Welkom op deze WIKI-pagina over malaria en depressie. Malaria is een veelvoorkomende en potentieel levensbedreigende ziekte die vooral in tropische en subtropische gebieden voorkomt. Malaria wordt overgedragen door parasieten die worden overgebracht door muggenbeten. Depressie is een veel voorkomende mentale aandoening die een bi-directionele relatie heeft met malaria, wat betekent dat beide aandoeningen elkaar kunnen beïnvloeden.
Het eerste hoofdstuk biedt informatie over malaria, waaronder epidemiologie, prognose en behandeling. In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op de epidemiologie en behandeling van depressie bij malaria. Het derde hoofdstuk belicht de interactie tussen beide aandoeningen in meer detail en met meer verdieping. Deze pagina is bedoeld voor malaria patiënten, familieleden, professionals en andere geïnteresseerden.
Deze WIKI is opgesteld door studenten van de master Medische Psychologie aan Tilburg University als onderdeel van de cursus ‘Psychofarmacologie’. Hoewel de informatie is gebaseerd op de meest recente kennis en onderzoek, kan de volledigheid en juistheid niet worden gegarandeerd. De WIKI-pagina is gepubliceerd in mei 2024 en zal hierna niet meer worden bijgewerkt, waardoor de informatie mogelijk verouderd is. Bovendien kunnen er geen rechten worden ontleend aan informatie op deze pagina. Voor verdere vragen na het lezen van deze pagina adviseren wij u contact op te nemen met uw huisarts of behandelend arts.
Geschreven door: Demi van Rijswijck, Melissa Linders, Louka Sijbers en Lieke Beckers
Terug naar startpagina psychofarmacologie
Inhoudsopgave
Dit onderdeel gaat over malaria, één van de meest dodelijke infectieziekten ter wereld, maar goed behandelbaar met de juiste kennis en middelen. Malaria komt vooral voor in tropische en subtropische gebieden. De ziekte blijft daarom een groot volksgezondheidsprobleem, voornamelijk in Afrika, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika. Een diepgaand begrip van de epidemiologie, kenmerken en behandeling is essentieel voor het verminderen van de impact die de ziekte malaria met zich meebrengt. Het doel van dit onderdeel is daarom om uitgebreide informatie te verstrekken over malaria, waaronder de risicogroepen, oorzaken, prognostische aspecten en behandelingsmethoden. Als afsluiting worden nog enkele suggesties gegeven om het risico op besmetting met malaria te verkleinen.
Malaria is een tropische ziekte die wordt veroorzaakt door een muggenbeet (1). Met deze muggenbeet komt een parasiet terecht in het mensenlichaam. Een parasiet is een organisme dat leeft op planten of dieren en zich alleen voort kan planten ten kosten van een plant of dier (2). De malaria-parasiet behoort tot het geslacht Plasmodium. Het ziekteverloop en de symptomen van malaria kunnen variëren, afhankelijk van het specifieke Plasmodium type waarmee een persoon besmet is. In onderdeel 1.6.2 worden de Plasmodium soorten uitgebreider besproken. Het is mogelijk om het risico op een malaria-infectie te verminderen, waardoor de besmetting tot een minimum kan worden beperkt (3). Bovendien is het geruststellend om te weten dat malaria een behandelbare aandoening is, waardoor genezing mogelijk is. De naam 'malaria' is afgeleid van het Latijnse woord 'mala aria', wat 'slechte lucht' betekend. Dit heeft betrekking op de vroegere benaming van de ziekte, namelijk 'moeraskoorts'. Waarbij de ziekte werd toegeschreven aan de slechte lucht rondom moerasgebieden.
Figuur 1
De verspreiding van malaria wereldwijd
Noot. Deze afbeelding is gemaakt door de WIKI-auteurs en is gebaseerd op informatie die te lezen is op deze WIKI-pagina.
1.2.1 Malaria wereldwijd
Malaria is een ziekte die voorkomt in de tropen en de subtropen (4). Hieronder vallen Afrika, Midden Amerika, delen van Zuid-Amerika, Azië en het Midden Oosten.
Het 'Wereld Malaria rapport' van 2023 laat zien dat er in totaliteit 249 miljoen bekende gevallen van malaria waren in 2022 (5). Dit is een toename van 5 miljoen ten opzichte van 2021. Deze toename kwam voor een groot deel uit Pakistan, Nigeria, Ethiopië, Uganda en Papua New Guinea. Het dodenaantal in 2022 was 608.000, dit is ook een stijging ten opzichte van 2021. In 2022 vielen 76% van de doden in de categorie kinderen onder de 5 jaar.
1.2.2 Malaria in Nederland
In november 1970 werd Nederland officieel malaria-vrij verklaard (4). Er zijn echter nog steeds jaarlijkse gevallen van malaria in Nederland. Gemiddeld komen er per jaar 150 tot 300 besmettingen bij in Nederland. Zo is vanaf 2014 een stijgende lijn in malariabesmettingen te zien in Nederland (1, 4). Dit lijkt voornamelijk te komen door mensen met een West-Afrikaanse achtergrond die besmet raken met malaria tijdens bezoek aan familie en vrienden. Daarnaast komt het ook vaker voor bij asielzoekers.
Ook in de buurt van Nederlandse (lucht)havens worden jaarlijks enkele gevallen van besmetting met malaria gezien (4). Deze besmettingen zijn het gevolg van geïnfecteerde muggen uit de tropen die met het (lucht)verkeer meegenomen worden.
De belangrijkste symptomen van malaria zijn koorts, hoofdpijn en spierpijn (4). Meestal bestaan de symptomen uit aanvallen die 4-8 uur duren en elke paar dagen terugkomen (6).
Het ziektebeeld verschilt per persoon en is afhankelijk van de soort malariamug en de immuunstatus van de patiënt (5). De immuunstatus betekent in dit geval hoe goed het lichaam in staat is zich te verdedigen tegen ziektes.
Verdere symptomen gerelateerd aan malaria zijn (6):
Koude rillingen
Hevig zweten
Bloedarmoede
Hoofdpijn
Gewrichtspijn
Misselijkheid/braken
Stuiptrekkingen (bij kinderen)
Zoals in dit bovenste lijst te zien, is bloedarmoede een van de symptomen van malaria. Dit komt doordat de parasiet de rode bloedcellen in het menselijk lichaam kapot maakt (6). Dit kan weer tot verdere symptomen lijden, zoals:
Vermoeidheid
Bleekheid
Diarree
Geelzucht en verwarring.
Een gevreesde complicatie bij malaria is hersenaantasting, ook wel bekend als cerebrale malaria (7). Dit is een complicatie die voornamelijk bij kinderen gezien wordt. Hierbij daalt het bewustzijn soms snel, waardoor mensen met een besmetting in een coma kunnen belanden. Letsel kan na behandeling verdwijnen, maar klachten van de hersenaantasting kunnen ook chronisch worden. Hierdoor kunnen ziektebeelden als epilepsie het gevolg zijn van een malaria-infectie.
Malaria is in de meeste gevallen goed te behandelen (8). Een belangrijke factor in het verbeteren van de prognose is een juiste diagnosestelling. Bovendien is het belangrijk om op tijd medische hulp in te schakelen, zeker als je merkt dat je tijdens of na een verblijf in een (sub)tropisch gebied koorts krijgt (8). De kans op overlijden wordt ongeveer 4 keer zo groot als je een dag extra wacht met het bezoeken van een medische professional, wat de noodzaak van op tijd naar medische hulp stappen laat zien (9). Het is daarom ook essentieel om voor vertrek naar een malaria-gebied goede stappen te ondernemen ter voorbereiding van je reis.
De kans op een malaria-infectie kan verkleind worden door het gebruik van medicatie en het voorkomen van muggenbeten (3). Hiervoor is het belangrijk dat u, voor uw reis naar een risicogebied, spreekt met een professional. Voor informatie over malaria preventie kunt u terecht bij GGD: Malaria bescherming en voor specifiek advies voor u situatie en reisbestemming kunt u naar GGD: Persoonlijk advies.
1.5.1 Medicatie en muggenspray
Reizigers kunnen zichzelf beschermen door het nemen van malaria medicatie (10). Over het algemeen, zal er 2 tot 3 weken voorafgaande aan een reis begonnen moeten worden met het nemen van de medicatie, tot ongeveer 4 weken na de reis (3). Echter kan de periode waarin je medicatie moet slikken verschillen door het type medicatie en het gebied waar je naartoe reist, raadpleeg daarom altijd een medisch professional over het innemen van medicatie. Meer informatie over de specifieke malaria medicatie kunt u lezen in onderdeel 1.7.3 'Behandeling van malaria'. Er is vooralsnog geen anti-malaria medicatie die 100% effectief is, dus het is belangrijk om ook andere maatregelingen tegen muggenbeten te nemen, zoals bijvoorbeeld een muggenspray (11).
Het wordt aangeraden om een een EPA-geregistreerde muggenspray te gebruiken (10). De actieve stof in de muggenspray is hierbij van belang. U kunt op deze site meer informatie vinden over waar de muggenspray aan moet voldoen.
