Software installeren

WINDOWS - SOFTWARE INSTALLEREN

Bij de aankoop van een computer is er een basis aan software geïnstalleerd. In veel gevallen wens je nog extra software te installeren om zo speciale taken uit te kunnen voeren, zoals foto's bewerken, geluid opnemen, tekenen in 3D, ...

Deze software kan je vinden onder verschillende licenties waaronder de betalende, freeware en de open source software.

In deze les gaan we kijken hoe we deze installeren vanuit het internet en achteraf ook terug gaan verwijderen.

Als we software installeren dan zal dit in volgende stappen verlopen:

      1. Software zoeken op het internet of via een softwaresite zoals https://www.gratissoftwaresite.nl/
      2. De software wordt gedownload ( van het internet naar je computer gebracht in de map "Downloads" )
      3. Vervolgens start je de installatie door op het gedownloade bestand te klikken.
      4. Hierna start een doorloopscherm met instellingen en vragen ( Wizard ). In deze stap let je op de vinkjes die eventueel extra software meeleveren.
      5. Na voltooien zal je software in de lijst van applicaties zitten onder het startmenu.
      6. Heb je de software niet meer nodig dan kan je deze verwijderen via "meldingsscherm --> alle instellingen --> apps --> apps en onderdelen --> zoek je software die je wil verwijderen".

Software kiezen:

  • Besturingssysteem: Software wordt gemaakt voor een bepaald platform en is dus niet altijd beschikbaar voor alle besturingssystemen. Kijk voor je download na met welk besturingssysteem je werkt.
      • Windows:
      • Apple:
      • Linux:
      • Android:
      • iOs:
      • Cloud:
  • 32 of 64 bit processor: Er bestaan processors die 32 bits of 64 bits aan informatie per keer verwerken. ( 1 bit = 0 of 1 - 8 bit = 01101100 - 32 bit = 01100111 01111101 01111000 11000011 - 64 bit = 64 x 0 of 1 ). Hoe meer bits hoe efficiënter de software werkt. Heb je echter een 32 bit processor of een 32 bit besturingssysteem dan kan je geen 64 bit software gebruiken.
  • Licenties: Software wordt aangeboden in licentie voor het gebruik hiervan. Sommige licenties zijn vrij open en andere zijn gesloten of betalend. Meer info via: https://nl.wikipedia.org/wiki/Softwarelicentie
      • Commerciële licentie
      • Shareware
      • Freeware
      • Open source (GPL)

Onderdelen van software:

Als je gebruik maakt van veel software dan herken je in de verschillende applicaties gelijkenissen. We bekijken hieronder enkele veel gebruikte onderdelen.

  • Menu: Veel softwarepakketten hebben een menu waarin je alles kan terugvinden en waarin de functies worden ingedeeld naar functie ( start , invoegen, beeld, instellingen, ... )
  • Tools of gereedschap: Dit zijn knopjes om iets te maken of te wijzigen.
  • Eigenschappen venster: Dit is een zone waarbij je de eigenschappen of instellingen kunt aanpassen. Dit gebeurt op twee plaatsen:
      • Gereedschap: Hierbij selecteer je eerst het gereedschap, vervolgens pas je de eigenschappen van het gereedschap aan en dan werk je er mee. vb. Je kiest het gereedschap verfborstel, dan stel je deze in op rood en vervolgens teken je.
      • Elementen: Hierbij is het gereedschap al gebruikt en staan er al elementen op je werkstuk. Hierbij selecteer je het element en vervolgens pas je de eigenschappen aan.
  • Werkgebied: Er is een zone waarin je werkt. Dit kan een 3D ruimte zijn, een blad papier of bestandenomgeving. Dit gebied kan je vaak sturen met de middelmuisknop in combinatie met SHIFT, CTRL of ALT. Zo kan je het beeld verplaatsen of in- en uitzoomen.
  • Organisatie: om alles ordelijk te houden is er vaak een mogelijkheid om te organiseren. Dit kan op verschillende manieren en in sommige programma's zelfs tegelijk:
      • Lagen: hierbij worden elementen geplaatst op een laag. Deze laag kan je dan later onder een andere laag zetten, af zetten of afzonderlijk bewerken
      • Groepen: je kan elementen soms groeperen zodanig dat het als één element wordt aanzien. Dit maakt het gemakkelijker om bewerkingen op te doen.
      • Z-order: je kan elementen boven of onder elkaar plaatsen. Dit noemt men de Z-order of volgorde van elementen. Je kan het vergelijken met een spel kaarten waar je de harten 10 bovenaan, in het midden of onderaan de stapel legt.
  • Rechtermuisknop ( vraagtoets ): als je elementen selecteert dan kan je via de rechtermuisknop een overzicht krijgen van wat je kan doen met de elementen. Hieronder valt ook het kopiëren en plakken van elementen.
  • Materiaal slepen: je kan in heel wat programma's nieuwe materialen in het werkgebied slepen. Dit materiaal moet wel ondersteund worden door het programma. Een tekstverwerken zal niet kunnen omgaan met geluidsmateriaal.
  • Importeren en exporteren ( soms opslaan als met andere extensie ): dit is de mogelijkheid om je werk om te zetten naar een bestandsformaat dat niet eigen is aan het programma waarmee je werkt.
  • Hulp vragen: alle programma's hebben een manier om hulp te vragen. Enkele mogelijkheden:
      • Muis over knop: als je met de muis over een knop gaat dan krijg je vaak uitleg over wat de knop doet.
      • F1: is een standaard functietoets die de help aanspreekt.
      • In het menu: vaak heeft het menu een helpfunctie die stuurt naar het internet of naar handleidingen.