Kunst en cultuur is van grote waarde voor onze samenleving. Het Cultuurnetwerk GroenLinks-PvdA zet zich in voor het herwaarderen, behouden en versterken van de cultuursector, en draagt daarmee bij aan een creatiever, gezonder, socialer en welvarender Nederland.
Dit Puntenplan Kunst en Cultuur bevat de punten die wij belangrijk vinden.
Deze kunnen dienen als uitgangspunt voor de 'kunst en cultuur'-paragrafen in onze verkiezingsprogramma's.
Alle 18 miljoen inwoners van Nederland zijn - bewust of onbewust - kunst- en cultuurliefhebber: wij houden van films, boeken en series, muziek, podcasts, architectuur, games, carnaval, street-art en veel meer. We spelen samen in talloze koren, bands en musical- en theatergroepen, en gaan in het weekend naar musea, theaters en concertzalen.
De economische waarde van de culturele sector wordt onderschat:
In 2018 was de bijdrage van de culturele en creatieve sector aan het BNP € 26,5 miljard. Dat is 3,4% van het bruto nationaal product en 4,3% van de totale werkgelegenheid komt voor rekening van de sector. Dat zijn ongeveer 400.000 werkenden.
De culturele infrastructuur en daarmee de toegankelijkheid voor kunst en cultuur is kwetsbaar geworden. Het is daarom de vraag hoelang mensen nog van zoveel moois van eigen bodem kunnen genieten. Het huidige kunst- en cultuurbeleid doet tekort aan de rijkdom en de talenten van ons land.
Kunst en cultuur geeft meer dan je denkt. Het laat je groeien, toont wat waarde heeft en verbeeldt hoe het anders kan zijn. Juist in een samenleving waar onderling vertrouwen en respect broos zijn, is kunst en cultuur belangrijk.
Het Cultuurnetwerk GroenLinks-PvdA wil daarom dat we weer gaan opbouwen vanaf de basis: ieder kind cultuureducatie op school, ruim baan voor kunsteducatie en cultuurparticipatie voor iedereen, broedplaatsen en centra voor de kunsten, aandacht voor talentontwikkeling en een eerlijke beloning voor iedereen in de cultuursector.
Hiervoor zou tenminste 1 miljard euro moeten worden vrijgemaakt, om een dynamische en bloeiende cultuursector te stimuleren, waarin kunst- en cultuureducatie, talentontwikkeling en regionale spreiding centraal staan. Hiermee krijgt de Nederlandse samenleving en economie een enorme positieve impuls.
Wij zetten ons in voor een welvarend en creatief Nederland, waar iedereen iedere dag opnieuw kan leren, participeren en genieten van kunst en cultuur. Het vormgeven van onze toekomst vraagt om creatieve denk- en maakkracht, kunst en cultuur speelt daarbij een onmisbare rol.
De doelstelling is dat zo veel mogelijk mensen in Nederland toegang hebben tot kunst en cultuur. Wij zijn van oordeel dat het kunst- en cultuurbeleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau op elkaar zou moeten worden afgestemd. Wij willen dat budgetten voor kunst en cultuur fors worden verruimd, en op provinciaal en gemeentelijk niveau worden geoormerkt, naar analogie van de Bibliotheekwet. In de cultuursector zouden we het over financiering moeten hebben in plaats van over subsidiëring, zoals bijvoorbeeld bij de financiering van defensie, politie en infrastructuur.
Wij zullen het initiatief nemen voor een wetsvoorstel waarbij wettelijk wordt vastgelegd dat er - zoals er een vast percentage naar defensie gaat - een vast percentage van het Bruto Nationaal Product naar kunst en cultuur gaat. Kunst en Cultuur krijgt daarmee een volwaardige plaats in de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ministerie van Binnenlandse Zaken (Gemeentefonds en Provinciefonds).
Daarnaast zetten wij ons in voor het verhogen van investeringen en uitgaven aan kunst en cultuur. Hiermee kunnen we de cultuursector stimuleren en een breed scala aan culturele uitingen ondersteunen.
Het huidige 4-jaarlijkse ‘alles of niets’-systeem is onwerkbaar voor een duurzame ‘fair practice’ bedrijfsvoering, daarom willen we dit systeem herzien.
Wij geloven in het belang van kunst- en cultuureducatie als fundament voor een creatieve en geïnspireerde samenleving. De basisinfrastructuur voor kunst- en cultuureducatie, talentontwikkeling en cultuurparticipatie moet voor iedereen bereikbaar en betaalbaar zijn. Gemeenten krijgen een wettelijke taakstelling om deze infrastructuur te maken en te behouden, zodat iedereen zijn culturele horizon kan verbreden en zijn talenten kan ontdekken.