1.5.2 Tips voor het voorkomen van een muggenbeet
Zorg dat uw lichaam zo veel mogelijk bedekt is. Draag dus een lange broek en een trui met lange mouwen.
Gebruik een bedgordijn in uw verblijf (bij voorkeur wit, vierkant en lang genoeg om onder het matras te stoppen).
Gebruik een insecten-werend middel met 0.5% permetrine op u kleding en bedgordijn. Gebruik dit echter niet direct op uw huid
Zorg voor een vensterscherm in uw verblijf (3).
1.5.3 Tips voor het voorkomen van een muggenbeten bij kinderen
Kijk altijd op het label of u de muggenspray op u kind kunt gebruiken.
Gebruik geen muggenspray met limoen-eucalyptus olie of Paramenthanediol bij kinderen jonger dan 3 jaar.
Doe geen muggenspray op de handen, ogen, mond, wondjes en geïrriteerde huid van uw kind.
Breng altijd nieuwe muggenspray aan nadat u uw baby heeft ingesmeerd met zonnebrand.
1.6.1 De pathogenese van malaria
De pathogenese, de manier hoe een ziekte zich ontwikkelt, is erg complex bij malaria (12). Dit komt doordat er verschillende soorten malaria zijn, er verschillende omgevingen zijn waar een malaria besmetting plaats kan vinden en doordat ieder persoon anders reageert op een parasiet. De levenscyclus van de parasiet is echter bij elke geïnfecteerde persoon wel hetzelfde.
Figuur 2
De levenscyclus van malaria
Noot. Deze afbeelding is gemaakt door de WIKI-auteurs en is gebaseerd op informatie die te lezen is op deze WIKI-pagina.
De Levenscyclus gaat als volgt (13):
1. Malaria begint bij een beet van de vrouwelijke Anopheles-mug. Tijdens deze beet brengt de mug kleine parasieten in het bloed, die sporozoïeten genoemd worden.
2. De sporozoïeten reizen naar de lever (13). In de lever vermenigvuldigen ze zich, maar hier veroorzaken ze nog geen symptomen.
3. Na enige tijd komen de sporozoïeten vrij uit de lever, waarna ze door het bloed circuleren. Zodra ze de rode bloedcellen infecteren worden ze merozoïeten genoemd (14).
4. De merozoïeten vermenigvuldigen zich binnen de rode bloedcellen. Uiteindelijk zorgen ze ervoor dat de rode bloedcellen knappen. Het doorbreken van de rode bloedcellen is hetgeen dat de symptomen ls koorts veroorzaakt bij malaria.
5. Als een mug vervolgens de geïnfecteerde persoon bijt, neemt de mug de parasiet weer op.
6. De parasieten ontwikkelen zich in de mug en vormen sporozoïeten, die uiteindelijk weer vrijkomen in het lichaam van de mug.
7. De cyclus herhaalt zich, zodra de mug een nieuw persoon bijt.
1.6.2. De verschillende soorten malaria
Zoals eerder aangegeven zijn er verschillende soorten malaria parasieten, ook wel Plasmodium genoemd. De verschillende soorten Plasmodium zijn, op volgorde van hevigheid (15):
Plasmodium falciparum (P. falciparum)
Plasmodium vivax (P. vivax)
Plasmodium malariae (P. malariae)
Plasmodium ovale (P. ovale)
Plasmodium knowlesi (P. knowlesi)
Elk soort Plasmodium zorgt voor een ander ziekteverloop en geeft andere ziekteverschijnselen. P. falciparum is de meest voorkomende vorm van malaria en is vooral ingrijpend voor de risicogroepen, waaronder zwangere vrouwen en kinderen onder de 5 jaar.
Bij P. vivax en P.ovale malaria is het ook mogelijk dat de malariaparasieten zich in de lever nestelen. De malariaparasieten zullen daar in hypnose gaan en worden later pas weer actief. Als ze op een later tijdstip actief worden, gaat de levenscyclus, zoals in figuur 2 besproken, verder. Hierdoor kunnen de symptomen weken, maanden en soms zelfs jaren later opnieuw ontstaan (16).
De gemiddelde incubatieperiode, ook wel de tijd die verstrijkt tussen besmetting en vertonen van eerste klinische symptomen, is tussen de 10 en 14 dagen (4). Dit kan verschillen per soort Plasmodium. Hoe heftiger de vorm Plasmodium, hoe sneller de incubatietijd, met uitzondering van P. vivax en P. ovale. De incubatieperiode kan verlengd zijn als een periode anti-malariamedicatie is genomen, maar dit niet op de voorgeschreven wijze is gedaan.
1.7.1 Diagnose
Nadat symptomen zijn opgetreden die kunnen wijzen op malaria, kan er bloedonderzoek uitgevoerd worden (15). Dit onderzoek is gericht op ofwel malaria parasieten ofwel antigenen in het bloed van de patiënt. Anitgenen zijn signalen vanuit het immuunsysteem die laten zien dat er een indringer aanwezig is in het lichaam. Hoewel dit misschien eenvoudig klinkt blijkt dat nog niet altijd makkelijk te zijn. Doordat malaria uit 5 verschillende Plasmodium soorten bestaat, dient het bloed voor elk soort getest te worden. Daarnaast kan de fase van ontwikkeling van de parasiet de uitslag van het onderzoek beïnvloeden. Om op malaria te testen kan gebruik worden gemaakt van verschillende methoden (17). De methoden die op dit moment gebruikt kunnen worden zijn:
Microscopische bloedonderzoek aan de hand van dikke en dunne bloedplaatjes
Een Rapid Diagnostic Test (RDT)
Een Polymerase Chain Reaction Test (PCR)
In figuur 3 is meer te lezen over deze verschillende methoden.
1.7.2 Na een besmetting van malaria
Malaria is een ziekte waarvoor geen verplichte maatregelen genomen hoeven te worden, maar waarbij het wel noodzakelijk is om een melding te maken. Deze melding is belangrijk om zowel de patiënt als de omgeving te informeren over te nemen voorzorgsmaatregelen. (23). Daarnaast wordt er altijd gegevensverzameling gedaan bij patiënten met malaria. Hierin wordt uitgevraagd naar het land van besmetting, periode van verblijf, risicogroep en het type malaria (4). Na een malaria-infectie is het belangrijk dat de patiënt geen bloed mag doneren voor minimaal zes maanden na beëindiging van de behandeling.
1.7.3 Behandeling van malaria
In Nederland worden gevallen van malaria over het algemeen behandeld volgens richtlijnen die zijn opgesteld door deskundigen op het gebied van infectieziekten. De behandeling kan variëren afhankelijk van factoren zoals het type malariaparasiet, de ernst van de infectie, de resistentie van de parasiet (ofwel hoe goed de parasiet tegen de behandeling kan) en individuele patiënt kenmerken.
Aan de hand van de richtlijnen volgens farmaceutisch kompas (24) zijn er verschillende medicijnen die ingezet kunnen worden. Van deze verschillende medicijnen is een overzicht te zien in tabel 1.
Figuur 3
De diagnostische methodes voor het opsporen van malaria
Noot. Dit figuur is gemaakt door de auteurs van deze WIKI-pagina
Tabel 1
Malaria medicatie
Noot. Deze tabel is gemaakt door de auteurs van deze WIKI
d
1.7.4 Follow up
Na de behandeling is het belangrijk om de patiënt te blijven volgen om ervoor te zorgen dat de infectie volledig is verdwenen en er geen terugval optreedt. Dit kan inhouden dat er periodieke bloedonderzoeken worden uitgevoerd om te controleren op de aanwezigheid van malariaparasieten.
Verschillende psychische aandoeningen gaan samen met de diagnose malaria, waaronder angst, depressie en vermoeidheid (26). De verbanden tussen malaria en psychische stoornissen zijn echter complex. Malaria kan leiden tot depressie, onder andere doordat het een ernstige ziekte is die je uitgeput en neerslachtig kan maken. Deze depressie kan vervolgens zorgen voor een verstoring van de behandeling en het herstel van malaria. Het is dus belangrijk om de depressieve klachten bij malaria goed te herkennen. Het doel van dit hoofdstuk is dan ook om dieper in te gaan op de epidemiologie, etiologie en behandeling van depressie bij malaria.
Depressieve aandoeningen, zoals beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), worden gekenmerkt door aanhoudend gevoel van verdriet, verlies van interesse of plezier in activiteit en dit lijdt tot beperking van het dagelijks functioneren (27). Depressieve aandoeningen worden gediagnosticeerd op basis van veel verschillende mogelijke symptomen waaronder verminderde stemming en verminderde interesses. Voor een uitgebreid overzicht van de symptomen en de specifieke DSM-criteria behorende bij een depressie kunt u hier klikken.
