– Recorders : There are different techniques
Nagra, DAT recorders and digital recorders with different channels. The latter are most commonly used today. The sound can of course be recorded on a digital camera, but with a somewhat serious project it will be shot separately.
– Mixing desk: When playing with several microphones at the same time, for example with transmitters, a small mixing desk is needed to coordinate the sounds.
– Headphones: The mixer and boom operator must always use professional headphones, with large earpieces that cover the entire ear. So no earplugs!
– Microphones: Directional microphones, omni-microphones and transmitters are the most commonly used microphones. The sound team must have all three in stock on set, even if it's not planned.
Something unexpected can always happen, so they are still needed.
– Boom: The staff or rod to which the microphones are attached.
– Tripod: To set up a microphone and then hide it somewhere in the shot, for example behind a flower pot.
– Jammer: Hood that fits over the directional microphone to protect it. An extra protection against wind and rain is a windscreen.
– Cables: XLR cables between the microphones and recording equipment are most commonly used by professional crews. – Connectors for the cables.
– Batteries : must be replaced regularly and must therefore always be available.
– Tapes: when playing on a DAT recorder, a stock must be ready.
– Insulating material : to protect the recordings against outside noises.
– Barney: A heavy blanket that can be placed over the camera or other noisy equipment (such as an air conditioner or smoke machine) to muffle the sound.
A thick leather jacket can also be used for this.
– Recorders: Er zijn verschillende technieken Nagra, DAT-recorders en digitale recorders met verschillende kanalen. De laatste worden tegenwoordig het meest gebruikt. Het geluid kan natuurlijk op een digitale camera worden opgenomen, maar bij een enigszins serieus project wordt er apart gedraaid.
– Mixing desk: Als er wordt gedraaid met meerdere microfoons tegelijkertijd, bijvoorbeeld met zenders, is een kleine mixing desk nodig om de geluiden op elkaar af te stemmen.
– Koptelefoons: De mixer en de boom operator moeten altijd professionele koptelefoons gebruiken, met grote oorstukken die het hele oor bedekken. Dus geen oordopjes!
– Microfoons: Richtmicrofoons, omni-microfoons en zenders, zijn de meest gebruikte microfoons. Het geluidsteam moet alle drie voorradig hebben op de set, zelfs als dat niet in de planning staat.
Er kan altijd iets onverwachts gebeuren, waardoor ze toch nog nodig zijn.
– Boom: De staf of hengel waaraan de microfoons worden bevestigd.
– Statief: Om een microfoon op te zetten en vervolgens ergens in het shot te verbergen, bijvoorbeeld achter een bloempot.
– Jammer: Kap die over de richtmicrofoon past om hem te beschermen. Een extra bescherming tegen wind en regen is een windscreen.
– Kabels: XLR-kabels tussen de microfoons en opnameapparatuur zijn het meest gebruikt door professionele crews. – Verbindingsstukken voor de kabels.
– Batterijen: moeten regelmatig worden vervangen en moeten dus altijd voorradig zijn.
– Tapes: als er op een DAT-recorder wordt gedraaid moet er een voorraad klaar liggen.
– Isolerend materiaal: om de opnames te beschermen tegen geluiden van buitenaf.
– Barney: Een zware deken die over de camera of andere lawaaiige apparatuur kan worden gelegd (bijvoorbeeld een airconditioner of rookmachine) om het geluid te dempen.
Een dikke leren jas kan hiervoor ook worden gebruikt.