Wij willen cultuureducatie wettelijk verankeren tot een verplicht onderdeel van het onderwijscurriculum in zowel het basis- als voortgezet en PABO-onderwijs. Scholen krijgen geoormerkte middelen om vakleerkrachten in te zetten voor cultuuronderwijs. We willen een structurele samenwerking van scholen en kunstopleidingen met de culturele sector (bijvoorbeeld in het ‘brede school’-concept).
Cultuureducatie krijgt daarmee een vaste waarde in het onderwijsprogramma, met inzet van professionele vakleerkrachten.
Financiële middelen die geoormerkt worden én borging van een langjarige en duurzame leerlijn zijn hiervoor cruciaal.
Ons doel is dat elk kind tijdens de schoolloopbaan creatieve vaardigheden ontwikkelt en kennismaakt met alle kunst- en cultuurdisciplines, zodat kinderen de wereld van morgen met kennis en vertrouwen tegemoet kunnen treden.
Wij willen dat in iedere gemeente een gesubsidieerd kunstencentrum aanwezig is, met alle kunstdisciplines in huis, waar gekwalificeerde vakleerkrachten werkzaam zijn.
Dat kunstencentrum moet toegankelijk zijn voor iedereen die wil kennismaken met of zich wil verdiepen in een kunstdiscipline en om de zaadjes die in het onderwijs worden geplant verder tot bloei te laten komen.
Kunstencentra leggen een belangrijke verbinding met het onderwijs, ondersteunen cultuurparticipatie en het verenigingsleven. Daarnaast spelen kunstencentra een steeds grotere rol bij de inzet van kunst en cultuur in het sociaal domein.
Om dit te bewerkstelligen worden de door het rijk beschikbaar gestelde budgetten voor kunst en cultuur in het Gemeentefonds geoormerkt.
Wij bevorderen een samenhangende keten voor talentontwikkeling, vanuit het onderwijs (binnenschools) naar centra voor de kunsten (buitenschools), met oog voor alle kunstvak-disciplines. Hierop aansluitend duidelijke routes naar en binnen het kunstonderwijs én de professionele podia en instellingen.
Het voortbestaan van landelijke organisaties op het gebied van talentontwikkeling dient daarbij geborgd te worden, zodat ons ‘Jong Oranje van de Kunst’ kan floreren.
Overheden en productiefondsen geven een extra stimulans door beginnende kunstenaars opdrachten aan te bieden en ruimte te geven aan het experiment.
Wij willen een kunst- en cultuursector die toegankelijk, betaalbaar en bereikbaar is voor iedereen; ongeacht inkomen, beperking, leeftijd, afkomst of levensovertuiging. Wij streven naar een inclusieve en diverse cultuursector, die de gehele samenleving bereikt en weerspiegelt. Wij willen cultuurparticipatie (het actief meedoen aan kunst en cultuur) onder alle lagen van de bevolking stimuleren.
Kunst en cultuur moet toegankelijk zijn voor iedereen, ongeacht de eigen financiële mogelijkheden. Wij willen culturele organisaties en cultuurevenementen financieel toegankelijk maken en houden voor mensen met een minimuminkomen. Wij willen dat rijksmusea 1 dag per maand gratis toegankelijk zijn.
Denkbaar is een cultuurpas. Deze pas is er voor iedereen en geeft een budget van € 300 vrij te besteden in de cultuursector over een periode van drie jaar.
Wij onderkennen de zingeving voor velen die actief meedoen aan kunst en cultuur. Cultuurparticipatie is dé essentiële schakel tussen kunst- en cultuureducatie en het professionele podium.
Wij erkennen het belang van (amateur)verenigingen en dergelijke en willen deze extra (financieel) ondersteunen, zodat mensen die actief willen meedoen aan kunst en cultuur dat kunnen blijven doen.
Naast aandacht voor kunst en cultuur in de Randstad, hechten wij grote waarde aan regionale spreiding van cultureel aanbod, kleinere laagdrempelige productiehuizen en voorzieningen door heel Nederland.
Daarom willen wij dat er extra geïnvesteerd wordt in culturele voorzieningen in provincies en gemeenten buiten de Randstad, om zo een breed publiek te bereiken en zodat kunst en cultuur landelijk voor iedereen toegankelijk wordt.
