Geavanceerde animatie

BLENDER - ANIMATIE - Geavanceerde animatietechnieken

Constraints op bones

Constraints zijn beperkingen die je opgeeft voor objecten of bones binnen armaturen.

Je hebt twee soorten constraints met elk hun eigen eigenschappen tab:

    • Object constraints ( in object mode )
    • Bone constraints ( in pose mode )

Enkele constraints:

    • Limit ( Loc Rot Scale ): beperken van bewegingsvrijheid.
    • Copy ( Loc Rot Scale ): overnemen van een ander object.
    • Volume: blijf het volume behouden
    • Floor: gaat niet door de vloer
    • ...

Werken met Invers Kinematics (IK)

Forward kinematics ( FK ) is een animatietechniek waarbij je de animatie doet vanuit de ouder ( parent ) en geleidelijk naar het kind ( child )gaat ( bovenbeen dan onderbeen, voet ).

Inverse kinematics ( IK ) is een animatie techniek waarbij je een doel plaatst waaruit de positie van de bones worden berekend vanuit het kind ( child ) tot aan de ouder ( parent ).

Je plaats IK via de IK-constraint met bijhorende doelen.

Objecten opnemen ( Child of constraint )

In deze sessie gebruiken we de child of constraint om een object tijdelijk aan een andere object te binden. Dit geeft het gevoel dat je iets vast neemt en terug los kan laten.

Turntable maken

Een turntable is een techniek waarbij je rond een object gaat of het object kan ronddraaien rond zijn eigen as.

Hierbij is het belangrijk de interpolatie te veranderen naar een lineaire interpolatie.

Werken met de Non Linear Animation Editor ( NLA )

In deze les bekijken we hoe we de verschillende aangemaakte actie-animaties kunnen samenvoegen tot één geheel.

Hiervoor gebruiken we de Non Linear Animation (NLA) om verschillende acties bij elkaar te plaatsen.

Je volgende doen met de acties:

    • Herhalingen
    • Verschalen
    • Overgangen toevoegen
    • Mengen met andere acties ( add, subtract, replace, multiply, .. )
    • Extrapolatie regelen.
    • Stukken uithalen.
    • ...


Werken met particles

Particles gebruiken:

    • Particles als losse elementen ( stukjes, vogels, stofjes, ... )
    • Particles als vaste elementen ( haren, grassen, slierten, ... )
    • Particles zijn onderhevig aan collision object ( muur, grond, auto, ...)
    • Particles zijn onderhevig aan force field ( damp, vortex, wind, ...).
    • Particles zijn onderhevig aan force field objecten ( point, face, curve)

OPLETTEN:

    • Particles en force fields werken alleen samen als ze in dezelfde laag staan.
    • Sommige functies werken niet in cycles en omgekeerd. ( vb billboards )


D7_H2_Particles als animatie_v2.pptx