Depressie lijkt een veel voorkomend, maar nog onderschat probleem bij malaria. Hoewel is vastgesteld dat mensen die lijden aan malaria een verhoogd risico lopen op de ontwikkeling van depressieve symptomen, is het moeilijk om specifieke percentages te noemen. Er wordt gesuggereerd dat depressie vaker voorkomt bij mensen met malaria (10-50%) in vergelijking met een gezonde populatie (10-18%)(27, 28, 29) . Het is vooral moeilijk specifieke getallen te bepalen doordat depressieve klachten nog snel over het hoofd gezien worden door de overeenkomsten met klachten van malaria zelf. Zo kennen artsen in Afrika en Azië vermoeidheid en algemene malaise vaak toe aan malaria, terwijl het om een depressie gaat (30). Bovendien heerst in de gebieden Afrika en Azië nog vaak een stigma richting depressieve klachten en is er beperkte toegang tot de gezondheidszorg van deze landen, wat maakt dat er weinig onderzoek en vastgestelde diagnoses naar depressie bij malaria zijn.
Er zijn verschillende oorzaken die het ontstaan van depressieve klachten bij patiënten met malaria verklaren. De etiologie van depressie bij malaria is namelijk multifactorieel en afhankelijk van biologische, psychologische en sociale factoren. Deze factoren samen vergroten de kans op het ontwikkelen van een depressie na besmetting van de malaria mug.
2.3.1 Biologische factoren
Ten eerste kan malaria directe biologische effecten hebben die kunnen bijdragen aan het ontstaan van depressie. Dit proces verloopt in verschillende stappen zoals te zien in figuur 4.
Figuur 4
Van malaria tot depressie
Noot. Dit figuur is gemaakt door de WIKI-auteurs en is gebaseerd op informatie die te lezen is op deze WIKI-pagina.
Een korte toelichting bij de bijbehorende stappen:
1. Wanneer iemand besmet raakt met de parasieten die malaria veroorzaken, reageert het lichaam met ontstekingsreacties (31).
2. De ontstekingsreacties in het lichaam veroorzaken de vrijlating van verschillende stoffen, genaamd cytokines en chemokines.
3. Deze cytokines en chemokines kunnen vervolgens de werking van specifieke receptoren in de hersenen veranderen zoals de dopamine D1 en D2 receptoren.
4. Dit kan leiden tot blijvende veranderingen in bepaalde structuren in de hersenen, met name in het striatum (32). Het striatum is een belangrijk hersengebied dat een breed scala aan functies ondersteunt, variërend van motorische controle tot beloningsverwerking en cognitie.
5. De afwijkingen in deze structuren van de hersenen zorgen voor een verstoring in neurotransmitters als serotonine en dopamine in de synaptische spleet, wat leidt tot vermindering in het ervaren van beloning en plezier, vermindert cognitief functioneren, vermoeidheid, piekeren en verminderde stemming.
Kortom, de biologische effecten van malaria kunnen leiden tot verstoringen in chemische stoffen in de hersenen, wat op zijn beurt kan bijdragen aan het ontstaan van depressieve symptomen.
2.3.2 Psychologische reacties op malaria
Het ervaren van de heftige en stressvolle symptomen die het gevolg zijn van malaria kan van invloed zijn op de stemming en het gedrag van de patiënt. De ernstige symptomen als koorts, rillingen en algemene malaise kunnen bijdragen aan gevoelens van hopeloosheid en angst (30). Verder kan het langdurige en onzekere verloop van de ziekte door herhaalde episodes als mentaal belastend ervaren worden. Malaria is dus een ziekte die uitputtend is en iemand daarmee als gevolg neerslachtig kan maken. Bovendien kunnen de lange-termijn effecten, zoals neurologische complicaties en cognitieve stoornissen, ook bijdragen aan het ontstaan van depressieve symptomen.
2.3.3 Depressie als resultaat van de behandeling
De behandeling van malaria en de bijwerkingen van sommige medicatie voor malaria kunnen ook bijdragen aan depressieve symptomen (33). Zo hebben sommige antimalariamiddelen, zoals mefloquine, neuropsychiatrische bijwerkingen als gevolg (34). Deze bijwerkingen kunnen het herstel van de patiënt belemmeren en de symptomen behorende bij depressie verergeren. Meer verdiepende informatie over de specifieke bijwerkingen en het mechanisme hierachter is te lezen in onderdeel 3.2.3 'Mefloquine en depressie'.
Zoals in onderdeel 2.2 besproken worden depressieve stoornissen bij malaria vaak nog ondergediagnosticeerd in Afrikaanse en Aziatische gebieden. Dit heeft als gevolg dat verkeerde behandelingen en medicijnen voorgeschreven worden aan de klachten die mensen ervaren. Aan de hand van de behandeling van malaria zullen de parasieten die malaria veroorzaken verdwijnen, maar de persoon kan blijven lijden aan de niet-herkende en daarom onbehandelde psychologische gevolgen. Bovendien behoudt een kwart van de overlevenden van (cerebrale) malaria cognitieve en gedragsmatige tekortkomingen. Dit lijkt in verband te staan met de dopamine receptoren D1 en D2. Deze receptoren zijn betrokken bij motorische handelingen en emotieregulatie (35).
Tijdens het opstellen van een behandelplan is het van belang om op individueel niveau te kijken wat de meest effectieve behandeling is voor een patiënt voordat wordt besloten of een medicamenteuze of een psychologische interventie ingezet zal worden en in welke setting (36).
2.5.1 Farmacologische behandeling
Medicamenteuze behandelingsopties voor depressie zijn de afgelopen jaren ontzettend toegenomen, waardoor er tegenwoordig een brede keuze aan antidepressiva is (37-39).
In tabel 2 worden verschillende soorten antidepressiva besproken die worden gebruikt als behandeling voor depressie bij malaria.
Tabel 2
Antidepressiva
Noot. Deze tabel is gemaakt door de auteurs van deze WIKI-pagina
2.5.2 Niet farmacologische behandeling
Een behandeling voor depressie start vaak met een vorm van psychotherapie. Dit zijn therapieën waarbij wordt gefocust op het helpen van mensen bij het begrijpen van gedachten, gevoelens en gedragingen. Er zijn tegenwoordig verschillende type psychotherapie die ingezet worden. Er is een groot aantal studies in de literatuur die de effectiviteit van de psychotherapieën ondersteunt (40). De veel voorkomende therapieën in de gezondheidszorg en hun werking zijn in tabel 3 weergegeven.
Naast psychotherapie wordt de samenhang tussen leefstijl en depressie ook vaak aangehaald. Uit onderzoek is gebleken dat fysieke activiteit op zichzelf niet voldoende is als behandeling voor depressie, maar wanneer fysieke activiteit wordt gecombineerd met medicatie of therapie wordt er wel een positief effect waargenomen (46). Het voordeel bij de niet medicamenteuze behandelingen is dat, ten opzichte van sommige medicamenteuze behandelingen, de positieve resultaten van de behandeling ook na het eindigen van de behandeling behouden blijven (47).
Tabel 3
De niet farmacologische behandelingen bij depressie
Noot. Deze tabel is gemaakt door de auteurs van deze WIKI
2.5.3 Electroconvulsietherapie
Electroconvulsietherapie (ECT) wordt, ondanks vele discussies vanwege mogelijke bijwerkingen en een heersend stigma, nog steeds toegepast als behandeling voor depressies (48). Wel wordt het alleen toegepast bij mensen die niet reageren op andere behandelingen, zoals medicatie of psychotherapie. ECT werkt door middel van stimulatie van het brein aan de hand van elektrische golven die via twee elektronen door de hersenen geleid worden. Deze elektrische golven veroorzaken kleine aanvallen in de hersenen. Over het algemeen wordt gesteld dat tussen de 6 en 12 behandelingen nodig zijn om positieve effecten te ervaren (49).
Er wordt nog slecht begrepen wat nu precies leidt tot verbetering van depressie tijdens ECT. Hieronder 2 theorieën over de mogelijke onderliggende mechanismen:
Tijdens het behandeltraject van ECT vindt een consistente groei van het volume van de hippocampus plaats (50). Bij mensen met een depressie is dit gebied verkleind. De hippocampus is een hersengebied dat betrokken is bij de regulatie van stress en een groei van het volume kan hierdoor helpen de depressieve klachten te verminderen.
Een andere theorie over de werking van ECT heeft te maken met het feit dat tijdens een epileptische aanval grote hoeveelheden hormonen in de hersenen worden uitgescheiden. Deze hormonen hebben op hun beurt invloed op andere (hormoonproducerende) organen. Hierdoor zou uiteindelijk weer een normaal niveau van hormonen bereikt worden, met als resultaat dat patiënten zich beter voelen (51).
2.5.4 overige behandelingen
Er zijn nog verschillende behandelingen voor depressie die minder vaak ingezet worden. In deze categorie vallen onder andere: lichttherapie, diepe hersenstimulatie, transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) en transcraniële directe stimulatie (36).