Wij willen budgetten van en voor lokale media vergroten en stimuleren dat lokale kunst en cultuur ook via de (digitale) media wordt verspreid.
Om culturele diversiteit te bevorderen, te erkennen en te herkennen willen wij dat initiatieven binnen diverse gemeenschappen, die gericht zijn op het stimuleren van kunst en cultuur worden ondersteund. Wij willen dat er actief beleid gevoerd wordt om inclusie en diversiteit binnen culturele organisaties te bevorderen.
Kunst en cultuur kan alleen geconsumeerd worden als het geproduceerd wordt of geproduceerd is. We moeten ons realiseren dat consumptie alleen ontstaat als er publiek is. Kunst en cultuur bevordert bezinning op wie wij zijn en wie wij waren. Wij moedigen kunst aan die schuurt en uitnodigt tot debat. Kunstenaars zijn allereerst intrinsiek gemotiveerd, daarom moet er vanuit het beleid extra aandacht zijn voor de economische positie van de kunstenaar. De diverse codes in de cultuursector hebben helaas nog te beperkt tot beter bestuur en betere arbeidsomstandigheden geleid.
Iedereen die werkzaam is in de cultuursector verdient een eerlijke beloning en goede arbeidsomstandigheden. In het bijzonder de makers voor hun artistieke prestaties. Aan het verstrekken van subsidies op kunst- en cultuurgebied, willen we strenge sociale voorwaarden stellen. Er komen bindende eisen ten aanzien van eerlijke beloning en goede werkomstandigheden. Fair pay en fair practice zijn daarbij de norm. Fair pay en fair practice moeten impliceren dat makers (zowel in loondienst of als zelfstandige) ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenvoorziening kunnen betalen.
Consequenties van het toepassen van fair pay en fair practice op toegewezen subsidies dienen door de subsidiegevers te worden bijgefinancierd.
Fair pay en fair practice moeten ook van toepassing zijn op intellectueel eigendom en auteursrecht.
Fair pay en fair practice moeten worden gehandhaafd om de sociaal-economische positie van de werkenden in de cultuursector te versterken. Dit is voor ons een prioriteit.
In de cultuursector zijn veel zelfstandigen werkzaam, als kunstenaar, vakleerkracht maar ook in ondersteunende functies achter de schermen. Zij vormen een essentiële en onmisbare schakel maar zijn tevens een kwetsbare groep binnen de cultuursector.
Wij willen hun positie versterken door het bieden van betere sociale voorzieningen. Wij willen dat gehandhaafd wordt op schijnzelfstandigheid en dat er vaste loondienstverbanden worden gerealiseerd voor hen die gedwongen in zo’n situatie verkeren.
We willen ruimte creëren voor experiment in de cultuursector. We geven daarbij kunstenaars meer tijd, ruimte en onafhankelijkheid in hun creatieve proces om te kunnen experimenteren en innoveren. Subsidieregelingen worden zo opgesteld dat daarin ruimte en tijd ontstaat voor kunstenaars om in vrijheid hun visie te verwezenlijken.
Wij willen dat de budgetten voor huisvesting in de cultuursubsidies worden geoormerkt en dat die budgetten meegroeien met de prijzen van onroerend goed.
Wij willen dat de overheid betaalbare werk-, repetitie- en atelierruimte voor de cultuursector creëert en voor de toekomst duurzaam beschikbaar houdt.
Wij willen dat de cultuursector streeft naar duurzaamheid door hergebruik van materialen, energie-neutrale oplossingen en het voorkomen van milieuschade. Het beperken van milieubelasting is essentieel.
Wij willen dat bij het verstrekken van subsidies getoetst wordt of, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs, sprake zal zijn van CO2-neutrale activiteiten.
Wij hechten waarde aan het behoud van ons cultureel erfgoed: behoud van het verleden, gericht op de toekomst. We willen dat musea zich actief inzetten om roofkunst uit hun collectie terug te geven. Hierbij is onderhandeling en overleg mogelijk, maar moeten de wensen van de rechtmatige eigenaars leidend zijn.
Wij willen extra middelen vrijmaken voor investeringen in restauratie en behoud van monumenten, historische gebouwen en archeologische vindplaatsen. We kunnen - vanuit dit historisch besef - ons rijke verleden behouden en beschermen voor toekomstige generaties.
Wij garanderen het voortbestaan van Nederlandse topinstellingen in de cultuursector, zoals bijvoorbeeld de symfonische orkesten en musea.
