Tekenen is waarschijnlijk het oudste en meest verbreide middel om iets in beeld te brengen. Dit ‘iets’ refereert steeds naar het waarneembare - de ons omringende wereld met daarin je eigen leven. Je communiceert dus al tekenend hoe jij jouw wereld ervaart en interpreteert.
In het waarnemingstekenen wordt de visuele wereld geobserveerd, geanalyseerd en geconcretiseerd in schetsen en tekeningen: (4 lesuren) stillevens, interieur/exterieur, plaaster, skelet en portret enerzijds en (4 lesuren) naaktmodel anderzijds. Je leert exact observeren, je traint je visuele geheugen en je ontwikkelt een gevoel voor constructie en verhouding.
Je zoektocht naar een beeld veronderstelt een keuze, een uitsnede. Dit leidt tot een doelbewuste compositie. Vervolgens analyseer je alle elementen binnen de compositie: de opbouw (structuur), het karakter van de vorm, de textuur van het oppervlak, de dieptewerking en de stemming van licht en kleur. Je experimenteert met verschillende materialen, technieken en voorstellingswijzen.
Door het beeld uit te diepen en te speuren naar essenties, word je uitgedaagd de grenzen van je expressieve vaardigheden te verleggen. Door veelvuldig te oefenen tracht je je te bekwamen in verschillende tekenvaardigheden en tracht je inzicht te verwerven in de diverse aspecten waaruit een beeld is opgebouwd. Uiteindelijk ontwikkel je door deze kennis met het intuïtieve te laten samenvloeien je eigen tekenstijl en beeldtaal. Dit evenwicht van kennis en aanvoelen, van weergave en suggestie is de eigenheid van het vak waarnemingstekenen.