In de vorige hoofdstukken is informatie gegeven over malaria en depressie bij malaria. Hierbij is gebleken dat malaria een belangrijk probleem is in vooral (sub)tropische gebieden, waarbij depressieve gevoelens nog vaak over het hoofd gezien worden. Dit derde hoofdstuk zal nog meer verdiepend ingaan op deze complexe relatie tussen malaria en depressie. Als eerste zal worden gekeken naar de rol van het immuunsysteem in de relatie tussen malaria en depressie. Vervolgens zal verder worden ingegaan op praktische belangen en mogelijke risico’s van het combineren van malaria medicijnen en antidepressiva. Als laatste zal worden ingegaan op de de invloed van sociaal economische status en stigma bij malaria en depressie.
Het immuunsysteem is de onzichtbare verdedigingslinie van ons lichaam die ons beschermt tegen ziekten en infecties (52). Het bestaat uit een complex netwerk van cellen, weefsels en organen dat in ons onbewuste constant werkt aan onze gezondheid. Wanneer het immuunsysteem een schadelijke indringer (zoals een virus of bacterie) detecteert, activeert het witte bloedcellen of natural killer (NK) cellen die de indringer aanvallen en vernietigen. Het immuunsysteem bestaat uit 2 hoofdcomponenten namelijk (52):
Het aangeboren immuunsysteem: reageert snel en direct op elk gevaar zonder dat eerdere blootstelling is geweest.
Het adaptieve immuunsysteem: ontwikkelt specifieke reacties op een ziekteverwekker na blootstelling aan deze ziekteverwekker, zoals bij malaria
Deze twee systemen werken samen en helpen ons dus om gezond te blijven en ziektes te voorkomen. Wanneer dit systeem echter niet goed werkt en de indringers niet op tijd uit worden geschakeld, leidt dit tot ziekten als koorts en ontstekingen.
3.1.1 Het immuunsysteem tijdens een malaria-infectie
Tijdens een infectie van de malariamug wordt het immuunsysteem geconfronteerd met complexe uitdagingen. In de eerste fase van de malaria-infectie worden de Plasmodium parasieten namelijk nog niet goed opgemerkt door het immuunsysteem, aangezien deze zich verstoppen en vermenigvuldigen in de lever (53). Zodra de parasieten de rode bloedcellen binnendringen worden ze pas zichtbaar voor het immuunsysteem. Het immuunsysteem begint dan met het aanvallen van de parasieten zoals beschreven in onderdeel 3.1. De malariaparasieten maken het echter extra moeilijk voor het immuunsysteem om ze te detecteren. Zo vermommen ze zich door andere lichaamscellen aan hun oppervlak te tonen (54). Bovendien kunnen ze stoffen produceren die de immuunrespons kunnen onderdrukken of verstoren. Als gevolg hiervan heeft het immuunsysteem vaak moeite om de parasieten te elimineren waardoor het moeilijk wordt voor het immuunsysteem om parasieten te herkennen. Hierdoor ontstaan de malaria symptomen.
3.1.2 Neuro immunologische communicatie bij malaria
Figuur 5 biedt een heldere illustratie van de complexe paden in de interactie tussen malaria en depressie. In de tekst onderstaand figuur 5 wordt deze vicieuze cirkel in stappen verder toegelicht.
Figuur 5
De vicieuze cirkel tussen malaria en depressie
Noot. Deze afbeelding is gemaakt door de WIKI-auteurs en gebaseerd op informatie die te lezen is op deze WIKI-pagina.
Een korte toelichting bij de bijbehorende stappen:
1. Malaria: Er is sprake van een malaria-infectie, waardoor het immuunsysteem van het lichaam verstoord wordt.
2. Immuunrespons: Zoals besproken in onderdeel 3.1.1 'Het immuunsysteem tijdens een malaria-infectie' leidt een verstoring van het immuunsysteem tot een verhoogde inflammatoire respons in het lichaam. Dit resulteert in toename van ontstekingsreacties.
3. Ontstekingsreactie: De ontstekingsreactie kan de bloed-hersenbarrière passeren, wat betekent dat de signalen van ontsteking kunnen doordringen tot de hersenen (55).
4. Neurologische reacties en neurotransmitters: De door de bloed-hersenbarrière gedrongen signalen kunnen de activiteit van neuronen en neurotransmitters beïnvloeden (56).
5. Depressie: Dit kan vervolgens leiden tot veranderingen in stemming, emoties en gedrag, en kan dus bijdragen aan het
ontstaan van depressieve symptomen (57). Depressie wordt dus geassocieerd met een verstoorde neurotransmitter balans
en kan verergerd worden door de inflammatoire respons op de malaria-infectie.
6. Risicogedrag en verminderde weerstand: Deze depressieve gevoelens kunnen op hun beurt het risico op malaria vergroten (58). Dit komt doordat depressie de weerstand tegen infecties kan verminderen, verder kunnen depressieve symptomen resulteren in minder aandacht voor gezondheidszorg en mogelijk meer risicovol gedrag.
7. Toename in malaria gerelateerde complicaties: Deze risicofactoren kunnen leiden tot een verhoogde blootstelling aan muggenbeten en malaria-gerelateerde complicaties. Dit vergroot uiteindelijk het risico op infectie met malariaparasieten, waardoor de cyclus van malaria-infectie en depressie weer rond is.
Al met al benadrukt de neuro-immunologische communicatie de nauwe verbinding tussen de immuun- en zenuwstelsels. Verstoringen in deze communicatie kunnen zowel de ontwikkeling van depressie tijdens een malariabesmetting, als het risico op malaria bij een depressieve toestand vergroten. Het begrijpen van deze complexe interactie tussen malaria en depressie is daarom essentieel voor het ontwikkelen van effectieve preventie- en behandelingsstrategieën voor zowel malaria als depressie.
3.1.3 Antidepressiva en het immuunsysteem
Studies naar de effecten van antidepressiva op het immuunsysteem suggereren dat antidepressiva, naast de klassieke effecten op het neurotransmittersysteem in de hersenen, ook de immuunrespons kunnen beïnvloeden bij patiënten die lijden aan depressieve stoornissen (59). Ten eerste kunnen antidepressiva helpen om ontstekingen in het lichaam te verminderen door de productie van ontstekingsstoffen, zoals cytokines, te reguleren (60). Daarnaast kunnen antidepressiva de werking van bepaalde immuuncellen, zoals T-cellen en NK-cellen, verbeteren. Dit kan mogelijk bijdragen aan de verbetering van de gezondheidstoestand van patiënten met depressie. Deze bevindingen suggereren dat antidepressiva ook een gunstig effect zouden kunnen hebben op het immuunsysteem tijdens malaria, doordat ontstekingsreacties verminderen. Het begrijpen van deze interactie kan belangrijk zijn voor het optimaliseren van de behandeling van zowel depressie als malaria bij getroffen individuen. Verdere studies zijn echter nodig om de precieze effecten van antidepressiva op het immuunsysteem tijdens malaria infecties te verduidelijken.
3.1.4 Getrainde immuniteit na malaria besmetting
Via het adaptieve immuunsysteem kan een soort ‘geheugen’ ontwikkeld worden van de malariaparasiet (61). De onderliggende werking voor het ontwikkelen van dit geheugen is ingewikkeld. Antilichamen en geheugencellen zoals geheugen T-cellen en geheugen B-cellen, zorgen na een eerste infectie ervoor dat het lichaam een geheugen van de malariaparasieten opbouwt. Hierdoor zal bij een eventuele tweede besmetting een betere en snellere reactie ontstaan, waardoor de Plasmodiumcellen eerder afgebroken zullen worden. Dit resulteert erin dat symptomen verminderd of zelfs geheel voorkomen kunnen worden, waardoor mensen bij een tweede besmetting dus minder of niet ziek worden. Buiten het eerder herkennen en bestrijden van malaria kan het ‘getrainde’ immuunsysteem ook voorkomen dat parasieten vermenigvuldigd worden in het bloed (62). Dit zorgt ervoor dat de ontwikkeling van Plasmodiumcellen geremd worden en dus ook de hoeveelheid menselijk besmettelijk bloed. Dit zorgt uiteindelijk voor een vermindering van het aantal geïnfecteerde muggen. Dit leidt tot een onderbreking van de cyclus die eerder beschreven is in onderdeel 1.6.1 'De pathogenese van malaria'.
3.1.5 Immuniteit bij malaria: geslachtsverschillen
Geslachtsverschillen kunnen een rol spelen in de immuunreactie bij malaria. Zo kunnen geslachtsverschillen de vatbaarheid voor infectie, de ernst van de ziekte en de respons op de behandelingen beïnvloeden (63). Geslachtsverschillen kunnen op verschillende niveaus invloed hebben op het immuunsysteem, namelijk:
Op hormonaal niveau: Oestrogeen, een vrouwelijk geslachtshormoon, stimuleert het immuunsysteem (64). Hierdoor zorgt oestrogeen voor een beschermend effect bij een malaria infectie bij vrouwen. Mannen bezitten daarentegen voornamelijk het geslachtshormoon testosteron. Testosteron heeft mogelijk een meer onderdrukkend effect op het immuunsysteem (64).