De doelstelling is dat bibliotheekvoorzieningen toegankelijk zijn voor iedereen. Wij willen dat er extra wordt geïnvesteerd zodat gemeenten worden gestimuleerd om goede en brede maatschappelijke bibliotheken op te zetten. Wij willen de toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van de bibliotheek voor de langere termijn veiligstellen.
De digitalisering heeft een grote impact op onze samenleving, ook op het gebied van cultuur. Wij willen de cultuursector ondersteunen bij het benutten van digitale mogelijkheden voor kunstproductie, -verspreiding en -beleving.
Wij willen dat streamingdiensten een verplicht minimum percentage aan Nederlandse producties moeten produceren en uitzenden.
Wij willen aandacht besteden aan de bescherming van auteursrechten en de privacy van kunstenaars en consumenten.
De training van (generatieve) AI-modellen gebeurt op basis van auteursrechtelijke data waar vergoeding tegenover zou moeten staan. Wij willen dat de rechthebbenden hun bestaande rechten op een snelle en toegankelijke manier kunnen inroepen.
We willen de positie van makers, zoals auteurs, acteurs, musici, vertalers en journalisten versterken ten opzichte van grote techbedrijven, mediaplatforms en productie-instellingen.
We willen een versterking van het auteurscontractenrecht waarbij alle makers een wettelijk collectieve vergoeding voor het gebruik van hun werk op de ‘user generated platforms’ of commerciële online exploitatie krijgen.
De creatieve industrie is een belangrijke motor van economische groei en (culturele) innovatie. Wij willen een bloeiende creatie economie stimuleren door het verstrekken van financiering en het faciliteren van samenwerking tussen kunstenaars, ondernemers en kennisinstellingen.
Innovatieve oplossingen komen vaak voort uit de uitwisseling van ideeën en expertises (outside the box-denken). Elke keer blijkt dat samenwerken tot succes leidt, net zoals het delen van kennis de weg effent voor nieuwe mogelijkheden.
Wij willen broedplaatsen en vaste plekken in en om centrale plekken door het hele land realiseren waar makers van kunst en cultuur zich tegen een betaalbare prijs kunnen vestigen. Wij willen waarborgen dat deze broedplaatsen - ook op termijn - bereikbaar blijven voor de makers van kunst en cultuur.
Zo kunnen we een bloeiende creatieve economie stimuleren en werkgelegenheid - ook in de cultuursector - bevorderen.
Binnen Nederland willen wij de samenwerking tussen de disciplines, tussen cultuureducatie-instellingen, amateurs en professionals en hun organisaties bevorderen zodat we de beschikking krijgen over een bestendig cultureel ecosysteem.
Cultuur kent geen grenzen, en wij willen de culturele uitwisseling met andere landen en culturen bevorderen. Internationale samenwerking tussen kunstenaars, instellingen en culturele organisaties zal worden gestimuleerd om culturele diversiteit te vieren en gezamenlijke uitdagingen aan te gaan.
Wij vergroten het budget voor de export van kunst en cultuur(uitingen).
Er is steeds meer maatschappelijke en wetenschappelijke wereldwijde interesse in de mogelijkheden om cultuurparticipatie in te zetten, ter bevordering van leefbaarheid en veiligheid en het verbeteren van lichamelijke én mentale gezondheid. Deze groeiende belangstelling naar de verbinding tussen kunst en cultuur, welzijn en zorg zien we ook in Nederland terug.
De nationale agenda ‘Arts in Health Netherlands’ onderschrijft het belang van de inzet van kunst en cultuur in de gezondheidszorg vanwege de positieve gezondheidseffecten.
Wij erkennen de helende en verbindende kracht van kunst in de zorg en het sociaal domein. Wij benoemen kunst- en cultuur(participatie) als essentieel onderdeel van de paragrafen over sociaal- en zorgbeleid.
Daarmee willen wij kunstintegratie bevorderen in onder andere het sociaal-maatschappelijk werk, buurthuizen, revalidatiecentra en (jeugd)zorggerelateerde omgevingen. Wij willen dat kunstprojecten en culturele interventies worden gestimuleerd en geïntegreerd in de zorgsector en het sociaal domein en (mede)financieren via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet Langdurige Zorg.
Kunst in de openbare ruimte verrijkt onze leefomgeving en draagt bij aan de identiteit van onze steden en dorpen. Wij willen de kunst in de openbare ruimte bevorderen door het creëren van meer kunstprojecten en -routes, in samenspraak met lokale kunstenaars en gemeenschappen.