Hoofdstuk 1
Bloemen in de lente

Een hyacint heeft allemaal kleine, krullige bloemetjes die dicht bij elkaar zitten. Je kan hem in heel veel kleuren tegenkomen en hij heeft een sterke geur.

Een krokus heeft maar één bloem per stengel. Ze staan wel vaak dicht bij elkaar waardoor je er toch veel ziet. Krokussen zijn vaak paars, blauw en geel.

Een narcis kan je vergelijken met een trompet. Kleine blaadjes en in het midden komt er precies een toetertje piepen. Narcissen zijn bijna altijd geel.

De naam zegt het zelf al: een sneeuwklokje is een heel sterke bloem die kan groeien als er nog sneeuw ligt. Het is een wit hangend bloemetje.

Tulpen zie je heel vaak bij mensen in een vaas staan. Ze hebben een lange stengel en kunnen in heel veel verschillende kleuren voorkomen.

Snap je al waar de naam vandaan komt? Deze bloemen hebben een mooie blauwe kleur en hangen met veel bij elkaar. Het zijn net trosjes druifjes.