Op genetisch niveau: Mannen en vrouwen hebben verschillende genetische eigenschappen. Om te beginnen hebben mannen de geslachtschromosomen XY, en vrouwen de geslachtschromosomen XX. Het grote verschil tussen de X- en de Y-chromosoom is dat het Y-chromosoom codeert voor ongeveer 10 genen, terwijl het X-chromosoom voor maar liefst 1100 genen codeert (65). Genen op de X chromosoom spelen daarom een grotere rol bij de efficiëntie functionaliteit van het immuunsysteem (65). Dit kan zowel positief als negatief werken. Zo kan dit ervoor zorgen dat vrouwen juist een sterker immuunsysteem hebben, maar het hebben van de geslachtschromosomen XX zorgt tegelijk ook voor een groter risico op de expressie van een gen met een groter risico op immuunziekten. Over het algemeen kan dus niet goed gezegd worden welk geslacht een 'beter' immuunsysteem heeft. Verder spelen verschillende genen die coderen voor immuun gerelateerde eiwitten mogelijk een rol in de variatie van de reactie van het immuunsysteem (66).
Op immunologisch niveau: Uit onderzoek is gebleken dat mannen en vrouwen verschillen vertonen in de productie van antilichamen en het ontstaan van ontstekingsfactoren (67). Dit kan de immunologische reactie op de malaria parasieten zoals te zien in figuur 5 beïnvloeden.
Het bewust zijn van deze geslachtsverschillen op de immuunreactie bij infectieziekten zoals malaria is van belang om behandelingen per persoon op een juiste manier af te stellen. Bovendien is het belangrijk om hiervan bewust te zijn aangezien het invloed kan hebben op het risico voor het ontstaan van bijvoorbeeld depressie als gevolg van malaria zoals besproken in de vicieuze cirkel in onderdeel 3.1.2 (figuur 5).
Malariamiddelen worden gebruikt om malaria te behandelen en te voorkomen. Hoewel ze essentieel zijn voor de volksgezondheid, kunnen sommige van deze medicijnen bijwerkingen hebben die de psychische gezondheid beïnvloeden (68). Een van de bekendste antimalariamiddelen met mogelijke psychische bijwerkingen is mefloquine (merknaam Lariam). Dit medicijn wordt vaak preventief ingezet in gebieden waar malaria wijdverspreid is.
3.2.1 Verhoogd serotonine niveau
Een van de grootste aandacht factoren op dit gebied is het risico op verhoogd serotonine niveau in het lichaam (69). Sommige antidepressiva zoals SSRI’s en SNRI’s werken, zoals ook te zien in tabel 2, door de niveaus van serotonine te verhogen in de hersenen. Ook medicijnen voor malaria, met name mefloquine en chloroquine, beïnvloeden dit serotonine niveau. Door het combineren van deze medicijnen verhoogt het risico op het ontwikkelen van het serotoninesyndroom. Dit is een ernstig syndroom dat zich ontwikkelt door een te hoog niveau van serotonine in de hersenen en kan leiden tot symptomen als koorts, snelle hartslag of zelfs coma. Het is dus van groot belang dat artsen voorzichtig zijn met het voorschrijven van de combinatie van medicijnen als antidepressiva, mefloquine en chloroquine. Bovendien is het belangrijk dat patiënten goed worden ingelicht en nauwlettend bezig zijn met de ontwikkeling van deze mogelijke bijwerkingen.
3.2.2 Verlengd QTc-interval
Buiten het serotoninesyndroom moet ook worden opgelet voor het ontwikkelen van een verlenging van het QTc-interval (70). Het QTc-interval is de tijd tussen het begin van de Q-golf en het einde van de T-golf op een elektrocardiogram (ECG), zoals te zien in figuur 6. Deze tijd zegt iets over hoe lang het duurt voordat het hart zich herstelt tussen twee slagen. Wanneer deze QTc-interval wordt verlengt, veroorzaakt dit een verhoogd risico op hartritmestoornissen die mogelijk levensbedreigend kunnen zijn. Mefloquine, een medicijn voor malaria, verlengt dit QTc-interval. Doordat antidepressiva, zoals TCA’s en SSRI’s, ook het QTc-interval verlengen, kan dit in combinatie met mefloquine leiden tot een opstapelend effect op het hart en het hartritme met mogelijk ernstige hartritmestoornissen als gevolg. Symptomen passend bij een verlengd QTc-interval zijn duizeligheid, flauwvallen en hartkloppingen. Het is dus van groot belang om nauwkeurig op deze symptomen te letten.
Figuur 6
Verlengd QT interval
Noot. Deze afbeelding is gemaakt door de WIKI-auteurs.
3.2.3 Mefloquine en depressie
Mefloquine kan bij sommige mensen lijden tot psychische bijwerkingen zoals angst, depressie, hallucinaties en slaapstoornissen (71). Het mechanisme achter deze bijwerkingen is nog niet volledig begrepen, maar er zijn diverse hypothesen over de samenhang tussen psychische problemen en het gebruik van dit medicijn. Zo wordt verondersteld dat het mogelijk te maken heeft met de aanwezigheid van oxidatieve stress (72). De verslechtering van de communicatie in de hersenen tussen de verbindingspunten van neuronen (synapsen) en hun ontvangende delen (dendrieten) lijkt namelijk verband te houden met de psychische bijwerkingen van mefloquine (72). Eerder onderzoek heeft al gesuggereerd dat mefloquine hoofdpijn, duizeligheid, angst en depressie kan veroorzaken door verstoring van de balans in het lichaam (73, 74). De precieze werking van deze hypothese is echter nog niet begrepen en alleen op ratten getest. Daarnaast lijkt het gebruik van mefloquine geassocieerd te zijn met ontstekingsreacties van de lever. De verstoorde werking van de lever kan ervoor zorgen dat een stof genaamd retinol, die in het lichaam voorkomt en een rol speelt bij verschillende lichaamsfuncties, niet goed wordt afgebroken. Hierdoor hopen andere stoffen die lijken op retinol, genaamd retinylesters, zich op in de lever. Wanneer deze opgeslagen stoffen vrijkomen, kunnen ze in grote hoeveelheden in de bloedbaan terechtkomen. Het te veel aan retinol-achtige stoffen in de bloedbaan kan mogelijk bij de hersenen terechtkomen en daar neuropsychiatrische symptomen veroorzaken (75, 76). De exacte werking van dit mechanisme is echter nog niet volledig begrepen en onderzocht.
Op dit moment worden ondanks de mogelijk ernstige bijwerkingen, nog steeds verschillende medicijnen, waaronder mefloquine, ingezet voor het voorkomen en behandelen van malaria. Echter, de afgelopen jaren is er steeds meer media-aandacht voor de psychische bijwerkingen van deze medicijnen bij malariabehandeling, wat heeft geleid tot een verandering in de behandeling en benadering van de ziekte.
3.3.1 Media aandacht
In de afgelopen jaren is er toenemende media-aandacht geweest voor het gebruik van ‘Larium’, een anti-malaria middel waarvan mefloquine de werkzame stof is. Verschillende kranten en websites hebben artikelen geschreven over de mogelijke bijwerkingen van dit medicijn met speciale aandacht voor het gebied van geestelijke gezondheid. In een artikel van de Volkskrant werd beschreven hoe een patiënt na het gebruik van Larium last kreeg van psychische klachten, waaronder hallucinaties en een depressie (77). Een artikel van Van den Broeck beschreef daarnaast ook het verhaal van beroemdheid Paul van Haver, beter bekend als Stromae (78). Hij moest in 2015 zijn tournee cancellen nadat hij last kreeg van psychische symptomen na het gebruik van Larium. Zijn gezondheidsproblemen werden bij een groot publiek bekend, waardoor het bewustzijn van de mogelijke bijwerkingen van Larium werd vergroot.
3.3.2 Verandering in medicijngebruik
Hoewel mefloquine bekend staat als een zeer effectief malariamiddel kunnen de bijwerkingen zeer ernstig zijn. Om deze reden hebben de Verenigde Staten en Europa sinds 2016 strikte richtlijnen opgesteld voor het gebruik van mefloquine. Indien er symptomen van psychische aard optreden, moet er onmiddellijk gestopt worden met het gebruik van mefloquine (79). Het Amerikaanse leger heeft zelfs besloten om volledig te stoppen met het gebruik van mefloquine vanwege de overmatige psychische bijwerkingen bij militairen (80).
Hoewel er eerst werd gedacht dat de psychische problemen van korte duur waren, en na het stoppen met de medicatie verdwenen, blijkt nu toch dat patiënten zelf enkele jaren na het stoppen van de medicatie last hebben van nachtmerries, psychotische problemen en veranderingen in de persoonlijkheid (33). Hierdoor wordt tegenwoordig geadviseerd om ongeveer 4 weken voorafgaand aan een bezoek aan een malariarisico gebied te beginnen met het gebruik van Larium. Dit biedt genoeg tijd voor patiënten om aan de bel te trekken zodra psychische klachten optreden, waardoor artsen nog op tijd in kunnen grijpen. De hoge effectiviteit van mefloquine als malariamedicijn aan de ene kant, en de ernstige bijwerkingen die het kan veroorzaken aan de andere kant, maken het tot een complexe afweging voor zowel patiënten als artsen bij de beslissing of mensen dit middel willen gebruiken. Het is van groot belang dat patiënten goed geïnformeerd worden over de risico’s en voordelen, zodat ze een geïnformeerde beslissing kunnen maken.
