staan. Mijn tegenstander liet het niet op een snel-schaak slot aankomen, en gaf op.
Bord 3 (Fedde Stegenga, zwart)
Via zetverwisseling kwam er de afruilvariant van het Frans op het bord.In de loop van het middenspel ontwikkelde wit druk op de e-lijn. Met geduldig tegenspel lukte het zwart om onder deze druk uit te komen.Na afruil van een flink aantal stukken, waaronder de dames, leek zwart een iets betere stelling te hebben. Dit resulteerde, na afruil van de laatste stukken, in een vrijpion in het centrum. Maar doordat wit een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel had, zou ook hij een vrijpion kunnen krijgen. Beide koningen waren dus gebonden (wit in het centrum en zwart op de koningsvleugel), terwijl op de damevleugel de stand in evenwicht was. Met nog een paar minuten bedenktijd op de beide klokken, werd besloten tot remise.
Bord 4 (Arjen Hofman, wit)
In een Caro-Kann kreeg wit een licht ontwikkelvoordeel, maar hij nam ook risico door lang te rokeren, terwijl de zwarte dame net de damevleugel opzocht. Het werd een scherpe stelling, waarin zwart zijn ontwikkeling niet afmaakte, maar waarin wit veel te veel tijd verbruikte op zoek naar de winnende combinatie. Eerst verloor wit een pion doordat zijn combinatie niet klopte, maar dat kon nog gezien worden als een offer. Maar toen de tijdnood echt toesloeg blunderde wit zelfs een stuk weg. Ondanks dat zwart nog 3 kwartier op de klok had ging hij mee in het tijdnoodtempo van wit en ook zwart blunderde een stuk weg. Arjen aarzelde geen moment en met het slaan van het stuk bood hij remise aan, wat direct werd aangenomen.
Bord 5 (Reinier van der Veen, zwart)
Reinier (zwart) kwam zeer goed uit de opening, dankzij het feit dat de witspeler niet bekend was met de Shveshnikov-variant van het Sicilaans. Reinier besteedde veel tijd aan het opzetten van een gevaarlijke aanval op de koningsvleugel, waarbij uiteindelijk een open gekomen g-lijn een goed perspectief op de winst bood. Helaas bleek dat Reinier toen teveel tijd had geïnvesteerd: Het voortzetten van de aanval vergde teveel rekenwerk, en hij zou op tijd gaan verliezen. Op het bord faalde hij toen uiteindelijk met nog 5 minuten op de klok na 32.Txd6?? (zie diagramstelling).