3.3.3 Malaria vaccinatie
Hoewel lange tijd malariapillen het enige middel waren om de kans op een malariabesmetting te verkleinen, zijn er sinds kort positieve veranderingen zichtbaar. Op 22 januari 2024 is ‘s werelds grootste vaccinatiecampagne tegen malaria gestart in Kameroen (81). Specifiek gaat het om het RTS,S-vaccin, dat werkt door het immuunsysteem van het lichaam te stimuleren om antilichamen te produceren (82). Deze antilichamen richten zich op het eiwit genaamd circumsporozoite, waardoor het de P. falciparum parasiet aanvalt voordat deze de levercellen kan bereiken. Het immuunsysteem wordt zo als het ware al getraind voordat een eerste infectie plaatsvindt. Wanneer iemand na deze vaccinatie door een malaria mug gestoken wordt zullen de antilichamen het eiwit als indringer herkennen. Hierdoor wordt de parasiet bestreden en mensen zullen niet of minder ziek worden (82). Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat na 4 doses van het RTS,S-vaccin bij kinderen onder één jaar, het vaccin in 36% van de gevallen effectief is (83). Dit betekent dat ziekte bij een derde van de besmettingen met malaria door het vaccin voorkomen kan worden. Het vaccin is op het moment vooral bedoeld voor kinderen in gebieden waar malaria veel voorkomt en waar sterfte hoog is. Het RTS,S-vaccin is momenteel het enige goedgekeurde en gebruikte malaria vaccin. Dit maakt dat een enorme mijlpaal is bereikt in de bestrijding en voorkoming van malaria, hoewel er nog verdere grote stappen nodig zijn.
3.4.1 Relatie SES met malaria en depressie
Er zijn specifieke gebieden waar malaria een gezondheidsbedreiging is door omgevingsfactoren zoals het klimaat en beschikbaarheid van gezondheidszorg. Gebieden met hoge besmetting bestaan onder andere uit Afrika, zuiden van de Sahara, Guinee, Nieuw Papoea en de eilanden in de Stille Zuidzee (84). Hier is meer over beschreven in onderdeel 1.2.1 'Malaria wereldwijd'. De Wereldgezondheidsorganisatie geeft aan dat er nog een totaal aan 106 landen zijn waar er een hoog risico is op malaria (85).
Op macroniveau (samenlevingsniveau) is de relatie tussen malaria en sociaal-economische status (SES) vastgesteld, waarbij armoede en slechte gezondheid nauw met elkaar verbonden zijn (86). Echter op microniveau (zoals binnen huishoudens en populaties) bestaat er ook een verband tussen malaria en armoede (87). Kinderen uit rijkere gebieden hebben een minder grote kans op het krijgen van malaria in vergelijking met kinderen uit arme gebieden. Dit komt mede doordat de muren, vloeren en daken in arme gebieden van slechte kwaliteit zijn. Literatuur wijst op een hogere prevalentie van malaria in gebieden met een laag SES op macro- en microniveau (86, 87).
Armoede, werkloosheid en gebrek aan onderwijs zijn veelvoorkomende sociaal-economische factoren in gebieden waar malaria voorkomt, zoals ook te zien in figuur 7. Deze sociaal-economische factoren zijn stressoren die samengaan met kwetsbaarheid voor het ontstaan van depressie (88). De kans op het krijgen van een depressie neemt ook toe met een vermindering in de SES (89). Ook is er gevonden dat een hoger onderwijsniveau samenhangt met een verminderde kans op depressie. Gebieden in Afrika hebben een lager inkomen en daarmee ook een lagere SES dan andere landen en gebieden op de wereld. Sociaal-economische status is dus een moderator in de relatie tussen malaria en depressie.
Figuur 7
Inkomen per regio.
Noot. Deze afbeelding in gemaakt door de WIKI-auteurs met informatie uit: World Bank. (2022). The world by income and Region. Geraadpleegd van https://datatopics.worldbank.org/world-development-indicators/the-world-by-income-and-region.html
3.4.2 Relatie stigma met malaria en depressie
Een stigma is een set aan oneerlijke en negatieve geloven over een groep of een gemeenschap (90). Een stigma kan zowel externaliserend als internaliserend zijn. Dit betekent dat een stigma zowel van andere mensen kan komen als vanuit jezelf. Mensen met problemen in de mentale gezondheid hebben een negatiever beeld over zichzelf door het stigma dat rondom een slechte mentale gezondheid hangt. Stigma en mentale gezondheid zijn verbonden met elkaar en het effect is observeerbaar in het dagelijkse leven (91). Zelf-stigmatisering en waargenomen stigmatisering vanuit externe bronnen zorgen voor een vermindering in het opzoeken van professionele hulp bij depressie. Gevoelens van verlegenheid, ongemak, angst en negatieve reactie van omgeving liggen ten grondslag aan dit verband (92). Stigma is en blijft daarom een groot probleem in lage inkomenslanden ook mede door beperkte initiatieven (waaronder campagnes) om mentale gezondheid onder de aandacht te brengen. Het overbrengen van campagnes die in hoge inkomenslanden gebruikt worden lijkt onmogelijk vanwege de kosten en benodigde middelen (93). Stigma heeft dus invloed op het gedrag van mensen, vooral in lage inkomenslanden, zoals veel gebieden in Afrika, waar momenteel nog weinig maatregelen zijn om stigmatisering te verminderen.
Zoals ook omschreven in onderdelen 1.6 'De ziekteprogressie en preventiemethoden' en 3.2 'Malaria medicatie en depressie' is er een interactie tussen malaria, de behandeling van malaria en mogelijke gevoeligheid voor het krijgen van een depressie. Het sterke stigma over depressie in ontwikkelingslanden zal tot gevolg hebben dat patiënten geen behandeling zoeken en last blijven houden van depressieve klachten. Echter is ondervonden dat er geen relatie is tussen stigmatisering en lichamelijke klachten (94). Deze ondervinding maakt ruimte voor de somatiserings-hypothese. Deze hypothese stelt dat patiënten met depressie hun lichamelijke klachten op de voorgrond houden en psychische klachten bewust/onbewust niet benoemen. In het geval van patiënten met malaria zou dit inhouden dat het makkelijker is voor patiënten in ontwikkelingslanden om fysieke klachten te benoemen (beschreven in onderdeel 1.1 'Wat is Malaria') dan om de ervaren depressieve klachten te benoemen vanwege stigmatisering (94). Deze stigmatisering van depressie bij ziekte heeft een verlaagd zelfbeeld als gevolg (95). De aanhoudende stigmatisering zorgt dus, via onder andere schaamte en een verlaagd zelfbeeld, voor een beperking in de behandeling van mentale problematiek bij malaria patiënten.
Depressie is een veelvoorkomend maar nog beperkt onderzocht probleem bij malaria. Dit komt mede doordat de symptomen van depressie, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen en stemmingsschommelingen, overeenkomen met symptomen van malaria. Bovendien heerst er een stigma richting depressie in de gebieden waar malaria het meest voorkomt, waardoor de depressieve gevoelens verwaarloosd kunnen worden. De informatie van deze WIKI-pagina heeft waardevolle inzichten geboden over niet alleen malaria en depressie op zich, maar ook over de onderliggende mechanismen van deze aandoeningen en de cruciale rol van het immuunsysteem hierin. Door de onderliggende neuro-immunologische reacties in het lichaam gedurende een malaria-besmetting te begrijpen, kan het ontstaan en verloop van depressie bij malaria beter begrepen worden. De bijbehorende vicieuze cirkel illustreert verder dat de relatie tussen malaria en depressie complex en bi-directioneel is. Daarom is het van cruciaal belang om ons bewust te zijn van de praktische implicaties van het combineren van behandelingen tegen depressie en malaria. We moeten mensen goed voorlichten en de juiste medicatie voorschrijven, aangezien ernstige complicaties kunnen ontstaan, zoals het serotoninesyndroom en hartproblemen, voor mensen die niet goed geïnformeerd zijn over de mogelijke gevolgen van het gelijktijdig gebruiken van medicatie voor malaria en depressie. Het is dus belangrijk om depressieve symptomen vroegtijdig te herkennen bij malaria en vervolgens de juiste behandelingen toe te passen, zodat de vicieuze cirkel tussen malaria en depressie bij een individu doorbroken kan worden.
De bi-directionele relatie tussen malaria en depressie benadrukt het belang voor verder onderzoek naar de prevalentie van depressie bij malariabesmetting, met name in (sub)tropische gebieden, en hoe depressie in deze regio's beter kan worden erkend en opgespoord. Een verbeterde herkenning van depressieve klachten bij malaria patiënten kan helpen om de vicieuze cirkel te doorbreken en eventuele screeningsmethoden te ontwikkelen voor depressie tijdens een malaria behandeling. Bovendien is het essentieel om te focussen op de toegankelijkheid van met name de geestelijke gezondheidszorg en het verminderen van de stigmatisering in laag inkomen landen. Door deze maatregelen kunnen we streven naar een efficiëntere behandeling van beide aandoeningen en een verbetering van de gezondheid en levenskwaliteit van getroffen individuen.
1. RIVM. Malaria. https://www.rivm.nl/malaria. 2023.
2. Voedingscentrum. Parasieten [Internet]. Voedingscentrum. Beschikbaar op: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/parasieten.aspx
3. World Health Organization (WHO). Malaria https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/malaria2023
4. RIVM. Malaria richtlijnen. https://lci.rivm.nl/richtlijnen/malaria#index_Ziekte--Besmettelijkheid.
5. Medicine for Malaria venture. Malaria facts & statistics https://www.mmv.org/malaria/malaria-facts-statistics#:~:text=There%20were%20249%20million%20malaria,growth%20and%20conflict%2Fforced%20migration.2023
6. Thuisvaccinatie. Malaria Symptomen https://www.thuisvaccinatie.nl/malaria/symptomen/2022
7. Gezondheid en Wetenschap. Malaria Patiëntenrichtlijn https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/malaria#:~:text=Malaria%20wordt%20veroorzaakt%20door%20een,de%20Anopheles%2Dmug%20of%20malariamug2022
8. Portal Clínic. Prognisis of Malaria https://www.clinicbarcelona.org/en/assistance/diseases/malaria/progression-of-the-disease
9. Hakizayezu F, Omolo J, Biracyaza E, Ntaganira J. Treatment outcome and factors associated with mortality due to malaria in Munini District Hospital, Rwanda in 2016-2017: Retrospective cross-sectional study. Front Public Health. 2022;10:898528.
10. Centers for Disease Control and Prevention. Malaria https://wwwnc.cdc.gov/travel/diseases/malaria#:~:text=What%20can%20travelers%20do%20to,There%20is%20no%20malaria%20vaccine2022
11. centers for Disease Control and Prevention. How to Choose a Drug to Prevent Malaria https://www.cdc.gov/malaria/travelers/drugs.html2023
12. Milner DA, Jr. Malaria Pathogenesis. Cold Spring Harb Perspect Med. 2018;8(1).
13. Malaria Vaccine Initiative. Malaria parasite life cycle https://www.malariavaccine.org/malaria-and-vaccines/vaccine-development/life-cycle-malaria-parasite2021
14. Aakash. Sporozoite https://byjus.com/neet/sporozoite/#:~:text=A%20sporozoite%20is%20a%20cell,liver%20cells%20wherein%20they%20reproduce2022
14. Stanford Health Care. Types of Malaria Parasites https://stanfordhealthcare.org/medical-c3onditions/primary-care/malaria/types.html2019
16. Medicine for Malaria venture. Species of Plasmodium parasites infecting humans with malaria https://www.mmv.org/malaria/species-plasmodium-parasites2024
17. World Health Organization (WHO). Diagnostic testing https://www.who.int/teams/global-malaria-programme/case-management/diagnosis2024
18. Mbanefo A, Kumar N. Evaluation of Malaria Diagnostic Methods as a Key for Successful Control and Elimination Programs. Tropical Medicine and Infectious Disease. 2020;5(2):102.
19. Tangpukdee N, Duangdee C, Wilairatana P, Krudsood S. Malaria Diagnosis: A Brief Review. Korean J Parasito. 2009;47(2):93-102.
20. Moody A. Rapid diagnostic tests for malaria parasites. Clinical microbiology reviews. 2002;15(1):66-78.
21. Wilson ML. Malaria Rapid Diagnostic Tests. Clinical Infectious Diseases. 2012;54(11):1637-41.
22. Bart A. Diagnostiek https://www.parasitologie.nl/medische-parasitologie/diagnostiek2024
23. RIVM. Wet publieke gezondheid https://www.rivm.nl/meldingsplicht-infectieziekten/wet-publieke-gezondheid2022
24. Zorginstituut Nederland. Hydroxychloroquine https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/h/hydroxychloroquine#kosten2024
25. Zorginstituut Nederland. Chloroquine https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/c/chloroquine2023
26. Tesfaye M, Hanlon, C., Tessema, F., Prince, M., & Alem, A. . Common Mental Disorder Symptoms among Patients with Malaria Attending Primary Care in Ethiopia: A Cross-Sectional Survey. . PLOS ONE, 9(9), e108923 2014.
27. American Psychiatric Association. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (5th ed.): Washington, DC: Author 2013.
28. Idro R, Kakooza-Mwesige A, Asea B, Ssebyala K, Bangirana P, Opoka RO, et al. Cerebral malaria is associated with long-term mental health disorders: a cross sectional survey of a long-term cohort. Malaria Journal. 2016;15(1):184.
29. Varney NR, Roberts RJ, Springer JA, Connell SK, Wood PS. Neuropsychiatric Sequelae of Cerebral Malaria in Vietnam Veterans. The Journal of Nervous and Mental Disease. 1997;185(11):695-703.
30. Jenkins R, Othieno C, Ongeri L, Ongecha M, Sifuna P, Omollo R, et al. Malaria and mental disorder: a population study in an area endemic for malaria in Kenya. World Psychiatry. 2017;16(3):324-5.
31. Garg RK, Karak B, Misra S. Neurological manifestations of malaria : an update. Neurol India. 1999;47(2):85-91.
32. Maude RJ, Barkhof F, Hassan MU, Ghose A, Hossain A, Abul Faiz M, et al. Magnetic resonance imaging of the brain in adults with severe falciparum malaria. Malaria Journal. 2014;13(1):177.
33. Ringqvist Å, Bech P, Glenthøj B, Petersen E. Acute and long-term psychiatric side effects of mefloquine: A follow-up on Danish adverse event reports. Travel Medicine and Infectious Disease. 2015;13(1):80-8.
34. Zorginstelling Nederland. Mefloquine https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/m/mefloquine 2015
35. Kumar SP, Babu PP. Aberrant Dopamine Receptor Signaling Plays Critical Role in the Impairment of Striatal Neurons in Experimental Cerebral Malaria. Molecular Neurobiology. 2020;57(12):5069-83.
36. Gautam S, Jain A, Gautam M, Vahia VN, Grover S. Clinical Practice Guidelines for the management of Depression. Indian Journal of Psychiatry. 2017;59(Suppl 1):S34-S50.
37. Edinoff AN, Akuly HA, Hanna TA, Ochoa CO, Patti SJ, Ghaffar YA, et al. Selective Serotonin Reuptake Inhibitors and Adverse Effects: A Narrative Review. Neurology International. 2021;13(3):387-401.
38. Santarsieri D, Schwartz TL. Antidepressant efficacy and side-effect burden: a quick guide for clinicians. Drugs Context. 2015;4:212290.
39. Katzung BG, & Trevor, A. J,. Basic and Clinical Pharmacology 14th edition ed. McGraw-Hill Education / Medical2017.
40. Cuijpers P, Quero S, Dowrick C, Arroll B. Psychological Treatment of Depression in Primary Care: Recent Developments. Current Psychiatry Reports. 2019;21(12):129.
41. 17. Melton L. Brief Introduction to Cognitive Behavioral Therapy for the Advanced Practitioner in Oncology. Journal Of The Advanced Practitioner in Oncology, 8(2). 2017.
42. Sturmey P. Behavioral Activation Is an Evidence-Based Treatment for Depression. Behavior Modification. 2009;33(6):818-29.
43. Markowitz JC, Weissman MM. Interpersonal Psychotherapy: Past, Present and Future. Clinical Psychology & Psychotherapy. 2012;19(2):99-105.
44. Bell AC, D'Zurilla TJ. Problem-solving therapy for depression: A meta-analysis. Clinical Psychology Review. 2009;29(4):348-53.
45. Hoeyer K, Dahlager L, Lynöe N. Conflicting notions of research ethics: The mutually challenging traditions of social scientists and medical researchers. Social Science & Medicine. 2005;61(8):1741-9.
46. Kvam S, Kleppe CL, Nordhus IH, Hovland A. Exercise as a treatment for depression: A meta-analysis. Journal of Affective Disorders. 2016;202:67-86.
47. Gujral S, Aizenstein H, Reynolds CF, Butters MA, Erickson KI. Exercise effects on depression: Possible neural mechanisms. General Hospital Psychiatry. 2017;49:2-10.
48. The UK ECT Review Group. Efficacy and safety of electroconvulsive therapy in depressive disorders: a systematic review and meta-analysis. The Lancet. 2003;361(9360):799-808.
49. Comer RJ, & Comer, J. S., . Fundamentals of Abnormal Psychology.: Worth.; 2019.
50. Van Verschuer M, Van Den Broek WW, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Elektroconvulsietherapie (ECT) [Internet]. Smith-van Rietschoten W, Van Der Beek JLM, Knoppert-van Der Klein EAM, Laport RB, Van Meer CR, Olivier E, redacteuren. 2003. Beschikbaar op: https://kenniscyclus.nl/wp-content/uploads/2019/07/In-gesprek-over-ECT.pdf
51. Bolwig TG. How does electroconvulsive therapy work? Theories on its mechanism. Can J Psychiatry. 2011;56(1):13-8.
52. Out TA. Het Immuunsysteem. Pharmaceutisch weekblad. 1981;3(1):68-77.
53. Vaughan AM, Kappe SHI. Malaria Parasite Liver Infection and Exoerythrocytic Biology. Cold Spring Harbor Perspectives in Medicine. 2017;7(6).
54. Hazeleger Y. Parasieten hebben mechanismen ontwikkeld https://joet.nl/ziekte/malaria/parasieten-hebben-mechanismen-ontwikkeld/2023
55. Schieving JH. Cerebrale malaria https://www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/ontsteking/cerebrale%20malaria.php2018 [
56. Roy S, Chattopadhyay RN, Maitra SK. Changes in brain neurotransmitters in rodent malaria. Indian J Malariol. 1993;30(4):183-5.
57. Qian H, Shu C, Xiao L, Wang G. Histamine and histamine receptors: Roles in major depressive disorder. Frontiers in Psychiatry. 2022;13.
58. Gramberg N. Gevolgen depressie https://ipractice.nl/klachten/depressie/gevolgen/#:~:text=Maar%20een%20depressie%20maakt%20dat,bij%20aan%20de%20verminderde%20weerstand.2024
59. Szałach ŁP, Lisowska KA, Cubała WJ. The Influence of Antidepressants on the Immune System. Archivum Immunologiae et Therapiae Experimentalis. 2019;67(3):143-51.
60. Dahl J, Ormstad H, Aass HCD, Malt UF, Bendz LT, Sandvik L, et al. The plasma levels of various cytokines are increased during ongoing depression and are reduced to normal levels after recovery. Psychoneuroendocrinology. 2014;45:77-86.
61. Hazeleger Y. Malaria en Immuniteit https://joet.nl/ziekte/malaria/malaria-en-immuniteit/2023
62. Lammerse V. Menselijk immuunsysteem herkent en bestrijdt malariaparasiet https://scientias.nl/menselijk-immuunsysteem-herkent-en-bestrijdt-malariaparasiet/2019
63. Ortona E, Pierdominici M, Rider V. Editorial: Sex Hormones and Gender Differences in Immune Responses. Frontiers in Immunology. 2019;10.
64. Trigunaite A, Dimo J, Jørgensen TN. Suppressive effects of androgens on the immune system. Cellular Immunology. 2015;294(2):87-94.
65. Pennell LM, Galligan CL, Fish EN. Sex affects immunity. Journal of Autoimmunity. 2012;38(2):J282-J91.
66. Randolt K, Gimple O, Geissendörfer J, Reinders J, Prusko C, Mueller MJ, et al. Immune-related proteins induced in the hemolymph after aseptic and septic injury differ in honey bee worker larvae and adults. Archives of Insect Biochemistry and Physiology. 2008;69(4):155-67.
67. Ghazeeri G, Abdullah L, Abbas O. Immunological Differences in Women Compared with Men: Overview and Contributing Factors. American Journal of Reproductive Immunology. 2011;66(3):163-9.
68. Koranda FC. Antimalarials. Journal of the American Academy of Dermatology. 1981;4(6):650-5.
69. Lundbeck H. Nortriptyline https://db.cbg-meb.nl/bijsluiters/h03285.pdf2022
70. Cheplapharm Arzneimittel GmbH, inventorLariam tabletten 250mg Duitsland2023.
71. Toovey S. Mefloquine neurotoxicity: A literature review. Travel Medicine and Infectious Disease. 2009;7(1):2-6.
72. Hood JE, Jenkins JW, Milatovic D, Rongzhu L, Aschner M. Mefloquine induces oxidative stress and neurodegeneration in primary rat cortical neurons. NeuroToxicology. 2010;31(5):518-23.
73. Dow GS, Hudson TH, Vahey M, Koenig ML. The acute neurotoxicity of mefloquine may be mediated through a disruption of calcium homeostasis and ER function in vitro. Malaria Journal. 2003;2(1):14.
74. Masood A, Nadeem A, Mustafa SJ, O'Donnell JM. Reversal of Oxidative Stress-Induced Anxiety by Inhibition of Phosphodiesterase-2 in Mice. Journal of Pharmacology and Experimental Therapeutics. 2008;326(2):369-79.
75. Bremner JD, Shearer K, McCaffery P. Retinoic Acid and Affective Disorders: The Evidence for an Association. The Journal of Clinical Psychiatry. 2012;73(1):37-50.
76. Crandall J, Sakai Y, Zhang J, Koul O, Mineur Y, Crusio WE, et al. Retinoic acid suppresses hippocampal cell division and hippocampal-dependent learning in mice. Proceedings of the National Academy of Sciences. 2004;101(14):5111-6.
77. Hoving D. Geen malaria, wel depressief - over de bijwerkingen van malariamiddel Lariam. De Volkskrant. 2018.
78. Van den Broecke S. Zij werden net als Stromae slachtoffer van malariapil: “Ik wilde in volle vlucht uit het vliegtuig springen”. HLN. 2023.
79. Nevin RL, Byrd AM. Neuropsychiatric Adverse Reactions to Mefloquine: a Systematic Comparison of Prescribing and Patient Safety Guidance in the US, UK, Ireland, Australia, New Zealand, and Canada. Neurology and Therapy. 2016;5(1):69-83.
80. NOS. Leger VS doet malariapil in de ban. NOS. 2011.
81. NOS. ‘s Werelds eerste grote vaccinatiecampagne tegen malaria van start in Kameroen. NOS. 2024.
82. Radboudumc. Verrassend veldonderzoek naar werking malariavaccin https://www.radboudumc.nl/nieuws/2022/verrassend-veldonderzoek-naar-werking-malariavaccin2022
83. Laurens MB. RTS,S/AS01 vaccine (Mosquirix™): an overview. Human Vaccines & Immunotherapeutics. 2020;16(3):480-9.
84. Ruiz Lopez del Prado G HGC, Moreno Cea L, Fernández Espinilla V, Muñoz Moreno MF, Delgado Marquez A, Polo Polo MJ, Andrés García. Malaria in developing countries. . J Infect Dev Ctries. 2014;8:001–004.
85. World Health Organization (WHO). World Malaria Report 2011 https://www.who.int/publications/i/item/97892415644032011
86. Somi MF, Butler JR, Vahid F, Njau J, Kachur SP, Abdulla S. Is there evidence for dual causation between malaria and socioeconomic status? Findings from rural Tanzania. Am J Trop Med Hyg. 2007;77(6):1020-7.
87. Sonko ST, Jaiteh M, Jafali J, Jarju LBS, D’Alessandro U, Camara A, et al. Does socio-economic status explain the differentials in malaria parasite prevalence? Evidence from The Gambia. Malaria Journal. 2014;13(1):449.
88. Miech RA, Shanahan MJ. Socioeconomic Status and Depression over the Life Course. Journal of Health and Social Behavior. 2000;41(2):162-76.
89. Freeman A, Tyrovolas S, Koyanagi A, Chatterji S, Leonardi M, Ayuso-Mateos JL, et al. The role of socio-economic status in depression: results from the COURAGE (aging survey in Europe). BMC Public Health. 2016;16(1):1098.
90. The Britannica Dictoinary. Stigma https://www.britannica.com/dictionary/stigma#:~:text=1,stigma%20attached%20to%20receiving%20welfare.
91. Mak WWS, Poon CYM, Pun LYK, Cheung SF. Meta-analysis of stigma and mental health. Social Science & Medicine. 2007;65(2):245-61.
92. Barney LJ, Griffiths KM, Jorm AF, Christensen H. Stigma about Depression and its Impact on Help-Seeking Intentions. Australian & New Zealand Journal of Psychiatry. 2006;40(1):51-4.
93. Mascayano F, Armijo JE, Yang LH. Addressing Stigma Relating to Mental Illness in Low- and Middle-Income Countries. Frontiers in Psychiatry. 2015;6.
94. Heredia Montesinos A, Rapp MA, Temur-Erman S, Heinz A, Hegerl U, Schouler-Ocak M. The influence of stigma on depression, overall psychological distress, and somatization among female Turkish migrants. European Psychiatry. 2012;27:S22-S6.
95. Trani J-F, Moodley J, Anand P, Graham L, Thu Maw MT. Stigma of persons with disabilities in South Africa: Uncovering pathways from discrimination to depression and low self-esteem. Social Science & Medicine. 2020;265:113449.